Casus 11. Geen klinische gegevens ingevuld Man, 45 Jaar. Hb: 8,9 WBC: 25,2. Plt: 159 MCV 89,1. Neutro s 13,6 Mono s: 2,52. Casus 6

Vergelijkbare documenten
Casus 1. Man, 52 jaar. Pancytopenie. Hb: 5,4 WBC: 3,8 granulo s 1.68 Plt: 98 LDH: 450. Casus 1

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

DHC morfologie Wendy Stevens, Mariëlle Wondergem en Ellen Kramer

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE BEENMERGONDERZOEK

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Papendal Ellen Kramer; Isala, Zwolle. Mars van t Veer; Addenbrooke s, Cambridge, UK

Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.

Leukemie/Lymfoom Immunofenotypering. bespreking najaar 2018 Sectie IMCD 22 November 2018 Zwolle

Synergie: cytologie+immunologie+histologie

Neoplastische proliferatie van mestcellen

Chronische myeloproliferatieve aandoeningen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

Myelodysplasie. Ellen Kramer, Isala Zwolle 7 maart 2013

Casus 4: Perifeer bloed: erytroblasten: 600/100 leukocyten

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

Reeks 13 Vergeten Organen Avond 5: Het bloed Prof.dr. Schouten

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen

Referentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding

Myelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden.

1 Algemene inleiding. Casus

Blasten in perifeer bloed

Chronische lymfoproliferatieve aandoeningen

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen S. Boerman. Geen (potentiële) belangenverstrengeling

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober door Joost Lips

Vraag Acute B-cel leukemie 3. Chronisch B-cel leukemie CD19+

Welkom. Bloedwaarden. Hematondag 3 oktober Jan de Jong, arts np

DHC morfologie Wendy Stevens, Mariëlle Wondergem en Ellen Kramer

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk

Een patiënte met ongebruikelijke blasten. Dr. Kirsten van Lom, afd. Hematologie Dr. King H. Lam, afd. Pathologie

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Intensivering deel IIA en IIB (duur circa 50 dagen)

T-cel lymfoom en beenmergcytologie. Jeanette Doorduijn Hematoloog Erasmus MC Rotterdam

RBM terugkommiddag Huishoudelijke mededelingen. 22 juni 2011

Mocht uw onderzoek er niet bij zijn dan kunt u contact opnemen door een mail te sturen naar contact@mdca.nl

QuickTime en een TIFF (LZW)-decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven. QUIZ

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

Onze partners Symposium Chronische Nierschade 29 oktober 2012

Hematologie: werken in teamverband!

ONBEHEERDE AFDRUK. Kwaliteitshandboek CKHL Bijlage 4-4: Referentiewaarden en Meetonzekerheid. Pagina 1 van 10. Alleen geldig op: vrijdag 17 april 2015

Essentiële Trombocytose

Diagnostische score van flowcytometrie in MDS

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie. Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie

17, ,

Deze tarievenlijst kan onvolkomenheden bevatten en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium

Een zuigeling met een infectie

Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek. A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda,

MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM. Wat is Myelodysplastisch Syndroom (MDS)?

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum:

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013)

Laboratoriumdiagnostiek hematologische maligniteiten Radboud universitair medisch centrum

Kortademigheid Patiënt vindt zichzelf niet kortademig. Bij inspanning raakt hij wel snel buiten adem.

Therapie op maat voor patiënt met Acute lymfatische Leukemie. Dr V. de Haas Kinderarts-oncoloog/hematoloog Hoofd SKION laboratorium

het anemieprotocol in de eerstelijn

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015)

Interpretatie labo-resultaten

Bloedbeelden hematologie

Myelodysplastisch syndroom

Referentiewaarden (nieuw per januari 2012)

Technische aspecten van het beoordelen van beenmergpreparaten. 31 maart 2016 Kirsten van Lom

Laboratoriumonderzoek bij vraagstelling/behandeling anemie

REFERENTIE-INTERVALLEN (vanaf 1 juni 2018)

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap

Onderzoeksprotocol Digital Imaging (DI) van erytrocyten en trombocyten bij MPN

Casus oncologie minisymposium dd

Versie 4 Ingangsdatum: Februari 2014 Controledatum: februari 2016

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

Pacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE

Kostenoverzicht Laboratoriumdiagnostiek Certe Huisartsenlaboratorium Basis prijslijst per 1 januari 2016 (in Euro)

Referentiewaarden (nieuw per augustus 2010)

Lessenreeks Hematologie. Anemie. Diagnose en Gebreksanemieën. Caroline Brusselmans & Pieter Vermeersch LAG

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie

CASUSSCHETSEN. Op het CB wordt aan voedselallergie gedacht en hypo-allergene voeding geadviseerd.

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

INFOBLAD MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM (MDS)

Acute megakaryoblasten leukemie

Reticulocyten ,43 2, Hemoglobine (Hb) ,82 1,71

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

Myelodysplastisch syndroom

TTP. Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK ENQUETE 2016/1

Analysefrequentie laboratoriumonderzoek

In het algemeen duidt een RPI < 2 op onvoldoende tijd of vermogen van het beenmerg om te reageren op de anemie.

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Volwassenen Kinderen Ouderen. Stichting Oosterscheldeziekenhuizen Ziekenhuis Zeeuws Vlaanderen Ziekenhuis Walcheren vierde editie versie 2007

Palpabele lymfeklieren bij kinderen. Kinderarts-infectioloog

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Het hematologisch bloedonderzoek. Het hematologisch bloedonderzoek. is het onderzoek naar de bloedcellen

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Concentratie-en verdunningsproef ,70 0,58 (maximaal 6 x)

Transcriptie:

Casus 11 Geen klinische gegevens ingevuld Man, 45 Jaar Hb: 8,9 MCV 89,1 WBC: 25,2 Neutro s 13,6 Mono s: 2,52 Plt: 159 Casus 6

Bloed uitstrijkje Casus 6

Wat nu? Anamnese Beenmergonderzoek t(9;22) Bloedkweek Casus 6

Wat nu? Anamnese Beenmergonderzoek t(9;22) Bloedkweek Casus 6

Verdere diagnostiek Anamnese: de patient gebruikte GCS-F voor stamcel collectie voor auto-psct myeloom Casus 6

Casus 12 Vrouw, 60 jaar Trombocytopenie. Vorig jaar longcaviteit, uitgebreide diagnostiek geen oorzaak Hb: 8,2 MCV: 81,9 WBC: 13,9 Plt: 35 Casus 7

Bloed uitstrijkje Casus 7

Wat is uw volgende actie? Tellen in citraat Beenmerg onderzoek Expectatief Behandelen als ITP Casus 7

Wat is uw volgende actie? Tellen in citraat Beenmerg onderzoek Expectatief Behandelen als ITP Casus 7

Verdere diagnostiek De diagnose werd gesteld op ITP Er werd een behandeling gestart met corticosteroiden Er werd een beenmerg gedaan ivm. met de longcaviteit en de te verwachten immunosuppressie. Casus 7

Casus 13 Man, 25 jaar. Sinds 4 maanden progressief vermoeid en voelt zelf klieren in de hals Geen koorts, geen nachtzweten, wel duizelig, niet afgevallen Huisarts verricht bloedonderzoek

Bloed Hb: 9,7; MCV: 88; leuko: 46,0; trombo s: 54. Dif: neutrofielen: 6,4; lymfocyten: 34,5; monocyten: 1,4; eo s: 0,5; baso s: <0,1; Pt wordt verwezen naar het ziekenhuis alwaar een beenmerg wordt geprikt.

Beenmerg immuno

Beenmerg immuno

Beenmerg immuno

Beenmerg, immuno

Vraag : van welke maligniteit is hier sprake? 1. Er is een AML 2. Er is een B-ALL 3. Er is een T-ALL 4. Er is een MDS

Vraag : van welke maligniteit is hier sprake? 1. Er is een AML 2. Er is een B-ALL 3. Er is een T-ALL 4. Er is een MDS

Casus 14: Vrouw, 62 jaar Meerdere malen epistaxis, nabloeden na ingreep voor paronychia, oro-mucosale bloedingen sinds enkele weken Familie anamnese : geen verhoogde bloedingsneiging 2 kinderen gekregen zonder problemen, nooit OK gehad

laboratoriumonderzoek Factor VIII 18% VWF act < 25% VWF ag < 12% BSE> 140 mm/hr

Welk onderzoek gaat u nu verrichten? 1. Beenmergonderzoek 2. Bloedingstijd en trombocytenaggregatietest 3. Eiwitspectrum en electroforese 4. Totaal eiwit, calcium A: 2 + 4 B: eerst 2, als normaal dan 1 C: 3 + 4

Welk onderzoek gaat u nu verrichten? 1. Beenmergonderzoek 2. Bloedingstijd en trombocytenaggregatietest 3. Eiwitspectrum en electroforese 4. Totaal eiwit, calcium A: 2 + 4 B: eerst 2, als normaal dan 1 C: 3 + 4

TE: 114g/l, kreatinine en calcium is normaal Eiwitspectrum volgt Wat doet u nu? 1. Plasmaferese 2. X-skelet 3. Beenmergonderzoek 4. Viscositeitsmeting en ICC oogarts A- 2 + 3 B- 1 + 3 C- 4, als abnormaal dan 1

TE: 114g/l, kreatinine en calcium is normaal Eiwitspectrum volgt Wat doet u nu? 1. Plasmaferese 2. X-skelet 3. Beenmergonderzoek 4. Viscositeitsmeting en ICC oogarts A- 2 + 3 B- 1 + 3 C- 4, als abnormaal dan 1

beenmerg

beenmerg

Plaatje beenmerg

Uitslag botbiopt

Wat is uw diagnose? 1. Lymfoplasmocytair lymfoom 2. Multipel myeloom

Wat is uw diagnose? 1. Lymfoplasmocytair lymfoom 2. Multipel myeloom

beloop Plasmaferese, dexamethason en cyclofosfamide zijn gestart Plasmaferese kan niet goed gestaakt ondanks chemotherapie

twijfel: werkt de behandeling wel en zo niet wat is de reden daarvan? Wat kunt u doen om de twijfel weg te nemen? 1. MYD88 op biopt 2. Cycline D1 kleuring op biopt 3. X-skelet 4. Botbiopt herhalen A- al bovenstaande B- 1 en 3 C- 1 en 3 en 4

twijfel: werkt de behandeling wel en zo niet wat is de reden daarvan? Wat kunt u doen om de twijfel weg te nemen? 1. MYD88 op biopt 2. Cycline D1 kleuring op biopt 3. X-skelet 4. Botbiopt herhalen A- al bovenstaande B- 1 en 3 C- 1 en 3 en 4

botbiopt

Wat is uw conclusie en wat stelt u voor 1. Het is een multipel myeloom, we starten velcade erbij en gaan richting HDM 2. Het is een lymfoplasmocytair lymfoom en we starten rituximab erbij, eventuele verhoging van IgM hierdoor fereren we er wel uit.

Wat is uw conclusie en wat stelt u voor 1. Het is een multipel myeloom, we starten velcade erbij en gaan richting HDM 2. Het is een lymfoplasmocytair lymfoom en we starten rituximab erbij, eventuele verhoging van IgM hierdoor fereren we er wel uit.

Casus 15 Vrouw, 28 jaar Met spoed opgenomen in verband met spierzwakte benen. Buiktumor rond lumbale wervelkolom Hb: 6,1 WBC: 7,7 Plt: 110 In dif enkele blastaire cellen Casus 8

Morfologie Beenmerg aspiraat Casus 8

Wat verder? Flow cytometry: CD19+, CD10+, sig - TdT FISH met break-apart probe voor chr8 Ki 67 Niets, want u kunt de diagnose Burkitt lymfoom al stellen Casus 8

Wat verder? Flow cytometry: CD19+, CD10+, sig - TdT FISH met break-apart probe voor chr8 Ki 67 Niets, want u kunt de diagnose Burkitt lymfoom al stellen Casus 8

Verdere diagnostiek TdT: neg, CD34: neg FISH t(14;18): pos FISH MYC- probe (chr 8) translocatie met? Diagnose: double-hit lymfoom Casus 8

Casus 16 Man, 66 jaar Geen klinische gegevens Hb: 10.1 MCV: 81 WBC: 11.1 Plt: 725 Beenmerg hypocellulair met voornamelijk neutrofile segmenten. Opvallende megakaryocyten: Casus 9

Beenmerg aspiraat Casus 9

Wat is uw volgende diagnostische interventie? Difje bekijken Karyotypering Vit B12 / foliumzuur JAK2 / CALR / MPL Casus 9

Wat is uw volgende diagnostiche interventie? Difje bekijken Karyotypering Vit B12 / foliumzuur JAK2 / CALR / MPL Casus 9

Resultaten: Difje bekijken: altijd goed Karyotypering: niet gedaan, geen verdenking MDS Vit B12 / foliumzuur: normaal MCV, normaal vit B12 JAK2 / CALR / MPL: sterke verdenking op MPN - ET Casus 9

Verdere diagnostiek JAK-2: gemuteerd Casus 9

Casus 17 Vrouw 21 jaar, kwam op Eerste Hulp in verband met duizeligheid en onwel zijn. Men toont u het uitstrijkje Hb: 4,8 MCV: 60,6 WBC: 9.3 Plts: 551 CRP: 209 Alb: 21 Casus 10

Bloeduitstrijk Casus 10

Wat is uw volgende diagnostische interventie? beenmerg aspiraat leverfuncties ijzerstatus Hb electroforese Casus 10

Wat is uw volgende diagnostische interventie? beenmerg aspiraat leverfuncties ijzerstatus Hb electroforese Casus 10

Verdere diagnostiek: ferritine: 142 serum ijzer: 0.9 saturatie: 3 transferrine: 14 vit B12: 523 foliumzuur: normaal Casus 10

Casus 18 Man, 48 jaar Sinds een jaar een pijnloze zwelling op linker bovenbeen Onderzoek: 4 cm x 4 cm paars/ bruine, scherp begrensde geïndureerde plaque, caudaal ervan een 2 mm grote papel VG trombosebeen links

Huidlesie

CD45

TdT

Biopt huid

Vraag : wat is uw diagnose? 1. B-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 2. T-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 3. Rijpcellige lymfatische maligniteit 4. Myeloïd sarcoom 5. Onvoldoende gegevens voor de diagnose

Vraag : wat is uw diagnose? 1. B-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 2. T-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 3. Rijpcellige lymfatische maligniteit 4. Myeloïd sarcoom 5. Onvoldoende gegevens voor de diagnose

Vervolg Onder verdenking B-lymfoblastair lymfoom werd verder (stadiërings)onderzoek verricht

Bloedonderzoek Bepaling Uitslag Bepaling Uitslag BSE 20 Hb 8,6 MCV 87 Leukocyten 33,7 Trombocyten 136 Reticulocyten 26 Neutrofiele granulocyten 27,3 Segmentkernige granulocyten 17,9 Staafkernige granulocyten 4,9 Metamyelocyten 0,98 Myelocyten 2,44 Promyelocyten 1,15 Lymfocyten 2,9 Monocyten 2,6 Eosinofiele granulocyten 0,5 Basofiele granulocyten 0,5 Ureum 3,4 Kreatinine 110 Natrium 140 Kalium 4,6 Calcium 2,53 Fosfaat 1,14 Alk. Fosfatase 61 ggt 59 ASAT 26 ALAT 21 LDH 191 Tot eiwit 82 Albumine 50 CRP 1 Urinezuur 0,38 Bilirubine 10

Beenmergaspiraat

Beenmerg, conclusie Zeer celijk beenmergaspiraat net een hyperproliferatie van alle cellijnen. Er is een toename van eosinofielen (12%) en de megakaryocyten zijn morfologisch normaal. Geen aanwijzingen voor een B-ALL. Vooralsnog eerder reactief dan passend bij een MPN. Botbiopt: conform

Bloed, immuunfenotypering

Vraag : welke (combinatie van) markers wilt u aanvullend inzetten op het huidbiopt? 1. CD4, CD123, CD56 2. CD68, CD33, CD34 3. CD64, CD300, CD117 4. CD7, CD123, CD2

Vraag : welke (combinatie van) markers wilt u aanvullend inzetten op het huidbiopt? 1. CD4, CD123, CD56 2. CD68, CD33, CD34 3. CD64, CD300, CD117 4. CD7, CD123, CD2

Immuno revisie huidbiopt Tumorcellen: CD45RA+, CD33+, CD4+, CD56+, CD123+, TdT+

Wat is uw diagnose? 1. B-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 2. T-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 3. Rijpcellige lymfatische maligniteit 4. Plasmacytoïd dendritisch cel neoplasma 5. Onvoldoende gegevens voor de diagnose

Wat is uw diagnose? 1. B-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 2. T-lymfoblastair lymfoom/ leukemie 3. Rijpcellige lymfatische maligniteit 4. Plasmacytoïd dendritisch cel neoplasma 5. Onvoldoende gegevens voor de diagnose

Diagnose

Casus 19: Vrouw, 76 jaar Algehele malaise Milt palpabel, 6 cm Huisarts vond trombocytose

lab

perifeer

centraal

centraal

Telling centraal (%) PA: Goed beoordeelbaar botbiopt met tussen de lamellair gebouwde botbalkjes opvallend hypercellulair beenmerg. Opvallend is het grote aantal megakaryocyten. Er worden forse clusters van megakaryocyten gezien. De megakaryocyten hebben veelal maar niet allemaal gehyperlobuleerde kernen met soms pycnotische kernen, de kernen zijn opvallend blazig. Ca. 30% van het beenmerg is ingenomen door deze atypische megakaryocyten. Naast de megakaryocyten wordt een uitrijpende myeloide reeks gezien die vooral ook uitrijpen richting eosinofiele granulocyten. Enkel verspreid gelegen erytronen. In de Gomori-kleuring wordt een lichte toename van vezels gezien (1+). CD 34 laat een opvallende toename gezien van positieve kleine blasten (focaal tot wel ca. 10 %). Beenmerg met een myeloproliferatieve afwijking waarvan het beeld zou kunnen passen bij zowel een essentiele trombocythemie als een beginnende primaire myelofibrose. Voorts een forse toename van blasten, focaal 10%, cave een zich ontwikkelende AML.

vraag Van welke test verwacht u een positieve uitslag als u op uw eigen ogen vertrouwt? 1. Calreticuline mutatie 2. Jak2 mutatie 3. Bcr-abl PCR 4. FIP1L1PDGFRa

vraag Van welke test verwacht u een positieve uitslag als u op uw eigen ogen vertrouwt? 1. Calreticuline mutatie 2. Jak2 mutatie 3. Bcr-abl PCR 4. FIP1L1PDGFRa

Casus 20

Patient : klinische gegevens man, 35 jaar B symptomen + DAGT-neg haemolytische anaemia lymfadenopathie hepatosplenomegalie

Patient : beenmerg aspiraat, MGG

Patient : flow cytometrie 1

Patient : flow cytometrie 2

Patient : flow cytometrie 3

Wat is uw diagnose? T-cell LGL Anaplastic large cell lymphoma, ALK + Peripheral T cell lymphoma Hepatosplenic T-cell lymphoma

Patient : beenmerg histologie, immuno CD8 CD5

What is your diagnosis? T-cell LGL Anaplastic large cell lymphoma, ALK + Peripheral T cell lymphoma Hepatosplenic T-cell lymphoma Phenotype: CD3+, TCRd+, TCRab-, CD56+/-, CD4-, CD8-/+, CD5- Genetics: isochromosome 7q

Casus 21 23 jarige vrouw Blanco voorgeschiedenis Wordt verwezen door de huisarts in verband met extreem laag Hb

Casus 21 Anamnese: altijd goed gezond geweest Laatste maanden toenemende vermoeidheid Nachtzweten, 7 kg afgevallen, menstruates waren al enige tijd weggebleven Lichamelijk onderzoek: extreem mager, verder geen bijzonderheden L: 1,78; gewicht: 56 kg; BMI: 18,5

Casus 21, vervolg Hb: 3,2; MCV: 82, Leukocyten: 1,4; trombocyten: 28 Dif: neutrofiele granulocyten: 0,5; lymfocyten: 0,7; monocyten: 0,1; eosinofiele granulocyten: <0,5; basofiele granulocyten: <0,5 Er wordt aanvullend labonderzoek en een spoed beenmergpunctie verricht

Beenmergaspiraat

Aanvullend labonderzoek Bepaling Uitslag Bepaling Uitslag BSE 5 CRP 1 Haptoglobine 0,1 Vitamine B12 135 Foliumzuur 7 Ferritine 8 IJzer 3 Ureum 3,4 Kreatinine 84 Natrium 140 Kalium 4,6 Calcium 2,48 Fosfaat 1,12 Alk. Fosfatase 61 ggt 30 ASAT 26 ALAT 21 LDH 186 Tot eiwit 58 Albumine 35 Urinezuur 0,32 Bilirubine 10

Vraag : wat is uw diagnose? 1. Aplastische anemie 2. Hypoplastische AML 3. Hypoplastisch MDS 4. Gelatineuse beenmergtransformatie

Vraag : wat is uw diagnose? 1. Aplastische anemie 2. Hypoplastische AML 3. Hypoplastisch MDS 4. Gelatineuse beenmergtransformatie

Aanvullende info Bij heteroanamnese bleek ze een slechte eter te zijn At sinds vroegste jeugd alleen patat en appelmoes Laatste maanden nog minder gegeten

Getalineuse beenmergtransformatie Synoniem: sereuze atrofie Atrofie van vetcellen, toename van extracellulaire matrix Beenmerg ziet er snotterig uit Oorzaken: cachexie, anorexia, extreme vermagering Klinisch: reversibele pancytopenie