Fysica: mechanica, golven en thermodynamica SCHRIFTELIJK TE TAME VA 18 JA UARI 2010

Vergelijkbare documenten
NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008

Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Prof. J. Danckaert & Prof. L. Slooten SCHRIFTELIJK TE TAME VA 19 JA UARI 2009

SCHRIFTELIJK TENTAMEN VAN 22 JANUARI Dit tentamen bevat verschillende soorten vragen of deelvragen:

STUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... SCHRIFTELIJKE OVERHORING VAN 23 JANUARI 2006 MECHANICA

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

****** Deel theorie. Opgave 1

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Examen mechanica: oefeningen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Tentamen Mechanica ( )

STUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... PROEFEXAMEN VAN 10 NOVEMBER 2006

Naam:... Studentnummer:...

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

4. Maak een tekening:

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Eenparige rechtlijnige beweging

tijd [n*t1] hoek (rad) tijd [n*t2] hoek (rad) 0 0,52 0 0,52 1 0,40 1 0,46 2 0,30 2 0,40 3 0,23 3 0,34 4 0,17 4 0,30 5 0,13 5 0,26 6 0,1 6 0,23

Fysica: trillingen, golven en thermodynamica SCHRIFTELIJK EXAME VA 11 JU I 2014

TENTAMEN DYNAMICA ( )

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

Begripsvragen: Cirkelbeweging

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Naam : F. Outloos Nummer : 1302

Toets Algemene natuurkunde 1


Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Naam:... Studentnummer:...

Eenparige rechtlijnige beweging

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Tentamen Klassieke Mechanica, 29 Augustus 2007

Examen Algemene Natuurkunde 1-7 september 2017

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Tentamen Klassieke Mechanica a, 12 juni 2015, 14u00 17u00. Let op lees onderstaande goed door!

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Begripsvragen: Elektrisch veld

a) Beargumenteer of behoud van impuls en behoud van mechanische energie van toepassing is op de schansspringer.

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

jaar: 1989 nummer: 17

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

jaar: 1989 nummer: 25

BIOFYSICA: WERKZITTING 1 (Oplossingen) KINEMATICA

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1

NATUURKUNDE. Figuur 1

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

Schriftelijk examen Fysica: trillingen, golven en thermodynamica

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt

Herhalingsopgaven 6e jaar

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Samenvatting snelheden en

Hoofdstuk 8 Hemelmechanica. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Examen Algemene Natuurkunde 1-7 december 2018

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kinematica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

Ijkingstoets 4 juli 2012

KINEMATICA 1 KINEMATICA

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

5.1 De numerieke rekenmethode

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

Uitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie. Galileitransformaties. versie 1.3, januari 2003

Juli geel Fysica Vraag 1

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld

Schriftelijk examen Fysica: trillingen, golven en thermodynamica

Topic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen Assistent: Erik Lambrechts

Hertentamen Klassieke Mechanica a, 15 juli 2015, 14u00 17u00 Let op lees onderstaande goed door!

Rekenmachine met grafische display voor functies

Fase 2: De waarnemingen Fase 3: De resultaten... 4

Krachten (4VWO)

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Transcriptie:

NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Practicum fysica Prof. J. Danckaert Prof. J. Danckaert Veel succes! SCHRIFTELIJK TE TAME VA 18 JA UARI 010 Dit tentamen bevat 46 vragen: o Vraag 1 t.e.m. 18: meerkeuzevragen (30 %) o Vraag A t.e.m. N: open vragen (50 %) o Vraag O t.e.m. T: theorievragen (0 %) o Vraag 19 t.e.m. : meerkeuzevragen i.v.m. foutenrekening o Vraag U t.e.m. X: open vragen i.v.m. foutenrekening (Practicum fysica) Bij meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast: voor elk fout verlies je 0.5 punten. Dit is niet het geval wanneert je geen selecteert. Je finale en op de meerkeuzevragen breng je in zwarte of blauwe balpen (geen potlood of vulpen) over op het formulier. Daarna is veranderen niet meer mogelijk. Vraag een nieuw formulier indien je je vergist. Wees bij open vragen volledig in het weergeven van je werkwijze: een numeriek alleen is niet voldoende! Dit tentamen bevat bladzijden genummerd van 1 t.e.m.. Ga na of je die allemaal hebt; zo dit niet het geval is, vraag dan een nieuwe kopij. Maak deze bundel niet los! Vul je naam in op elk blad van de bundel. Kladbladen worden niet bekeken bij het verbeteren. Een eenvoudig rekentoestel (zonder grafische functies en/of formulegeheugens) mag gebruikt worden. Boeken, cursussen of persoonlijke nota s mogen uiteraard niet gebruikt worden, noch welke andere informatie ook. Fraude wordt gesanctioneerd! Begin best aan die vragen die je dadelijk denkt te kunnen oplossen. Lees aandachtig de hele vraag vooraleer aan de oplossing te beginnen. Decimaaltekens worden weergegeven als punten (bv. 1.000 is één, niet duizend). Er bevindt zich een lijst met constanten achteraan. Eventuele vragen stel je persoonlijk aan de assistent. Je krijgt voor dit schriftelijk tentamen 4 uur. Otti D Huys, Nicki Mennekens, Eddy Carette, Jan Danckaert

Vragenreeks I De bovenste van onderstaande grafieken toont de versnelling in functie van de tijd van een jogger tijdens een rechtlijnig segment van haar joggingtraject. Aan het begin van het segment (t = 0) is haar snelheid v 0 (niet nul), en ook aan het eind van het segment is haar snelheid niet nul. De grafieken 1 t.e.m. 6 hebben betrekking op de eerste twee vragen hierna. Vraag 1 Welke grafiek geeft het beste het verloop van de snelheid v x van de jogger in functie van de tijd weer op dat rechtlijnig segment? Grafiek 1 Grafiek Grafiek 4 Grafiek 6 van alle Vraag Welke grafiek geeft het beste het verloop van de positie x van de jogger in functie van de tijd weer op dat rechtlijnig segment (stel x = 0 aan het begin van het segment)? Grafiek 1 Grafiek Grafiek 3 Grafiek 5 van alle Vraag 3 Opdat op het tijdstip t = t de snelheid v x > 0 zou zijn, moet gelden dat v 0 > A 0 t A 0 t t 1 A 0 t + t 1 A 0 t t1 t t 1 Onvoldoende gegevens Vraag 4 Tussen de tijdstippen t en t 3 kan de snelheid als de volgende functie van de tijd in formulevorm voorgesteld worden (met α, β, γ 0 ): v x (t) = α αt+ β αt + βt+ γ 0 van alle

NAAM:... Vraag 5 Het parcours van de jogger gedurende dit rechtlijnig segment ziet er als volgt uit: Eerst vlak, dan hellingopwaarts, dan weer vlak Eerst hellingafwaarts, dan hellingopwaarts, en dan vlak Eerst hellingopwaarts, dan steiler hellingopwaarts, en dan vlak Voortdurend vlak Onvoldoende gegevens Vragenreeks II Een knikker (straal verwaarloosbaar) met massa m = 0 g rolt heen en weer over een baan met lengte L = 30 cm. Aan de uiteinden van de baan botst de knikker elastisch met een wand. De kinetische (rol)wrijvingscoëfficiënt bedraagt µ k = 0.00. De beginsnelheid van de knikker bedraagt v 0 = 1.0 m/s. Op t = 0 bevindt de knikker zich halverwege de baan. Vraag A Stel een vergelijking op voor de afgelegde weg van de knikker in functie van de tijd. Vraag B Wanneer heeft de knikker snelheid v(t) = 0? Vraag C Hoeveel keer is de knikker dan over en weer gerold? Vraag D Hoeveel arbeid levert de wrijvingskracht als de knikker van het ene naar het andere uiteinde van de baan beweegt? Vraag E Bereken aan de hand van deze gedissipeerde energie het aantal keer dat knikker heen en weer gaat alvorens stil te vallen. Vraag F Maak een grafiek van de positie van de knikker als functie van de tijd. 3

4

NAAM:... Vragenreeks III In een dubbelstersysteem roteren twee sterren rond hun gemeenschappelijk massamiddelpunt. Beschouw ster 1, die een massa heeft van 3.6 M 0 en een straal van.3 R 0, en ster, die een massa heeft van 0.79 M 0 en een straal van 3.0 R 0. De afstand tussen de massamiddelpunten van beide sterren bedraagt 0.06 AU. Veronderstel dat beiden een cirkelvormige baan beschrijven. Bijkomende gegevens: 1 M 0 = 1 zonsmassa =.0 10 30 kg 1 R 0 = 1 zonsstraal = 7.0 10 5 km 1 AU = gemiddelde afstand aarde-zon = 1.5 10 8 km Vraag 6 Wat is de ontsnappingssnelheid voor een voorwerp op het oppervlak van ster 1 (verwaarloos hierbij de invloed van ster )? 53 km/s 550 km/s 770 km/s 950 km/s 4700 km/s Vraag 7 Op welke afstand van het centrum van ster 1 bevindt zich het massamiddelpunt van het systeem? 0.000 AU 0.011 AU 0.014 AU 0.031 AU 0.051 AU Vraag 8 Wat is het inertiemoment van dit dubbelstersysteem voor rotatie rond het massamiddelpunt, in kg m²? 4.3 10 30.4 10 40 5.8 10 40 1.1 10 50 1.0 10 71 Vraag 9 Wat is de baansnelheid van ster? 10 km/s 30 km/s 50 km/s 90 km/s 360 km/s Vraag 10 Hoe lang duurt één rotatieperiode, in dagen (d)? 1.6 d 1.9 d. d.4 d.7 d 5

Vragenreeks IV Beschouw de beweging van een projectiel. Het wordt vanop de krijtkust van Engeland onder een hoek θ met de horizontaal in het Kanaal gelanceerd. A is het startpunt op de kust, D is de plaats waar het in zee valt, C is het hoogste punt. Verwaarloos luchtweerstand. Volgende grafieken hebben betrekking op de vragen hieronder. Vraag 11 Voor de y-bewegingscomponent wordt het energiediagram het best weergegeven door: Grafiek 1 Grafiek Grafiek 3 Grafiek 4 van alle Vraag 1 Stelt men de potentiële energie gelijk aan nul op zeeniveau, dan is de totale energie van het projectiel gelijk aan: mgy A 1 mv A mgy C 1 mv sin θ A van alle Vraag 13 De kinetische energie in het punt C is gelijk aan: 1 0 mv 1 A mv cos A θ mg(y C y A ) van alle Vraag 14 De kinetische energie in het punt D (vlak voor het vallen) is gelijk aan: 0 1 1 mv A mv C mg(y A y D ) van alle 6

NAAM:... Vraag 15 De arbeid van de nettokracht van punt A naar punt D is gelijk aan: 1 1 m 0 m( v D v A) mg(y D y A ( v ) ) D v A van alle + mg(y A y D ) Vragenreeks V Een bestelwagen met een massa van 000 kg rijdt met een snelheid van 7 km/u achteraan in op een stilstaande auto van 1000 kg. Vraag 16 Wat is de eindsnelheid van de auto in geval van een volledig inelastische botsing? 4 km/u 48 km/u 7 km/u 80 km/u 96 km/u Vraag 17 En in geval van een volledig elastische botsing? 4 km/u 48 km/u 7 km/u 80 km/u 96 km/u Vraag 18 In werkelijkheid heeft de bestelwagen nog een snelheid van 3 km/u na de botsing. Wat is dan de eindsnelheid van de auto? 4 km/u 48 km/u 7 km/u 80 km/u 96 km/u Vraag G Bereken dan zelf hoeveel procent van de initiële kinetische energie in de botsing verloren gegaan is en leg uit wat hier redelijkerwijs mee gebeurd kan zijn. 7

8

NAAM:... Vragenreeks VI Een persoon houdt een gewicht met een massa van 0.0 kg omhoog zoals op de figuur hieronder. De lengte van de voorarm is 40.0 cm, en het aanhechtingspunt van de bicepsspier bevindt zich op 5.00 cm van het ellebooggewricht. De voorarm met massa.00 kg is horizontaal gericht, terwijl de spier hier een hoek van 95.0 mee maakt. Vraag H Hoe groot moet de geleverde spierkracht zijn om de arm in evenwicht te houden? Vraag I Is er in dit geval een kracht tussen de humerus (opperarmbeen) en de ulna/radius (onderarmbeenderen)? Zo ja, hoe groot? 9

10

NAAM:... Vragenreeks VII Vraag J Onderstaande curves stellen de baan van een deeltje voor in het xy-vlak. Teken in de aangegeven punten de snelheidsvectoren (op de linkercurve) en de versnellingsvectoren (op de rechtercurve). (Er zijn vele oplossingen mogelijk, maar wees consistent.) Vraag K Een klimmer daalt een rotswand af met behulp van een touw (zie foto links hieronder). Duid op de schets rechts alle krachten aan die op haar inwerken. Stel een vergelijking op voor rotationeel evenwicht en duid alle grootheden (vectoren, eventuele hoeken, afstanden) die in deze vergelijking komen eveneens aan op de schets. Vraag L Een holle en een volle cilinder, met gelijke massa en straal, rollen van een helling. Welke cilinder is eerst beneden, en waarom? 11

1

NAAM:... Vraag M Op een deeltje werkt een constante kracht in de x-richting. De beginsnelheid en beginpositie zijn op de tekening aangegegeven. Teken de baan. (De exacte baan hangt uiteraard af van de grootte van de beginsnelheid. We rekenen elke baan juist, die overeenkomt met een niet-nulle beginsnelheid in de aangegeven zin.) Vraag Op een deeltje werkt een kracht in gericht naar de oorsprong, en omgekeerd evenredig met de afstand tot de oorsprong. De beginsnelheid en beginpositie zijn op de tekening aangegegeven. Teken de baan. (De exacte baan hangt uiteraard af van de grootte van de beginsnelheid. We rekenen elke baan juist, die overeenkomt met een niet-nulle beginsnelheid in de aangegeven zin.) 13

14

NAAM:... Vragenreeks VIII: theorie Vraag O Geef de uitdrukking voor de potentiële energie U in een willekeurig krachtveld F. Geef de dimensies van alle grootheden die in de formule voorkomen. Vraag P Bereken de potentiële energie voor een massa aan een veer (harmonische oscillator). Teken de potentiële energiecurve in functie van de uitwijking van de veer. Vraag Q Bereken de potentiële energie voor een massa m in het gravitatieveld van een andere massa M. Teken de potentiële energiecurve in functie van de afstand tussen de massa s. Vraag R Bereken de totale energie voor een massa m in een circulaire baan rond een andere massa M (ten gevolge van gravitatie). Wat betekent het als deze negatief is? Vraag S Op het oppervlak van de aarde mag je voor de gravitatiekracht een benadering maken. Welke? Geef het verband tussen de valversnelling en de universele gravitatieconstante G. Vraag T Je kan dezelfde benadering maken voor de potentiële energie in vraag Q om te komen tot U = mgh. Doe deze afleiding. 15

16

NAAM:... 17

18

NAAM:... Vragenreeks IX: Practicum fysica Stel dat je labopartner volgende brandpuntsafstanden f voor een bolle lens heeft berekend: f (cm) 14.1 14.41 14.56 14.6 14.64 Vraag 19 De gemiddelde f-waarde weergegeven met 3 beduidende cijfers is (in cm): 14.470 14.47 1.45 10 1 1.447 10 1 van alle Vraag 0 Stel dat je partner correct de standaarddeviatie op deze f-waarden heeft berekend als 0.171 cm. Dan is de fout op de gemiddelde f-waarde onafgerond (in cm): 0.0434 0.09709 0.46594 0.48545 van alle Vraag 1 Als je de laatste f-waarde 14.64 cm in bovenstaande tabel op beduidende cijfers zou moeten afronden, dan moet je schrijven (in cm): 14.64 15.00 1.46 10 1 1.5 10 1 van alle Stel dat je de f-waarde van de bolle lens zou willen bepalen met de beste rechte methode uit het theoretische verband: 1 i = 1 o + 1 f met o de afstand van object tot lens (met teken) en i de afstand van beeld tot lens (met teken). Vraag Dat kan je doen uit een grafiek van: i (y-as), o (x-as), met f de richtingscoëfficiënt v.d. beste rechte o (y-as), i (x-as), met f de richtingscoëfficiënt v.d. beste rechte 1/o (y-as), 1/i (x-as), met 1/f de richtingscoëfficiënt v.d. beste rechte 1/i (y-as), 1/o(x-as), met 1/f het snijpunt v.d. beste rechte met de y-as van alle 19

Bij de proef met de luchtkussenbaan heb je de volgende meetgegevens voor de afgelegde weg s en de tijd t van de glijder: s (m) t (s) 0.0 1.01 40.0 1.51 60.0 1.8 80.0.15 100.34 Je weet uiteraard dat, met a x de versnelling in de horizontale x-richting, het verband tussen beiden gegeven wordt door de formule: s = a x.t / Vraag U Geef een lineair verband tussen y = t en x = s, m.a.w. bepaal a en b in de lineaire uitdrukking y = a.x + b die equivalent is met bovenstaande formule. a = b = Vraag V Zet de meetgegevens hieronder uit in een grafiek van t (y-as) t.o.v. s (x-as). Duid op de assen grootheden met eenheden aan. 0

NAAM:... Vraag W Schets op het oog de beste rechte in je grafiek hierboven en schat de richtingscoëfficiënt ervan (eenheid!). rico = Vraag X Bepaal de experimentele waarde (eenheid!) van de versnelling in de x- richting, evenals een formule voor de fout hierop. (De fout op de richtingscoëfficiënt kan je uiteraard niet op het zicht schatten: gebruik hiervoor het symbool a.) 1

Constanten