NEUROLOGISCHE ONCOLOGIE



Vergelijkbare documenten
NEUROLOGISCHE ONCOLOGIE

Neurologische oncologie

Neurologische oncologie

2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 91

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig?

De behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent

Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

4e Post EAUN Meeting

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery

Radiochirurgie of radiotherapie voor hersenmetastasen? De stand van zaken

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Oligometastasen: Echt of wishfull thinking? Dirk De Ruysscher, MD, PhD Radiation Oncologist University Hospitals Leuven/ KU Leuven Leuven, Belgium

Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg

Hersenmetastasen. Workshop Kasteel Maurick - 7 november Laurens Beerepoot - Internist-oncoloog

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Diagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom. LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen

Studie medicijnen Groningen

Behandeling van hersenmetastasen

Richtlijn: Thorax wand tumoren

Diagnose en behandeling van hersentumoren

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015

Richtlijn Hersenmetastasen (revisie)

Arterio-veneuze malformatie

STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE BIJ OLIGOMETASTASEN

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg

Landelijk Contactdag 2017

(Very) High-risk prostaatcarcinoom: belang van multimodale behandeling?

Bestraling met protonen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Fiorentino A et al. clinical target volume definition for glioblastoma radiotherapy planning: MRI and CT. clin transl oncol 2013;15:

Richtlijn leptomeningeale metastasen van solide tumoren

Primair CZS Lymfoom (PCNSL)

( O )varia. Gabe Sonke post-asco 2015

Radiotherapie bij patiënten met laaggradig glioom: verband met cognitieve stoornissen op de lange duur*

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is

Radiotherapie bij prostaatkanker: een stralende toekomst. Karin Haustermans

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen. Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam

Radiotherapie van levermetastasen: exotische therapie of oprukkende mogelijkheid? 69 ste Geneeskundige Dagen van Antwerpen Dr Reinhilde Weytjens

Sarcoma State of the art deel 2

Richtlijn Gliomen. L Bralten M vd Bent september 2015, revisie nee. Risicofactoren 7) nee. Zinvolle resectie mogelijk 4) Graad III

Behandeling van zeldzame intracraniële tumoren J.A.C. Bromberg, neuroloog, Erasmus MC/Daniel den Hoed. 9 november 2007

Profylactische chirurgie bij erfelijke borstkanker. I. Nevelsteen

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

De Volgorde van behandelingen voor NET. W. Demey, medische oncologie AZ KLINA, St Jozef Malle. zondag 12 november 2017

Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Wat is de oorzaak van het ontstaan van een meningeoom? Niet bekend Het is niet goed bekend waarom bij een kind een meningeoom ontstaat.

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

Richtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, definitieve versie 29 december 2014

Kinderneurologie.eu. Gliomatosis cerebri.

Primaire intracraniële kiemceltumoren bij volwassenen: een praktische benadering

De behandeling van meningeomen

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Gliomen. Richtlijn voor diagnose en behandeling. Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie

Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid.

OLIJFdag 3 oktober 2015

Groningen Cancer Center Workshop tumorwerkgroep neurooncologie

Conceptrichtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, conceptversie 30 september 2014

Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom?

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg

Vlaams Indicatoren Project VIP²

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

Rol van de RT bij behandeling van botmeta s. 1- Literatuur 2- Effectiviteit Klinisch Radiologisch 3- Radiotherapeutische technieken

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Chemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen

Head and neck orofarynxcarcinomen formulier voor registratie nieuwe diagnose

Palliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding. Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic

Borstoperatie en bestraling: klaar in 1 dag!

Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST

Aan de minister van Infrastructuur en Milieu. Geachte minister,

Myelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

Transcriptie:

NEUROLOGISCHE ONCOLOGIE Inleiding 1. Astrocytaire tumoren en Oligodendrogliale tumoren 1.1 WHO graad I tumoren 1.1.1 Geen neurologische symptomen of onder controle met symptomatische therapie 1.1.2 Neurologische symptomen niet onder controle met symptomatische therapie 1.2 WHO graad II tumoren 1.2.1 Resectie mogelijk 1.2.2 Niet-resecabel of inoperabel 1.3 WHO graad III en IV tumoren 1.3.1 Groep 1: < 70 jaar, Karnofsky > 60, resectie mogelijk 1.3.2 Groep 2: < 70 jaar, Karnofsky > 60, resectie niet mogelijk zonder belangrijk neurologisch deficit 1.3.3 Groep 3: > 70 jaar, Karnofsky > 60 1.3.4 Groep 4: Karnofsky < 60 2. Ependymale tumoren 2.1 Graad I tumoren 2.1.1 Volledige resectie mogelijk 2.1.2 Onvolledige resectie of resectie niet mogelijk 3. Meningeomen 3.1 Graad I tumoren 3.1.1 Volledige resectie mogelijk 3.1.2 Onvolledige resectie, resectie niet mogelijk, recidief al dan niet na 2 e resectie 3.2 Graad II en III tumoren 3.2.1 Volledige resectie mogelijk 3.2.2 Onvolledige resectie of resectie niet mogelijk 4. Germ cell tumoren 4.1 Puur germinoom 4.2 Non-germinoma tumoren 5. Hersenmetastasen 5.1 Solitaire hersenmetastasen 5.2 Multipele hersenmetastasen

Inleiding De indeling van de hersentumoren is gebaseerd op de WHO classificatie (editie 2007). In dit hoofdstuk wordt enkel de behandeling van de meest frequente tumoren beschreven. Sommige hersen- of ruggenmergtumoren zijn immers zeer zeldzaam en voor de behandelingsrichtlijnen hiervan wordt verwezen naar de algemene literatuur en de National Clinical Practice Guidelines Neuro- Oncology (http:// www.richtlijnenkanker.be). In de mate van het mogelijke worden patiënten met hersentumoren best ook geïncludeerd in lopende klinische studies. Dit geldt a fortiori in geval van recidief. De diagnostische radiologische uitwerking gebeurt standaard met MRI hersenen aangevuld met MRI full spine op indicatie, bijvoorbeeld in geval van risico op dropmetastasen. In sommige gevallen kan metabole beeldvorming (spectroscopie, SPECT, PET) een aanvullende waarden hebben. Ook als een resectie niet kan overwogen worden, wordt in principe wel een biopsie verricht voor het bekomen van een histologische diagnose. Vraag stelt zich ook naar de noodzaak van biopsie in de optiek van een resectie; onze houding is, dat een biopsie aangewezen is als het de strategie van het beleid grondig kan wijzigen. Naast anatomopathologisch onderzoek, aangevuld met immunohistochemie, wint het moleculairgenetisch onderzoek aan belang bij de diagnose, het inschatten van de prognose en soms ook het bepalen van de behandelingsstrategie bij hersentumoren. Het bekomen materiaal dient dan ook te worden verwerkt zodat moleculair-genetisch onderzoek mogelijk is. Dit hoofdstuk handelt enkel over de behandeling van hersentumoren bij volwassenen. 1. Astrocytaire tumoren 1- Pilocytair astrocytoom graad I 2- Subependymaal giant cell astrocytoom graad I 3- Pleiomorf xanthoastrocytoom graad II en III 4- Diffuus astrocytoom graad II 5- Anaplastisch astrocytoom graad III 6- Gliomatosis cerebri graad III 7- Glioblastoom graad IV 8. Gangliogliomen graad I 2. Oligodendrogliale tumoren 1- Oligodendroglioom graad II 2- Anaplastisch oligodendroglioom graad III 3- Oligoastrocytoom graad II 4- Anaplastisch oligoastrocytoom graad III 3. Ependymale tumoren 1- Subependymoom graad I 2- Myxopapillair ependymoom graad I 3- Ependymoom graad II 4- Anaplastisch ependymoom graad III

4. Meningeale tumoren 1- Meningeoom graad I 2- Atypisch meningeoom graad II 3- Anaplastisch/maligne meningeoom graad III 4- Haemangiopericytoom graad II-III 5. Tumoren bloedvat 1. Haemangioblastoom graad I 2. Haemangiopericytoom graad II -III 6. Germ cell tumoren 1- Germinoom 2- Matuur teratoom 3- Immatuur teratoom 4- Teratoom met maligne transformatie 5- Yolk sac tumor (endodermale sinus tumor) 6- Embryonaal carcinoom 7- Choriocarcinoom 7. Hersenmetastasen Referentie 1. D. Louis, H. Ohgaki, O. Wiestler, W. Cavenee (Eds): WHO Classification of Tumours of the Central Nervous System. IARC, Lyon 2007.

1. Astrocytaire en oligodendrogliale tumoren Deze tumoren worden hier samen genomen gezien hun behandeling sterk gelijklopend is. Tumoren met 1p/19q deletie hebben een betere prognose en zijn meer chemotherapie gevoelig. Anaplastische astrocytomen (graad III) met een EGFR mutatie (EGFRvIII mutant) of amplificatie hebben een prognose die vergelijkbaar is met graad IV tumoren. Er kan dan ook overwogen worden deze patiënten als graad IV te behandelen. 1.1. WHO graad I tumoren 1.1.1. Geen neurologische symptomen of onder controle met symptomatische therapie Diagnose : STX? observatie? Indien miniem risico op neurologische sequellen toch resectie? controle MRI om de 6 maand vergelijking controle MRI s met de MRI bij diagnose. 1.1.2. Neurologische symptomen niet onder controle met symptomatische therapie Volledige resectie (R0): Geen bijkomende behandeling FU Onvolledige resectie (R1 of R2): Observatie of Externe conformele radiotherapie van het tumoraal volume tot 54 Gy Niet-resecabel of inoperabel: Externe conformele radiotherapie van het tumoraal volume tot 54 Gy. 1.2. WHO graad II tumoren Low risk: < 40jaar, astrocytaire histologie, tumor < 6 cm, geen neurologisch deficit, tumor overschrijdt de middellijn niet. High risk: > 40jaar, geen astrocytaire histologie, tumor > 6 cm, neurologisch deficit, tumor overschrijdt de middellijn. 1.2.1. Resectie mogelijk Low risk: chirurgie, evt wakker indien nabijheid van hoogfunctionele zone. High risk: chirurgie, evt wakker indien nabijheid van hoogfunctionele zone; gevolgd door externe conformele radiotherapie van het tumoraal volume tot 54 Gy. 1.2.2. Niet-resecabel of inoperabel

Externe conformele radiotherapie van het tumoraal volume tot 54 Gy. 1.3. WHO graad III en IV tumoren 1.3.1. Groep 1: < 70 jaar, Karnofsky > 60, resectie mogelijk Maximale debulking. Externe conformele radiotherapie van het peritumoraal volume (inclusief oedeem of FLAIR-signaal) tot 60 Gy. Chemotherapie: temozolomide dagelijks lage dosis tijdens radiotherapie gevolgd door 6 cycli hoge dosis gedurende 5 dagen per maand (graad IV). 1.3.2. Groep 2: < 70 jaar, Karnofsky > 60, resectie niet mogelijk zonder belangrijk neurologisch deficit Externe conformele radiotherapie van het peritumoraal volume (inclusief oedeem of FLAIR-signaal) tot 60 Gy. Chemotherapie: temozolomide dagelijks lage dosis tijdens radiotherapie gevolgd door 6 cycli hoge dosis gedurende 5 dagen per maand (graad IV). 1.3.3. Groep 3: > 70 jaar, Karnofsky > 60 Individueel te bespreken op het MOC. (Adjuvante) radiotherapie heeft bewezen nut. Chemotherapie enkel in geselecteerde gevallen of in studieverband. 1.3.4. Groep 4: Karnofsky < 60 Proberen K te verhogen door corticotherapie In de meeste gevallen is best supportive care te verkiezen. Andere therapeutische opties worden multidisciplinair besproken. 1. Pignatti F, van den Bent M, Curran D, et al.: Prognostic factors for survival in adult patients with cerebral low-grade glioma. J Clin Oncol. 20(8): 2076-84, 2002. 2. Shaw EG, Daumas-Duport C, Scheithauer BW, et al.: Radiation therapy in the management of lowgrade supratentorial astrocytomas. J Neurosurg 70(6):853-61, 1989. 3. Jenkins RB, Blair H, Ballman KV, Giannini C, Arusell RM, Law M, Flynn H, Passe S, Felten S, Brown PD, Shaw EG, Buckner JC. A t(1;19)(q10;p10) mediates the combined deletions of 1p and 19q and predicts a better prognosis of patients with oligodendroglioma. Cancer Res 66(20): 9852-61, 2006. 4.Mirimanoff RO, Gorlia T, Mason W, Van den Bent MJ, Kortmann RD, Fisher B, Reni M, Brandes AA, Curschmann J, Villa S, Cairncross G, Allgeier A, Lacombe D, Stupp R. Radiotherapy and temozolomide for newly diagnosed glioblastoma: recursive partitioning analysis of the EORTC 26981/22981- NCIC CE3 phase III randomized trial. J Clin Oncol 24(16): 2563-9, 2006. 5.Stupp R, Mason WP, van den Bent MJ, et al.: Radiotherapy plus concomitant and adjuvant temozolomide for glioblastoma. N Engl J Med 352(10): 987-96, 2005.

6. Keime-Guibert F, Chinot O, Taillandier L, Cartalat-Carel S, Frenay M, Kantor G, Guillamo JS, Jadaud E, Colin P, Bondiau PY, Meneï P, Loiseau H, Bernier V, Honnorat J, Barrié M, Mokhtari K, Mazeron JJ, Bissery A, Delattre JY; Association of French-Speaking Neuro-Oncologists. Radiotherapy for glioblastoma in the elderly. N Engl J Med 356(15): 1527-35, 2007. 2. Ependymale tumoren Beeldvorming (MR zonder en met contrast) van de volledige craniospinale as is noodzakelijk om dropmetastasen uit te sluiten. Bij volwassenen zijn primaire spinale lokalisaties overigens frequenter dan craniële. 2.1. Graad I tumoren 2.1.1. Volledige resectie mogelijk Adjuvante radiotherapie is controversieel. Strikte follow-up is noodzakelijk gezien laattijdige recidieven mogelijk zijn. 2.1.2. Onvolledige resectie of resectie niet mogelijk Externe conformele locale radiotherapie tot 54 Gy. 2.2. Graad II tumoren 2.2.1. Volledige resectie mogelijk Adjuvante conformele locale radiotherapie tot 54 à 60 Gy (anaplastisch ependymoom). 2.2.2. Onvolledige resectie of resectie niet mogelijk Externe conformele locale radiotherapie tot 54 à 60 Gy (anaplastisch ependymoom). Craniospinale radiotherapie tot 36 Gy in geval van dropmetastasen, met boost op de primaire of grootste lokalisatie(s) tot 54 à 60 Gy (anaplastisch ependymoom). De rol van chemotherapie bij volwassenen is controversieel. Bij voordien bestraalde patiënten met inoperabel recidief kan chemotherapie overwogen worden (cisplatinum, nitrosurea, procarbazine, temozolomide). 1. Metellus P, Barrie M, Figarella-Branger D, et al. Multicentric French study on adult intracranial ependymomas: prognostic factors analysis and therapeutic considerations from a cohort of 152 patients. Brain 130: 1338-49, 2007. 2.Wolfsberger S, Fischer I, Höftberger R, et al. Ki-67 immunolabeling index is an accurate predictor of outcome in patients with intracranial ependymoma. Am J Surg Pathol 28: 914-20, 2004. 3.Chamberlain MC. Ependymomas. Curr Neurol Neurosci Rep 3: 193-9, 2003.

3. Meningeomen 3.1. Graad I tumoren 3.1.1. Volledige resectie mogelijk Geen adjuvante behandeling. 3.1.2. Onvolledige resectie, resectie niet mogelijk, recidief al dan niet na 2 resectie 1) Radiochirurgie is te overwegen bij niet-operabele letsels < 3 cm. 2) Externe conformele locale radiotherapie tot 50 à 54 Gy. 3.2. Graad II en III tumoren 3.2.1. Volledige resectie mogelijk Adjuvante externe conformele locale radiotherapie tot 54 à 60 Gy (voor graad III zo mogelijk 66 Gy). 3.2.2. Onvolledige resectie of resectie niet mogelijk Externe conformele locale radiotherapie tot 54 à 60 Gy (voor graad III zo mogelijk 66 Gy). Bij voordien bestraalde patiënten met inoperabel recidief kan chemotherapie overwogen worden (hydroxurea). 1.Johnson MD, Sade B, Milano MT, Lee JH, Toms SA. New prospects for management and treatment of inoperable and recurrent base meningiomas. J Neurooncol 2008, 86: 109-12. 2.Asthagiri AR, Helm GA, Sheehan JP. Current concepts in management of meningiomas and schwannomas. Neurol Clin 2007, 25: 1209-1230. 3.Newton HB. Hydroxyurea chemotherapy in the treatment of meningiomas Neurosurg Focus 2007, 23. 4.KN Fountas et al. Management of intracranial meningeal hemangiopericytomas: outcome and experience. Neurosurg Rev 2006, 29: 145-153. 4. Germ cell tumoren Omwille van de lokalisatie is histologische diagnose niet altijd mogelijk, hoewel een biopsie toch de voorkeur verdient. Aanvullende MRI full spine is noodzakelijk, evenals onderzoek van het lumbaal vocht. Tumormerkers (HCG, LDH, PLAP, AFP) kunnen mee een onderscheid helpen maken tussen de verschillende subtypes en zijn van belang bij het volgen van de therapie. 4.1. Puur germinoom

Agressieve chirurgische resectie is niet aangewezen. Radiotherapie alleen volstaat doorgaans, hoewel het toevoegen van chemotherapie kan toelaten de dosis radiotherapie te reduceren. Craniospinale bestraling is alleen aangewezen bij dropmetastasen of positief lumbaal vocht. Chemotherapie is noodzakelijk bij gedissemineerde ziekte en bij recidief. 4.2. Non-germinoma tumoren Niet-germinomateuse of gemengde kwaadaardige germ cell tumoren zijn minder gevoelig voor radiotherapie. Maximale resectie is aangewezen, met adjuvante of neo-adjuvante chemotherapie en radiotherapie. Craniospinale radiotherapie is alleen aangewezen bij positief lumbaal vocht of dropmetastasen. 1.Nguyen QN, Chang EL, Allen PK, Maor MH, Ater JL, Mahajan A, Wolff JE, Weinberg JS, Woo SY. Focal and craniospinal irradiation for patients with intracranial germinoma and patterns of failure. Cancer 107(9): 2228-36, 2006. 2.Schoenfeld GO, Amdur RJ, Schmalfuss IM, Morris CG, Keole SR, Mendenhall WM, Marcus RB Jr. Lowdose prophylactic craniospinal radiotherapy for intracranial germinoma. Int J Radiat Oncol Biol Phys 65(2): 481-5, 2006. 3.Rogers SJ, Mosleh-Shirazi MA, Saran FH. Radiotherapy of localised intracranial germinoma: time to sever historical ties? Lancet Oncol 6(7): 509-19,2005. 4.Haas-Kogan DA, Missett BT, Wara WM, Donaldson SS, Lamborn KR, Prados MD, Fisher PG, Huhn SL, Fisch BM, Berger MS, Le QT. Radiation therapy for intracranial germ cell tumors. Int J Radiat Oncol Biol Phys 56(2): 511-8,2003. 5.Kretschmar C, Kleinberg L, Greenberg M, Burger P, Holmes E, Wharam M. Pre-radiation chemotherapy with response-based radiation therapy in children with central nervous system germ cell tumors: a report from the Children s Oncology Group. Pediatr Blood Cancer 48(3): 285-91, 2007. 5. Hersenmetastasen Hersenmetastasen zijn de meest frequente hersengezwellen bij volwassenen. De incidentie neemt toe, deels door betere detectiemethoden, deels door betere controle van extracerebrale ziekte. MRI met contrast is het aanbevolen radiologisch onderzoek, in het bijzonder om solitaire hersenmetastasen uit te sluiten of te bevestigen. Bij patiënten met een gekende primaire tumor en multipele hersenletsels kan een CT volstaan.

In geval van twijfel dient overgegaan te worden tot biopsie. Biopsie kan ook noodzakelijk zijn om het onderscheid te maken met andere niet-tumorale processen in de hersenen. Corticoïden zijn nodig bij de meeste patiënten. Ze worden in de mate van het mogelijke best zo snel mogelijk terug afgebouwd. Bij epileptische symptomen zijn anti-epileptica noodzakelijk. De rol van chemotherapie is beperkt tot patiënten met chemotherapie gevoelige tumoren. Pancraniële radiotherapie (30 Gy) is de standaard behandeling bij multipele hersenmetastasen. 5.1. Solitaire hersenmetastasen Bij solitaire hersenmetastasen is chirurgie de eerste keuze, zeker bij letsels groter dan 3 cm of met een grote cystische componente, waar onmiddellijke decompressie kan bereikt worden. Bijkomende pancraniële radiotherapie verlengt de overleving. Chirurgie is niet aangewezen bij uitgebreide of nietgecontroleerde systemische ziekte. Radiochirurgie is een alternatief voor chirurgie, in het bijzonder voor letsels kleiner dan 3 cm en/of in functioneel risicovolle gebieden. Er zijn geen vergelijkende studies tussen chirurgie en radiochirurgie. Pancraniële radiotherapie toegevoegd aan radiochirurgie verbetert de locale controle, maar heeft geen effect op de overleving. 5.2. Multipele hersenmetastasen Bij patiënten met meerdere letsels die niet in aanmerking komen voor chirurgie of radiochirurgie wordt gehypofractioneerde radiotherapie voorgesteld, aangevuld met pancraniële radiotherapie bij patiënten in goede conditie. 1.Mintz, AH, Kestle, J, Rathbone, MP, et al. A randomized trial to assess the efficacy of surgery in addition to radiotherapy in patients with a single cerebral metastasis. Cancer 78:1470, 1996. 2.Smalley, SR, Schray, MF, Laws, ER Jr, O Fallon, JR. Adjuvant radiation therapy after surgical resection of solitary brain metastasis: association with pattern of failure and survival. Int J Radiat Oncol Biol Phys 13: 1611, 1987. 3.Noordijk, EM, Vecht, CJ, Haaxma-Reiche, H, et al. The choice of treatment of single brain metastasis should be based on extracranial tumor activity and age. Int J Radiat Oncol Biol Phys 29: 711, 1994. 4.Patchell, RA, Tibbs, PA, Regine, WF, et al. Postoperative radiotherapy in the treatment of single brain metastases to the brain. JAMA 280: 1485, 1998. 5.Andrews, DW, Scott, CB, Sperduto, PW, et al. Whole brain radiation therapy with or without stereotactic radiosurgery boost for patients with one to three brain metastases: phase III results of the RTOG 9508 randomised trial. Lancet 363: 1665, 2004. 6.Mehta, MP, Tsao, MN, Whelan, TJ, et al. The American Society for Therapeutic Radiology and Oncology (ASTRO) evidence-based review of the role of radiosurgery for brain metastases. Int J Radiat Oncol Biol Phys 63: 37, 2005.