12 Thermometer economische crisis September 2014 afdeling Onderzoek - gemeente Utrecht
Inleiding Deze twaalfde Thermometer economische crisis volgt de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke thema s (economie, arbeidsmarkt, inkomen en wonen). Naast recente cijfers op de genoemde beleidsterreinen bevat de thermometer de belangrijkste relevante landelijke trends. In deze thermometer staan ook de resultaten van het bewonerspanel over de economische situatie van februari 2014. Naast deze halfjaarlijkse thermometer wordt een deel van de gegevens op onze online databank WistUdata per kwartaal ververst. De kwartaalversie vindt u hier. Colofon: uitgave: afdeling Onderzoek Informatie: Hans van Hastenberg (030-286 1336) www.onderzoek.utrecht.nl
Recente ontwikkelingen samengevat Economie Inkomen In het stadsgewest Utrecht zijn in het tweede kwartaal van 2014 evenveel bedrijven met een omzetafname als met een omzettoename. In een meerderheid van de bedrijven is sprake van een personeelskrimp.. Op basis van deze COEN-gegevens blijkt dat het Utrechtse bedrijfsleven het iets slechter doet dan bedrijven in de provincie, G4 en Nederland.. Er zijn nauwelijks failissementen. Het aantal Utrechtse huishoudens in de bijstand is de afgelopen anderhalf jaar met 18% gegroeid. Een duidelijk hoger groeitempo dan in de andere grote steden. Sinds 2010 is er een eerst lichte en daarna sterkere stijging van het aantal aanvragen bijzondere bijstand. Het aantal aanvragen schuldhulpverlening is de afgelopen jaren steeds gegroeid, maar in de eerste helft van 2014 is er een duidelijke afname. Woningmarkt Arbeidsmarkt In het eerste halfjaar van 2014 was gemiddeld 9,2% van de Utrechtse beroepsbevolking werkloos. Dit ligt iets boven het landelijk gemiddelde (8,8%). In de afgelopen maanden is het aantal WWontvangers in Utrecht gedaald. Utrecht volgt de landelijke trend. De Utrechtse koopmarkt laat een licht herstel zien, met meer verkopen en een lichte stijging van verkoopprijzen. De gemiddelde wachttijd voor een corporatiehuurwoning is, na een piek van 8,9 jaar in 2013, in de eerste helft van 2014 gedaald naar 7,9 jaar. Het aantal verhuurde corporatiewoningen fluctueert door de oplevering van nieuwbouw. Meestal worden per kwartaal rond de 500 woningen verhuurd.
Economie (1/3) Omzetontwikkeling bedrijfsleven* 20,0 15,0 Stadsgewest Utrecht Provincie Utrecht Nederland G4 (stadsgewesten) 10,0 5,0 0,0 10,1 11,9 11,9 11,2-9,0-4,8-1,5-4,1-0,3 4,7 11,1 10,7-5,0-10,0 2014-I 2014-II 2014-III * Saldo aantal bedrijven met positieve en negatieve omzetontwikkeling. G4 stadsgewesten is ongewogen gemiddelde Met ingang van 2014 zijn geen cijfers voor de stad Utrecht meer beschikbaar. Maar wel voor het stadsgewest Utrecht (Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht en Zeist. In het derde kwartaal zijn er in Utrecht ongeveer evenveel bedrijven met een omzetstijging als met een omzetdaling (saldo Utrecht -0,3). In de provincie, Nederland en gemiddeld in de G4 stadsgewesten is dit beeld iets positiever dan in Utrecht. De omzetverwachtingen voor het vierde kwartaal van 2014 zijn iets negatiever. bron: COEN (CBS)
Economie (2/3) Personeelsontwikkeling bedrijfsleven* Stadsgewest Utrecht 15,0 Provincie Utrecht Nederland G4 (stadsgewesten) 0,0-27,7-19,4-12,3-15,4-25,0-17,9-7,8-13,0-10,0-6,2-1,5-5,4-15,0-30,0 2014-I 2014-II 2014-III * Saldo aantal bedrijven met positieve en negatieve personeelsontwikkeling. G4 stadsgewesten is ongewogen gemiddelde Over de personeelsontwikkeling is een meerderheid van de bedrijven somber gestemd. Utrecht doet het hierbij structureel iets slechter dan bedrijven in de provincie en Nederland en de andere drie grote steden. De verwachting voor het laatste kwartaal van 2014 is nog iets somberder. In Utrecht (saldo -21,7) zijn de verwachtingen minder rooskleurig dan in Nederland (-5,3). bron: COEN (CBS)
Economie (3/3) Starters en opheffingen Starters (hoofd- en nevenvestigingen) Opheffingen 500 500 400 400 300 300 200 200 100 261 324 356 321 318 453 405 377 100 194 119 217 176 309 277 197 271 2013-8 2013-9 2013-10 2013-11 2013-12 2014-1 2014-2 2014-3 2013-8 2013-9 2013-10 2013-11 2013-12 2014-1 2014-2 2014-3 Het aantal startende bedrijven in Utrecht blijft hoog. In het eerste kwartaal van 2014 zijn er 1.235 nieuwe bedrijfsvestigingen in de gemeente Utrecht. Het aantal opheffingen ligt in het eerste kwartaal van 2014 met 745, lager dan het aantal starters. Het aantal uitgesproken faillissementen in Utrecht is net als elders in Nederland laag. In het eerste kwartaal van 2014 zijn dit er 14. bron: KvK - Ondernemersplein.nl
Arbeidsmarkt (1/2) Werkloze beroepsbevolking % 10,0 9,0 8,0 7,0 Utrecht Amsterdam Nederland provincie 6,0 5,0 4,0 3,0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 eerste helft 2014 In het tweede kwartaal van 2014 is de werkloosheid in Utrecht gestegen naar gemiddeld 9,2% van de beroepsbevolking. Daarmee ligt deze nu boven het landelijke cijfer (8,8%). In de afgelopen jaren volgde de werkloosheid in Utrecht de landelijke tendens. De werkloosheid in Utrecht is vergelijkbaar met het Amsterdamse cijfer, maar is lager dan in Den Haag en Rotterdam. Thermometer economische crisis - november 2013 bron: CBS
Arbeidsmarkt (2/2) Aantal lopende WW-uitkeringen in Utrecht 8.500 7.500 7.734 6.500 5.500 4.500 3.500 2.500 feb-09 feb-10 feb-11 feb-12 feb-13 feb-14 In juni 2014 telt Utrecht 7.734 personen met een WW-uitkering. Na een jarenlange toename van het aantal WWers is de afgelopen maanden een daling ingezet. Utrecht volgt daarmee de landelijke ontwikkeling. De daling van het aantal WW-ers wordt gezien als een teken van beginnend economisch herstel, maar het aantal is altijd nog aanmerkelijk hoger dan een paar jaar geleden. bron: UWV
Inkomen (1/3) Aantal huishoudens met bijstand (< 65 jaar) 9.500 9.114 9.000 8.500 8.000 7.500 7.000 6.500 6.000 2008-I 2009-I 2010-I 2011-I 2012-I 2013-I 2014-I Het aantal huishoudens in de bijstand neemt snel toe. In 2013 is er een toename met 790 cliënten (10,2%), waarvan 130 incidentele instroom uit Werk Loont. In de eerste helft van 2014 zijn er per saldo nog 590 cliënten bijgekomen. In de afgelopen anderhalf jaar is het aantal cliënten in Utrecht met 18% gegroeid. Een duidelijk hoger groeitempo dan in Amsterdam (+8%), Den Haag (+12%) en Rotterdam (+8%). bron: Werk en Inkomen, gemeente Utrecht
Inkomen (2/3) Aanvragen bijzondere bijstand in Utrecht 2100 Aanvragen bijzondere bijstand (huishoudens < 65 jaar) 1800 trendlijn 1500 1200 900 600 2008-I 2009-I 2010-I 2011-I 2012-I 2013-I 2014-I Sinds het 2e kwartaal 2013 ligt het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand op een aanmerkelijk hoger niveau (boven de 1.500) dan in de voorgaande kwartalen. De piek ligt tot nu toe in het 1e kwartaal 2014 met 1.910 aanvragen. In het tweede kwartaal 2014 is het aantal weer gedaald. De trendlijn laat sinds 2010 een eerst lichte en daarna sterkere stijging van het aantal aanvragen zien. bron: Werk en Inkomen, gemeente Utrecht
Inkomen (3/3) Aanvragen schuldhulpverlening in Utrecht 2010 1.651 * 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 2011 578 458 419 283 1.738 4e kwartaal 2012 561 503 492 557 2.113 2013 721 402 480 539 2.142 2014 422 388 0 500 1000 1500 2000 * voor 2010 is alleen het jaarcijfer bekend. Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening is de afgelopen jaren geleidelijk gegroeid, naar een totaal van 2.142 in 2013. In de eerste helft van 2014 ligt het aantal aanvragen (810) ruim onder dat van de eerste helft 2013 (1.123) en ook onder dat van de tweede helft 2013 (1.019). Daarmee heeft de stijgende lijn in 2014 niet doorgezet. bron: Werk en Inkomen, gemeente Utrecht
Woningmarkt (1/5) Mediane verkooptijd koopwoning in Utrecht, in dagen 160 120 80 40 0 2011-I 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I 2012-II 2012-III 2012-IV 2013-I 2013-II 2013-III 2013-IV 2014-I 2014-II Na de piek van 170 dagen in het 2e kwartaal 2013 is de mediane verkooptijd in de tweede helft van het jaar gedaald naar rond 140 dagen. In het 1e kwartaal 2014 is er een verdere daling naar 119 dagen en in het tweede kwartaal naar 90 dagen. Teken van een zich herstellende woningmarkt. De daling van de mediane verkooptijd geldt voor alle woningtypen. Nog steeds duurt het gemiddeld langer om een appartement te verkopen dan een eengezinswoning, maar ook hier is de verkooptijd gedaald. bron: NVM
Woningmarkt (2/5) Aantal woningtransacties in Utrecht 900 600 300 0 2011-I 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I 2012-II 2012-III 2012-IV 2013-I 2013-II 2013-III 2013-IV 2014-I 2014-II Na een dieptepunt van 451 verkochte woningen in het 1e kwartaal 2013, is het aantal transacties gestegen naar rond de 800 in het 4e kwartaal 2013 en het 1e kwartaal 2014 en 970 in het tweede kwartaal van 2014. Net als de gedaalde verkooptijd is dit een teken van herstel van de woningmarkt. Met de toename in het tweede kwartaal van 2014 zit Utrecht weer op het niveau van 2008 met gemiddeld per kwartaal 970 woningtransacties. bron: NVM
Woningmarkt (3/5) Mediane verkoopprijs koopwoning in Utrecht ( ) 240.000 230.000 220.000 210.000 2011-I 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I 2012-II 2012-III 2012-IV 2013-I 2013-II 2013-III 2013-IV 2014-I 2014-II Na een opleving naar 223.000 in het tweede kwartaal van 2013 is de mediane verkoopprijs weer gedaald naar 212.000 in de tweede helft van het jaar. De eerste helft van 2014 laat een herstel zien naar een mediane prijs van 221.650. Het 2e kwartaal 2014 ligt de mediane transactieprijs per m2 op 2.301. In 2011 was dat nog rond de 2.620 per m2. bron: NVM
Woningmarkt (4/5) Wachttijden sociale huurwoning in Utrecht*, in jaren jaar 12,0 9,6 jaar 10,0 doorstromers gemiddelde wachttijd 7,9 jaar 8,0 woningzoekenden excl. doorstromers 7,2 6,0 2011-I 2011-III 2012-I 2012-III 2013-I 2013-III 2014-I * Woningen aanbodmodel Woningnet (regulier plus loting), inclusief nieuwbouw, exclusief verhuringen aan voorrangsgroepen De gemiddelde wachttijd voor een corporatiehuurwoning is, na een piek van 8,9 jaar in 2013, in de eerste helft van 2014 gedaald naar 7,9 jaar. De gemiddelde wachttijd voor doorstromers (9,6 jaar) fluctueert sterk en ligt steeds boven het gemiddelde (7,9 jaar). De wachttijd voor overige woningzoekenden is aanmerkelijk lager (7,2 jaar) en heeft een veel stabieler verloop. bron: WoningNet
Woningmarkt (5/5) Aantal verhuringen sociale huurwoningen in Utrecht* 1000 beschikbaar voor overige woningzoekenden 880 800 aan doorstromers 760 684 600 582 507 535 588 490 544 565 490 483 519 493 400 200 386 279 365 253 300 247 296 341 314 295 577 343 533 358 214 228 319 282 288 243 248 224 176 188 303 176 227 135 0 2011-I 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I 2012-II 2012-III 2012-IV 2013-I 2013-II 2013-III 2013-IV 2014-I 2014-II * Woningen aanbodmodel Woningnet (regulier plus loting), inclusief nieuwbouw De laatste vier kwartalen laten een grote variatie zien in het aantal verhuurde corporatiewoningen. Dat heeft vooral te maken met de oplevering van nieuwbouw. Met name de overige woningzoekenden (meestal zijn dat starters) hebben daar baat bij. Enkele uitschieters daargelaten ligt het aantal verhuurde woningen rond de 500 per kwartaal. bron: WoningNet
Landelijke trends (1/4) Economische groei* 1,0 0,9 0,5 0,0 0,5 0,4 0,6 0 0,5 0,1 0,2 0,2 0,5-0,5-1,0-0,4-0,1-1 -0,9-0,1-0,2-1 -0,2-0,1-0,6-0,8-0,1-0,6-1,5-2,0-2,5-2,2 2008-I 2008-III 2009-I 2009-III 2010-I 2010-III 2011-I 2011-III 2012-I 2012-III 2013-I 2013-III 2014-I * Per juni 2014 door het CBS gewijzigde cijferreeks. Na een periode van recessie in 2011 en 2012 is de Nederlandse economie in 2013 in rustiger vaarwater gekomen, met een bescheiden opleving in de tweede helft van 2013. In het 1e kwartaal 2014 is de economie met 0,6% gekrompen. Er is daarmee nog steeds geen sprake van overtuigend economisch herstel. bron: CBS
Landelijke trends (2/4) Economisch klimaat* jan-10 jul-10 jan-11 jul-11 jan-12 jul-12 jan-13 jul-13 jan-14 jul-14 20 10 0-10 -20-30 -40-50 -60-70 * saldo positieve en negatieve antwoorden Na een periode van jaren waarin de Nederlanders overwegend negatief oordeelden over het economisch klimaat, is er medio 2014 een licht overwicht van positief gestemden. Het saldo van positieve en negatieve antwoorden komt in juli 2014 op +11. Na het laatste dieptepunt van juli 2013 (-56) heeft het economisch sentiment zich vrijwel alle opvolgende maanden positief ontwikkeld. bron: CBS
Landelijke trends (3/4) Consumentenvertrouwen en koopbereidheid* 0 jan-10 jul-10 jan-11 jul-11 jan-12 jul-12 jan-13 jul-13 jan-14 jul-14-5 -10-15 -20-25 -30-35 -40 koopbereidheid consumentenvertrouwen -45 * saldo positieve en negatieve antwoorden Medio 2014 is het consumentenvertrouwen nog licht negatief (-2) maar dat is een grote verbetering ten opzichte van een jaar eerder (-37). De koopbereidheid volgt in grote lijnen de ontwikkeling van het concumentenvertrouwen, maar met minder grote uitschieters. Herstel zien we dus ook voor de koopbereidheid, maar met een score van -10 is het herstel nog minder ver dan bij het consumentenvertrouwen. bron: CBS
Landelijke trends (4/4) Inflatie (%) % 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 jan-09 jan-10 jan-11 jan-12 jan-13 jan-14 Na een periode met een maandelijkse inflatie tussen de 2 en 3%, is de inflatie vanaf oktober 2013 duidelijk onder de 2% gekomen. In de eerste helft van 2014 is sprake van een verdere daling naar een inflatie van rond de 1% in de afgelopen maanden. bron: CBS
Bewonerspanel (1/5) Oordeel economische situatie verwachting komend halfjaar (feb 2014) 77,0 16,0 7,0 verwachting komend halfjaar (feb 2013) 23,0 31,0 46,0 afgelopen halfjaar (feb 2014) 72,0 19,0 9,0 afgelopen halfjaar (feb 2013) 10,0 21,0 69,0 0% 20% 40% 60% 80% 100% n=1.375 beter hetzelfde slechter Utrechtse pannelleden zijn begin 2014 veel positiever over de economische situatie in Nederland dan een jaar daarvoor. Ruimt driekwart van de panelleden (77%) was in februari 2014 van mening dat het in het komend halfjaar economisch beter zou gaan in Nederland. Een jaar daarvoor dacht slechts een kwart dit (23%). bron: Bewonerspanel 2014
Bewonerspanel (2/5) Beoordeling eigen situatie afgelopen half jaar woningmarktsituatie februari 2014 13,0 70,0 17,0 woningmarktsituatie februari 2013 6,0 57,0 37,0 arbeidsmarktpositie februari 2014 18,0 61,0 22,0 arbeidsmarktpositie februari 2013 15,0 57,0 28,0 inkomenssituatie februari 2014 29,0 48,0 24,0 inkomenssituatie februari 2013 24,0 45,0 31,0 0% 20% 40% 60% 80% 100% n=1.375 beter hetzelfde slechter De panelleden beoordelen de eigen situatie in februari 2014 iets positiever dan een jaar jaar daarvoor. Meest opvallend is de woningmarkt. In februari 2014 zien minder panelleden (17%) de eigen situatie verslechteren dan een jaar ervoor (37%). Ook op de arbeidsmarkt zijn er in februari 2014 minder panelleden die hun situatie zien verslechteren (22%) dan in 2013. Bij de inkomenssituatie valt vooral het hoge aantal panelleden op dat een betering ziet (29% in 2104 t.o.v. 24% in 2013). bron: Bewonerspanel 2014
Bewonerspanel (3/5) Verwachting eigen situatie komend half jaar woningmarktsituatie februari 2014 20,0 69,0 11,0 woningmarktsituatie februari 2013 6,0 65,0 29,0 arbeidsmarktpositie februari 2014 23,0 60,0 17,0 arbeidsmarktpositie februari 2013 16,0 62,0 22,0 inkomenssituatie februari 2014 29,0 56,0 15,0 inkomenssituatie februari2013 21,0 52,0 27,0 0% 20% 40% 60% 80% 100% n=1.375 beter hetzelfde slechter Gezien de positive inschattingen in sheet 2/5 vallen de verwachtingen voor de eigen situatie voor het komend halfjaar wat tegen. Een relatief hoog aandeel blijft aangeven dat de eigen situatie hetzelfde blijft. Een op de vijf panelleden (20%) verwacht een verbetering van de eigen situatie op de woningmarkt, 23% van de eigen arbeidsmarktpositie en 29% van de eigen inkomenssituatie. bron: Bewonerspanel 2014
Bewonerspanel (4/5) Financiële situatie huishouden 43,0% ik moet me in de schulden steken om rond te komen 21,0% 13,0% 3,0% 3,0% 13,0% 2014 2013 20,0% 14,0% ik moet spaarmiddelen aanspreken om rond te komen ik kan precies rondkomen ik houd een beetje geld over 22,0% 48,0% ik houd veel geld over n=1.375 De financiele huishoudsituatie van de panelleden is tussen februari 2013 en 2014 licht verbeterd. Het aandeel huishoudens dat niet kan rondkomen is echter gelijk gebleven (16%). Wat opvalt is dat met name de groep die aangeeft veel geld over te houden is gegroeid van 14% naar 20% van de huishoudens. bron: Bewonerspanel 2014
Bewonerspanel (5/5) Uitgaven waarop afgelopen half jaar is bezuinigd anders dagjes uit uitgaan lidmaatschap, contributie vakanties kleding en schoenen dagelijkse goederen duurzame goederen 13,0% 6,0% 40,0% 42,0% 47,0% 50,0% 40,0% 37,0% 41,0% 42,0% 45,0% 45,0% 33,0% 35,0% 31,0% 33,0% 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% n=1.375 2013 2014 Panelleden geven aan op veel verschillende uitgaven te bezuiningen. De verschillen met 2013 zijn klein. Het meest wordt bezunigd op uitgaan (50% van de huishoudens), kleding en schoenen (45%), dagjes uit en vakanties (beide 42%). bron: Bewonerspanel 2014