Raad van Lelystad L_sxy 2009 N 633 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 1 september 2009 te 19.00 uur in het Provinciehuis van de provincie Flevoland te Lelystad. Aanwezig zijn: Afwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), B. Belhaj (PvdA), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. de heren J. van de Beek (PvdA), C.E. Braaf (CDA), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks) en mevrouw J. Rommy- Agata (PvdA), leden van de raad.
2009 N 634 Agenda 1 Spreekrecht N 634 2 Opening N 634 3a Mondelinge vragen N 635 3b Reactie op schriftelijke vragen N 636 4 Vaststelling agenda N 636 5 Notulen raad van 11, 16 en 25 juni 2009 N 637 6 Ingekomen stukken N 637 7 Beantwoording schriftelijke vragen van het CDA N 639 7a Beantwoording schriftelijke vragen van de StadsPartij N 640 8 Mededelingen N 640 9 Voorbereidingsbesluit reclame-uitingen Schroefstraat 34 N 641 10 Voorbereidingsbesluit bedrijfsverzamelgebouwen Koperstraat N 641 11 Parkeerbeleidsplan Lelystad N 641 12 Structuurvisie Oostvaarderswold N 654 13 Nota "Zorg voor elkaar N 657 14 Notitie "Lelystad: een vitale woonstad / woonvisie N 663 15 Meerjarenbouwprogramma 2009-2015 N 670 16 Voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Milieuvriendelijk Agrarisch Centrum Noord en Jagersveld en De Groene Velden N 671 17 12e serie wijzigingen Bouwverordening gemeente Lelystad N 673 18 Begroting GR IJsselmeergroep 2010 N 675 19 Vervangingskrediet ICT N 676 20 Duurzaamheidsmaatregelen nieuwbouw school De Zevenster N 677 21 Initiatiefvoorstel verhogen (geluid)wallen Botter en Gondel N 679 22 Moties inzake budget personele activiteiten gemeente Lelystad N 681 23 Interpellatie SP inzake situatie Stavorenstraat Lelystad-Haven - doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering 1. Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom in ons provinciehuis. Wat is de afstand tot u enorm groot geworden. Wij zitten hier monistisch achter deze tafel, maar de afstand tot de raad is meteen groter geworden hierdoor volgens mij. Ik herinner mij nog de discussie over de vraag hoe wij onze nieuwe raadzaal gaan inrichten. We hebben gelukkig de ronde zaal al losgelaten. Je ziet wat zo n cirkel teweegbrengt. Maar we zijn blij dat we hier mogen zijn. De provincie op voorhand hartelijk dank voor de gastvrijheid die wij mogen beleven. Wij zullen hier nog regelmatig zitten. Er heeft zich niemand gemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. Ik kijk even naar de publieke tribune. Is er iemand die hiervan gebruik wil maken? Dat is niet het geval. 2. Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Braaf, de heer Van de Beek, mevrouw Kreuger en mevrouw Rommy. De heren Meijering en Belhaj komen iets later. Rond half negen zullen enkele raadsleden even de vergadering verlaten om iets te eten; dit in verband met de Ramadan. Verder heb ik nog een mededeling. Gisteren in het presidium zag het ernaar uit dat de raadsvergadering niet uitgezonden kon worden. Op dit moment neigt het ernaar dat het wel gaat lukken. Alle inspanningen zijn daarop gericht.
2009 N 635 3. a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Als ik mij op de fiets door Lelystad begeef dan word ik momenteel geconfronteerd met een gigantisch chaotische toestand rondom allerlei vijvers. Ik constateer dat alle beschoeiingen worden verwijderd. Mijn concrete vraag: is het de bedoeling dat de beschoeiingen plaatsmaken voor een natuurlijk talud? Anders begrijp ik niet wat deze enorme ingreep betekent. Het is een rommel. Wethouder De Jager: De veronderstelling van de heer Erica is juist. Het is de bedoeling dat wij overgaan naar een natuurlijke oeverbeschoeiing en daar is deze tijdelijke rommel voor nodig. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. De klachten met name uit de Punter maar ook uit andere wijken over overlast van hondenpoep en dergelijke nemen, in ieder geval bij ons, hand over hand toe. Bovendien krijgen mensen bij de gemeente weinig tot geen gehoor. Ook als milieuambtenaren daarop worden aangesproken valt het niet onder de prioriteit. De InwonersPartij heeft al eerder een vraag gesteld over het handhavingsbeleid. Wij willen u nogmaals vragen of u daar nog eens naar zou willen kijken. We hebben u al gevraagd om bij de najaarsnota met een overzicht te komen van eventuele processen-verbaal of hoe het handhavingsbeleid heeft plaatsgevonden. Wij vinden het niet behoorlijk als mensen moeten aandringen bij het gemeentebestuur om uiteindelijk regelgeving te handhaven. Wethouder De Jager: Ik heb, zoals de heer Jansen zelf al aangeeft, eerder in de richting van de raad toegezegd aan het eind van dit jaar met een overzicht te komen, aan de hand van processen-verbaal en aan de hand van wat er precies gebeurt in de vier kwadranten van de stad. Het vermoeden bestaat dat wij het afgelopen jaar een stap in de goede richting hebben gezet. Het vermoeden bestaat ook dat er in de diverse kwadranten nog wel wat verschil is en dat zou niet zo mogen zijn. Ik kom inderdaad aan het eind van dit jaar bij u terug met die gegevens. De voorzitter: Dit is een afspraak richting de raad en wordt aldus vastgelegd. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Twee jaar geleden hebben wij de vindbaarheid van het fietspadennetwerk verbeterd. De blauwe bollen zijn op dit moment op sommige plekken al weer bijna weggesleten. We komen echter nog steeds oude typen bordjes tegen, hoofdfietspaden die lijken dood te lopen of in het niets eindigen, T-splitsingen zonder bordje welke kant je op moet. Het is dus nog steeds niet af. We hebben er eerder vragen over gesteld, maar dat lijkt niet te hebben geholpen. De oplossing is heel simpel. Je hebt nodig: één fiets, iemand die wat tijd over heeft, pen en papier en lekker een paar dagen crossen door Lelystad en opschrijven wat er mankeert aan de routebeschrijving. Is het college bereid om dit te doen? Wethouder Lodders: Als het gaat om de hoofdfietsroute dan is deze in principe afgerond. Op het onderliggende fietsnetwerk, dat is de tweede fase, staan op een aantal plekken inderdaad nog oude bordjes. Op een enkele plek op de hoofdfietsroute is dat ook het geval. De bereidheid die u van het college vraagt is inmiddels uitgevoerd. We hebben namelijk de Fietsersbond in overleg met de gemeente op pad gestuurd om alle routes te rijden. Daaruit zijn een aantal zaken
2009 N 636 naar voren gekomen, ook op de hoofdfietsroute. Daar blijken een aantal bordjes verdwenen of vernield. De komende maanden zullen deze hersteld worden. Voor de tweede fase, het onderliggende fietsnetwerk, komt binnenkort een voorstel. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie heeft de vraag of al iets gezegd kan worden over de voortgang van het project Fietsbalans. Volgens onze informatie is door de Fietsersbond daarover een rapport overhandigd in april, maar wij beschikken nog steeds niet over die rapportage en de consequenties die het college aan die rapportage verbindt. Wethouder Lodders: Het is inderdaad zo dat het onderzoek in het voorjaar heeft plaatsgevonden en dat het rapport is aangeboden. Vanwege de vacature van de medewerker van de afdeling Verkeer laat dit even op zich wachten. Het is de bedoeling dat dit de komende maanden verder wordt uitgewerkt en aan u wordt aangeboden. Ik kan u toezeggen dat dit uiterlijk 1 november aan de raad zal worden voorgelegd. b. Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben naar aanleiding van de ons ter informatie aangeboden stukken de navolgende vraag aan het college. Naar aanleiding van de brief die wij hebben gekregen van 27 augustus 2009, onderwerp Voortgang geluidsonderzoek, hebben wij de volgende vraag waarop wij graag een antwoord van het college willen hebben. In de tweede alinea van deze brief stelt het college, dat voor locaties waar geen maximale waarde van 55 db(a) geldt, die de gemeente op grond van de Wet geluidhinder moet handhaven, het door de raad vastgestelde gemeentelijk beleid geldt. Vervolgens geeft het college aan te onderzoeken welke voorzieningen nodig zijn inclusief de financiële consequenties daarvan, om het gemeentelijk beleid aan te passen. Kan het college ons aangeven bij welke situaties langs de stadshoofdwegen de rechtstreeks uit de Wet geluidhinder voortvloeiende gemeentelijke handhavingsplicht reeds bestond en waar gelet op Artikel 87F, lid 1, van de Wet geluidhinder de door de gemeente te handhaven norm van 48 db(a) is gaan gelden na de aangebrachte wijzigingen in de van de hoofdwegenstructuur deel uitmakende wegen in Lelystad? Wethouder Nuijt: Ik kan kort zijn. De raad heeft een brief van het college ontvangen wat betreft de voortgang van het onderzoek inzake de geluidsnormen langs wegen die wij hanteren. Uw vraagstelling zal onderdeel uitmaken van het onderzoek. Die toezegging zal ik u doen. Is het onvoldoende, dan zal ik nog nader onderzoek vragen. Het zal u bereiken tegelijkertijd met het onderzoek. 4. Vaststelling agenda De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik dien graag een motie in Vreemd aan de orde van de dag. Het onderwerp is: budget personele activiteiten van de gemeente Lelystad. De voorzitter: Deze plaats ik als nummer 22 op de agenda. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben een verzoek ingediend tot het houden van een interpellatie.
2009 N 637 De voorzitter: Heeft de raad behoefte aan de interpellatie van de SP-fractie? Dat is het geval. Dan wordt dat nummer 23 op de agenda. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 5. Notulen van de raadsvergaderingen van 11, 16 en 25 juni 2009 De notulen van de op 11, 16 en 25 juni 2009 gehouden openbare raadsvergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld. 6. Ingekomen stukken (stuk nr. B09-03348) -1 De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag naar aanleiding van de brief van de heer Alders. Kan het college ons meedelen of het college voornemens is om de raad ten aanzien van deze problematiek binnenkort nog nader te informeren? Wethouder Fackeldey: Als de raad daar behoefte aan heeft dan zijn we uiteraard graag bereid u bij te praten over de stand van zaken, hoewel de feitelijke stand van zaken van het Alderstraject in die brief weergegeven is. Hij heeft meer tijd nodig en de gesprekken gaan nog voort. Uit die gesprekken is de afspraak dat niets te melden valt voordat er conclusies bereikt zijn en die zijn er nog niet. Maar als de raad daar behoefte aan heeft, wil het college de raad graag informeren over de voortgang en de stand van zaken inzake het luchthavendossier. De heer Marseille: Bij ons zou die behoefte er zeker zijn, maar ik weet natuurlijk niet of de rest van de raad daar net zo over denkt. De voorzitter: Ik breng het verzoek richting de agendacommissie; die kan het dan afwegen en even kortsluiten hoe dat ligt binnen de raad. Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Voor kennisgeving aangenomen. -4 Voor kennisgeving aangenomen. -5 Voor kennisgeving aangenomen. -6 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -7 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -8 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -9 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -10 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -11 De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Deze brief verontrust ons en daarom hebben wij een verzoek aan het college om het conceptantwoord aan de raad ter bespreking aan te bieden. Wethouder A. Kok: Dat is mogelijk. In handen van het college gesteld. De agendacommissie wordt gevraagd de afdoening te agenderen.
2009 N 638-12 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -13 De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De stukken 13, 18, 19 en 20 betreffen feitelijk verslagen c.q. ingekomen stukken die wat ons betreft niet ter afdoening van het college kunnen komen, maar aan de raad aangeboden zouden moeten worden op zijn minst ter kennisneming. De voorzitter: Genoemde stukken kunnen u ter kennisname aangeboden worden. Voor kennisgeving aangenomen. -14 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -15 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -16 De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Inzake de stukken 16 en 17 willen wij het college vragen om een afschrift van de beantwoording over die klacht aan de raad toe te sturen. De voorzitter: Dat wordt hierbij toegezegd. Ter afdoening n handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -17 Ter afdoening n handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -18 Voor kennisgeving aangenomen. -19 Voor kennisgeving aangenomen. -20 Voor kennisgeving aangenomen. -21 De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben de vraag of door het college al een beslissing is genomen op het verzoek van de heer Abbes en als dat niet het geval is, of er reeds een verdagingsbesluit is genomen gelet op de bepalingen in de Awb. Wethouder Nuijt: De beantwoording van de brief van de heer Abbes hopen we a.s. dinsdag in het college te hebben. Wat dat betreft krijgt hij daarna snel antwoord. Er is hem namens het college meegedeeld dat zijn aanvraag al 10 augustus beantwoord zou worden. Dat is niet gehaald in verband met de vakantieperiode, maar we hopen het antwoord zo snel mogelijk de deur uit te doen. Er is overigens ook een reactie naar de heer Abbes gestuurd, waarin de griffie namens de gemeenteraad gemeld heeft dat de brief bij de ingekomen stukken zou staan en in september beantwoord zou worden. Dus die termijn halen we in ieder geval. De heer Caniels: Ik had concreet gevraagd of er een verdagingsbesluit is verzonden gelet op de bepalingen in de Awb, dat binnen een redelijke termijn op een verzoek dient te worden beschikt. Wethouder Nuijt: Dat verdagingsbesluit is niet verzonden, maar we hopen wel binnen redelijke termijn antwoord te geven.
2009 N 639 De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. De wethouder heeft gezegd dat het college voor 10 augustus niet aan zijn afspraak heeft voldaan. Is de heer Abbes op de hoogte gesteld, dat gelet op de vakantieperiode de afspraak niet kon worden nagekomen? Anders blijven ze allemaal in onmin leven; helemaal in dit zware dossier. Dan is zorgvuldigheid wel geboden. Wethouder Nuijt: Ik denk dat ik duidelijkheid heb gegeven, dat het college het betreurt dat het aan de vakantie te wijten is. Men heeft zo snel mogelijk de heer Abbes antwoord willen geven, maar die termijn van 10 augustus is niet gehaald. De heer Jansen: Dat is mijn vraag. Hebt u bij voorbaat aan de heer Abbes kenbaar gemaakt dat die termijn niet gehaald werd en dat hij een nieuwe datum heeft? Wethouder Nuijt: Ik heb richting de heer Caniels geantwoord dat er namens de gemeenteraad een bericht uitgegaan is dat het verzoek van de heer Abbes bij de ingekomen stukken zou staan en dat hij in september antwoord zou krijgen. Een dergelijke mededeling is niet namens het college gedaan. Ter afdoening in handen van het college gesteld inzake het eerste verzoek. In handen van het presidium gesteld inzake het tweede verzoek. -22 Ter afdoening in handen van de commissie van de rekening gesteld. 7. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van het CDA over geluidsoverlast naar aanleiding van het muziekevenement Dance Tour op 21 mei 2009 (stuk nr. B09-06497) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Hartelijk dank voor het antwoord. Alleen, wij zijn er niet geheel tevreden mee, in die zin dat bij het antwoord op vraag 5 staat: nee, er is geen aanleiding geweest om handhavend op te treden gelet op het feit dat er geen vergunningvoorwaarden zijn overtreden. Niettemin hebben ons wel degelijk klachten bereikt over geluidshinder. Dat betekent naar onze mening dat je je de vraag zou moeten stellen of die normen enerzijds niet te ruim zijn in relatie tot de plaats waar het evenement heeft plaatsgevonden. Als ik dan naar de voorwaarden kijk en er staat: mag niet hoger zijn dan 101 db(a) en ik google even over geluidsnormen, dan vind ik een stukje tekst dat het overeenkomt, bij 100 db(a) overigens al, met het geluid van een F16 straaljager op 300 meter hoogte. Ik zou het college toch willen oproepen om bij het afgeven van dit soort vergunningen in het openbaar gebied, nog eens na te gaan of die normen niet te royaal zijn in de praktijk en eventueel dit op andere plekken te doen waar minder geluidsoverlast en dus ook klachten zullen voorkomen. Dat is de vraag die ik nog aan u heb. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Wij proberen in Lelystad ook wat reuring voor de jeugd te organiseren. Dan is zo n Dance festival, dat een uitermate groot succes is, een van de elementen die het college juist toejuicht om in de stad te houden, op een plek centraal in de stad. Ik ben er zelf die dag geweest. Het geeft veel lawaai. Het is overdag. Ik ben namens het college van mening dat de normen die er zijn goede normen zijn. Natuurlijk is er wat geluidshinder, maar dat weegt niet op tegen het andere belang, dat we voldoende reuring voor onze jeugd in de stad willen. Daartussen moet een afweging plaatsvinden. Het college is van mening dat de huidige normen daartoe volstaan. Als u van mening bent dat het anders moet zijn, dan kunt u daarvoor de geëigende kanalen gebruiken, maar het college is van
2009 N 640 mening dat er een goed evenwicht is gevonden tussen enerzijds geluidsoverlast en anderzijds de behoefte aan festiviteiten in de stad. De heer Caniels: Dank u wel voor de suggestie. Ik zal die kanalen zoeken. Voor kennisgeving aangenomen. 7a. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van de StadsPartij inzake informatie over bouwplannen (stuk nr. B09-06564) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Ik dank het college voor de beantwoording. Im groten und ganzen is het dus: beste mensen, lees de Flevopost als je hem krijgt, want voordat je het weet heeft de buurman iets naast je woning neergezet waar je niet blij mee bent. Ik was in een vorige raadsvergadering heel positief over de suggesties die van verschillende fracties kwamen en ik zou het college willen verzoeken om er eens over na te denken wat meer pro-actief mensen te informeren over plannen die er zijn om gebouwen neer te zetten. Maar ik dank u voor de duidelijk neergezette antwoorden. Daar kunnen we niet omheen, maar misschien zijn er toch andere wegen. Voor kennisgeving aangenomen. 8. Mededelingen Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. Ik wil vanaf deze plek elk collega-raadslid bedanken voor de mooie bossen bloemen die ik heb gekregen tijdens mijn afwezigheid, en de griffie ook. Dank jullie wel. De voorzitter: Leuk om te horen. We zijn blij dat u weer in ons midden bent. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben de raad in juli van dit jaar toegezegd dat wij een initiatiefvoorstel zouden toezenden met betrekking tot een kinderlintje. Het college is echter tegelijkertijd bezig geweest met een soortgelijk initiatief. Dat is een geslaagd project geweest en wij willen die pilot van het college alle kans en ruim baan geven. Twee initiatieven op hetzelfde onderwerp lijkt ons niet zinvol. Dus wij geven graag de kans om die pilot tot een goed einde te laten brengen en trekken voorlopig dat initiatief voor het kinderlintje hierbij in. De voorzitter: Dank u wel. Laten we hopen dat we veel jonge helden in onze stad hebben, want daar gaat het tenslotte om. Liever niet? De heer Homan: Nee, want dan zijn er betreurenswaardige zaken waarbij zo n held moet optreden. Liever niet, dus. De voorzitter: Het is niet helemaal negatief. Je bent ook een jonge held als je iets heel positiefs hebt ontwikkeld. Het is niet alleen bij incidenten. Voor kennisgeving aangenomen.
2009 N 641 9. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van het gedeeltelijk vernieuwen van reclame-uitingen op en rond het pand Schroefstraat 34 (stuk nr. B09-80006) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. 10. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van het oprichten van twee bedrijfsverzamelgebouwen op het perceel Koperstraat 24 (stuk nr. B09-05265) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. 11. Voorstel tot vaststelling van het Parkeerbeleidsplan Lelystad (stuk nr. B09-05071) De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. Met betrekking tot punt 11 heeft de InwonersPartij enige vragen aan het college over dit voorstel. Een van de punten die bekend wordt verondersteld is dat wij van mening zijn, dat de veiligheid van de Neringgarage nog steeds onvoldoende is op het punt van de brandveiligheid van meterkastdeuren en op de plaats van de biggenruggen. Bovendien zijn wij van mening dat de mogelijkheden voor bewoners van het Combinatiegebouw om vanuit hun auto direct het woongebouw en omgekeerd te kunnen betreden, dus zonder dat het noodzakelijk is om 300 meter in de buitenlucht te moeten lopen, weer hersteld moeten worden. En op de vragen die wij al enkele maanden geleden aan het college hebben gesteld over de openstelling van de fietsenbewaarplaats in de Neringgarage na 18.00 uur hebben wij nog steeds geen antwoord. Dan lezen wij bij punt 11 van punt 11 dat de tarieven van het parkeren in het Lelycentre gebaseerd zijn op de tarieven in het Stadshart. Wij verstaan dit zo, dat deze tarieven dus niet gelijk hoeven te zijn, maar aan elkaar gerelateerd zijn. Met andere woorden, als de tarieven in het Stadshart met een bepaald percentage stijgen, dan stijgen de tarieven in het Lelycentre evenredig mee. Mijn vraag is: is dit correct, heb ik dit op deze manier goed gelezen? Verder wil ik graag opmerken dat wij van mening zijn, onder andere in verband met de veiligheid, dat de nieuwe, dus ook de nog te bouwen parkeergarages, 24 uur per dag met de auto toegankelijk moeten zijn. Als een automobilist of automobiliste na 22.00 uur zijn auto wil parkeren, dan moet hij dat veilig in een parkeergarage kunnen doen en niet verplicht worden om dat in een of ander donker steegje te doen. We hebben hierover een motie opgesteld, waarin wij de raad om steun hiervoor vragen. Ik dien hierbij deze motie in. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 1 september 2009 Constaterende dat: de parkeergarages in Lelystad, waar achteraf betaald kan worden, niet met de auto toegankelijk zijn na 22.00 uur. Overwegende dat: - dit onveilig kan zijn en dat deze onveiligheid door de meeste inwoners als zodanig gevoeld wordt; - dit geen bijdrage aan een positief imago van Lelystad is en dat dit de uitgaansmogelijkheden van haar inwoners belemmert.
2009 N 642 Is van mening dat: er onmiddellijk maatregelen genomen moeten worden om voor deze en nog te bouwen garages 24-uurs toegang te bewerkstelligen. Draagt het college op: om deze maatregelen op zo kort mogelijke termijn te treffen. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslaging. Mevrouw De Waal: Mevrouw de voorzitter. Onze fractie geeft allereerst graag een compliment aan al diegenen die betrokken zijn geweest bij het tot stand komen van dit Parkeerbeleidsplan. Het plan was voor het Opinieplein van afgelopen mei al goed voorbereid, heel compleet en duidelijk. Tijdens de Opiniepleinsessie heeft de wethouder uitgebreid aanvullende informatie gegeven en de kritische vragen naar onze mening goed beantwoord. De afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot de aan te vullen onderdelen - parkeren door gehandicapten en parkeren van vrachtwagens - zijn ook uitgevoerd. Het college heeft naar onze mening blijk gegeven van grote betrokkenheid bij het tot stand komen van dit plan. De fractie van de Socialistische Partij heeft er dan ook alle vertrouwen in dat de zaken die nog moeten worden uitgewerkt, goed zullen worden opgepakt. We denken dan aan de mogelijkheden voor NS-parkeerders en aan het regelen van het gratis parkeren door gehandicapten op plaatsen waar sprake is van achteraf betalen. Na al deze lovende woorden toch nog een opmerking en een vraag. Mijn fractie herinnert het college graag aan zijn toezegging in de raadsvergadering van 28 mei jl. om bij het uitwerken van de nota Mobiliteit in drie deelnota s aandacht te besteden aan het veelvuldig stoepparkeren in delen van de Landstrekenwijk. We beseffen dat dit niet in dit plan hoort, maar willen hiervoor toch nog even aandacht vragen. Onze vraag luidt als volgt. Bij de behandeling van dit plan op het Opinieplein kwam aan de orde dat gehandicapten een probleem hebben met de toegankelijkheid van sommige automaten. Kunt u aangeven welke acties daarop zijn ondernomen? De heer Meijering: Mevrouw de voorzitter. Over het algemeen waren wij zeer positief over het Parkeerbeleidsplan. We zagen wel duidelijk een extra mogelijkheid erin. Het dienstverleningshandvest van de gemeente zoals dat op de website staat, is nog wat karig en we zagen in de stukken een uitgelezen mogelijkheid om hieraan iets te doen. Op de bladzijden 24 en 26 staat een stappenplan als er sprake is in een wijk van parkeeroverlast. Het leek ons een goed plan om hiervoor bij het Parkeerbeleidsplan aandacht te vragen en een punt 14 toe te voegen. We hebben hiervoor een amendement dat ik bij dezen indien. Daarnaast zijn we erg blij dat voor een aantal gebieden in Lelystad, waar duidelijk sprake is van parkeerproblematiek, wat extra aandacht is gevraagd. Onder andere het Werkeiland, want daar begint het wel erg druk te worden. Amendement 1 De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: Aan het voorgesteld besluit wordt als punt 14 toegevoegd: Communicatie 14. De in het Parkeerbeleidsplan opgenomen stappenplannen voor invoering parkeerregulering in woongebieden en nabij buurtwinkelcentra worden opgenomen in het gemeentelijk dienstverleningshandvest.
2009 N 643 De heer Gerritzen: Mag ik een vraag stellen? Mijnheer Meijering, wilt u hiermee de weg vrijmaken voor betaald parkeren in grote delen van de stad? Moet ik het amendement zo verstaan? De heer Meijering: Het amendement moet u zo verstaan, dat op het ogenblik dat er inderdaad overlast is in een buurt, het duidelijk is voor de bewoners dat er mogelijkheden zijn om hiernaar te kijken en aandacht voor te vragen en dit ook vast te leggen in het dienstverleningshandvest. Het zal natuurlijk altijd moeten worden beoordeeld of het noodzakelijk is om dit in te voeren, net zoals dat op dit ogenblik wordt ingevoerd. Het is geen vrijbrief óm het in te voeren. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. In het geheel van het parkeerbeleid is er naar de mening van de StadsPartij een aantal zaken die het nodig maken om daar iets over te zeggen. Maar de allereerste opmerking is: er is goed werk verricht en er is heel veel informatie te lezen. Het is dus niet zonder aandacht dat wij hier in onze stad parkeren. Er zijn echter een paar knelpunten. Het eerste knelpunt doet zich al voor bij het eerste voorgestelde besluit, waarbij het gaat om woongebieden. De formulering van dat besluit is zo positief. Daar staat dat er voldoende beschikbare parkeerplaatsen zijn voor bewoners nu én in de toekomst. Dat moet je maar durven zeggen. Wie van ons kan voorspellen hoeveel auto s men in de toekomst heeft per gezin? Dus het is een heel goede formulering maar waarmaken lijkt me vreselijk moeilijk. De heer Meijering heeft eigenlijk al aangegeven dat daar waar er knelpunten zijn, het heel goed is dat er stappenplannen zijn om aan het knelpunt mogelijkerwijs tegemoet te komen, of te constateren dat de bewoners samen constateren dat het groen in hun directe omgeving hun meer waard is dan het neerleggen van twee parkeerplaatsen. Maar het is een knelpunt en ik heb wel goed begrepen, ambtelijk geïnformeerd, dat daarmee heel zorgvuldig wordt omgegaan en ik wens elke straat en elk hofje in Lelystad toe, waar een parkeerdruk is die te groot is, dat ze ermee naar het stadhuis gaan, er goed naar laten kijken en in overleg gaan met de mensen die er misschien iets aan kunnen doen. Ik heb me laten vertellen dat in de toekomst de mogelijkheid is ingebakken in de nog te ontwikkelen delen van Warande, dus niet in het reeds ontwikkelde deel, wat flexibeler in de groei van de vraag naar parkeerplaatsen te voorzien. Een laatste punt. De kust heeft een afzonderlijke exploitatie. De StadsPartij gaat heel nauwlettend de actualisatie van de parkeerexploitaties in de gaten houden om te zijner tijd misschien wel, afhankelijk van de inkomsten bij de kust en de bereidheid van mensen om daar te parkeren, in de exploitatie van de kust ten voordele van het Stadshart het een en ander te schuiven. Nu is dat niet, maar afhankelijk van de toekomstige parkeerexploitaties lijkt ons dat iets wat je mag overwegen. 533 miljoen is er in Nederland aan parkeerbelasting betaald, ik meen vorig jaar, dat was laatst op Teletekst, en 533 miljoen is een vracht geld. Dus we kunnen ons misschien best permitteren om in de toekomst iets meer aan de kust te vragen ten behoeve van het centrum. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Wij sluiten ons graag aan bij de complimenten over dit stuk. Ik heb twee vragen. Ten aanzien van punt 1, in de woongebieden zijn voldoende beschikbare plaatsen etc. De vraag die ik heb, gelet op het Opinieplein van vorige week: betekent dat ook dat de gemeente zich gehouden voelt om inzake de effecten van de kamerverhuurbedrijven en dus de druk op de parkeerbehoefte de term voldoende waar te maken? Het tweede punt gaat over de parkeervoorzieningen voor gehandicapten. Daaraan is ook aandacht besteed. Er staat inderdaad in het stuk dat mensen de gehandicaptenparkeerkaart kunnen aanvragen. Wij krijgen wel wat klachten over de mogelijkheden voor gehandicapten om te parkeren bij het ziekenhuis. Het ziet er
2009 N 644 allemaal aan de voordeur fraai uit, maar als ik optel dan zijn daar slechts 8 plaatsen voor gehandicapten om te parkeren. Naar onze inschatting zou dat wel wat meer kunnen zijn. De vraag die we daaraan willen koppelen: zijn er normen ontwikkeld voor de relatie tussen bepaalde instellingen die naar hun aard veel gehandicapten aantrekken, of moet men het daar ook doen met de gemiddelde norm van 1 op 50? Als dat zo is, dan zou ik het college in overweging willen geven nog eens naar die typische instellingen te kijken of die norm daar niet wat gedifferentieerder zou kunnen zijn. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. In zijn algemeenheid kunnen wij ons goed vinden in dit Parkeerbeleidsplan, maar er zijn vanavond al wat zaken genoemd die ook onze aandacht hadden. Dat is met name verwoord door de PvdA, in die zin dat ik hen moest vragen of zij uit waren op de weg vrijmaken naar betaald parkeren in delen van onze stad. Daar zit wel een stuk zorg voor ons. Als we de parkeernota lezen, dan geeft het college in feite aan: in de toekomst zullen we mogelijk bij klachten wel kunnen overgaan tot parkeerregulering. Dan wordt niet direct - en zo lezen het dan ook maar - erop aangekoerst om betaald parkeren te gaan invoeren in woonwijken, maar wel dat er een kostprijs wordt berekend aan bewoners voor bijvoorbeeld parkeervergunningen. Ik lees dit zo en ik ga ervan uit, en dat is meteen een vraag aan het college, dat als er overwegingen bestaan om een voorstel voor te leggen aan de raad, waarbij ik ervan uitga dat het een amendeerbaar voorstel wordt, om over te gaan tot parkeerregulering in woongebieden, wij dan die afweging nog kunnen maken en dat nu niet wordt aangekoerst op het maken van kosten in de toekomst voor parkeren in woongebieden. Als ik dan kijk naar het amendement van de PvdA, en dat staat ook in de stukken, dan wordt er gezegd: bij minimaal drie klachten van bewoners kunnen we overgaan tot het inzetten van een traject om te kijken of parkeerregulering aan de orde moet zijn. Wij vinden dat wat mager, een drietal klachten, de vergelijking trekkend met het indienen van een burgerinitiatief, daar moet men met 50 handtekeningen komen. Dus die drie klachten, is dat wel een serieus aantal? Daar zit je natuurlijk erg gemakkelijk aan. Onze vraag concreet. Mocht er worden overgegaan tot parkeerregulering in woongebieden, kunnen wij daarvoor dan een amendeerbaar voorstel verwachten? De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. De verdienste van dit Parkeerbeleidsplan is dat het een duidelijk verhaal is met heldere normen. Onze fractie tekent er echter wel bij aan dat het vooral betrekking heeft op de heilige koe en dat het stalen ros er wat bekaaid van af komt. Dat in zijn algemeenheid. Onze fractie mist op een aantal punten scherpte in het verhaal. Ik geef daarvan vier voorbeelden en koppel aan elk van die voorbeelden maar gelijk een vraag. Het eerste. Het college zegt in het verhaal: wij gaan het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren via het parkeren. Als je dan het stuk doorleest en kijkt wat er aan concrete maatregelen genomen zal worden, dan kan ik niet meer vinden dan de 1.000 parkeerplaatsen - dat is overigens een groot aantal - op een groot parkeerterrein bij het toekomstige station Lelystad-zuid. Is dat alles wat wij doen om zo n belangrijke doelstelling, namelijk het stimuleren van het openbaar vervoer via het parkeren, te bewerkstelligen? Het tweede voorbeeld. Het Parkeerbeleidsplan zegt: wij tellen de parkeerruimte op eigen terrein in woongebieden mee als het gaat om de parkeerbehoefte, de parkeerruimte die dan nog op straat gerealiseerd moet worden. Wat wij missen bij dat onderdeel is de richting die daarbij wordt gehanteerd. Is het college van plan, en dat zijn de twee uitersten natuurlijk, om bij de inrichting van toekomstige woongebieden zo veel mogelijk die inrichting zodanig te laten zijn dat er maximaal op eigen terrein
2009 N 645 geparkeerd wordt? Dat heeft natuurlijk als voordeel dat de gemeente weinig parkeerruimte op straat hoeft aan te leggen en dat scheelt weer in de openbare ruimte en in het onderhoud van de openbare ruimte. Maar dat betekent wel dat alle voortuinen vol auto s komen te staan, dus of bewoners daar nu zo blij mee zijn. Of kijkt het college juist de andere kant op, namelijk de inrichting zodanig laten zijn dat zo weinig mogelijk op eigen terrein geparkeerd hoeft te worden? Dat verfraait wellicht het aanzien van de buurt. Kortom, op zich een logische gedachte: bij de parkeernorm tellen we mee hoeveel parkeerplaatsen er op eigen terrein zijn. Dat wordt heel minutieus uitgewerkt in het Parkeerbeleidsplan, maar de beleidsrichting die daarbij gekozen wordt ontbreekt. Een derde voorbeeld. Er staat in het Parkeerbeleidsplan dat er een kostendekkende exploitatie van het parkeren in het Stadshart moet zijn. Een op zich voor de hand liggende gedachte. Maar wat daar niet bij staat, en dat is waarover we al in het verleden steeds gesproken hebben als het ging om de bouw van parkeergarages, is dat als de parkeergarages klaar zijn, de parkeertarieven zodanig zullen worden ingericht dat parkeren op straat duurder is dan in de parkeergarages. De achterliggende gedachte was daarbij heel goed, vond onze fractie, namelijk dat je de straten eigenlijk leeg en schoon wilt houden. Laat men vooral parkeren in de garages. Waarom ontbreekt dat onderdeel nu in dit Parkeerbeleidsplan dat op onderdelen zo minutieus is uitgewerkt? Laatste voorbeeld. Het Parkeerbeleidsplan geeft normen voor het aantal fietsparkeerplaatsen in het Stadshart. Maar wat je dan ook zou willen weten is welke norm gehanteerd wordt voor het aantal parkeerplaatsen in bewaakte stallingen. Geen woord daarover, terwijl dat natuurlijk heel belangrijk is voor mensen. Wil je stimuleren dat mensen met de fiets naar het centrum komen, dan moet je ook zorgen dat er voldoende bewaakte parkeerplaatsen zijn voor die fietsen. Waarom staat daar niets over in het verhaal? Ik volsta met deze vier voorbeelden. Er zouden er meer te geven zijn, maar we zijn zuinig op onze spreektijd. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. De fractie van Leefbaar Lelystad heeft ook kennis genomen van de uitgangspunten van het Parkeerbeleidsplan en zoals anderen al hebben gezegd, de normstellingen zijn vrij duidelijk. Ik vind alleen dat de uitgangspunten wat algemeen zijn. Daarmee bedoel ik dat bij de uitgangspunten 1, 2 en 3 het werkwoord zijn drie keer voorkomt; in alle woongebieden zijn voldoende parkeerplaatsen. Ten eerste is dat een onjuistheid, want het woord Landstrekenwijk is al gevallen maar in die wijk zijn absoluut geen voldoende parkeerplaatsen. Wij willen graag voor die drie uitgangspunten een amendement indienen. De heer Walraven: Mag ik de heer Erica iets vragen? Ik wandel elke woensdag en vrijdag door de Landstrekenwijk, bij vrijwilligerswerk. Ik zie, en dat was wat mijn collega zojuist ook zei, dat de parkeerplaatsen geheel of grotendeels leeg staan, dat de voorrijstroken bij de kapitale villa s leeg staan, waarschijnlijk de garages ook en dat de voetgangersstroken volledig of bijna volledig volgeparkeerd staan. Is u dat bekend? De heer Erica: Ik bewonder uw wandelgangen door de Landstrekenwijk, maar het moment waarop u dit constateert is natuurlijk een onjuist moment. Het werkzame volk pleegt tussen 16.30 en 17.30 uur thuis te komen en dan ontstaan er problemen. Het is natuurlijk logisch dat in iedere woonwijk men overdag met de auto weg is. Dan zie je inderdaad lege parkeerplaatsen. Maar kom niet om 18.00/18.30 uur, want dan is het gewoon vol. Als ik u een voorbeeld mag noemen. Het is niet een voorbeeld dat nu toonaangevend is, maar bij mij in de omgeving is een gezin dat heeft 5 auto s en u
2009 N 646 kunt zich voorstellen dat dat een probleem oplevert. Voor de rest is het ook zo dat veel mensen met een eigen auto daarnaast ook nog een bedrijfsauto hebben die ze voor hun huis parkeren. Als u om een uur of 17.00, 18.00 bij mij in de buurt wandelt, dan ziet u dat er overal in de grasvelden auto s staan. Dus er is echt een nijpend tekort in de Landstrekenwijk. De heer Walraven: Mag ik nog even kort reageren? Ik proef bijna uit uw woorden dat u van mening bent dat je als voetganger niet het recht hebt om onbeperkt op de stoep te kunnen lopen, laat staan met metgezellen die niet of nauwelijks goed ter been zijn. De heer Erica: Dat is een heel ander aspect. Het is zo dat bij mij in de straat ook auto s op het trottoir staan. Omdat ze die schuine trottoirbanden hebben gebruikt, is het zo makkelijk om die auto erop te rijden. Dat vind ik ook vervelend, want als ik door de straat wandel dan moet ik altijd de straat op. Aan de Rijnland waar gestoken geparkeerd wordt, dat is onder een hoek van 90 op de rijrichting, is het aantal parkeerplaatsen absoluut onvoldoende, want in de directe omgeving van mijn huis staan 5, 6 auto s in het grasveld. Dat is een chaotische toestand, want als dat gras gemaaid moet worden, kan dat niet eens. Maar dit even terzijde. Wij willen dus in de eerste drie uitgangspunten het woord zijn vervangen door het woord dient. Daarvoor krijgt u van ons een amendement voor alle drie de uitgangspunten. Ik heb verder nog een opmerking betreffende uitgangspunt 4. Ik heb dat vier keer gelezen en ik begrijp niet wat er staat. Er is gepoogd om dat in een soort Jip en Janneketaal duidelijk te maken. Maar als ik lees: In het Stadshart zijn, naast de particuliere voorzieningen, openbare parkeervoorzieningen met een hoog niveau van gebruikskwaliteit en van voldoende capaciteit voor gemengd gebruik door alle aanwezige functies, dan hoop ik dat de wethouder mij straks uitlegt wat daarmee bedoeld wordt. Ik denk dat het college ermee bedoelt dat in het Stadshart, naast particuliere voorzieningen, ook openbare voorzieningen aanwezig zijn die in kwantitatieve en kwalitatieve zin aan alle eisen voldoen. Als dat er zou staan, dan is het waarschijnlijk wat duidelijker. Met betrekking tot de centrale kuststrook rond Batavia Stad wil het college een actieve rol blijven spelen. Dat is een goede zaak. Onze fractie mist in dat verband een stellingname met betrekking tot limieten. Want als de druk van mensen met de auto, en dat is ongeveer 80 a 85% van de bezoekers, maar doorgaat, gaat u dan ongebreideld door met het aanleggen van parkeerruimten daar? Dat kan ik mij niet voorstellen. De aanleg van een transferium aan de A6; daar is geen sprake van. U hebt wel gezegd: bij station Lelystad-zuid komt een parkeerterrein voor 1.000 plaatsen, maar als ik in de toelichting lees dat dat uitsluitend bestemd is voor de mensen die met de trein verder willen reizen, dan heeft dat nauwelijks iets te maken met het beleid dat mensen die vanaf de A6 naar Batavia Stad willen, daar zouden kunnen parkeren en met een openbaarvervoersvorm naar Batavia Stad of naar de luchthaven gebracht zouden kunnen worden. Daar lees ik verder niets van. Ten slotte. Onze fractie is heel nieuwsgierig in welke mate de parkeervoorzieningen voor Lelystad Airport in deze nota een plaats krijgen. Dat geldt in feite ook voor het toegezegde laad- en loszonebestand in het Stadshart. Daar is in het verleden door onze fractie al een keer op gewezen, maar ik tref in deze parkeerbeleidsnota daar niets van aan. Dit was de reactie van Leefbaar Lelystad in eerste termijn.
2009 N 647 Amendement 2 De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "De tekst van uitgangspunt 1 als volgt te wijzigen: "1. In alle woongebieden dient een voldoende aantal parkeerplaatsen beschikbaar te zijn voor bewoners en hun bezoekers, nu en in de toekomst. Amendement 3 De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "De tekst van uitgangspunt 2 als volgt te wijzigen: "2. In alle werkgebieden dient een voldoende aantal parkeerplaatsen beschikbaar te zijn voor personeel en bezoekers van de aanwezige bedrijven, nu en in de toekomst. Amendement 4 De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "De tekst van uitgangspunt 3 als volgt te wijzigen: "3. In winkelgebieden dient een voldoende aantal parkeerplaatsen beschikbaar te zijn voor de klanten van de winkels, nu en in de toekomst. De voorzitter: De amendementen maken onderdeel uit van de beraadslaging. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Op de eerste plaats dank voor de complimenten die door de verschillende fracties zijn uitgebracht. Ik denk dat ff inderdaad veel werk is verricht, dat we dat met verschillende partijen hebben gedaan en dat er op zich een goed bruikbare nota voorligt, die op onderdelen nog wat vragen oproept. Daar zal ik dan ook op ingaan. Allereerst de tarieven van het Lelycentre, gevraagd door de heer Ongering. Het laagste tarief van het Stadshart, dat moet u eronder verstaan als we praten over tarieven die gebaseerd zijn op het Stadshart. Al sinds de invoering is het zo dat het laagste tarief in het Lelycentre gebruikt wordt en dat stijgt dus ook op die manier mee. Dan als het gaat om de motie die door de InwonersPartij is ingediend. Op dit moment is het zo dat s avonds de deuren van de parkeergarages dicht gaan. Dat heeft te maken met veiligheid. Men kan er wel uit. Als je een kaartje hebt dan kun je er inlopen en met het kaartje eruit rijden. Maar erin rijden niet. Dat is ook de bedoeling, om ongewenst bezoek in de parkeergarages te voorkomen. Op zich vinden we de motie sympathiek en zouden we hem kunnen overnemen, maar we moeten even kijken of het in de techniek mogelijk is. We zullen u daarover later informeren. Bovendien heeft het met de bezetting van de meldkamer van Perspectief te maken, dus we zullen dat in overleg met Perspectief moeten doen. De SP, mevrouw De Waal, vraagt aandacht voor het stoepparkeren en ook door Leefbaar Lelystad is daar zojuist op gewezen. Dat komt in de nota Mobiliteit Lelystad weer terug. Ik dacht dat ook de heer Homan daarover vragen heeft gesteld: voldoende parkeerplaatsen in woongebieden, hoe moeten we dat duiden? Op dit moment is nergens vastgelegd hoeveel parkeerplaatsen er per woning zouden moeten zijn. Het is de bedoeling dat we dat gaan vastleggen in bestemmingsplannen met name. Op het moment dat er groot onderhoud plaatsvindt, zal in die woongebieden, in overleg uiteraard met bewoners, gekeken worden waar we tot uitbreiding kunnen komen om de norm die in de bestemmingsplannen is vastgelegd daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Mevrouw De Waal heeft ook een vraag gesteld over de bereikbaarheid van de automaten voor gehandicapten. We zijn dat aan het inventariseren en zullen kijken welke maatregelen nodig zijn om dat te verbeteren. Daar wordt op dit moment naar gekeken en het wordt opgepakt, dus u zult daarover later geïnformeerd worden.
2009 N 648 De PvdA heeft een amendement ingediend om de stappenplannen toe te voegen aan het dienstverleningshandvest. Op zich is dat een goede suggestie. Het college kan daarmee leven, dus dat zouden we kunnen overnemen. De heer Caniels heeft de vraag gesteld over kamerverhuur in relatie tot parkeren. Ik kan me voorstellen als er aanvragen voor kamerverhuur binnenkomen binnen het nieuwe beleid dat daarvoor nu gemaakt en vastgesteld gaat worden, dat parkeren en parkeeroverlast deel gaan uitmaken van een dergelijke aanvraag. Als het gaat om gehandicaptenparkeerplaatsen bij het ziekenhuis dan is het niet zo dat de standaardnorm van 1 op 50 gehanteerd wordt. De norm van het ziekenhuis ligt fors hoger. Het is niet alleen vóór het ziekenhuis maar ook op het terrein naast het ziekenhuis dat daar nog een aantal gehandicaptenparkeerplaatsen zijn. Hoe de norm exact ligt, weet ik niet, maar we volgen dat nauwlettend. In overleg met het ziekenhuis kunnen we zeker op het terrein vóór het ziekenhuis gemakkelijk plaatsen bij maken als dat nodig is. Ons hebben overigens nog geen signalen bereikt dat er een tekort zou zijn. De heer Caniels: Ons dus wel. Wethouder Lodders: Dat constateer ik ook. Dan als het gaat om het reguleren van parkeren in woongebieden, waar de VVD om vraagt. Dan praten we over parkeervergunningen zoals we dat bijvoorbeeld bij De Stelling op dit moment hebben gedaan; het zou ook een blauwe zone kunnen zijn. Dan moet in de meeste gevallen de parkeerverordening daarop aangepast worden, omdat die gebieden in de verordening benoemd moeten worden. Dat komt dan via een raadsvoorstel uiteraard naar u toe. Daarnaast is er een mogelijkheid van een blauwe zone. Daartoe is het college zelf bevoegd, maar daarover wordt u altijd keurig geïnformeerd. Is het aantal klachten van drie om tot maatregelen over te gaan niet wat laag? Het is niet zo dat als er drie klachten binnen zijn, we dan al direct die maatregelen gaan nemen. Het is wel zo dat er dan een parkeerdrukmeting plaatsvindt. Op basis daarvan wordt bekeken of het wel of niet noodzakelijk is om te gaan reguleren. Dat aantal zou ook hoger kunnen. Een burgerinitiatief ligt inderdaad op 50. Dat lijkt wel heel veel, omdat je als je praat over parkeeroverlast, vaak over kleine gebieden praat waar soms niet eens 50 mensen wonen. Dan is 50 wel erg veel. Maar goed, het aantal van drie is wat ons betreft geen vast gegeven. Dat mag best hoger als u dat vindt. Dat hoor ik dan graag in de tweede termijn. De heer Siepel heeft gevraagd: hoe gaan we nu vanuit het Parkeerbeleidsplan het openbaar vervoer stimuleren? U noemde daar de 1.000 plaatsen bij Regiopoort. Die zijn voorlopig nog niet aangelegd en die zijn niet alleen voor Lelystads publiek bedoeld maar hebben een bredere betekenis. We zijn op dit moment bijvoorbeeld met NS in overleg om het terrein achter het provinciehuis bij Getronics geschikt te maken voor Park & Ride. Daarnaast, als de garages allemaal klaar zijn, dan ontstaat ook daar ruimte om mensen hun auto te laten parkeren en vervolgens met het openbaar vervoer naar elders te reizen. Daarnaast is het zo dat als je kijkt naar de parkeergarages en de capaciteit, we die niet ongebreideld uitbreiden en dat daar een bepaald evenwicht in zit, zodat mensen gestimuleerd worden om met de fiets of het openbaar vervoer te komen. Maar ik denk dat deze discussie in de nota Mobiliteit, en dan het gedeelte van plaatsen binnen de stad, nog zal terugkomen. Dan als het gaat om het aantal plaatsen en voldoende plaatsen in de woonwijken, en hoe gaan we om met nieuwe wijken; is het dan vooral op eigen terrein parkeren of is het juist alles in het openbaar gebied? Ik zou willen zeggen dat het een mix is van
2009 N 649 beide. Dat wordt in het stedenbouwkundig plan vastgelegd. Het hangt een beetje van het type wijk, het type woning, af of er veel ruimte nodig is in het openbaar gebied of dat het wat meer op eigen terrein kan plaatsvinden. De heer Siepel: Bij interruptie. Geeft het college de stedenbouwkundigen dan geen richting mee? Dat moeten ze zelf maar uitpuzzelen of het veel of weinig moet zijn? Dat maakt natuurlijk nogal wat uit. Mijn punt is nu juist dat het college geen positie kiest in dit onderwerp. Wethouder Lodders: Wat meegegeven wordt is de parkeernorm die in zo n nieuwe wijk geldt. Voor nieuwe wijken ligt die wat hoger dan in de bestaande wijken; dat mag duidelijk zijn. Het hangt ook een beetje af van het type woningen dat daar gerealiseerd gaat worden. Ontwikkelaars en stedenbouwkundigen hebben daar in principe vrijheid in. Later bij de beoordeling zullen we bekijken of het aan onze eisen en wensen voldoet. De heer Siepel: En welke norm hanteert u dan bij de beoordeling? Dan moet u toch een keuze maken. Mijn punt is nu juist dat een beleidsplan beleid moet bevatten op dit punt. Ik begrijp dat het beleid is: we zien wel wat er komt. Wethouder Lodders: In het beleidsplan ziet u achterin de normen staan die in de diverse wijken gehanteerd worden. Ik dacht dat het voor de nieuwe wijken op 1,8 per woning ligt. Dat is in het bestemmingsplan vastgelegd. De parkeertarieven op straat zouden hoger moeten worden als we straks de garages klaar hebben, zodat er minder auto s op straat staan. Dat is juist. U zult dat in de toekomst in de parkeerexploitaties op basis waarvan de tarieven vastgesteld gaan worden, terugvinden. Dat is nog steeds het uitgangspunt. We zullen dan uiteraard wel voldoende garages moeten hebben. Bovendien is ook het uitgangspunt dat voor de terreinen in het openbaar gebied in het Stadshart niet zijnde garage, achteraf betaald parkeren gaat plaatsvinden. De heer Siepel: Waarom hoort dit punt dan niet in het Parkeerbeleidsplan thuis? Het staat er namelijk niet in. Wethouder Lodders: Dat had er inderdaad aan toegevoegd kunnen worden, maar op zich is het staand beleid. Als het gaat om de bewaakte fietsenstalling. In het Verkeersplan Stadshart is opgenomen waar en hoeveel plaatsen daar zijn. Daar wordt dacht ik in de parkeernota naar verwezen. De heer Erica heeft nog een vraag gesteld over Batavia Stad: laten we daar het parkeren ongebreideld groeien? Op dit moment constateren we dat er de meeste tijd voldoende parkeergelegenheid is. De garage heeft nog capaciteit over en in drukke tijden hebben we een noodoverloop. Het hangt van de initiatieven af die daar gaan plaatsvinden. Met de initiatiefnemers c.q. ontwikkelaars zullen we gesprekken voeren met wat voor parkeernorm we gaan werken; of het een maaiveld parkeren wordt of garage parkeren. Ik denk dat we op dit moment niet op zaken vooruit kunnen lopen wat dat betreft. Als het om de Regiopoort gaat dan ben ik daar zojuist al op ingegaan, dat de 1.000 plaatsen niet alleen zijn voor mensen uit Lelystad, maar dat dat een mix is voor mensen die vanuit Lelystad daarvan gebruik willen maken, mensen die we willen afvangen vanaf de A6 om verder met de trein te gaan en bijvoorbeeld bezoekers van het Natuuractiviteitencentrum.