Angiografie en embolisatie van bloedingen na stomp buik- of bekkenletsel

Vergelijkbare documenten
Blunt abdominal trauma: changing patterns in diagnostic and treatment strategies van der Vlies, C.H.

Abdominaal trauma, Who needs a trauma surgeon? Dr Frank van der Heijden, Traumachirurg

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Splenic injury diagnosis & splenic salvage after trauma Olthof, D.C. Link to publication

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients

Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC

Chapter 13. Nederlandse samenvatting

Succesvolle behandeling van miltbloedingen met behoud van de milt door selectieve katheterisatie en embolisatie van de A. lienalis

Een afdruk van de autogordel na een auto-ongeval

Kinderen met stomp traumatisch leverletsel

Abdominale schotverwondingen: mogelijkheden voor selectief conservatief beleid

University Medical Center Groningen Traumatology

Echografie van de schouder door de reumatoloog: toy or tool?

Martijn Gondrie, Erik Beek, Spoed op de angiokamer: organisatie van de dienst

Acute behandeling van bekkenfracturen

Aneurysma Spurium. Het zorgnetwerk van ons allemaal

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom

Toenemende rol van angiografische embolisatie bij de behandeling van gastro-intestinale bloedingen

Medische zorgverlening bij een acute bloeding en hemorragische shock

Vooraanmelding. Toediening tranexaminezuur bij verbloeding Kirsten Balvers, Arts-onderzoeker Trauma-unit/ Intensive Care.

(E-)FAST: (Extended) Focussed Assessment with Sonography for Trauma Sofie Hoflack en Idris Ghijselings

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Sepsis. Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige

SAMENVATTING ONDERWIJSDAG PRESHOPITALE ZORG

Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis. Pieter Hoogland AIOS chirurgie

Ernstige pneumococcen pneumonie. MMM beademing 2018 J.G. van der Hoeven

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014

Embolisatie (UAE) Louisette Peters

Verkeersongeval bij een hoogzwangere DENK AAN TRAUMATISCHE UTERUSRUPTUUR

Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom

LPA Triage keuze van ziekenhuis

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Exotische bypass. Vaatsymposium Emmen J.W. Drouven

Acute gastrointestinale bloedingen. C. Verslype Maag-, Darm- en Leverziekten Manama ASO Interne Geneeskunde 22/11/2017

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)

Echografie bij het prikken van diepe veneuze katheters bij kinderen. Maarten Brusseleers Promotor: Dr. J. De Coster

Radiofrequente ablatie RFA bij een levertumor

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Varicesbloeding bij levercirrhose. E. Verweij 28/7/15

TREAT FIRST WAT KILLS FIRST

ATLS vs APLS: maar één letter verschil?

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015

HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER. Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten

Colonischemie na ruptuur van aneurysma aorta abdominalis (RAAA) Christopher Geven, co-assistent IC/MC

Casusbespreking Verwardheid na neurochirurgie. Liselotte Boerman, ANIOS IC

Herziene richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd-hersenletsel

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09

Document aorta aneurysmata Een expertrapport voor doelmatig gebruik

Samenvatting in het Nederlands. Samenvatting

Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC

Acute pancreatitis. Intensive Care Training Program Radboud University Medical Centre Nijmegen

Programma SWC Kinderradiologie 2019: Kids got the future

Stomp buiktrauma bij kinderen

Voor geen gat te vangen

Perspectief van de zorgondernemer. Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis

Arterio-veneuze malformatie

Niet-aangeboren Hersenletsel (NAH) en Arbeidsparticipatie

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

62 years old patient (Diabetic Typ II) Wound Solution Lavasorb. Dwell Time 20 min. V.A.C. SETTING 125 mmhg. V.A.C. Time 3,5 h ONLY INTERNAL USE!

Majeure bloeding wat nu?

Bloodpressure target in symptoma2c vasospasm pa2ent

Trombolyse bij een acute arteriële vaatafsluiting Intensive Care

Verpleegkundig onderzoek van het kind

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Is de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015

Ilse van Langeveld ANIOS IC. ELD-plaatsing bij thoracale aorta chirurgie

PA 9623PB 9623PC 9623PE 9623PG 9623PH 9623PJ 9623PK 9623TH PA 9624PB

U vraagt wij draaien?

Opvang van patienten met licht traumatisch hoofd hersenletsel. Korné Jellema,neuroloog 8 februari 2016 Stichting MCHaaglanden en Bronvov Nebo

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Mobiele Intensive Care Unit (MICU) Maastricht MICU-lance van het azm

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Lodewijk Cobben. Magnetic resonance imaging in acute appendicitis

Samenvatting en Conclusie

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH

TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS

UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

REACT-2 studie naar een directe CT-scan van het hele lichaam bij ernstig gewonde trauma patiënten.

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care

Post-EAPC symposium 17 juni 2014

Nieuwe richtlijn contrastnefropathie

Penetrerend trauma en injectietrauma. J. De Waele UZ Gent

Overzicht van veranderingen in de 9 e editie van het ATLS Manual 18/12/12. Hoofdstuk 1 Overview. - teamwork is een nieuw onderwerp

Chemotherapie en stolling

10 e NKI AvL Mammasymposium

Is direct belasten mogelijk?

CT-Colonografie Virtuele Colonoscopie

Transcriptie:

capita selecta Angiografie en embolisatie van bloedingen na stomp buik- of bekkenletsel J.C.Goslings en O.M.van Delden In toenemende mate wordt gebruikgemaakt van angiografie en embolisatie om traumatische bloedingen in buik en bekken tot staan te brengen. CT is waardevol om patiënten te selecteren voor deze interventieradiologische angiografische behandeling. Toepassing van angiografie en embolisatie stelt voorwaarden aan de lokale infrastructuur, logistiek en expertise van radioloog, traumatoloog en anesthesist. De belangrijkste indicaties voor angiografie en embolisatie zijn: contrastlekkage ( contrast blush ) op de CT-scan en klinische tekenen van voortgaande bloeding; ook als aanvulling op damage control - procedures komen ze in aanmerking. Angiografie met embolisatie is succesvol bij circa 90% van de patiënten; complicaties komen voor bij < 10% van de patiënten. Een goede inschatting van de fysieke conditie, een juiste bepaling van de ernst van het letsel en een multidisciplinaire strategie zijn belangrijke factoren voor het succes van embolisatiebehandeling. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:345-52 Trauma behoort tot de belangrijkste doodsoorzaken bij mensen jonger dan 45 jaar en is daarmee een aanzienlijk gezondheidsprobleem. Verbloeding is met 40% de voornaamste oorzaak van sterfte na trauma. 1-3 Het behandelen van bloedingen neemt dan ook een voorname plaats in tijdens de vroege fase van traumazorg en in toenemende mate wordt hiervoor gebruikgemaakt van angiografische technieken. Het doel hiervan kan zijn om een actieve bloeding tot staan te brengen en daarmee de hemodynamische toestand van de patiënt te verbeteren, maar ook om late bloedingen uit parenchymateuze organen zoals de milt te voorkomen. In dit artikel beschrijven wij een aantal klinische, technische en logistieke factoren die van belang zijn bij de toepassing van angiografie en embolisatie door de interventieradioloog bij patiënten met bloedingen ten gevolge van stomp buik- en bekkentrauma. eerste opvang en diagnostiek De eerste opvang van traumapatiënten verloopt volgens de systematiek van de advanced trauma life support (ATLS). Dit gebeurt altijd in dezelfde volgorde onder het motto: behandel eerst wat het eerst tot de dood leidt ( treat first what Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Trauma-unit, afd. Chirurgie: hr.dr.j.c.goslings, chirurg. Afd. Radiologie: hr.dr.o.m.van Delden, radioloog. Correspondentieadres: hr.dr.j.c.goslings (j.c.goslings@amc.nl). kills first ). In de praktijk verricht men de onderdelen van het ABCD-schema (afkorting van: ademweg, ademhaling ( breathing ), circulatie, bewustzijn en pupilreacties ( disability )) vaak simultaan. De diagnostiek en de behandeling van bloedingen maken in de ATLS-sequentie deel uit van de beoordeling van de C (circulatie) en daarmee van de hemodynamische conditie. Het aanbrengen van een sluitlaken of een fixateur externe bij patiënten met verbloeding uit een ernstige bekkenfractuur kan in deze fase levensreddend zijn. Welke diagnostische methoden bij patiënten met acuut bloedverlies worden gebruikt en hoeveel tijd daarvoor beschikbaar is, hangt af van de ernst van de bloeding en van andere letsels. Met lichamelijk onderzoek kan men niet op betrouwbare wijze vaststellen of er een bloeding in de buik is. 4 Met echografie kan men in zeer korte tijd beoordelen of er zich vrij vocht of bloed in de buikholte bevindt, maar met deze methode kan men niet op betrouwbare wijze vaststellen of er orgaanletsel is. 5 Bij hemodynamisch instabiele patiënten moet men snel stelping van de bloeding(en) verkrijgen en moet men vaak in korte tijd met weinig informatie besluiten nemen. Bij stabiele of tijdelijk gestabiliseerde patiënten kan behandeling ingezet worden op basis van goede beeldvorming, dat wil zeggen CT met intraveneus contrastmiddel. Het doel bij beide patiëntengroepen is het stoppen van de bloeding. Bij instabiele patiënten is het niet zinvol om grote hoeveelheden intraveneus vocht toe te dienen voordat dat doel is bereikt, omdat deze vloeistof de circulatie voor een deel weer snel via de bloedingsplaats of -plaatsen verlaat en doordat bij agressieve bloeddrukverhoging zojuist gevormde stolsels kunnen dislokeren. 6 7 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6) 345

de rol van ct Wanneer er zich bij echografisch onderzoek bloed in de buikholte bevindt en de patiënt hemodynamisch stabiel genoeg is, dan zal men meestal vervolgens CT met intraveneus contrast verrichten. Hiermee kan men traumatische letsels van de buikorganen en het bekken betrouwbaar vaststellen. 8 Tevens kan een actieve arteriële bloeding zichtbaar gemaakt worden, evenals de lokalisatie daarvan. 9-12 CT-kenmerken van belangrijk arterieel vaatletsel zijn de aanwezigheid van hematomen, actieve contrastlekkage uit bloedvaten (de zogenaamde contrast blush ) en een abrupte onderbreking (de zogenaamde cut-off ) van een arterie, ten gevolge van een complete afscheuring van een vat. De contrastlekkage heeft een sensitiviteit voor de detectie van een arteriële bloeding van minstens 80%. 9-12 Na de CT kan direct een gerichte angiografie volgen. Ook kan men met CT bij patiënten met een miltletsel het risico bepalen op een late bloeding wanneer men bij hen niet middels embolisatie of operatie zou interveniëren; 13-15 criteria daarvoor zijn de aanwezigheid van een aneurysma spurium of van een nog niet buiten het orgaankapsel geruptureerde bloeding. Verder kan CT helpen om de volgorde van handelen te bepalen, bijvoorbeeld door bij patiënten met bekkenfracturen aan te geven of als eerstvolgende interventie embolisatie ter behandeling van de arteriële bekkenbloeding dan wel het operatief aanbrengen van een fixateur externe voor het tamponneren van de veneuze bekkenbloeding verricht dient te worden. 16 Voor het te volgen beleid is het van groot belang of er naast het bekkenletsel ook vasculaire letsels in het abdomen aanwezig zijn, wat frequent het geval is. De rol van CT wordt nu nog beperkt door het tijdsverlies dat met het vervoer naar en het maken van de scan gepaard gaat. Wanneer het CT-apparaat in de shockroom zelf aanwezig is en direct tijdens de opvang al beschikbaar is, kan CT ook een belangrijke rol gaan spelen bij hemodynamisch instabiele patiënten. angiografie en embolisatie: techniek en indicaties Techniek. Er dient een goed uitgeruste interventiekamer beschikbaar te zijn met voldoende ruimte en apparatuur voor beademing en resuscitatie tijdens de angiografie. Uiteraard dient er 24 h per dag een ervaren interventieteam beschikbaar te zijn. Angiografie en embolisatie kunnen bij vrijwel alle patiënten geschieden via punctie in de A. femoralis, ook in de aanwezigheid van een sluitlaken of een fixateur externe. Alle relevante vaten dienen selectief geiseerd en vervolgens met contrastmiddel opgespoten te worden, bijvoorbeeld de truncus coeliacus bij vermoeden van miltletsel en de A. iliaca interna bij patiënten met een bekkenfractuur. Een bloeding is zichtbaar als extravasatie van contrastmiddel. Men dient, zoals gezegd, ook te letten op de aanwezigheid van een aneurysma spurium of een abrupte onderbreking van een bloedvat, omdat deze de kans op een late of hernieuwde bloeding verhoogt. Wanneer een bloedingsplaats gevonden is, wordt het bloedende vat zo selectief mogelijk geiseerd en vervolgens afgesloten. De meest gebruikte en geschikte embolisatiematerialen zijn de zogenaamde coils en gelfoam. Coils zijn flexibele platina draadjes met dacron zijharen, die in het vat opkrullen tot een tevoren bekende diameter en zijn vaak het materiaal van eerste keuze. Gelfoam is een absorberende gelatinespons, die na injectie een trombogene reactie veroorzaakt en daardoor het vat afsluit. De uiteindelijk gekozen techniek hangt af van de specifieke anatomische omstandigheden, de stollingsstatus van de patiënt en de tijdsdruk tijdens de ingreep. In speciale gevallen kan een vat minder selectief afgesloten worden, bijvoorbeeld wanneer door de hemodynamische toestand van de patiënt de ingreep onder grote tijdsdruk moet worden verricht. Zo worden bij hemodynamisch instabiele patiënten met ernstige bekkenfracturen soms beide Aa. iliacae internae ter hoogte van de hoofdstam geheel afgesloten, terwijl bij letsels van lever en milt selectiever geëmboliseerd moet worden om ischemie van deze organen te voorkomen. Soms is dit tijdrovender. Na een geslaagde embolisatie wordt niet routinematig controleangiografie of -CT verricht, tenzij er twijfel is over het succes van de ingreep of er klinische tekenen zijn van een hernieuwde of voortgaande bloeding. 17 Indicaties. De indicatie voor angiografie en embolisatie hangt af van verschillende factoren, waaronder de hemodynamische toestand van de patiënt, de aard, ernst en combinatie van de letsels en de bevindingen bij echografie en CT. Al deze factoren bepalen de volgorde van handelen en de plaats van angiografie en embolisatie. Deze aanpak komt in aanmerking bij de volgende groepen patiënten met buik- en 15 18 19 bekkenletsel: patiënten met onder andere milt-, lever- of nierletsel of een bekkenfractuur met klinische tekenen van voortgaande bloeding, zoals een systolische bloeddruk < 100 mmhg, tachycardie, acidose en continue vullingsbehoefte, met of zonder contrastlekkage uit bloedvaten op de CT-scan, die hemodynamisch stabiel genoeg worden geacht om angiografie te ondergaan; patiënten die hemodynamisch stabiel zijn, maar op de CT-scan aanwijzingen hebben voor een actieve bloeding (contrastlekkage) of een aneurysma spurium; en patiënten die reeds een damage control -laparotomie hebben ondergaan voor bloedingscontrole of bij wie een fixateur externe is geplaatst wegens een instabiele bekkenfractuur, maar die hemodynamisch instabiel of vullingsbehoeftig blijven. 346 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6)

contrast blush gebied van laceratie pleuravocht a actieve extravasatie van contrastmiddel A. hepatica dextra in A. hepatica propria b c figuur 1. Beelden van een patiënt na een val van 12 m hoogte: (a) CT-scan met intraveneus contrastmiddel toont in de rechter leverkwab een grote laceratie met daarin actieve extravasatie van contrastmiddel, zogenaamde contrast blush ; verder is er beiderzijds accumulatie van pleuravocht zichtbaar; (b) angiogram van de A. hepatica propria, waarbij op verschillende plaatsen in de rechter leverkwab actieve extravasatie van contrastmiddel zichtbaar is; (c) na embolisatie met gelfoam is er geen extravasatie van contrastmiddel meer te zien. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6) 347

contrast blush groot hematoom a rechter A. iliaca interna A. pudenda interna extravasatie van contrastmiddel rechter A. iliaca A. pudenda interna c b figuur 2. Beelden van een patiënt met een instabiele bekkenfractuur ten gevolge van een verkeersongeval: (a) CT-scan met intraveneus contrastmiddel toont diastase van de symphysis pubica met een groot hematoom in het bekken en contrastlekkage; (b) selectief angiogram van de rechter A. iliaca interna toont actieve extravasatie van contrastmiddel uit takken van de A. pudenda interna rechts; (c) na embolisatie met coils is de A. pudenda interna afgesloten en is er geen actieve extravasatie van contrastmiddel meer zichtbaar. 348 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6)

linker A. iliaca communis plaats van afscheuring van A. iliaca interna in linker A. iliaca externa a extravasatie van contrastmiddel extravasatie van contrastmiddel coils b c figuur 3. Beelden van een hemodynamisch instabiele patiënt met een instabiele bekkenfractuur ten gevolge van beknelling. Echografie toonde geen aanwijzingen voor een bloeding in het abdomen en gezien de hemodynamische instabiliteit was er geen tijd voor het maken van een CT-scan. Spoedangiografie toont (a) een afscheuring van de A. iliaca interna links en (b) rechts, met extravasatie van contrastmiddel; (c) na afsluiten van de A. iliaca interna beiderzijds met coils is er bij controleangiografie geen extravasatie van contrastmiddel meer zichtbaar. Direct hierna verbeterde de hemodynamische situatie van de patiënt en kon hij in stabiele toestand naar de operatiekamer vervoerd worden voor het plaatsen van een fixateur externe ter stabilisatie van het bekken. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6) 349

In figuur 1-3 wordt een aantal van de bovenstaande indicaties geïllustreerd. Hoewel de meeste traumapatiënten die angiografie ondergaan in een van de bovengenoemde indicatiecategorieën vallen, zijn er ook andere indicaties denkbaar. beschouwing Voor het bepalen van het effect van embolisatie worden verschillende parameters gebruikt, zoals de hemodynamische toestand, de vocht- en transfusiebehoefte, het aantal complicaties tijdens de opname, de sterfte en de opnameduur. De exacte meerwaarde van deze interventieradiologie is door een gebrek aan vergelijkende studies niet goed vast te stellen, maar de literatuur geeft wel aanwijzingen. Beschreven resultaten. Het percentage direct technisch succes van embolisatie, dat wil zeggen de succesvolle afsluiting van het bloedende vat, is hoog en bedraagt in alle onderzoeken meer dan 90. 20-22 Daardoor kan het aantal laparotomieën voor de bloedingsindicatie in belangrijke mate teruggebracht worden. 23-25 In de afgelopen 10-20 jaar is overigens ook zonder toepassing van embolisatietechnieken al een belangrijke reductie in operatieve behandeling opgetreden ten gevolge van een toename in de conservatieve behandeling van letsels van solide organen. In een groep van 137 opeenvolgende patiënten met buikletsel bij wie angiografie verricht werd in verband met bloedingen in het bekken, de lever, de nier of de milt, dan wel wegens gecombineerde letsels, werd bij 102 patiënten embolisatie verricht. 16 Hierbij werd in 91% angiografisch en klinisch bloedingscontrole verkregen. In een prospectieve vervolgstudie bleek embolisatie effectief en veilig bij 95% van de 80 patiënten die embolisatie ondergingen. 22 Bij 4 patiënten trad recidiefbloeding op, die bij 3 met vervolgembolisatie behandeld werd. In een multicentrische review van 140 patiënten die embolisatie van een miltletsel ondergingen, kon bij 87% de milt gespaard worden. 15 26 Alleen de ernst van het letsel was van invloed op het succespercentage, maar desondanks werd ook bij 80% van de hooggradige, ernstige miltletsels succes bereikt met embolisatie. Het succespercentage van de ingreep neemt af naarmate er meer tijd verstrijkt tussen de initiële traumaopvang en de embolisatie, hetgeen onder andere samenhangt met een verslechterende klinische conditie en stollingstoestand. 21 Het is dus belangrijk niet lang te wachten wanneer het vermoeden op een arteriële bloeding bestaat. Ook een goede stomp buik- of bekkenletsel opvang volgens ATLS-richtlijnen sluitlaken bij instabiele bekkenfractuur hemodynamisch stabiele patiënt hemodynamisch instabiele patiënt echografie optioneel echografie geen afwijkingen vrij vocht intraperitoneaal of letsel van solide orgaan veel vrij vocht intraperitoneaal geen vrij vocht intraperitoneaal CT optioneel CT laparotomie overweeg bekkenfractuur als bron van de bloeding geen aanwijzingen voor arterieel letsel aanwijzingen voor arterieel letsel na laparotomie nog tekenen van voortgaande bloeding vóór of na operatieve bekkenstabilisatie beleid en eventuele operatie afhankelijk van kliniek en andere letsels angiografie en embolisatie figuur 4. Stroomdiagram met de plaats van echografie, CT en angiografie met embolisatie bij de diagnostiek en de behandeling van patiënten met stomp buik- of bekkenletsel. ATLS = advanced trauma life support. 350 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6)

inschatting van de fysiologische conditie en de ernst van het letsel zijn belangrijke factoren voor succes. 27 Door het toenemende gebruik van angiografie en embolisatie zouden darmletsels gemist kunnen worden, die anders bij een vroege exploratieve laparotomie wel gevonden waren. Echter, met de nieuwste CT-scanners wordt ook een hoge betrouwbaarheid voor de detectie van perforaties 28 29 van holle organen bereikt. Complicaties van de behandeling. Het percentage complicaties ten gevolge van de angiografie zelf, zoals contrastnefropathie en lieshematoom op de punctieplaats, is in alle studies aanvaardbaar laag, namelijk < 10. Tot de complicaties van de embolisatie behoren onder andere recidiefbloeding, abcesvorming en infarcering van organen en musculatuur. 22 Zelfs na het afsluiten van beide Aa. iliacae internae middels embolisatie komt necrose van de gluteale musculatuur slechts weinig voor, namelijk bij 3%. 30 Na embolisatie van ernstige leverletsels worden bilomen en geïnfecteerde hematomen frequent beschreven (tot 58%), maar het is aannemelijk dat deze grotendeels door het initiële trauma zelf veroorzaakt worden en meestal behoeven ze geen chirurgische behandeling. 31 Ook worden op CT-scans die na embolisatie van miltletsels gemaakt zijn bij meer dan 60% van de patiënten miltinfarcten gezien, maar deze verlopen meestal subklinisch. 32 Logistiek. Een belangrijk punt van aandacht bij de discussie rondom toepassing van angiografie en embolisatie bij traumapatiënten betreft de logistieke en personele planning. Voorwaarde voor een effectieve toepassing van angiografie en embolisatie in de acute traumazorg is dat er 24 h per dag de beschikking is over CT-faciliteiten en een goed uitgeruste angiografiekamer. Daarnaast is nauwe samenwerking vereist tussen de traumatoloog, de radioloog of de interventieradioloog en de anesthesist. Het stroomdiagram in figuur 4 geeft de plaats aan die echografie, CT en angiografie met embolisatie zouden kunnen hebben in traumacentra waar angiografie en embolisatie tijdens de acute traumaopvang beschikbaar zijn. conclusie Het snel behandelen van bloedingen bij traumapatiënten is essentieel voor preventie van sterfte. Interventieradiologische embolisatie is hiervoor een effectieve en veilige techniek en vormt een aanvulling op zowel chirurgische technieken als op de toegenomen conservatieve behandeling van stompe traumatische letsels van buik en bekken. Hiervoor zijn vereist: een multidisciplinair team en een goede lokale infrastructuur en logistiek, en expertise van de radioloog. Het vroegtijdig verrichten van CT is van belang om patiënten te kunnen selecteren voor angiografie en embolisatie. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 1 december 2006 Literatuur 1 Shackford SR, Mackersie RC, Holbrook TL, Davis JW, Hollingsworth- Fridlund P, Hoyt DB, et al. The epidemiology of traumatic death. A population-based analysis. Arch Surg. 1993;128:571-5. 2 Hoyt DB, Bulger EM, Knudson MM, Morris J, Ierardi R, Sugerman HJ, et al. Death in the operating room: an analysis of a multi-center experience. J Trauma. 1994;37:426-32. 3 Sauaia A, Moore FA, Moore EE, Moser KS, Brennan R, Read RA, et al. Epidemiology of trauma deaths: a reassessment. J Trauma. 1995;38: 185-93. 4 Schurink GW, Bode PJ, Luijt PA van, Vugt AB van. The value of physical examination in the diagnosis of patients with blunt abdominal trauma: a retrospective study. Injury. 1997;28:261-5. 5 Stengel D, Bauwens K, Sehouli J, Porzsolt F, Rademacher G, Mutze S, et al. Systematic review and meta-analysis of emergency ultrasonography for blunt abdominal trauma. Br J Surg. 2001;88:901-12. 6 Bickell WH, Wall jr MJ, Pepe PE, Martin RR, Ginger VF, Allen MK, et al. Immediate versus delayed fluid resuscitation for hypotensive patients with penetrating torso injuries. N Engl J Med. 1994;331: 1105-9. 7 Roberts I, Evans P, Bunn F, Kwan I, Crowhurst E. Is the normalisation of blood pressure in bleeding trauma patients harmful? Lancet. 2001;357:385-7. 8 Miller LA, Shanmuganathan K. Multidetector CT evaluation of abdominal trauma. Radiol Clin North Am. 2005;43;1079-95, viii. 9 Pereira SJ, O Brien DP, Luchette FA, Choe KA, Lim E, Davis jr K, et al. Dynamic helical computed tomography scan accurately detects hemorrhage in patients with pelvic fracture. Surgery. 2000;128: 678-85. 10 Cerva jr DS, Mirvis SE, Shanmuganathan K, Kelly IM, Pais SO. Detection of bleeding in patients with major pelvic fractures: value of contrast-enhanced CT. AJR Am J Roentgenol. 1996;166:131-5. 11 Willmann JK, Roos JE, Platz A, Pfammatter T, Hilfiker PR, Marincek B, et al. Multidetector CT: detection of active hemorrhage in patients with blunt abdominal trauma. AJR Am J Roentgenol. 2002;179: 437-44. 12 Yao DC, Jeffrey jr RB, Mirvis SE, Weekes A, Federle MP, Kim C, et al. Using contrast-enhanced helical CT to visualize arterial extravasation after blunt abdominal trauma: incidence and organ distribution. AJR Am J Roentgenol. 2002;178:17-20. 13 Thompson BT, Munera F, Cohn SM, MacLean AA, Cameron J, Rivas L, et al. Novel computed tomography scan scoring system predicts the need for intervention after splenic injury. J Trauma. 2006;60:1083-6. 14 Shanmuganathan K, Mirvis SE, Boyd-Kranis R, Takada T, Scalea TM. Nonsurgical management of blunt splenic injury: use of CT criteria to select patients for splenic arteriography and potential endovascular therapy. Radiology. 2000;217:75-82. 15 Haan JM, Bochicchio GV, Kramer N, Scalea TM. Nonoperative management of blunt splenic injury: a 5-year experience. J Trauma. 2005;58:492-8. 16 Miller PR, Moore PS, Mansell E, Meredith JW, Chang MC. External fixation or arteriogram in bleeding pelvic fracture: initial therapy guided by markers of arterial hemorrhage. J Trauma. 2003;54: 437-43. 17 Allins A, Ho T, Nguyen TH, Cohen M, Waxman K, Hiatt JR. Limited value of routine follow-up CT scans in nonoperative management of blunt liver and splenic injuries. Am Surg. 1996;62:883-6. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6) 351

18 Velmahos GC, Chahwan S, Falabella A, Hanks SE, Demetriades D. Angiographic embolization for intraperitoneal and retroperitoneal injuries. World J Surg. 2000;24:539-45. 19 Johnson JW, Gracias VH, Gupta R, Guillamondegui O, Reilly PM, Shapiro MB, et al. Hepatic angiography in patients undergoing damage control laparotomy. J Trauma. 2002;52:1102-6. 20 Matalon TS, Athanasoulis CA, Margolies MN, Waltman AC, Novelline RA, Greenfield AJ, et al. Hemorrhage with pelvic fractures: efficacy of transcatheter embolization. AJR Am J Roentgenol. 1979;133:859-64. 21 Agolini SF, Shah K, Jaffe J, Newcomb J, Rhodes M, Reed 3rd JF. Arterial embolization is a rapid and effective technique for controlling pelvic fracture hemorrhage. J Trauma. 1997;43:395-9. 22 Velmahos GC, Toutouzas KG, Vassiliu P, Sarkisyan G, Chan LS, Hanks SH, et al. A prospective study on the safety and efficacy of angiographic embolization for pelvic and visceral injuries. J Trauma. 2002; 53:303-8. 23 Sclafani SJ, Shaftan GW, Scalea TM, Patterson LA, Kohl L, Kantor A, et al. Nonoperative salvage of computed tomography-diagnosed splenic injuries: utilization of angiography for embolization for hemostasis. J Trauma. 1995;39:818-25. 24 Haan J, Scott J, Boyd-Kranis RL, Ho S, Kramer M, Scalea TM. Admission angiography for blunt splenic injury: advantages and pitfalls. J Trauma. 2001;51:1161-5. 25 Hagiwara A, Murata A, Matsuda T, Matsuda H, Shimazaki S. The efficacy and limitations of transarterial embolization for severe hepatic injury. J Trauma. 2002;52:1091-6. 26 Haan JM, Biffl W, Knudson MM, Davis KA, Oka T, Majercik S, et al. Splenic embolization revisited: a multicenter review. Western Trauma Association Multi-Institutional Trials Committee. J Trauma. 2004;56: 542-7. 27 Cooney R, Ku J, Cherry R, Maish 3rd GO, Carney D, Scorza LB, et al. Limitations of splenic angioembolization in treating blunt splenic injury. J Trauma. 2005;59:926-32. 28 Killeen KL, Shanmuganathan K, Poletti PA, Cooper C, Mirvis SE. Helical computed tomography of bowel and mesenteric injuries. J Trauma. 2001;51:26-36. 29 Elton C, Riaz AA, Young N, Schamschula R, Papadopoulos B, Malka V. Accuracy of computed tomography in the detection of blunt bowel and mesenteric injuries. Br J Surg. 2005;92:1024-8. 30 Takahira N, Shindo M, Tanaka K, Nishimaki H, Ohwada T, Itoman M. Gluteal muscle necrosis following transcatheter angiographic embolisation for retroperitoneal haemorrhage associated with pelvic fracture. Injury. 2001;32:27-32. 31 Mohr AM, Lavery RF, Barone A, Bahramipour P, Magnotti LJ, Osband AJ, et al. Angiographic embolization for liver injuries: low mortality, high morbidity. J Trauma. 2003;55:1077-81. 32 Killeen KL, Shanmuganathan K, Boyd-Kranis R, Scalea TM, Mirvis SE. CT findings after embolization for blunt splenic trauma. J Vasc Interv Radiol. 2001;12:209-14. Abstract Angiography and embolisation to control bleeding after blunt injury to the abdomen or pelvis Angiography and embolisation are being increasingly used to control bleeding following abdominal and pelvic trauma. CT is a useful tool to select patients for such intervention-radiological angiography. The application of angiography and embolisation requires a specific local infrastructure, logistics and expertise on the part of the radiologist, traumatologist and anaesthetist. The main indications for angiography and embolisation are: contrast blush on the CT scan and clinical signs of ongoing bleeding; they are also indicated as an adjunct to damage control procedures. Angiography and embolisation are successful in about 90% of the patients; complications occur in < 10% of the patients. An accurate estimate of the patient s physical condition, a correct assessment of the severity of the injury, and a multidisciplinary approach are important factors in the success of embolisation therapy. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:345-52 352 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 10 februari;151(6)