Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen

Vergelijkbare documenten
De stedelijke vernieuwing schuift langzamerhand op naar STUREN OP GELDSTROMEN DOOR DE WIJK VERGROOT RENDEMENT

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Energie van ons allemaal

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Workshop Wijkeconomie

Met elkaar voor elkaar

Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

De gekantelde Wmo-verordening

Ondernemingsstrategie Het begint met wonen

Buurthuizen en activiteiten

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage.

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA!

Zorgwonen als beleggingsproduct Het ontwikkelaarsperspectief

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016

Vooruit naar de oorsprong

De grensoverschrijdende regio Plannen zonder grenzen. Symposium Geo Promotion

BuildDesk kennisdocument

STERKE STEDEN - STERKE REGIO S - STERK NEDERLAND

Initiatiefvoorstel Omgevingswet

Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen

De woningcorporatiesector in beeld 2016

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

MODEL SWOT ANALYSUS REAL ESTATE SWOT-ANALYSUS REAL ESTATE TOELICHTING EN HANDLEIDING

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Openbare Ruimte. Heroriëntatie op de. Openbare Ruimte

10 UITGANGSPUNTEN OUDERENBELEID voor de gemeente Moerdijk

Onderwerp: Visiedocument Drie decentralisaties: Vooruitzicht op veranderingen in het maatschappelijk domein

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

SLEUTEL NAAR DE TOEKOMST

WSN: Thuis in Nijkerk. Een kennismaking met onze plannen tot en met 2014

Van Wederopbouw naar Reconstructie

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

RUIMTE VOOR VERDELING. Tineke Booi ORKA-advies

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Gesprekken zonder einde

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Advies. Bewoners Advies Groep. Begroting 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Presentatie Mariëtte Bouwer Ymere Maatschappelijk Vastgoed. 19 april 2012 pagina 1

Leergang Leiderschap voor Professionals

Samenwerken aan welzijn

Sociaal, Groen en Economisch: Duurzaamheid 2.0!

Veranderen en Bezuinigen Routekaart

Opdracht OT werkgroep Bekostiging:

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

kiezen voor evenwicht tussen jong & oud in Zandvoort

Digitale cultuur als continuüm

Met bewoners naar vitale wijken. Strategie SSW voor

Rabobank Nederland, Sectormanagement Automotive

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016

Proces 3 Decentralisaties Samen optrekken in de Achterhoek

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Strategie & omgeving. Bram Baselmans Brenda Meusen-den Ouden

Woningmarkt en corporatiesector. Johan Conijn

Discussienota Naar een socialere bijstand GroenLinks Den Haag November 2015

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

Samen Sterk Voor Uw Belang

Eindhoven: geen verordening maar prestatieafspraken. Joep Berghuis Studiedag Huisvestingswet juni 2014

Visie op toezicht en bestuur Raad van Toezicht en Raad van Bestuur Woonstichting t Heem

PROFIELSCHETS BURGEMEESTER ROTTERDAM concept juni 2008

Mensen wonen het liefst bij Portaal. Ondernemingsplan

Bezuinigen in strategisch perspectief

Verandering van Tijdperk: revolutie voor het Beroeps Onderwijs

Leerkring Strategisch werken aan Wonen, welzijn en zorg

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

vitale buren maken vitale buurten DE STRATEGISCHE KOERS VAN DE VOORZORG

WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS

Inleiding Jos van der Lans cultuurpsycholoog en journalist

2.5 Verschillen boeren vs ANLb ambitieniveau Workshopspreker: Jetske Bouma

Samen voor een sociale stad

De balans van Nederland.

Van beleid naar inkoop over het inkopen van maatschappelijke ondersteuning door de gemeente, bezien vanuit het perspectief van de cliënt

Bijeenkomst opschaling. Divosa 1 februari 2013

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Tegen 4 Demonen. Fiscaal werk maken van sociale duurzaamheid. Joseph J. M. Evers

Convenant. Gemeente Steenwijkerland. N-TRA B.V. (onderdeel van RENDO Holding)

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Toezichtsvisie Woonstichting Land van Altena

WIJKACCOMMODATIES: BREDER EN BETER Groeiend nut en noodzaak van het netwerk van wijkaccommodaties in de stad Groningen

Financiële bijdrage van de huurder bij investeringen in verduurzaming en vergroening

BETER WONEN VECHTDAL: DICHT ER BIJ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Provero bijeenkomst. Utrecht, 15 november 2016 Ernst Koperdraat Jos Dolstra

Notitie Blijverslening Inleiding

Competenties directeur Nije Gaast

Besluitvorming over (starten) elektrische deelauto dienstverlening door energiecoöps

Betekenisvol beleid voor een aantrekkelijke stad

Een betere buurt met. mijnbuurtje. Vroeger

Helmond, stad van het doen. Programmabegroting gemeente Helmond HELMOND

Visie op toezicht Raad van commissarissen WBO Wonen

Duiden, verbinden en vakmanschap

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma

Transcriptie:

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen P. 414 Pieter Buisman Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen Onderhoud woningen Huurtoeslag Leefomgeving AOW Zorgpremie Huur WMO Figuur 1 Verdeling onderzochte inkomende geldstromen in miljoen euro in Ruwaard, gemeente Oss (totaal 66,5 miljoen euro) OZB Verhuurderheffing Telecom Figuur 2 Verdeling onderzochte uitgaande geldstromen in miljoen euro in Ruwaard, gemeente Oss (totaal 64,2 miljoen euro) AWBZ Arbeidsongeschiktheid Water Hypotheekrente Bijstand WW Energie Verbruik electra BTW totaal Verbruik gas Figuur 3 Energielasten verdeeld naar verbruik, vastrecht en belasting in miljoen euro in Ruwaard, gemeente Oss Energiebelasting gas Vastrecht electra Vastrecht gas Energiebelasting electra

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Pieter Buisman P. 415 Decentralisaties en bezuinigingen dwingen de gemeente onvermijdelijk tot keuzen. Met kaasschaaf, botte bijl en een beroep op de participatiesamenleving wordt het al gauw 'met minder, nog minder'. Dan lijkt met minder meer bereiken een uitdagender optie. In de wijken zit veel ongekend en onbenut vermogen, in de systemen veel verborgen verlies. Door de decentralisaties krijgt de gemeente de sleutel in handen om dit potentieel te activeren en meer rendement te halen uit de geldstromen door de wijk. Dat vraagt van de gemeente een andere rol in een nieuw maatschappelijk arrangement. De decentralisaties bij werk en inkomen, zorg en jeugd leggen de verantwoordelijkheid van beleid, uitvoering en bestedingen vanaf 2015 bij de gemeente. Dat gaat gepaard met forse bezuinigingen. Het budget neemt af van ongeveer 10,4 naar 8,0 miljard euro (Van Nijendaal, 2014). Ook op andere terreinen zien gemeenten zich gedwongen de uitgaven terug te dringen. En zij niet alleen: corporaties, zorginstellingen en waterschappen moeten het allemaal met minder doen. Bovendien werken bezuinigingen in de keten verder door op andere terreinen: minder wordt zo nog minder. Ondertussen nemen de opgaven in omvang en zwaarte toe: we worden ouder, het water stijgt en het gas raakt op. Middenin deze draaikolk probeert de burgerconsument in al zijn onzekerheid over inkomen, gezondheid en huisvesting het hoofd boven water te houden en zich vast te grijpen aan een zorgende overheid. Die verwijst hem door naar de participatiesamenleving. De reacties zijn tweeërlei: groot ongenoegen dat zich vastklampt aan eens verworven rechten en blij gemoed dat de wereld met nieuw élan onbevangen tegemoet treedt (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014). Een tweedeling in de samenleving lijkt het gevolg, maar juist op de verbinding van ongenoegen en blijmoedigheid ligt de kiem voor een nieuw maatschappelijk arrangement (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014). Deze kiem tot wasdom brengen vraagt van de gemeente een nieuwe rol. Met de verbreding van haar verantwoordelijkheden kan de gemeente directe verbanden leggen tussen sectoren die tot nu toe in organisatie, budgetten en bevoegdheden gescheiden en langs elkaar heen opereerden. Dat biedt perspectief voor economies of scope, een effectievere en efficiëntere inzet door synergievoordelen (Centraal Planbureau, 2014) en ruimte voor een brede afweging van prioriteiten, daartoe aangezet door de bezuinigingen. De uitdaging is vanuit dat perspectief met minder geld meer resultaat te bereiken.

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen P. 416 Wat kan of moet dan minder, wat moet of mag dan meer en welke stappen moet de gemeente daarvoor zetten? Dit artikel biedt aan de hand van een concrete casus en voorbeelden een start voor de beantwoording van deze vragen. Als vertrekpunt zijn de geldstromen door de wijk genomen: de inkomsten en de uitgaven van de bewoners, bedrijven en instellingen in de wijk. Geldstromen, omdat zij waarden concreet maken, de actoren en de dynamiek in beeld brengen en een bepalende factor in de beleids- en besluitvorming zijn. De wijk, omdat daar de diverse beleidsvelden op concreet niveau samenkomen, de initiatieven van onderop ontstaan en de belangrijkste institutionele partijen direct actief zijn. Centraal staat het perspectief van de gemeente als het openbare orgaan dat een brede directe verantwoordelijkheid draagt voor het leef- en werkmilieu in de wijk. Vanuit deze invalshoeken - geldstromen, wijk, gemeente - komen zijdelings ook andere systemen en instituties in beeld. Het vraagstuk beperkt zich namelijk niet tot de gemeente alleen. Het staat in een breder kader zoals gepresenteerd in het advies De Toekomst van de stad (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014) en in de Balans van de leefomgeving 2014 (Planbureau voor de Leefomgeving, 2014), waarin de rol en positie van de overheid geplaatst worden tegenover respectievelijk de zelforganiserende stad en de energieke samenleving. Complex en dynamisch In de casus Ruwaard - een wijk in Oss - is een verkennend onderzoek verricht naar een aantal voor betrokken partijen relevante geldstromen (Buisman & Stuyling de Lange, 2014). Figuur 1 geeft een beeld van de omvang van de inkomende geldstromen. Deze komen van verschillende rijksinstellingen, de gemeente en de corporatie. Opvallend is de grote omvang van de geldstromen in het sociale domein. Deze komen nu nog vooral van het Rijk, maar door de decentralisaties straks vooral van de gemeente en de zorgverzekeraars. Het Rijk verschaft de gemeente nog wel de (bezuinigde) budgetten en houdt door regelgeving en toezicht de touwtjes nog stevig in handen. De zorgverzekeraars zullen hun extra taak moeten bekostigen uit de premies. Deze behoren tot de uitgaande geldstromen, waarvan figuur 2 een beeld geeft. Deze stromen gaan onder andere naar de gemeente, het waterschap, energiebedrijven, woningcorporaties, banken en zorgverzekeraars. De wijkbewoner is doorgaans de bron; soms indirect door huurverhoging vanwege de verhuurderheffing die het Rijk aan de woningcorporaties heeft opgelegd. Opvallend is de omvang van de lasten voor huur, rente, zorg en energie. De onroerendzaakbelasting valt daartegen bijna in het niet en bedraagt slechts een fractie van wat in het sociaal domein wordt bezuinigd. Figuur 3 laat zien dat bij energie niet de energieleverancier maar de fiscus de grootste ontvanger is. Ook hier speelt het Rijk dus op de achtergrond een belangrijke rol. Om de gestelde vragen te beantwoorden is het zaak rekenschap te geven van de complexiteit van de geldstromen en hun dynamiek. De beklemming van het stelsel De gemeente kan bezuinigen door taken minder of niet meer te doen. Zij kan die vraag sectorgewijs beantwoorden, maar door de decentralisaties nu ook in een veel breder kader plaatsen en over

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Pieter Buisman P. 417 de volle breedte van beleid de afweging maken wat zij wel en niet als haar taak ziet. Bezuinigingen zouden dan in andere sectoren gerealiseerd kunnen worden dan waar zij zich hebben aangediend. De gemeente kan taken ook overdragen. Een ander kan deze vaak beter uitvoeren, zeker als die ander verantwoordelijk wordt voor een samenhangend proces en kan sturen op het resultaat van het geheel. Baten en lasten liggen niet altijd bij dezelfde partij. Dat zet een rem op investeren, of efficiënter werken (Centraal Planbureau, 2014). Door overdracht van taken en verantwoordelijkheden kan deze scheiding tussen lasten en baten, de zogenaamde split-incentive, worden doorbroken. Dat is een belangrijk argument voor de decentralisaties: wie verantwoordelijk is voor de uitgaven voor bijstand, zal zich ook inspannen het beroep hierop te beperken (Centraal Planbureau, 2014). Beide benaderingen zijn echter reactief en blijven binnen de bestaande systemen. Ondertussen voltrekken zich in de samenleving innovatieve ontwikkelingen als de verhuur van eigen woonruimte via Airbnb, van de eigen auto via Snappcar of Uber, het delen van goederen en diensten via Peerby en eigen productie en doorlevering van energie. Hier draait het niet om bezuinigingen, maar waardecreatie. Waarde die er vaak al is, maar niet wordt benut, omdat het systeem er niet op is ingericht. De activering van deze waarde brengt nieuwe geldstromen op gang, buigt bestaande om of snijdt deze zelfs af. Deze geldstromen lopen vaak buiten de gevestigde instituties om. Deze voelen dat als een bedreiging en reageren daarom repressief met verboden of nieuwe regels en controles die de innovatie binnen het gareel van het stelsel moeten houden. De innovatie verliest daardoor aan kracht, maar het stelsel zelf door de extra regellast eveneens. Wat simpel lijkt - zelf of gezamenlijk in de eigen energiebehoefte voorzien - blijkt een doorwerking te hebben op btw, energie- en inkomstenbelasting, hypotheekrenteaftrek en -hoogte, huurpuntenstelsel, taxatienormen en nog meer. Die leidt tot evenzoveel gelegenheidsregelingen waarvan de effectiviteit mag worden betwijfeld. De belangen om het oude in stand te houden zijn groot, zeker als de winst uit de innovatie buiten het stelsel wordt gerealiseerd. De vraag is of dat verzet lang standhoudt. Vooralsnog remt een dergelijke houding de nieuwe waardecreatie eerder af dan dat zij deze stimuleert en versterkt zij de inefficiëntie en ineffectiviteit van bestaande stelsels, waardoor de kosten toenemen (Planbureau voor de Leefomgeving, 2014). Naar een nieuw sturingsmodel Om deze beklemming te doorbreken zal de gemeente een aantal stappen moeten zetten. De gemeente zal ten aanzien van haar eigen taken over de volle breedte van het sociale, fysieke en economische domein scherp afgewogen keuzen moeten maken. Daarbij helpen vragen als: kan het zonder de gemeente, kan een ander het beter en welke voorwaarden zijn daarvoor nodig? Een voorbeeld uit de zorg laat zien dat sinds de rollator uit het pakket is, deze een trendy ding is geworden, aanzienlijk goedkoper dan in het gesloten zorgsysteem. Langer thuis wonen kan ook met Easysteppers (simpele tussentreden) in plaats van een dure traplift. Taken afstoten stimuleert dus innoverend ondernemerschap, dat beter en goedkoper kan leveren, nieuwe waarden creëert, nieuwe banen schept en er ook

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen P. 418 nog aan kan verdienen. Stimulering van sociaal ondernemerschap helpt bovendien de druk op uitkeringen te verminderen, mits de voorwaarden aanwezig zijn om sociale ondernemingen te laten renderen (Labyrinth Onderzoek en Advies, 2013). Dat werkt als de burgercliënt zelf verantwoordelijk is en zelf beschikt over hoe hij zijn middelen wil inzetten, ook als dat financiële ondersteuning is. Gemeenten en andere instellingen blijven dus op afstand. Door bewust zaken niet meer te doen kan de gemeente bovendien haar eigen organisatie efficiënter inrichten en besturen en zich meer concentreren op de zaken waarin zij onderscheidend is en bij uitstek waarde toevoegt. Zij zou daarop zelfs meer middelen kunnen inzetten. Door de verbreding van haar beleidsveld kan de gemeente binnen haar eigen organisatie de split-incentives tussen beleidssectoren en budgetten doorbreken. Dat kan een aanzet geven om ook de split-incentives met en tussen andere organisaties te doorbreken. Door de voordelen van een investering zichtbaar te maken, worden ook de nadelen van de split-incentive expliciet. Oplossingen door samenwerking of overdracht van taken worden zo bespreekbaar. In de casus Ruwaard gaat bijvoorbeeld jaarlijks twaalf miljoen euro aan energielasten de wijk uit. Door energiebesparing en lokale productie kan deze uitgaande stroom in theorie naar nul. Daar staan investeringen tegenover, waardoor rente en huur zullen stijgen, maar ook stille reserves worden geactiveerd als spaargeld en overwaarde op de woning. Per saldo kan dit een positief resultaat opleveren (Buisman & Stuyling de Lange, 2014). Met de aanpassing van woningen kan bovendien de levensloopbestendigheid worden vergroot, wat de lasten aan zorg verlaagt, maar ook lokale dienstverlening stimuleert, zowel in aanbieding van ondersteuning als van bouwkundige aanpassingen. Opnieuw biedt dit ruimte voor nieuw ondernemerschap en nieuw werk, mits de blokkades tussen de vele partijen die er bij betrokken zijn en de stelsels waarbinnen zij nu nog opereren, worden opgeheven. Airbnb, Snappcar en Uber laten een geheel nieuw sturingsmodel zien dat ook voor andere vormen van dienstverlening, zoals de zorg, denkbaar is. Kwaliteitsborging loopt hier niet via formele regelgeving, vergunningen, controle en toezicht, maar door publieke waardering door gebruikers. Die kost niets, maar is wel zo effectief. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid liggen niet bij de grote faciliterende organisatie, maar bij de individuele aanbieders zelf. Bestaande regels voldoen daarvoor niet en eerder is betoogd dat inpassing in bestaande stelsels weinig effectief is. Als derde stap zal de gemeente daarom haar regels moeten herzien. Daarover bestaan verschillende ideeën, met evenzoveel mitsen en maren (Bouma, 2014). Het is zelfs de vraag of de overheid die regels moet stellen, dat zouden deze serviceverleners ook zelf kunnen. Als vierde stap zal de gemeente haar eigen positie, rol en organisatie moeten hervormen stad (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014). Naar het voorbeeld van bovengenoemd sturingsmodel kan de gemeente zelf de rol aannemen van serviceverlener en mogelijkmaker. Snappcar verbindt niet alleen vraag en aanbod, het verschaft ook het platform voor de kwaliteitsborging en bouwt zekerstellingen in waardoor de drempels

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Pieter Buisman P. 419 NIEUW MAATSCHAPPELIJK ARRANGEMENT Sturingsmodel kaders Relaties HERWAARDERING Rollen Posities Organisatie INZICHT Geldstromen Actoren Split incentives SITUATIE NU Decentralisaties Bezuinigingen Met minder meer bereiken Verbindingen Blokkades UITZICHT Besparingen Waardecreatie Samenwerking VISIE EN STRATEGIE Doelen Keuzes Acties Figuur 4 Ontwikkelingstraject tussen vraag en aanbod worden verlaagd. De provincie Gelderland wil het openbaar vervoer op het platteland - met lege bussen, lage frequenties, hoge kosten en weinig opbrengsten - vervangen door een mobiliteitsbuddy waarmee de klant zijn vervoer op maat kan regelen door een combinatie van deelauto s, buurtbussen en elektrische huurfietsen (Provincie Gelderland, 2013). De vraag is vervolgens welke rol de provincie daarin nog moet spelen: ontwikkelt en exploiteert zij zelf de mobiliteitsbuddy of stelt zij alleen de kaders en daagt zij vervolgens de markt uit? Leidraad voor concretisering Een nieuw sturingsmodel zal vanuit de gevestigde belangen en regels nog veel weerstand ontmoeten. Dat belet de gemeente niet de randen op te zoeken van wat mogelijk is. Inzicht in de geldstromen door de wijk maakt de discussie hierover concreet: de omvang van de geldstromen, de actoren, de achterliggende mechanismen, regels en processen. Een gezamenlijke analyse door alle betrokken partijen over de grenzen van hun domeinen en organisaties heen zorgt ervoor dat dit inzicht over en weer wordt gedeeld. Daarmee wordt een situatie gecreëerd waarin de vraag hoe deze geldstromen efficiënter en effectiever in te zetten ook gezamenlijk kan worden beantwoord en uitzicht ontstaat op reële mogelijkheden om geldstromen beter te benutten. Van daaruit kan de vertaling worden gemaakt naar een visie op de herwaardering van rollen en posities en op een nieuw maatschappelijk arrangement (Figuur 4).

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Geldstromen door de wijk als onbenut vermogen P. 420 Foto s: Pieter Buisman Om tot het nieuwe sturingsmodel te komen zal de gemeente in wisselwerking met de maatschappelijke ontwikkeling een strategie moeten uitzetten waarin zij voor de korte en lange termijn doelen stelt en de momenten vastlegt waarop zij keuzes moet maken. Drie principes geven hiervoor richting. Het eerste principe is de eigen verantwoordelijkheid en zelfbeschikking. Wat voor de gemeente geldt in haar verhouding tot het Rijk, geldt ook voor de burger en ondernemer in zijn verhouding tot de gemeente. Deze is zelf verantwoordelijk voor de inrichting van zijn bestaan. Alleen als hij deze verantwoordelijkheid (tijdelijk) niet kan dragen, wordt ondersteuning geboden, maar in beginsel beschikt hij zelf over het budget en de aanwending daarvan. Het tweede principe betreft de paradox van de schaal. Eerdergenoemde voorbeelden laten zien dat veel weer kleinschalig en daardoor effectiever kan worden aangepakt. Deze kleinschaligheid bestaat echter dankzij grootschalige dienstverlenende systemen die massa en omvangrijke investeringen behoeven. Doe daarom klein wat klein kan, maar groot wat groot moet. Het derde richtinggevende principe legt de focus op de onderscheidende kwaliteit van de gemeente. Bewust zaken niet doen maakt expliciet waar de gemeente dan wel voor staat, waarin zij zich onderscheidt en waarom en hoe zij die taken efficiënt en effectief moet en kan uitvoeren. Nieuw arrangement Met een nieuw sturingsmodel kan de gemeente de activering van lokaal vermogen bevorderen en nieuwe geldstromen op gang brengen. Dat nieuwe sturingsmodel impliceert minder overheid, minder regels, minder taken, minder mensen en minder geld en meer focus op zaken waarin alleen de gemeente meer waarde kan leveren. Daarmee stimuleert zij lokaal ondernemerschap. Dat zal met blij gemoed een passend antwoord vinden op de echte behoefte die door de terugtrekkende overheid manifest wordt. Zelfbeschikking zorgt ervoor dat dit aanbod maximaal aan de eigen wensen voldoet. Groot ongenoegen maakt dan plaats voor groot genoegen ; niet over de gemeente, maar over het vermogen daarvoor zelf verantwoordelijkheid te nemen: eigenwaarde. De gemeente die decentralisaties en bezuinigingen daarheen weet te leiden, weet uit minder meer te halen, voorkomt een mogelijke tweedeling en stimuleert een nieuw maatschappelijk arrangement. Met een terughoudende en dienstverlenende opstelling versterkt zij zo haar eigen legitimiteit. Pieter Buisman (info@pieterbuisman.com) is zelfstandig adviseur stedelijke ontwikkeling en vernieuwing, gebiedsondernemen en woningmarkt en initiatiefnemer en partner van Geldstromendoordewijk.nl.

Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Pieter Buisman P. 421 Literatuur Bouma, K. (2014) Amateurtaxi is oké, nu de regels nog - Vier vragen over deeleconomiebedrijven zoals Airbnb en Uber. De Volkskrant, 12 september 2014, p. 21. Buisman, P. & J. Stuyling de Lange (2014) Sturing op geldstromen door de wijk vergroot rendement. Tijdschrift voor de Volkshuisvesting, nr. 2, p. 37-41. Centraal Planbureau (2014), CPB Notitie - Vervolgrapportage decentralisaties in het sociale domein, Den Haag. Labyrinth Onderzoek & Advies (2013) Sociaal ondernemen: passie en poen. VSBfonds & Start Foundation, Utrecht, Eindhoven Nijendaal, G.A van (2014) Drie decentralisaties in het sociale domein, Jaarboek Overheidsfinanciën 2014. Wim Drees Stichting, s-gravenhage, p. 37-41. Planbureau voor de Leefomgeving (2014) Balans van de leefomgeving 2014, de toekomst is nú, Den Haag. Provincie Gelderland (2013) Ontwikkelingen en uitgangspunten mobiliteit als basis voor OVvisie, Statenbrief en bijlage, zaaknummer 2013-008486. Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (2014) De toekomst van de stad, de kracht van nieuwe verbindingen, Den Haag.