Rijkswaterstaat. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. KPI Droog. Verslag van twee focusgroepen met weggebruikers. November 2004

Vergelijkbare documenten
Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Gebruikerstevredenheid Automobilisten Regionaal rapport

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Wat is je functie? (meerdere antwoorden mogelijk)

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten juni 2016

!!" # "!" #$$%&$'()*!" ++,-. /

Knelpunten verkeersveiligheid landbouwverkeer

Resultaten 10 e meting digitaal klantenpanel, mei A15 Maasvlakte-Vaanplein

Fileprobleem. Leerjaar 1, schooljaar De opdrachtgever

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 4 december 2017

Werkzaamheden A1/A6. A1/A6 Watergraafsmeer Diemen Muiderberg Almere Stad West A1 t Gooi A1 Muiderbrug

Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat Juni Definitief

Examenvragen Infra kwaliteit op basis van de Eind- en toetstermen bij BRL 9101:2017 ex bijlage 5. Kenmerk (2). Datum 20 juni 2017.

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Werkstuk Anders Files

Den Haag Utrecht Apeldoorn. Zutphen Nijmegen Arnhem A12 A m. Nieuwe Bewegwijzering Autosnelwegen. De vormgeving / De voordelen in het kort

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 6 juli 2018

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Resultaten Enquête Campagne verbetering regionale wegen (TNS-NIPO in opdracht van Bouwend Nederland )

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

Onderzoek effectiviteit doorstromingsbevorderende verkeersmaatregelen

Examenvragen Infra kwaliteit op basis van de Eind- en toetstermen bij BRL 9101:2017 ex bijlage 5. Kenmerk (2). Datum 20 juni 2017.

Gebruikerstevredenheidsonderzoek automobilisten

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen

Hoofdvraag: Waardoor wordt in Nederland het fileprobleem veroorzaakt, en op welke wijze kan het worden opgelost?

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting. conclusies

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Communiceren is teamwork

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Verkeersmanagement in de praktijk

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

Snelheidsbeperkingen in MTM

B73a CAR in de provincie Zuid-Holland: verkeersmanagement op alle niveaus

Samenvatting Inleiding Algemene tevredenheid en belang Kwaliteit en verkeersveiligheid Doorstroming 29

Aantal deelnemers per leeftijdsgroep:

Werkzaamheden omgeving viaduct Hoofdstraat, en Weekendafsluiting Hoofdstraat, inclusief op- en afritten, van 28 september tot 1 oktober

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

MIRT-Verkenning A67 Leenderheide - Zaarderheiken. Inloopbijeenkomsten 19 april 2018, Sevenum

Belevingsonderzoek verhoging maximumsnelheid 130 km/h

Fietsstraat: Auto te gast in combinatie met dynamische afsluiting

N237 Provincie Utrecht: MBO Systeem

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Rapport. klacht van de heer K. over het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne

Brandweer Ambulance Politie in aantocht. Wat gaat de weggebruiker doen?

De 2+1-weg: N50 Zwolle-Kampen Rob de Bruijn (Rijkswaterstaat Oost-Nederland)

Gebruikerstevredenheidsonderzoek automobilisten. Regionaal rapport september 2011

Duurzaam Veilig(e) Wegen

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Verkeersinformatie in de praktijk

Invoegen / uitvoegen - plaats van handeling. Situatie 1 - invoegen GOED FOUT. Copyright 2007 Rijexamendoejezo.nl

Dijklint Alblasserdam

Werk aan de. tussen Zwolle Zuid en afslag Ommen. Plusstroken moeten een einde maken aan. de slechte doorstroming op de A28.

Fasering of tijdelijke afzetting? Een technisch verhaal in mensentaal

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Rapportage TIP Horst aan de Maas maart Inhoudsopgave. Verkeersfrustraties 2 Toponderzoek 6

Rapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkvorm groepsgesprek professionals

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer

RESULTATEN VAN DE AANVULLENDE ENQUETE

Als u klachten heeft...

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Evaluatie werkzaamheden N516. februari 2018

Een overtuigende tekst schrijven

Kerncijfers Verkeer. Uitgave 2006

Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Filebord op rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Fietsen in Groningen 2017

Volgens Nederland. Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea. 15 november Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rekenen met verhoudingen

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Bijlage 1: Oordelen over auto, fiets en OV naar mate van gebruik

Ontwerp-Verkeersbesluit A28 Zwolle-Zuid - aansluiting Ommen

TRAJECT CONTROLE. Case study - A2 (Amsterdam/Utrecht), Nederland

Verbreding A1 Bunschoten Hoevelaken Combinatie Van Gelder - Mobilis

rapportage mysterymailing

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Enquête verkeersveil Enquête igheid school - thuis route

Annette Koops: Een dialoog in de klas

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

EVALUATIE OPPOSITIEPROCEDURE, resultaten enquête

Differentiatie Verkeersveiligheid Spitsstroken

Transcriptie:

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat KPI Droog Verslag van twee focusgroepen met weggebruikers November 2004

Colofon Uitgegeven door: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Informatie: Naam: Telefoon: E-mail: Uitgevoerd door: André Schoorlemmer Afdeling VMO 010-282 5750 a.schoorlemmer@avv.rws.minvenw.nl ERGO, bureau voor markt- en beleidsonderzoek Hans Roth Marcel Valk Opmaak: Adviesdienst Verkeer en Vervoer Datum: November 2004 Status: Definitief KPI Droog

Inhoudsopgave 1. VERANTWOORDING 1.1 'FOCUSGROEPEN OVER BELEIDSTHEMA'S' 7 1.2 FOCUSGROEPEN 'KPI DROOG' 9 2. VISIE OP SNELWEGBEHEER 11 2.1 BEKENDHEID RIJKSWATERSTAAT 11 2.2 ERVARINGEN OP DE SNELWEG 12 2.3 KWALITEIT VAN EEN SNELWEG (SPONTAAN) 12 2.4 DE KPI'S VAN RIJKSWATERSTAAT 13 2.4.1. ONDUIDELIJKHEDEN 13 2.4.2. AANVULLINGEN 14 2.4.3. RELATIEF BELANG ASPECTEN 15 3. BEOORDELING KWALITEITSASPECTEN EN ACTIEPUNTEN 17 3.1 BEOORDELING RIJKSWATERSTAAT OP ASPECTEN 17 3.1.1. SOORT EN KWALITEIT WEGDEK 17 3.1.2. AANTAL RIJSTROKEN 18 3.1.3. BELIJNING EN VERLICHTING 18 3.1.4. SIGNALERING EN BEWEGWIJZERING 19 3.1.5. WEGWERKZAAMHEDEN 20 3.1.6. BENUTTINGSMAATREGELEN 20 3.2 REACTIE OP ACTIEPUNTEN RIJKSWATERSTAAT 22 4. SAMENVATTING / CONCLUSIES 25 BIJLAGE 1: GESPREKSRICHTLIJN 'KPI DROOG 27 BIJLAGE 2: OMSCHRIJVING ACTIES RIJKSWATERSTAAT PER KPI 30 BIJLAGE 3: GESPREKSDEELNEMERS 31 KPI Droog

1.Verantwoording In opdracht en onder auspiciën van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) heeft Ergo een serie groepsdiscussies georganiseerd met weggebruikers. Dit rapport doet verslag van de bevindingen rond het thema 'Differentiatie van de kwaliteit en aankleding van de wegen van Rijkswaterstaat'. 1.1 'Focusgroepen over beleidsthema's' Rijkswaterstaat heeft in toenemende mate belangstelling voor de mening van de gebruiker van wegen en waterwegen. Kennis hieromtrent kan worden ingezet om oplossingen te vinden en maatregelen te treffen die (binnen gestelde verkeerstechnische en financiële grenzen) zo goed mogelijk aansluiten bij de probleemperceptie en de behoeften van de gebruiker. Om beter inzicht te krijgen in de wijze waarop weg- en vaarweggebruikers denken over relevante thema's is het project Focusgroepen over beleidsthema's opgezet. Doelstelling De doelstelling van het onderzoeksproject is als volgt te omschrijven: Inzicht bieden in het publieksoordeel over enkele actuele beleidsthema's van Rijkswaterstaat. De thema's Door AVV zijn drie thema's geselecteerd. Aan elk van deze thema's zijn twee focusgroepen gewijd. 1. KPI Droog 2. Differentiatie van de kwaliteit en aankleding van de wegen van RWS 3. Recreatievaart en de producten van Rijkswaterstaat Uitvoering In het kader van het project is per thema voorzien in telkens twee focusgroepen (groepsdiscussies) met weggebruikers. Deze werkvorm is bij uitstek geschikt om uiteenlopende meningen met elkaar te confronteren en de deelnemers uit te lokken tot 'nieuwe ideeën' en suggesties voor verbeteringen. De focusgroep is echter niet een methode om 'harde cijfers' te genereren; de resultaten hebben daarom geen statistische betekenis. Bij de organisatie van de focusgroepen wordt erop gelet dat zowel weggebruikers uit de Randstad als van buiten de Randstad in het onderzoek worden betrokken. Daartoe zijn voor de discussies uiteenlopende locaties in het land uitgezocht. De 'natte' focusgroepen zijn beide in Amsterdam gehouden, omdat deze locatie op grond van KPI Droog

de contacten van Ergo de beste mogelijkheden biedt voor de selectie van de gespreksdeelnemers (recreatievaarders). KPI Droog

1.2 Focusgroepen 'KPI Droog' Binnen Rijkswaterstaat zijn KPI's (Kern Prestatie-Indicatoren) vastgesteld voor het beheer en het onderhoud van het rijkswegennet. Voor elk van de vastgestelde prestatie-indicatoren zijn één of meer actiepunten geformuleerd. De betrokken beleidsmakers zijn in dit stadium gebaat bij een reactie van de weggebruikers op de door hen gestelde prioriteiten. In beide focusgroepen over dit thema is nagegaan op welke indicatoren de weggebruikers Rijkswaterstaat afrekenen, hoe zij aankijken tegen de door Rijkswaterstaat geformuleerde KPI's, en wat zij vinden van de door Rijkswaterstaat geformuleerde actiepunten. Uitvoering Bij de werving van de gespreksdeelnemers is nagestreefd discussiegroepen samen te stellen met de volgende kenmerken: verschillende leeftijdscategorieën zowel mannen als vrouwen frequente en incidentele gebruikers van rijkswegen verschillende ritmotieven: recreatief, woon/werk, zakelijk De eerste groepsdiscussie over 'KPI Droog' vond plaats op 8 september 2004 in Amsterdam. Aan dit gesprek hebben 10 weggebruikers deelgenomen. De tweede groepsdiscussie vond plaats op 14 september 2004 te Amersfoort. Aan dit gesprek hebben eveneens 10 weggebruikers deelgenomen. Beide groepsdiscussies duurden twee uur. Zowel in Amsterdam als in Amersfoort werd de discussie 'live' vanuit een belendende ruimte gevolgd door enkele medewerkers van Rijkswaterstaat. Voor beide gesprekken diende een in overleg met AVV opgestelde gespreksrichtlijn als leidraad (zie bijlage). Rapportage In de volgende hoofdstukken wordt verslag gedaan van de bevindingen. Daarbij zijn veelzeggende uitspraken van respondenten als citaat opgenomen. Het rapport wordt afgesloten met een samenvatting op hoofdlijnen. KPI Droog

2.Visie op snelwegbeheer 2.1 Bekendheid Rijkswaterstaat Een substantieel aantal gespreksdeelnemers weet dat Rijkswaterstaat zorg draagt voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van het hoofdwegennet in Nederland. De meesten kunnen spontaan enkele concrete aspecten noemen die onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat vallen: het wegdek, de belijning, de verlichting, matrixborden, de bermen, et cetera. Slechts enkelen noemen als taken van Rijkswaterstaat het bevorderen van de doorstroming op het hoofdwegennet of de aanleg van nieuwe wegen. Evenmin refereren de gespreksdeelnemers aan de 'natte' taken van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat wordt vooral geassocieerd met onderhoud en beheer van het hoofdwegennet. Let wel, de respondenten zijn uitgenodigd om te komen praten over autosnelwegen. Dit is natuurlijk van invloed op hun beeld van Rijkswaterstaat. Het imago-onderzoek van Rijkswaterstaat wijst uit dat burgers bij Rijkswaterstaat hoofdzakelijk aan de "natte taken" denken. Er bestaat enige onduidelijkheid over de wegen die tot het hoofdwegennet (c.q. rijkswegennet) behoren. De meeste gespreksdeelnemers stellen dat het hoofdwegennet simpelweg bestaat uit alle Nederlandse snelwegen. Een enkeling weet hierop echter uitzonderingen te noemen. De meeste weggebruikers weten dat provincies en gemeenten eveneens wegen beheren. Vervolgens is hun gevraagd wat zij nu eigelijk merken van Rijkswaterstaat. Zij geven de volgende antwoorden: Borden langs de snelweg Borden bij wegwerkzaamheden Advertenties in dagbladen, waarin werkzaamheden worden aangekondigd Televisiespotjes Een meerderheid geeft aan dat naar hun gevoel Rijkswaterstaat een organisatie is die op enige afstand opereert. Eigenlijk hebben zij er nooit direct mee te maken, zo geven zij aan. Want zelfs de wegwerkzaamheden worden niet door Rijkswaterstaat zelf uitgevoerd, maar door een aannemingsbedrijf aan wie de klus is uitbesteed. Rijkswaterstaat blijft op de achtergrond. Het is niet meer dan een naam op een bord langs de weg. 11 KPI Droog

2.2 Ervaringen op de snelweg In beide focusgroepen is allereerst gesproken over de algemene ervaringen bij het rijden over de Nederlandse snelwegen. De gespreksdeelnemers hebben enkele positieve en negatieve ervaringen genoemd. In beide focusgroepen noemt men als positief punt dat de Nederlandse autosnelwegen van betere kwaliteit zijn dan die in de ons omringende landen. In dit verband noemen gespreksdeelnemers spontaan de goede verlichting, de lange in- en uitvoegstroken en de duidelijke bewegwijzering. En andere positieve ervaring is dat je als weggebruiker ondanks het toenemend aantal files meestal goed kunt opschieten wanneer je gebruiktmaakt van de snelweg. Als negatieve ervaring wijzen de respondenten in eerste instantie vooral op "het asociale rijgedrag" van sommige medeweggebruikers. Ook onhandige verkeersmanoeuvres van medeweggebruikers worden genoemd als bron van ergernis. Files zorgen eveneens voor veel negatieve ervaringen. Een aantal gespreksdeelnemers zegt zich echter te hebben ingesteld op files, "omdat je je anders alleen maar zit te ergeren". Enkele respondenten signaleren dat zij zich vooral ergeren aan files die opduiken op onverwachte plaatsen en momenten. Een enkeling ergert zich ook aan de drukte op de weg als er geen files zijn. Andere negatieve ervaringen zijn het vrachtverkeer (en de inhaalmanoeuvres van vrachtwagens) en oponthoud ten gevolge van onderhoudswerkzaamheden. 2.3 Kwaliteit van een snelweg (spontaan) De weggebruikers is gevraagd wat de voornaamste aspecten zijn waaraan zij de kwaliteit van een autosnelweg afmeten. De volgende aspecten zijn genoemd. o o o o o o o o o o o Soort asfalt (met name ZOAB) Staat van onderhoud wegdek Verlichting Belijning Aantal rijstroken Bewegwijzering Matrixborden DRIP's Vluchtstroken (pechhavens) Vangrail Geen versmallingen Het soort asfalt is volgens de deelnemers aan beide groepen het belangrijkste kwaliteitsaspect van een autosnelweg. In de optiek van de respondenten hangt dit aspect nauw samen met de staat van 12 KPI Droog

onderhoud van het wegdek: waar ZOAB ligt is het wegdek per definitie goed, omdat het nieuwe ZOAB op de meeste plaatsen nog geen slijtage vertoont. Ook belijning en verlichting zijn belangrijke kwaliteitsaspecten. Beide worden door enkelen in één adem genoemd. Immers, waar verlichting ontbreekt, wordt de belijning een belangrijk hulpmiddel bij de oriëntatie van de automobilist, zowel op de rijstrook als op de weg in zijn geheel. Desgevraagd geven de beide groepen aan dat zij Rijkswaterstaat vooral 'afrekenen' op het soort asfalt, de staat van onderhoud, het aantal rijstroken, de verlichting en de belijning. 2.4 De KPI's van Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat heeft een lijst opgesteld van punten aan de hand waarvan zij hun prestaties door de weggebruikers beoordeeld wensen te zien. Deze lijst van Kern Prestatie-Indicatoren (Key Performance Indicators) is in beide groepen aan de respondenten getoond en ter discussie gesteld. 1. Beschikbaarheid van de weg 2. Benuttingsmaatregelen 3. Kwaliteit wegdek 4. Veiligheid bij wegwerkzaamheden 5. Informatie en minder ergernissen bij werkzaamheden 6. Informatie op DRIP's 7. Doorstroming en omleidingen 8. Incident management (i.s.m.a.) 9. Verzorgingsplaatsen (i.s.m.a.) 10. Goed geïnformeerde gebruikers (i.s.m.a.) In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de reacties van de gespreksdeelnemers. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op enkele van de punten in de lijst. 2.4.1. Onduidelijkheden De beide groepen reageren op de lijst met KPI's met een aantal vragen en opmerkingen. Hieruit kan het volgende worden geconcludeerd: Het is de gespreksdeelnemers niet duidelijk wat wordt bedoeld met 'beschikbaarheid van de weg'. Gaat het hierbij om het bestrijden van files? Of om het minimaliseren van hinder bij onderhoudswerkzaamheden? Of gaat het om het beschikbaar maken van nieuw asfalt? De interpretatie is niet eenduidig. Het woord 'benuttingsmaatregelen' vergt in eerste instantie eveneens uitleg. Als is uitgelegd dat het hierbij gaat om betere benutting van bestaand asfalt (bijvoorbeeld bij spitsstroken), kan men met dit begrip uit de voeten. Uitleg is vereist over het verschil tussen DRIP's en matrixborden. 13 KPI Droog

De term 'incident management' wordt niet door iedereen begrepen. 2.4.2. Aanvullingen De respondenten is verteld dat deze lijst een opsomming is van punten waarop Rijkswaterstaat vooral beoordeeld wenst te worden door de snelweggebruikers. Hun is gevraagd naar hun oordeel over de lijst van KPI's en naar eventuele andere punten die volgens hen in de lijst zouden moeten worden opgenomen. In beide focusgroepen wordt de lijst met KPI's positief ontvangen, althans nadat op een aantal punten extra uitleg is gegeven. "Ik vind dat Rijkswaterstaat een mooie lijst heeft samengesteld. Ik ben benieuwd wat ze op al die punten van plan zijn te gaan doen " In beide groepen wijzen de gespreksdeelnemers er echter op dat belijning en verlichting in de lijst met KPI's ontbreken. Ook bewegwijzering mist men. 14 KPI Droog

2.4.3. Relatief belang aspecten De kwaliteit van het wegdek (met als belangrijkste factor of er al dan niet ZOAB ligt) wordt wederom aangewezen als het belangrijkste kwaliteitsaspect van een snelweg en als het meest bepalend voor het oordeel over Rijkswaterstaat. Een aantal respondenten hecht echter ook veel belang aan de belijning en de verlichting van een snelweg. Er is ook een groep respondenten die veel belang toekent aan een goede doorstroming van het verkeer op de snelweg. Niet alleen bij wegwerkzaamheden, maar de doorstroming op het snelwegennet in het algemeen. In eerste instantie stellen de gespreksdeelnemers dat alle punten op de lijst belangrijk zijn. Nader beschouwd acht men de punten 'informatie op DRIP's', 'doorstroming bij omleidingen' en 'verzorgingsplaatsen' het minst belangrijk. Informatie op DRIP's is minder belangrijk omdat de weggebruiker ook zonder deze informatie zijn doel kan vinden, mede in het licht van het toenemend belang van in-car navigatiesystemen. Doorstroming bij omleidingen is een punt dat slechts incidenteel speelt en in dier voege van ondergeschikt belang wordt geacht. Van verzorgingsplaatsen maken de meeste gespreksdeelnemers nauwelijks gebruik. 15 KPI Droog

3. Beoordeling kwaliteitsaspecten en actiepunten In paragraaf 3.1 gaan we nader in op de door Rijkswaterstaat geformuleerde KPI's en op de punten die door de respondenten zelf ter discussie zijn gesteld. In paragraaf 3.2 gaat de aandacht uit naar de door Rijkswaterstaat geformuleerde actiepunten, voor zover deze ter sprake zijn gekomen. 3.1 Beoordeling Rijkswaterstaat op aspecten 3.1.1. Soort en kwaliteit wegdek ZOAB In het vorige hoofdstuk is al aangegeven dat de meeste gespreksdeelnemers Rijkswaterstaat (en ook de andere wegbeheerders) vooral beoordelen op de kwaliteit van het wegdek van de wegen die in hun beheer zijn. Zij geven daarnaast aan dat het soort asfalt in hoge mate bepalend is voor hun beleving van de wegdekkwaliteit. ZOAB is het type asfalt dat de gespreksdeelnemers het gunstigst beoordelen. "ZOAB is het beste. Als Rijkswaterstaat een nieuwe weg aanlegt, dat moet er ZOAB liggen; bij groot onderhoud moet oud asfalt plaats maken voor ZOAB". "Bij regen merk je het verschil: ZOAB geeft veel minder opspattend water; je hebt veel beter zicht". "Bij regen rijden over ZOAB maakt veel minder lawaai; als je dan op een stuk weg komt zonder ZOAB, dan ga je je ergeren aan de herrie". De weggebruikers zeggen te verwachten dat Rijkswaterstaat op alle Nederlandse autosnelwegen ZOAB zal aanbrengen, ongeacht de regio. Dus zowel op drukke snelwegen in de Randstad, als op minder drukke snelwegen in perifere regio's. "Overal moet op de snelwegen ZOAB worden gelegd. Ook in Oost-C ron in gen betaalt men wegenbelasting. " "Je moet niet schipperen met de kwaliteit van wegen. Overal ZOAB, dat is de standaard". Staat van onderhoud Ook de staat van onderhoud is een belangrijk aspect van de wegdekkwaliteit. Juist in vergelijking met de wegen waarop een nieuwe laag ZOAB is aangebracht, vallen 'slechte' stukken weg meteen op. De gespreksdeelnemers noemen de volgende ergernissen bij slecht onderhouden snelwegen: 17 KPI Droog

Opspattend grind Spoorvorming Oneffenheden Aquaplaning Herrie Opletten dat je gaten ontwijkt De gespreksdeelnemers verwachten dat inspecteurs van Rijkswaterstaat regelmatig controles uitvoeren op de snelwegen die onder hun beheer vallen. En als de kwaliteit van het wegdek te wensen overlaat, dan moet Rijkswaterstaat ingrijpen. Bij veel voorkomende gebreken van het wegdek moet Rijkswaterstaat een nieuwe laag asfalt aanbrengen, zo geven de weggebruikers aan. Trajecten waar het wegdek slechts sporadisch gebreken vertoont, komen in aanmerking voor meer provisorische oplossingen. "Een geïsoleerd gat mogen ze van best vullen, maar het mag geen lappendeken worden. Want dan let je niet meer op het verkeer, maar op de gaten in het wegdek". 3.1.2. Aantal rijstroken De gespreksdeelnemers geven aan dat het aantal rijstroken moet afhangen van de verkeersdrukte op de snelweg. Het is dus niet nodig om overal in Nederland twee-maal-vier-strookssnelwegen aan te leggen, zo geeft men aan. Een tweede aandachtspunt zou flexibiliteit moeten zijn: de snelweg moet in de toekomst weer aangepast kunnen worden. De weggebruikers constateren dat hierover in het verleden niet goed is nagedacht. Het wegontwerp moet ingesteld zijn op toekomstige toename van de verkeersdrukte en de navenante uitbreiding van het aantal rijstroken. Enkele respondenten stellen dat Rijkswaterstaat volgens hen op het punt van de aanleg van extra rijstroken achter de ontwikkelingen aanloopt. 3.1.3. Belijning en verlichting De gespreksdeelnemers geven aan dat de verlichting en de belijning van een snelweg in hun ogen aspecten zijn die nauw samenhangen. Is de belijning goed, dan is verlichting niet nodig, zo geeft een meerderheid aan. Het is volgens hen echter niet zo dat goede belijning mag ontbreken als een snelweg verlicht is. Een minderheid zou het op prijs stellen als alle autosnelwegen voorzien zouden worden van verlichting. In de meeste gevallen betreft het hier weggebruikers die zich kwalificeren als "enigszins nachtblind". De meeste deelnemers aan beide groepen geven echter aan dat naar hun inschatting verlichting van de autosnelweg alleen noodzakelijk is op de drukste trajecten en rondom de grote steden. Op meer perifere, 18 KPI Droog

rustiger trajecten is verlichting geen noodzakelijke voorwaarde. Een enkeling geeft aan dat de afritten wel van verlichting voorzien zouden moeten worden. Ten aanzien van het soort verlichting lopen de meningen uiteen. '"Vroeger had je van die knaloranje lampen. Dat vond ik niks maar die zijn dan nu vervangen door andere lampen " "Geel is beter dan wit licht, zeker bij regen en mist" Over de belijning heeft men eveneens ideedn. "Ze moeten kattenogen op de lijnen aanbrengen " "Fluorescerend!" "Belijning met reliuf is het best: dan kun je ook voelen als je niet meer op je strook zit" Ten slotte is het opvallend dat men in beide focusgroepen op het idee komt van verlichting waarvan de intensiteit kan worden afgesteld op de verkeersdrukte. Een enkeling trekt deze redenering heel ver door. "Het licht zou alleen moeten aanknippen, als er een auto nadert..." 3.1.4. Signaleringen bewegwijzering Signalering Wegsignalering in de vorm van matrixborden behoeft volgens de meeste gespreksdeelnemers slechts te worden aangebracht op de drukste snelwegen, vooral in de Randstad. De weggebruikers geven aan dat zij "zo langzamerhand aan de matrixborden gewend zijn geraakt" en beschouwen ze als een vast onderdeel van de drukste Nederlandse autosnelwegen. Dit wil echter niet zeggen dat de weggebruikers zich ook houden aan de op de matrixborden aangegeven maximumsnelheden. Het gebruik van DRIP's oogst eveneens waardering. Ook DRIP's hebben volgens de weggebruikers echter vooral nut op specifieke trajecten: Drukke snelwegen in de Randstad; Knelpunten elders waar regelmatig files staan; Voor punten waar je kunt kiezen uit verschillende routes. Een aantal respondenten geeft aan dat het volgens hen de moeite niet loont om alle Nederlandse autowegen uit te rusten met DRIP's, omdat in de nabije toekomst steeds meer auto's zullen zijn uitgerust met in-car informatie- en navigatiesystemen. 19 KPI Droog

"Ik zie DRIP's als een tussenoplossing in de overgang naar navigatiesystemen in je auto. Over vijftien jaar hebben ze al die bakken weer weggehaald, omdat ze niet meer nodig zijn" De bewegwijzering De kwaliteit van de bewegwijzering is hoog, zo stellen de weggebruikers, zeker als je de Nederlandse borden vergelijkt met die in het buitenland. Men heeft geen grote wensen op dit gebied. Een klein aantal respondenten noemt specifieke aandachtspunten: "Er zit aanslag op sommige borden; ze moeten vaker schoongemaakt". "De borden moeten er in heel Nederland hetzelfde uitzien ". "Sommige nieuwe borden zijn als gevolg van flikkering door het zonlicht moeilijk leesbaar". 3.1.5. Wegwerkzaamheden Een substantieel aantal weggebruikers zegt zich regelmatig te ergeren aan wegafzettingen en beperkingen van het aantal rijstroken bij onderhoudswerkzaamheden (en de daarbij behorende snelheidsbeperkingen). "Een hele strook is kilometerslang afgezet met pionnen, maar ik zie niemand werken ". "De noodstroken bij werkzaamheden zijn vaak te smal. Het is eng om er naast een vrachtwagen te rijden ". De gespreksdeelnemers geven aan dat bij wegwerkzaamheden op twee punten winst valt te behalen door Rijkswaterstaat: Afzettingen weghalen en snelheidbeperkingen opheffen zodra de werkzaamheden zijn afgesloten; Met snelheidsbeperkingen beoogt men de veiligheid van de wegwerkers te bevorderen. Geen beperking van de snelheid tot 70 km/u als er niet gewerkt wordt. 3.1.6. Benuttingsmaatregelen De waardering voor verschillende benuttingsmaatregelen loopt nogal uiteen. De waardering voor twee maatregelen worden hieronder behandeld. Inhaal verbod vrachtverkeer Een algeheel inhaalverbod voor vrachtauto's oogst in eerste instantie veel waardering. Inhaalmanoeuvres van vrachtwagens behoren namelijk tot de belangrijkste ergernissen op de autosnelweg. Pas in tweede instantie denken sommige weggebruikers ook aan de nadelen van een inhaalverbod voor vrachtwagens. Zo vragen zij zich af of invoegen niet een zware opgave wordt als de rechter rijstrook 20 KPI Droog

voortdurend wordt bezet door een ononderbroken colonne vrachtauto's die niet mogen uitwijken naar links. Aanleg spits-, plus- en bufferstroken De inrichting van extra rijstroken voor gebruik in de spits en bij grote drukte wordt positief gewaardeerd. Van de verschillen tussen spits-, plus- en bufferstroken is men echter niet goed op de hoogte. De meeste gespreksdeelnemers hebben slechts ervaring met spitsstroken. Een substantiële groep weggebruikers zegt zich minder veilig te voelen als de vluchtstrook tijdens de spits als extra rijstrook wordt gebruikt. "Hoe moeten ziekenauto's en takelwagens er dan langs? "Waar moet je dan naartoe als je pech hebt? De reacties worden positiever als de gespreksleider de groep voorhoudt dat de automobilist bij panne pechhavens ter beschikking staan en dat de verkeerscentrale de gehele rijstrook via de matrixborden afkruist zodra er een stilstaande auto wordt gespot. Het vertrouwen van de weggebruikers in pechhavens is evenwel beperkt. "Wat moet je doen als je auto het tussen twee pechhavens begeeft?" Het afkruisen van de rijstrook met de pechvogel oogst meer waardering. Uit de reacties van de gespreksdeelnemers blijkt dat men hieraan in eerste instantie niet heeft gedacht. Daarnaast komt men zelf ook met een oplossing: "Rijkswaterstaat moet ervoor zorgen dat op deze trajecten de bermen goed begaanbaar zijn en dus een goede uitwijkmogelijkheid vormen voor auto's met pech". Meer signaleringsborden Signaleringsborden (matrixborden en DRIP's) zijn een noodzakelijke voorwaarde voor effectieve benuttingsmaatregelen op autosnelwegen, na uitleg beamen de gespreksdeelnemers dit. Zij zijn dan ook positief over de komst van meer signaleringsborden in het kader van benuttingsmaatregelen op drukker trajecten en rondom knelpunten. Men acht het echter overdreven als DRIP's en matrixborden ook tot de standaarduitrusting zouden behoren van relatief rustige, meer perifeer gelegen autosnelwegen. Desgevraagd geven de weggebruikers aan dat zij meer belang hechten aan matrixborden dan aan DRIP's (zie paragraaf 3.4). Snelheidregulering vanuit de verkeerscentrale Het betreft snelheidsbeperkingen (via matrixborden) die erop gericht zijn dat weggebruikers collectief sneller gaan, door hier en daar snelheidsbeperkingen op te leggen. De weggebruikers kunnen dit type maatregelen nu moeilijk doorgronden en hun waardering ervoor is dus 21 KPI Droog

gering. Na uitleg van het principe (individueel langzamer, collectief sneller) spreken de gespreksdeelnemers de verwachting uit dat zij dit type snelheidsbeperkingen meer zullen waarderen als hun de rationale erachter beter wordt kenbaar gemaakt. 3.2 Reactie op actiepunten Rijkswaterstaat In beide focusgroepen is kort ingegaan op enkele van de actiepunten die Rijkswaterstaat voor de verschillende KPI's heeft geformuleerd (zie bijlage 2). Niet alle actiepunten zijn dus besproken. Hier wordt kort ingegaan op de reacties van de weggebruikers. Benuttingsmaatregelen Aanleg spitsstroken, aanleg signaleringsborden (snelheid beïnvloeden: ieder langzamer, met z'n allen sneller) De reacties op de aanleg van spitsstroken zijn positief. De aanleg van signaleringsborden wordt met name gewaardeerd op de drukkere autosnelwegen. De weggebruikers moeten vooralsnog wennen aan het idee dat men vanuit de verkeerscentrale de collectieve doorstroming kan bevorderen door op bepaalde trajecten snelheidsbeperkingen op te leggen. Veiligheid, informatie en minder ergernissen bij wegwerkzaamheden Gedifferentieerde snelheid; bij werkzaamheden 70 km/u op de strook direct langs de werkzaamheden, 90 km/u op de andere stroken ter hoogte van de werkzaamheden; Meer tekstwagens; Beter toezicht op weghalen borden na voltooiing. Veel weggebruikers vinden dat zij te veel tijd verliezen door snelheidsbeperkingen bij wegwerkzaamheden. De beoogde differentiatie van de maximumsnelheid per rijstrook wordt door hen dan ook verwelkomd. Ook beter toezicht op het weghalen van de borden is een maatregel die gunstig wordt gewaardeerd. De hogere inzet van tekstwagens wordt eveneens gewaardeerd, omdat dit leidt tot meer begrip voor afzettingen en snelheidsbeperkingen. "Ik erger mij als ik langs een afgezette strook rij waarop ik niemand zie werken. Als ik op een tekstkar lees dat het asfalt aan het afkoelen is, erger ik mij niet". Doorstroming en omleidingen Inhaalverbod vrachtverkeer Bij omleidingen betere samenwerking met andere wegbeheerders Het spreekt vanzelf dat Rijkswaterstaat de handen van de weggebruikers op elkaar krijgt met een inhaalverbod voor vrachtauto's. Toch heeft men in tweede instantie ook bedenkingen (zie paragraaf 3.1.6). De betere samenwerking met andere wegbeheerders bij omleidingen zien de weggebruikers als een nuttig actiepunt. 22 KPI Droog

Weggebruikers ergeren zich eraan als zijn tijdens omleidingen wederom op wegwerkzaamheden stuiten. Kwaliteit wegdek Snellere vernieuwing asfalt bij gebleken ontevredenheid weggebruikers. Het actiepunt oogst algemene instemming. 23 KPI Droog

4. Samenvatting / conclusies Inleiding Om beter inzicht te krijgen in het publieksoordeel over enkele actuele beleidsthema's van Rijkswaterstaat heeft Ergo zes focusgroepen georganiseerd in het kader van het project Focusgroepen over beleidsthema's. Opdrachtgever is de Adviesdienst Verkeer en Vervoer, een onderdeel van Rijkswaterstaat. In het kader van dit project heeft onderzoeksbureau Ergo onder meer twee groepsdiscussies met weggebruikers georganiseerd over de Kern Prestatie-Indicatoren (KPI's) voor Rijkswaterstaat. Deze groepsgesprekken zijn in september 2004 gevoerd in Amsterdam en Amersfoort. Hierna volgen, kort samengevat, de belangrijkste conclusies. Conclusies Spontane beoordelingscriteria Rijkswaterstaat Het belangrijkste spontaan genoemde kwaliteitsaspect van autosnelwegen is de kwaliteit van het wegdek. Het soort asfalt is in hoge mate bepalend voor de wegdekkwaliteit, zo geven de weggebruikers aan. ZOAB oogst een zeer hoge waardering. De belijning, de verlichting en het aantal rijstroken zijn eveneens belangrijke kwaliteitsaspecten. Het zijn eveneens punten die veel gewicht in de schaal leggen bij de beoordeling van Rijkswaterstaat als snelwegbeheerder. De meeste weggebruikers beschouwen verzorgingsplaatsen als een onbelangrijk aandachtsgebied. KPI's en actiepunten Rijkswaterstaat De lijst van de door Rijkswaterstaat geformuleerde KPI's krijgt van de weggebruikers een gunstige beoordeling, zeker nadat nadere uitleg is gegeven van aspecten die voor de weggebruiker onduidelijk zijn geformuleerd ('beschikbaarheid van de weg', 'benuttingsmaatregelen', DRIP's). De weggebruikers zelf zouden de belijning en de verlichting van de autosnelweg als KPI's toevoegen. Afgezien hiervan zijn de weggebruikers van mening dat Rijkswaterstaat de juiste indicatoren heeft geformuleerd. Ook de actiepunten van Rijkswaterstaat kunnen, voor zover ter sprake gekomen, rekenen op de instemming van de weggebruikers. Doorstroming Rijkswaterstaat benoemt 'doorstroming en omleidingen' op het hoofdwegennet tot KPI. Deze formulering roept vragen op. Gaat het hier uitsluitend om de doorstroming tijdens omleidingen? Of om doorstroming in het algemeen? Het actiepunt 'Inhaalverbod vrachtverkeer' impliceert dat het hier om doorstroming in het algemeen gaat. Het is echter de vraag in hoeverre Rijkswaterstaat zich wil laten afrekenen op het aspect doorstroming. Meer duidelijkheid op dit punt is gewenst. 25 KPI Droog

Formuleringen en nadere uitleg De KPI 'beschikbaarheid van de weg' brengt verwarring teweeg. De weggebruikers begrijpen niet waarover het hier gaat. Over de aanleg van meer asfalt? Over goed geplande wegwerkzaamheden? Over de bevordering van de doorstroming en het tegengaan van files? Over soepel uitgevoerd incident management? Het verdient aanbeveling om dit punt duidelijker af te bakenen en strakker te formuleren. In mindere mate geldt dit eveneens voor 'benuttingsmaatregelen'. Benadrukt moet worden dat dit allerlei maatregelen betreft op basis van efficiënter gebruik van het bestaande asfalt. Rol verkeerscentrales De meeste weggebruikers weten nog vrijwel niets over verkeersmanagement vanuit de verkeerscentrale. Het is belangrijk dat weggebruikers hierover meer informatie krijgen, aangezien meer kennis op dit gebied bij weggebruikers zal leiden tot een hogere waardering met betrekking tot enkele KPI's. Twee voorbeelden: Sommige weggebruikers achten het gebruik van de vluchtstrook als spitsstrook onveilig, aangezien zij pechhavens niet als een afdoende alternatief beschouwen. Zij denken er in eerste instantie niet aan dat de verkeerscentrale in geval van pech de rijstrook onmiddellijk afkruist. Tegen de achtergrond van deze kennis durven de meeste weggebruikers echter een spitsstrook met pechhavens wel aan. Van snelheidsbeperkende maatregelen onder de noemer van 'individueel langzamer, met z'n allen sneller' kunnen weggebruikers alleen de waarde inschatten, als zij in grote lijnen weten wat een verkeerscentrale doet. Ook hier zal meer kennis de waardering voor de betreffende maatregelen doen toenemen. Overweging De weggebruikers zien Rijkswaterstaat vooral als een organisatie die zich bezighoudt met het technisch beheer van bestaande en de aanleg van nieuwe autosnelwegen. In veel mindere mate beschouwen zij Rijkswaterstaat als 'verkeersmanager' die verantwoordelijk is voor de doorstroming op de Nederlandse autosnelwegen, hoewel het aspect doorstroming volgens de website een prominente plaats inneemt in het takenpakket van Rijkswaterstaat. Hoewel weggebruikers tot hun ongenoegen een toename van het aantal files signaleren, rekenen ze Rijkswaterstaat niet af op het oponthoud door files, maar op een aantal 'fysieke' kenmerken van de autosnelwegen. Het is vooralsnog onduidelijk of Rijkswaterstaat wel afgerekend wil worden op doorstroming. Doorstroming op het hoofdwegennet behoort tot de belangrijkste taken van Rijkswaterstaat, maar ontbreekt op de lijst met KPI's. Dit schept verwarring. Meer duidelijkheid op dit punt is gewenst. 26 KPI Droog