Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vergelijkbare documenten
Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade: tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

1 Junior Wiskunde Olympiade: eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Uitwerkingen wizprof D = = B 6 ronden duren 6 minuten en 66 seconden, dus 7 minuten en 6 seconden.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

12 Vlaamse Wiskunde Olympiade: eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

wizprof Veel succes en vooral veel plezier.!! rekenmachine is niet toegestaan je hebt 75 minuten de tijd

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

11 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Antwoordmodel - Vlakke figuren

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

10 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Toelichting op de werkwijzer

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

12 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

=

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Soorten lijnen. Soorten rechten

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2002 Uitwerkingen

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

FAYA LOBI WEDSTRIJD 2014

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

Kangoeroe. Wallabie de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Aan alle Wallabies en hun

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

1 Het midden van een lijnstuk

Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Transcriptie:

Junior Wiskunde Olympiade 2007-2008: tweede ronde 1 Op de figuur stellen de getallen de grootte van de hoeken voor De waarde van x in graden is gelijk aan 2x 90 x 24 (A) 22 (B) 1 (C) (D) 8 (E) 57 2 Welke van de volgende figuren is de ontwikkeling van een kubus waarvan drie zijvlakken die een hoekpunt gemeen hebben werden gearceerd? (A) (D) (B) (E) (C) Jef mixt cola met whisky in de verhouding 1 : In whisky zit 40% alcohol Wat is het alcoholpercentage van de mix? (A), (B) 20 (C) 25 (D) 0 (E) 5 4 Als 4 [7 (5 + 6) 8 + 9 x] = 2008, dan is x gelijk aan (A) 12 (B) 2 (C) 2 (D) 21 (E) 12 5 Op de bus naar school moet 10% van de reizigers rechtstaan, omdat alle zitplaatsen zijn ingenomen Hoeveel procent van de reizigers zal moeten rechtstaan als het aantal reizigers toeneemt met 20%? (A) 12% (B) 25% (C) 28% (D) 0% (E) 2% 0 Copyright Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw 2008

6 Welke uitspraak is waar? (A) 1 + 1 + 1 = 1 1 1 (B) 2 + 2 + 2 = 2 2 2 (C) + + = (D) 4 + 4 + 4 = 4 4 4 (E) 5 + 5 + 5 = 5 5 5 7 Op hoeveel manieren kan men 20000 schrijven als een product van twee natuurlijke getallen a en b, met a < b, die geen tienvoud zijn? (A) 0 (B) 1 (C) 2 (D) (E) 0 8 Over jaar zal Daan keer zo oud zijn als jaar geleden Over 6 jaar zal Daan 6 keer zo oud zijn als jaar geleden Wat ontbreekt op de plaats van de puntjes? (A) 2 (B) (C) 4 (D) 5 (E) 6 9 Voor twee positieve getallen a en b noteren we a << b indien 10a < b Dan geldt: (A) 0,2 << 0,9 (B) 0,004 << 0,01 (C) 0,4 << 0,05 (D) 0,00006 << 0,000 (E) 0,0008 << 0,07 10 Men plaatst de natuurlijke getallen 1 tot en met 8 in de witte vierkantjes van het vierkant hiernaast, zodat elke som van drie getallen langs één zijde van het vierkant gelijk is aan 12 Wat is dan de som van de vier getallen in de hoeken? (A) 11 (B) 12 (C) (D) 20 (E) 24 11 Een walvis zwemt met een snelheid van 18 km per uur naar de kust Daar zal hij over 40 minuten aankomen Hoe snel (hoeveel km per uur) moet hij zwemmen om 10 minuten eerder aan te komen? (A) 22 (B) 24 (C) 26 (D) 28 (E) 0

12 Jef deelt een natuurlijk getal door 7 en vindt een decimaal getal waarvan het eerste cijfer na de komma een zeven is Wat is dan het tweede cijfer na de komma? (A) 1 (B) 2 (C) 4 (D) 5 (E) 8 Door de cijfers 2,, 4, 6, 7, 8 elk juist één keer te gebruiken, worden 2 getallen van cijfers gemaakt, zodat hun verschil een zo klein mogelijk positief getal is Wat is dat minimale verschil? (A) 12 (B) 9 (C) 41 (D) 59 (E) 112 14 Een regelmatige vijfhoek en een regelmatige zeshoek hebben een zijde gemeenschappelijk (zie figuur) Hoe groot is de aangeduide hoek?? (A) 108 (B) 120 (C) 124 (D) 2 (E) 5 15 Van een vierkant stuk papier met zijde z wordt in de rechterbovenhoek een vierkant stukje afgesneden met zijde Linksonder wordt eveneens een vierkant stukje afgesneden De rest van het papier verknipt men in 56 vierkante stukjes met oppervlakte 1 Hoe groot is de zijde z? (A) 9 (B) 10 (C) 12 (D) (E) 16 Men gooit 2 dobbelstenen en maakt het product van het aantal ogen dat geworpen wordt Wat is de kans dat dat product even is? (A) 1 4 (B) 1 (C) 1 2 (D) 2 (E) 4

17 Beschouw de punten A( 1, 0) en B(1, 0) en een derde punt C op de cirkel met middelpunt O(0, 0) en straal 1, zodat CAB = 0 Wat is het eerste coördinaatgetal van C? (A) 0 (B) 1 (C) 1 2 (D) 2 (E) 2 18 Het krokodillenbassin van de Zoo wordt leeggepompt met behulp van slangen Met de eerste slang alleen loopt het bad leeg in 2 dagen Met de tweede slang alleen loopt het bad leeg in dagen Met de derde slang alleen is het bad leeg in 4 dagen Hoe lang duurt het (uitgedrukt in dagen) om het bad leeg te pompen met de drie slangen samen? (A) 10 (B) 11 (C) 12 (D) 1 (E) 14 19 Hoeveel drietallen positieve reële getallen a, b, c zijn er waarvoor abc = 1 en a+b+c = 1? (A) 0 (B) (C) 6 (D) 12 (E) oneindig veel 20 Marjan heeft een cilindervormige pot die voor twee derden met soep gevuld is en een half-bolvormige pollepel met een diameter van 12 cm De bodem van de pot heeft een diameter die driemaal die van de pollepel is Nadat Marjan er 12 volle pollepels uit geschept heeft, is de pot nog halfvol Hoeveel volle pollepels bevat de pot nu? (A) 18 (B) 24 (C) 0 (D) 6 (E) 48 21 Uit een schijf worden twee schijfjes geknipt waarvan de straal een vijfde is van de straal van de grote schijf Ook wordt er een schijf uitgeknipt waarvan de straal een derde is van de straal van de grote schijf Welk deel van de oorspronkelijke oppervlakte blijft er over? (A) 4 (B) 4 15 (C) 104 (D) 182 (E) 191 22 We ontbinden de veelterm x 8 + x 7 + x 6 + x 5 + x 4 + x + x 2 + x + 1 in 2 factoren Als de ene factor x 2 + x + 1 is, dan is de tweede factor (A) x 6 + 1 (B) x 6 + x + 1 (C) x 6 + x 4 + x 2 + 1 (D) x 6 + x 5 + x 4 + x + x 2 + x + 1 (E) x 8 + x 7 + x 6 + x 5 + x 4 + x

2 Voor twee verschillende positieve getallen x en y (x > y) geldt dat x 2 + y 2 = 4xy Hieruit volgt dat het quotiënt (x + y) : (x y) gelijk is aan (A) 1 (B) 2 (C) (D) 2 (E) 24 In de gelijkzijdige driehoek ABC laat je uit het hoekpunt B de loodlijn BD neer op de zijde [CA] Uit het voetpunt D laat je de loodlijn DE neer op de zijde [AB] Uit het voetpunt E laat je de loodlijn EF neer op de zijde [BC] BD en EF snijden elkaar in een punt G Als de oppervlakte van driehoek ABC gelijk is aan 1, hoe groot is dan de oppervlakte van driehoek DEG? B E A G D F C (A) 8 (B) 16 (C) 5 18 (D) 6 (E) 1 + 12 25 Hoeveel oplossingen zijn er van de dubbele ongelijkheid 999 < n < 1001 als n een veelvoud van 1000 moet zijn? (A) 1 (B) 2 (C) (D) 4 (E) 5 26 Een cirkel met middelpunt M en straal 6 raakt uitwendig in het punt A aan een cirkel met middelpunt N en straal 4 De rechte a door het punt A snijdt de ene cirkel in B en de andere in C en maakt met de rechte MN een hoek van 0 (zie figuur) Dan is CA gelijk aan CB B M 0 A N C a (A) 2 5 (B) 2 (C) 5 (D) 5 (E) 4 27 De diagonalen van een ruit hebben als lengtes en 7,2 De afstand tussen de evenwijdige zijden van de ruit is gelijk aan (A) 12 5 (B) 6 (C) 18 (D) 72 (E) 6 17 28 In een rechthoekige driehoek ABC met  = 0 trekt men het lijnstuk [DE] evenwijdig met [BC], zodanig dat E opp ABC = opp ADE Dan is: A D C B

(A) AE = BD (B) AD = DB (C) AE = BC (D) AD = EC (E) AD = BC 29 In een rechthoekige driehoek hebben de 2 zwaartelijnen die niet uit de rechte hoek vertrekken, lengte 19 en 22 Hoe lang is de derde zwaartelijn? (A) 12 (B) 12,5 (C) (D),5 (E) 14 0 (2x ) 2 0 is gelijkwaardig met (A) (2x ) 2 < 0 (B) 2x 0 (C) 2x = 0 (D) 2x < 0 (E) ( 2x) 2 0