training: Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Vergelijkbare documenten
Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

training: Engels in het basisonderwijs

project: Kunst en cultuur

project: Behoefteonderzoek

project: Religies in de wijk

project: Problemen in de wijk

project: Organiseren van een multicultureel event

training: Didactische analyse

project: Pedagogische stromingen

Cursus: Veiligheid en gezond gedrag

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

project: Themadag opzetten

Lesbrieven voor daltonen jenaplanonderwijs

project: Workshop BSO

training: ICT voor SMD Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

project: Professionalisering van de dak- en thuislozenzorg

Project: Activiteitenprogramma ontwikkelen

Activiteitenprogramma werk en zinvolle dagbesteding

project: Armoede in Nederland

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

training: Scriptie schrijven

project: Activiteit voor een moeilijk bereikbare doelgroep

Kom op voor het belang van je cliënt

Ontwikkelingen in het beroep

project: Sociale kaart arbeidsparticipatie

project: Omgaan met gedragsproblemen en stoornissen in de jeugdzorg

training: ICT voor OA Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

project: Sociale kaart voor kindercentra

project: Vergaderen met de pedagogische cirkel

training: Onderzoeksvaardigheden

project: Voorlichting geven

Training: Observeren en rapporteren

project: Historie van de kinderopvang

cursus: Van kerndoel naar handelingsplan

project: Een spellenboek samenstellen

Ondersteuning bieden bij activiteiten

cursus: Kwaliteitszorg voor PWJ

training: Observeren, rapporteren en interpreteren voor PWJ

cursus: Evaluatiemethodes voor SCW: zijn de doelen bereikt?

project: Schuldhulpverlening

project: Kennismaking met jeugdzorg

Training: Methodisch verzamelen van informatie voor SCW

training: Begeleiden van muzisch-ludische activiteiten

project: Preventie jeugdcriminaliteit

training: Sport en spel met doelgroepen MZ

project: We gaan op kamp

cursus: De cyclus van methodisch werken in de jeugdzorg

cursus: De organisatie en ik

training: Oriëntatie op jezelf en de wereld, natuur

Cursus: Plan van aanpak volgens het sociaal competentiemodel

project: Dag overgewicht!

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg

Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

> Inhoud. > Cursus: De was verzorgen 5 > Tekstbron: De was verzorgen 20 > BPV: De was verzorgen in een instelling 41. Colofon

training: Ingrijpende gebeurtenissen

project: Peuterplusactiviteiten

cursus: Taalontwikkeling en taalstimulering

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

cursus: Coachen van risicoleerlingen

project: Een opgeruimd huis

Training. Begeleiden

Training. Coachend begeleiden

project: Pleegzorg binnen de jeugdhulpverlening

project: Organiseer een buurtfeest, out of the box

Cursus. Activiteiten ontwikkelen

training: Muzisch-creatieve vorming deel 2

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

training: Onderhandelingstechnieken

project: Integratie van de doelgroep in een wijk

Cursus: Spel en spelontwikkeling

project: Doelgroepanalyse en sociale kaart - Comazuipen

Het uiterlijk verzorgen

Training. Observeren en rapporteren

cursus: Kwaliteitszorg voor SCW

project: Organiseer een debat

cursus: Evaluatiemethodes: zijn de doelen bereikt voor SMD?

Training. Zakelijk communiceren

Project: Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld

cursus: Interventies in de groep voor SCW en PWJ

project: Teambuilding

project: Vormen van kleinschalig wonen

training: Begeleiden bij educatieve activiteiten

Cursus. Leren kun je leren

training: Observeren in de kinderopvang

Training. Talentherkenning

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Een eigen bedrijf beginnen

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SW

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Training. Verhalen vertellen met poppen

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

project: Gevaren van de straat

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Training. BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 3 (muziek en drama)

Transcriptie:

training: Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

>Inhoud > Over deze training 3 > Kunstzinnige activiteiten 6 > Een thema 11 > Thema 'beeldend werkstuk' 17 > Muziek, tekst en spel 21 > Theoriebron 1: Soorten activiteiten 25 > Theoriebron 2: Creatief proces 27 > Werkmodel: Observeren 28 > Werkmodel: Stappenplan activiteit 29 > Beoordeling 30 Colofon Uitgeverij Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Joske van Zomeren en ROC Mondriaan Auteurs Titel Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN 978 90 3720 552 7 Copyright 2012 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/derde oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

>Over deze training Een onderdeel van sociaal-cultureel werk is activiteiten bedenken, organiseren en begeleiden. In deze training gaat het om kunstzinnige activiteiten voor kinderen. Kunstzinnige activiteiten zijn activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. De activiteiten zijn gericht op het zelf deelnemen aan kunst en cultuur, kunst maken en culturele activiteiten doen. Binnen deze activiteiten is er veel aandacht voor creativiteit, spelen, uitproberen en ontdekken. Door middel van kunstzinnige activiteiten werk je aan de kunstzinnige vorming van kinderen Je gaat in deze training kunstzinnige activiteiten bedenken, maar ook uitvoeren, en je gaat zelf kunst maken. Doelstellingen van de training Je kunt diverse soorten kunstzinnige activiteiten benoemen. Je kunt kunstzinnige activiteiten programmeren voor kinderen. Je kunt kunstzinnige activiteiten observeren en beschrijven. Je kunt aan de hand van een thema kunstzinnige activiteiten ontwikkelen. Je kunt een groep instrueren en begeleiden bij een kunstzinnige activiteit. Je kunt de onderdelen van een creatief proces benoemen en herkennen bij het begeleiden van kunstzinnige activiteiten. Je kunt creatieve, kunstzinnige vaardigheden en technieken inzetten voor kunstzinnige activiteiten. Je toekomstige collega: Naam: Babet van Zomeren Leeftijd: Werkzaam als: Medewerkers: Soort werkzaamheden: Belangrijkste tool in haar werk: Uitdaging in haar werk: Grootste moeilijkheid: Wat er moet veranderen: Grootste blunder: Waaraan je wilt werken: 25 jaar Educatief medewerker in het Nederlands Openluchtmuseum Er zijn acht vaste educatief medewerkers en verder is er een grote groep van vrijwilligers die ook activiteiten begeleiden. Activiteiten voor kinderen uitvoeren en begeleiden in het museum. Dit kunnen kinderfeestjes zijn, maar ook schoolklassen die het museum bezoeken en een activiteit ondernemen die past bij de tentoonstelling die op dat moment te zien is in het museum. Enthousiast zijn over wat je overbrengt en onderneemt. De afwisseling in het werk is prettig, de groepen en activiteiten verschillen sterk van elkaar. Bij elke nieuwe tentoonstelling moet je je goed verdiepen in het onderwerp daarvan. Kennis op een boeiende en actieve manier overdragen, is een leuke uitdaging. Het omgaan met de verschillende wensen van de kinderen en grote groepen kinderen begeleiden. Eigenlijk niets. Gelukkig heb ik tot nu toe nog geen grote blunders gehad. Dat houd ik graag zo! Nog meer leuke, verrassende, bijzondere projecten begeleiden. Uitgeverij Edu Actief b.v. 3

Beoordeling Je oefent tijdens de training veel. In welke mate je vooruit bent gegaan en hoe je meer inzicht hebt verworven in de theorie en praktijk, wordt als volgt beoordeeld: 1. je actieve deelname tijdens de lessen 2. een persoonlijk verslag: -- het trainingslogboek -- een reflectie (volgens de STARR-methode) van de training 3. een demonstratie van een instructie. Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor: In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan en geleerd hebt. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een reflectie volgens de STARR-methode. Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of snelhechter waarin je notities bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes uit. De reflectie doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze opdrachten of oefeningen verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van een STARR. Werkmodel: Logboek op www.factor-e.nl Situatie en Taak Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Werkmodel: Studieplanning op www.factor-e.nl Reflectie Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken. Demonstratie: Instructie kunstzinnige activiteit Deze demonstratie doe je op: In deze periode ga je een kunstzinnige activiteit bedenken aan de hand van de onderstaande casus. De instructie van de activiteit laat je als demonstratie zien in de les. 1. casus Je bent kinderwerker in een buurthuis. Elke vrijdagmiddag komen de kinderen van de naastgelegen basisschool van 15.00 tot 17.00 uur naar de instuif in het buurthuis. Binnen het team van het buurthuis is afgesproken om elke maand met een thema te werken. Voor komende maand moet een thema en een kunstzinnige activiteit bedacht worden. De kinderen kunnen vier weken bezig zijn met de activiteit. In de vijfde week worden de resultaten van het harde werken van de kinderen gepresenteerd waarbij ook de ouders uitgenodigd zijn. Je bedenkt een thema en een bijpassende kunstzinnige activiteit. De instructie van deze activiteit laat je als demonstratie zien. 4

2. bijzonderheden De activiteit die je bedenkt, moet geschikt zijn voor kinderen in de leeftijd van 5 tot 11 jaar. De activiteit moet ook echt uit te voeren zijn in een buurthuis en binnen deze training. De introductie op de activiteit en de bijbehorende instructie ga je als demonstratie laten zien. Je gaat de introductie van de activiteit die je bedacht hebt, geven aan een deel van je medestudenten. De rest van je medestudenten zal de introductie observeren en beschrijven. Tijdsindicatie: de demonstratie neemt ongeveer vijf minuten in beslag. Werkmodel: Observeren 3. voorbereiding Bij het ontwikkelen van de activiteit bij een thema kun je gebruikmaken van het werkmodel 'Stappenplan activiteit' en de theoriebron 'Soorten activiteiten'. Houd bij het ontwikkelen van de activiteit rekening met de wensen van de doelgroep. Het is belangrijk dat de instructie duidelijk en helder gegeven wordt. Zet deze dan ook vooraf op papier. Werkmodel: Stappenplan activiteit 4. uitvoering Geef de introductie en instructie aan tien van je medestudenten. Je docent maakt hiervoor een planning. Theoriebron 1: Soorten activiteiten 5. beoordeling De punten waarop je wordt beoordeeld tijdens je demonstratie kun je achter in dit boek vinden in het hoofdstuk Beoordeling. Taal Taal Taal Taal Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training, voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio. Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl Uitgeverij Edu Actief b.v. 5

>Kunstzinnige activiteiten Kunstzinnige activiteiten zijn recreatieve activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. De activiteiten zijn gericht op het zelf doen en deelnemen aan kunst en cultuur. Binnen deze activiteiten is er veel aandacht voor creativiteit, spelen, uitproberen en ontdekken. Doelstellingen Je kunt een portret maken. Je kunt verschillende kunstzinnige activiteiten noemen. Je kunt het doel van een kunstzinnige activiteit omschrijven. Je kunt inschatten voor welke leeftijdsgroep een kunstzinnige activiteit geschikt is. Je kunt een introductie bedenken en schrijven bij een kunstzinnige activiteit. 1. Opdracht: Kunstzinnig en creatief verleden Kunstzinnige activiteiten worden door kinderen, jongeren, volwassen en ouderen ondernomen. Deze training richt zich alleen op activiteiten voor kinderen. Je gaat bedenken wat jij als kind en jongere hebt gedaan op kunstzinnig en cultureel gebied. Bedenk welke culturele en kunstzinnige activiteiten je gedaan hebt op welke leeftijd en vul deze in het onderstaande schema in. Leeftijd 0-4 Leeftijd 5-12 Leeftijd 13-18 Als je alle activiteiten opgeschreven hebt, geef je aan bij welke kunstdiscipline de activiteiten horen. Dit doe je door de vakken in het schema een kleur te geven: theater = geel, muziek = groen, beeldend = blauw, dans = rood. Welke kleur overheerst in het schema? Welke activiteiten zou je zelf met een groep kinderen willen ondernemen? Zijn alle activiteiten geschikt voor de leeftijd waarop je ze gedaan hebt? 6

Wat vind je de leukste activiteit van deze activiteiten? Is er een eindresultaat van een activiteit waarop je trots bent? Als het schema helemaal ingevuld is, vergelijk je jouw antwoorden met die van een medestudent. 2. Opdracht: Jij en kunst Wat zijn je eigen ervaringen met kunst en cultuur? Probeer de volgende vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Wat is de laatste kunstuiting die je gezien hebt? En hoe vond je die? Bijvoorbeeld een film, cabaretvoorstelling of concert. Ben je zelf actief als muzikant, zanger, toneelspeler, majorette, spelleider, tekenaar, ontwerper of iets dergelijks? Wat doe je dan precies? Noem een voorwerp dat je thuis hebt en dat volgens jou kunst is. Vertel waarom dit volgens jou kunst is. Wat is volgens jou de belangrijkste functie van kunstzinnige activiteiten? Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

3. Oefening: Een bijzonder portret Bij een kunstzinnige activiteit speelt creativiteit een belangrijke rol. Creativiteit kan heel persoonlijk zijn en is voor iedereen anders. Om te oefenen hoe je creativiteit binnen een activiteit kunt gebruiken, ga je een zelfportret maken, zonder daarin je gezicht of lijf te laten zien. Toch zorg je ervoor dat je herkenbaar bent in het zelfportret. Voorbereiding Je hebt een A3'tje nodig. Zorg voor materialen waarmee je kunt tekenen. Bijvoorbeeld: kleurpotlood, balpen, stiften, fineliner, grijs potlood, houtskool, Oost-Indische inkt. Bedenk welke dingen allemaal bij jou passen, zoals: -- Welke karaktereigenschappen heb je? -- Waar houd je van? -- Welke kleding draag je het liefst? -- Wat doe je het meest? -- Wat past juist helemaal niet bij je? Uitvoering Teken de dingen waarvan je vindt dat deze bij jou passen. Gebruik het hele blad, laat zo min mogelijk wit op het A3'tje. Zorg dat de sfeer die je tekening uitstraalt, bij jou past. Vooral met kleur kun je de sfeer van een tekening bepalen. Houd hier rekening mee. Als je niet precies weet hoe je iets wilt tekenen, maak je tussendoor kleine schetsjes op een ander tekenblad. Daarna voeg je deze in je zelfportret. Controle Heb je alle zaken die bij jou passen verwerkt in je tekening? Ben je te herkennen in de tekening? Past de sfeer van de tekening bij jou? Reflectie Hoe vond je het om het zelfportret te maken? Heb je al jouw creativiteit gebruikt om het zelfportret te maken? Ben je tevreden over het zelfportret? Wat zou je de volgende keer anders doen? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek. 4. Oefening: Functie van kunstzinnige activiteiten Kunstzinnige activiteiten zijn er in alle soorten en maten. Een rap schrijven bijvoorbeeld is een kunstzinnige activiteit, maar dat geldt ook voor met een groepje een zelfverzonnen kunstvogel bouwen. Zoals je zult begrijpen, kan de functie van kunstzinnige activiteiten verschillen. Je gaat op zoek naar bestaande kunstzinnige activiteiten en bedenkt wat de functie van deze activiteiten is. Voorbereiding Zorg voor wijkkranten en folders. Zorg voor een computer met internetaansluiting. Zorg voor A4-papier, een schaar en lijm. 8

Uitvoering Zoek in wijkkranten, folders en op internet plaatjes en teksten van creatieve kunstzinnige activiteiten die voor kinderen georganiseerd worden. Plak deze plaatjes en teksten op een A4-papier. Zorg dat de plaatjes en teksten netjes over het papier verspreid zijn. Noteer bij alle plaatjes en teksten wat volgens jou de functie van de activiteit is. Vergelijk jouw blad met dat van een studiegenoot. Controle Is het gelukt om creatieve activiteiten te vinden in onder andere de wijkkranten? Heb je bij elke activiteit kunnen benoemen wat volgens jou de functie van de activiteit is? Reflectie Zijn er verschillen tussen de activiteiten die jij en je klasgenoot gevonden hebben in bijvoorbeeld de tijdschriften? Zijn er verschillen tussen de functies die jullie bij de activiteiten geschreven hebben? Kun je aangeven waarom volgens jou de functies bij de activiteiten passen? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek. 5. Oefening: Introductie van een activiteit Je weet inmiddels dat er verschillende soorten kunstzinnige activiteiten zijn en dat de functies van deze activiteiten uiteenlopen. Bij een activiteit hoort ook altijd een introductie. In de introductie maakt een kind dat deelneemt aan een activiteit voor het eerst kennis met de activiteit. Het is dan ook een belangrijk onderdeel van een activiteit. Want het is het moment waarop je de kinderen enthousiast kunt maken voor de activiteit zodat ze zin hebben om de activiteit te gaan doen. Dit kan bijvoorbeeld door een kunstwerk te laten zien dat past bij de activiteit, zelf een theaterscène voor te spelen of een gedicht voor te lezen. Uitgeverij Edu Actief b.v. 9

Je gaat een introductie bedenken voor een creatieve kunstzinnige activiteit die je bij oefening 4 gevonden hebt en op je A4-papier geplakt hebt. De introductie ga je helemaal uitschrijven en kun je bijvoorbeeld opnemen in je taalportfolio. Voorbereiding Je vormt een tweetal. Zorg voor een pen en A4-papier. Je hebt voor deze oefening het eindresultaat van oefening 4 nodig, het blad vol creatieve activiteiten voor kinderen. Uitvoering Kies samen uit de activiteiten die jullie bij oefening 4 gevonden hebben één die jullie beiden aanspreekt. Omschrijf deze activiteit in je eigen woorden en geef aan voor welke leeftijd de activiteit bedoeld is. Bij de activiteit ga je allebei apart een voor kinderen aansprekende introductie bedenken. Deze introducties moeten van elkaar verschillen. Schrijf deze introductie helemaal uit. Omschrijf daarbij de onderstaande punten: -- Wat ga je vertellen en hoe doe je dit? Ga je het voorlezen, presenteren via PowerPoint of laat je een kort filmpje zien? -- Wat heb je nodig voor de introductie? -- Wat ga je laten zien en hoe doe je dit? -- Hoelang gaat de introductie duren? Als jullie klaar zijn met de introducties schrijven, ga je de introducties met elkaar vergelijken en bespreek je wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de introducties. Geef elkaar tips over wat nog verbeterd zou kunnen worden aan de introductie. Controle Verschillen de introducties van elkaar? Is de introductie enthousiasmerend genoeg voor kinderen? Reflectie Ben je tevreden over de introductie zoals je die nu geschreven hebt? Leg uit waarom. Welke van de twee introducties zou je liever uitvoeren? En waarom? Welk element binnen de introductie zorgt ervoor dat kinderen enthousiast worden over de activiteit? Zou je de introductie zoals je die nu bedacht hebt bijvoorbeeld door een kleine aanpassing ook kunnen inzetten bij andere activiteiten? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek. 10

>Theoriebron 1: Soorten activiteiten Binnen het vakgebied van de sociaal-cultureel werker zijn er verschillende soorten activiteiten te onderscheiden: recreatieve activiteiten, educatieve activiteiten, culturele activiteiten. Met deze activiteiten wordt ernaar gestreefd om mensen als zelfstandig burger te betrekken bij de samenleving. De functies van de activiteiten zijn: ontmoeting inspannen en ontspannen verandering en ontwikkeling bewustwording en emancipatie toeleiding naar activiteiten, arbeid en scholing participatie in de samenleving ontwikkelen creatieve en kunstzinnige vaardigheden. Tijdens een goede activiteit komen alle genoemde functies aan bod. Binnen deze training richten we ons op kunstzinnige activiteiten, met als voornaamste doel om te werken aan de creatieve kunstzinnige vorming van kinderen. Je vergroot hiermee de creatieve kunstzinnige vaardigheden van kinderen. Ze maken kennis met kunst en cultuur en leren over zichzelf en anderen door het bekijken en maken van creatieve en kunstzinnige producten. Kunstzinnige activiteiten Kunstzinnige activiteiten zijn activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. De activiteiten zijn gericht op het zelf doen en deelnemen aan kunst en cultuur. Binnen deze activiteiten is er veel aandacht voor creativiteit, spelen, uitproberen en ontdekken. Creatieve kunstzinnige activiteiten kunnen ondernomen worden door kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Deze training richt zich op activiteiten voor kinderen. Wat is cultuur? Er zijn meer betekenissen aan cultuur toe te kennen. De meest gebruikte betekenis van cultuur is dat cultuur de leefstijl van een samenleving is. Deze is samengesteld uit een mix van subculturen met hun geloven, gewoonten en gebruiken. Cultuur bestaat uit de kunsten, het cultureel erfgoed en de media. Samengevat is cultuur alles wat mensen doen en maken. Wat is kunst? Kunst is geen vaststaand begrip, maar verandert steeds. Kunst kan gezien worden als een verzamelbegrip voor alle kunstuitingen. Wat wij kunstuitingen vinden, is bepaald door diverse factoren: historische, sociologische en psychologische factoren. Binnen de kunst wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende kunstdisciplines: theater, muziek, dans, beeldende kunst. Onderdelen van kunst zijn: vakmanschap, het uitdagen van een toeschouwer, expressiviteit en verrassen. Uitgeverij Edu Actief b.v. 25

Voorbeelden van kunstzinnige activiteiten Schilderen, dansen, kleding maken, posters ontwerpen, muffins bakken en versieren, een museum bezoeken, gedichten maken, baklava bakken, straatkunst fotograferen, een gedichtenposter maken, een website bouwen, een pindaketting rijgen, een animatiefilmpje maken, kleien, een songtekst schrijven, breakdancen, 'Romeo en Juliet' opvoeren, een musical bekijken, een strip tekenen, een choreografie bedenken, schminken, stoepkrijten, breien, een game ontwerpen, een T-shirt bedrukken, een verhaal schrijven, zingen, een videoclip opnemen, portretten tekenen, eetborden beschilderen, bestek ontwerpen, een slinger maken, een stoel maken, een fantasiedier schilderen. 26

>Werkmodel: Observeren Er zijn veel verschillende manieren om een les te observeren. Daarom is het belangrijk dat je voordat je gaat observeren eerst een aantal zaken op een rijtje zet. Dit mag je doen aan de hand van onderstaand schema. Vooraf Beginsituatie Wat is de aanleiding voor het observeren van de les? Achtergrondgegevens Verzamel informatie over de doelgroep voor wie de activiteit bedoeld is. Beschrijf de achtergrond van de deelnemers, bijvoorbeeld hoe oud ze zijn. Beschrijf hoe groot de groep deelnemers is. Beschrijf de locatie waar de activiteit georganiseerd wordt. Beschrijf wat de reden is dat de activiteit georganiseerd wordt. Observatievragen Manier van observeren Manier van rapporteren Wat ga je precies observeren? Voorbeelden zijn: de rol van de docent de interactie tussen docent en deelnemers bij de activiteit hoe de deelnemers reageren op de activiteit hoe de deelnemers samenwerken hoe de deelnemers tot resultaat komen. Hoe ga je observeren? Ga je filmen, kijken, actief deelnemen? Op welke manier ga je jouw observatie rapporteren? Mondeling, schriftelijk of misschien aan de hand van een invulschema? Als je precies weet wat je wilt observeren en wat de achtergrond is van de les, kun je de les gaan observeren. Vaak is het handig om zelf een schema te maken dat je aanpast aan de observatievraag die je geformuleerd hebt. Het onderstaande schema kun je ook gebruiken, maar is erg algemeen. Invulschema lesobservatie Activiteit Tijd Docent Leerlingen 28

>Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsgenoten: Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende Actieve deelname Persoonlijk verslag De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les. Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag bevat alle gevraagde onderdelen. Trainingslogboek Het trainingslogboek is goed bijgehouden. Het trainingslogboek is netjes en verzorgd. STARR Er is van meer opdrachten een reflectie volgens de STARR-methode gemaakt. De reflectie volgens de STARR-methode bevat de onderdelen situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten. Demonstratie De student heeft een activiteit bedacht die geschikt is voor de leeftijdscategorie 5-11 jaar. De student heeft een enthousiasmerende introductie gegeven op de activiteit. De instructie was helder. De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond. 30

Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende Mondeling en schriftelijk taalgebruik Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik De teksten zijn in correct Nederlands geschreven. Overig Eindbeoordeling Onvoldoende Voldoende Goed > Datum:... Paraaf docent: Paraaf deelnemer: Uitgeverij Edu Actief b.v. 31