STARTDOCUMENT STAGE JAAR 3 Kwartaal 3 en 4 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Stageperiode leerjaar 3 voltijd: Code kwartaal 3: Code kwartaal 4: studiepunten: studiepunten: Stageperiode leerjaar 3 deeltijd: Codes: Datum van inleveren: Stage-instelling Stage-afdeling: Praktijkbegeleider+ tel: Werkbegeleider/ster: Instellingsdocent:
1 Inleiding Tijdens deze tweede stage in het derde leerjaar zal ik verder werken aan de competenties op niveau 2 en 3. Dat betekent dat ik zelfstandig kan handelen in complexe situaties. Het startdocument bevat naast onderdelen die zijn voorgeschreven, stukken in de gekleurde kaders die door mijzelf zijn ingevuld. Tijdens deze stage staan de competenties 1 t/m 5, 10 en 12 op niveau 2 en 3 centraal (zie bijlage 1) de competenties 6,7,9, 11komen in deze periode binnen het onderwijs aan bod, maar worden niet in de stage getoetst. 2 Beginsituatie per competentie Stel jezelf voor. Wat was je eerdere stage-ervaring? Geef aan in hoeverre je competenties al beheerst in relatie tot je stage. Geef daarbij aan welke KPB s je hebt laten beoordelen (nummers volstaan). Eerdere ervaringen uit stage; wat vond je leuk en waar ben je tevreden over. Wat vond je moeilijk en heeft bijvoorbeeld indruk gemaakt. (Maximaal 500 woorden). 3 Situatiebeschrijving van de stageplaats Met daarin (kort en krachtig beschreven) in ieder geval: - Stageplaats/ -instelling - Soort afdeling - Doelgroep/patiëntengroep - Veel voorkomende zorgvragen - Zorg die geleverd wordt - Begeleiding op de afdeling 4 Einddoelen voor de stage In dit hoofdstuk staan alle activiteiten die ik tijdens de stage zal uitvoeren. 4.1 Persoonlijke leerdoelen en competenties In deze paragraaf heb ik vastgelegd aan welke leeractiviteiten ik ga werken tijdens de stage. Hierbij heb ik onderscheid gemaakt tussen persoonlijke leeractiviteiten ten behoeve van mijn persoonlijke leerdoelen en leeractiviteiten ten behoeve van de te behalen competenties tijdens mijn stage. Deze (verplichte) competenties met bijbehorende gedragsindicatoren staan in bijlage 1 opgesomd en zullen het uitgangspunt zijn voor mijn leeractiviteiten. 4.1.1 Persoonlijke leerdoelen De persoonlijke leerdoelen komen voort uit de samenvatting van de eerste stage in leerjaar 3 en mijn persoonlijk portfolio/pop. Deze kunnen betrekking hebben op de SWOT analyse, testen en leerpunten. Voor de komende stageperiode wil ik de volgende persoonlijke leerdoelen uitvoeren: 1. 2. 2
4.1.2 Competenties Om de competenties tijdens de stage in kwartaal 3 en 4 te behalen heb ik verschillende leeractiviteiten opgenomen in mijn startdocument. Ik maak een keuze uit de korte praktijkbeoordelingen (bijlage 2) die bij de leeractiviteiten worden opgenomen. In onderstaande tabel heb ik de volgende leeractiviteiten opgenomen: Competentie Ik formuleer voor de competenties 1,2,3,4 en 5 leeractiviteiten. Ik formuleer minimaal 1 leeractiviteit voor competentie 12 waarin ik een presentatie, klinische les, training- en/of bijscholingsactiviteiten beschrijf die ik verzorg aan collega s van de eigen afdeling of daarbuiten. Wanneer vanuit de stage-instelling leeractiviteiten en/of doelen worden gegeven heb ik deze opgenomen in onderstaand schema en gekoppeld aan de competenties. Tijdens de stage voer ik 8 korte praktijkbeoordelingen (KPB s) uit. De KPB s worden beoordeeld tijdens de stage. Tijdens de 1 e beoordeling minimaal 4 KPB s en tijdens de 2 e beoordeling de 4 andere KPB s. Zie het werkcahier korte praktijkbeoordelingen voor de exacte omschrijving van de opdrachten van de KPB s en het beoordelingsformulier KPB s, waarin ook nadrukkelijk aandacht is voor houding en communicatieve vaardigheden. 1... Leeractiviteit (meerdere per competentie mogelijk)... 12. 4.3 Professionele beroepshouding Om de ontwikkeling van mijn professionele beroepshouding tijdens de stage te volgen laat ik door mijn werk-/praktijkbegeleider en minimaal 2 collega s de 360 graden feedback formulieren invullen als voorbereiding op elk beoordelingsgesprek. Zelf vul ik ook volgens de afspraken in de stagehandleiding het 360 graden feedbackformulier in. Tijdens de 1 e en 2 e beoordeling zorg ik ervoor dat een samenvatting van de 360 graden feedback met een reflectieverslag gebaseerd op de 3 thema s 1) werknemershouding, 2) leerhouding en 3) beroepshouding aanwezig is. Daarnaast beschrijf ik voorbeeld situaties als bewijs voor mijn houding. Dit onderdeel maakt deel uit van competentie 12 (naast de leeractiviteiten die ik in bovenstaande tabel heb beschreven). 4.4 Beroepsproduct: Tijdens stage worden de volgende beroepsproducten door mij gemaakt: Kwartaal 3: Preventieplan Kwartaal 4: Deskundigheidbevorderingsplan Ik krijg de mogelijkheid tijdens de stage om hieraan te werken. De instelling ondertekent het beroepsproduct wanneer door mij is aangetoond dat ik er daadwerkelijk aan heb gewerkt. Het beroepsproduct wordt op school beoordeeld en becijferd en maakt geen deel uit van de studiepunten voor de stage. 5. Beoordeling Er zijn twee beoordelingen tijdens deze stage: de eerste na 8-11 weken (kwartaalweek 8-9- 10 kwartaal 1 en week 1 kwartaal 2) en de tweede beoordeling aan het eind van de stage. 3
5.1 Eerste beoordeling Na 8-11 weken stage zal ik bij aanvang van het beoordelingsgesprek een presentatie (max 15 minuten) houden met daarin: een samenvatting van de 360 graden beoordelingen (max 1A4), voorbeeldsituaties van mijn gedrag, de 4 KPB s, de stand van zaken m.b.t. de persoonlijke leerdoelen en aantonen van competenties en tenslotte mijn planning (max 1 A4) voor de tweede helft van de stage. Ik maak daarbij gebruik van een eigen gekozen presentatievorm (bijvoorbeeld: powerpoint, mindmap, film). Na de presentatie volgt de beoordeling. Ik krijg 4 studiepunten als: - ik voortgang geboekt heb ten aanzien van mijn persoonlijke leerdoelen en competentie leerdoelen; - ik inzicht geef in wat ik moeilijk vind en leuk vond tot nu toe; - er 4 KPB s afgetekend (en daarmee positief beoordeeld) zijn; - mijn professionele beroepshouding voldoende beoordeeld is; zowel 1) werknemershouding, 2) leerhouding en 3) beroepshouding - ik een goed plan van aanpak heb gemaakt voor het tweede deel van de stage en de ondernomen acties die leiden tot voldoende bewijs van de competenties en KPB s. De eerste beoordeling kan op afstand plaatsvinden. Hiermee wordt bedoeld dat de eerste beoordeling plaatsvindt in aanwezigheid van praktijkopleider, werkbegeleider en mijzelf. Vooraf aan de eerste beoordeling is er contact met de instellingsdocent. Ik neem het gesprek en de beoordeling op film op en stuur dit, samen met mijn planning voor de tweede helft van de stage, naar de instellingsdocent. Als ik nog niet voldoe aan bovenstaande criteria of de afspraak door mijn toedoen te laat is ingepland, betekent dit een onvoldoende beoordeling. De herkansing vindt plaats gedurende de tweede helft van de stage en wordt beoordeeld tijdens het tweede beoordelingsgesprek. 5.2 Tweede beoordeling Aan het eind van de stage vindt het tweede en tevens laatste beoordelingsgesprek plaats. Ook deze beoordeling start met een presentatie. In deze presentatie komt het volgende aan bod: een samenvatting van de tweede ronde van 360 graden beoordelingen, de 4 KPB s, de mate waarin en wijze waarop ik mijn leeractiviteiten behaald heb. De tweede 4 studiepunten behaal ik aan het eind van mijn stage als ik: - ik mijn persoonlijke leerdoelen in voldoende mate behaald heb; - ik de competenties in voldoende mate behaald heb; - de 4 KPB s afgetekend (en daarmee positief beoordeeld) zijn; - mijn professionele beroepshouding voldoende beoordeeld is; zowel 1) werknemershouding, 2) leerhouding en 3) beroepshouding. Als ik niet aan bovenstaande criteria voldoe aan het eind van de stage zal in overleg tussen instellingsdocent, werkbegeleider en mijzelf SMART afspraken voor het vervolg gemaakt worden. Het beoordelingsformulier stuur ik digitaal naar mijn instellingsdocent ter ondertekening. Zie verder ook het beoordelingsformulier van de stage op de website. 4
6. Planning Ik heb dit startdocument op vrijdag in week 2 van de stage afgerond en de datum van inleveren op de voorpagina genoteerd. Daarnaast heb ik de volgende afspraken kortgesloten met mijn werkbegeleider en instellingsdocent: Eerste beoordeling (na 8-9 weken stage) door praktijkbegeleider en instellingsdocent op afstand Tweede beoordeling (aan het eind van de stage) door praktijkbegeleider; instellingsdocent op afstand Datum Tijd Plaats 7. Opsomming van verwijzingen - Werkcahier Korte praktijkbeoordelingen (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) - Stagehandleiding jaar 3 (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) - Beoordelingsformulier stage jaar 3 (zie www.hogeschoolrotterdam.nl/ivg) 5
Bijlage 1 Te behalen competenties en bijbehorende gedragsindicatoren en niveau gedurende stage HBOV leerjaar 3 Competentie 1 (op niveau 3 te behalen) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat. Gedragsindicator: De student: 1. voert een anamnese / intakegesprek met patiënten met een complexe zorgvraag en stelt op basis hiervan een zorgplan op volgens de standaard van de afdeling en verantwoordt de gekozen zorgaanpak op basis van evidence, legt dagelijks verslag van de verleende hulp / interventies aan patiënten met een complexe zorgvraag. Verslaglegging gebeurt volgens de standaard van de afdeling en verantwoording van de gekozen zorgaanpak op basis van evidence, daarbij rekening houdend met de privacy van de zorgvrager. Evalueert het zorgplan en stelt dit bij. 2. verleent (verpleeg)technische, psychosociale en/of fysieke hulp / interventies aan patiënten met een complexe zorgvraag, en waarvoor afwijking van bestaande protocollen nodig is, verantwoordt de gekozen zorgaanpak op basis van evidence, klinische expertise en de kenmerken / voorkeuren van de patiënt. Evalueert zorgverlening zoals verleend en stelt deze bij. Competentie 2 (op niveau 3 te behalen) Om risico s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de hbo-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. Gedragsindicator: De student: 1. voert preventieve fysieke, psychosociale en/of (verpleeg)technische interventies uit op holistische wijze bij patiënt ( -engroepen) met complexe gezondheidsrisico s, evalueert de effectiviteit van de gebruikte preventieve interventies en doet aanbevelingen ter verbetering. Competentie 3 (op niveau 3 te behalen) Om een gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de hboverpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen. Gedragsindicator: De student: 1. verzorgt voorlichtingsactiviteiten aan individuele patiënten of patiëntengroepen met complexe gezondheidsrisico s over zaken die te maken hebben met onderzoek, behandeling en/ of hulpmogelijkheden en geeft programmatische voorlichting en instructie aan individuele patiënten en zorgt er voor dat eventuele barrières (indien mogelijk) worden weggenomen die de patiënt(engroep) belemmert de voorlichting / adviezen op te volgen. 6
Competentie 4 (op niveau 2 te behalen) Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg. Gedragsindicator: De student: 1. coördineert de zorg voor een patiëntengroep met een complexe zorgvraag en zorgt voor een effectieve en efficiënte planning van interventies / activiteiten informeert de patiënt, collegaverpleegkundigen en andere betrokken actoren (artsen, paramedici, maatschappelijk werker, mantelzorgers / naasten, etc.) over de uitkomsten van (multidisciplinair) overleg over de voortgang van de zorgverlening aan de patiënt(engroep) en is in staat een planning en taakverdeling te maken voor meerdere verpleegkundigen op de afdeling en deze aan te sturen bij de uitvoering van de zorgverlening (delegeren). Competentie 5 (op niveau 2 te behalen) Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hboverpleegkundige de afgesproken activiteiten. Gedragsindicator: De student: 1. organiseert en faciliteert zelfstandig de uitvoering van preventieve activiteiten, zorgt voor afstemming tussen verschillende actoren (eventueel uit verschillende disciplines) die een bijdrage leveren aan de uitvoering van een preventieve activiteit en evalueert de effectiviteit van de uitgevoerde preventieve activiteit in samenwerking met de betrokken actoren en deelnemers en onderneemt hierbij nog minimaal 1 van de onderstaande activiteiten: 1) spreekt verschillende actoren die een bijdrage leveren aan de uitvoering van een preventieve activiteit indien nodig aan op het nakomen van de afspraken. 2) zorgt voor inhoudelijke afstemming tussen verschillende preventieve activiteiten t.b.v. dezelfde doelgroep(en). Competentie 6 (op niveau 3 te behalen) Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de hbo-verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgpaden / zorgprogramma s / ketenzorg. Gedragsindicator: De student: 1. evalueert (in overleg met eventuele andere betrokken disciplines) de effectiviteit en efficiency van een bestaand zorgpad / zorgprogramma / ketenzorg en formuleert adviezen om de inrichting te optimaliseren en levert een bijdrage aan het (her)ontwerp van een bestaand zorgpad / zorgprogramma rekening met de kenmerken van de doelgroep en de mogelijke financieringsbronnen. Competentie 10 (op niveau 3 te behalen) 7
Om stagiaires en collega-verpleegkundigen en verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde. 1. analyseert het gedrag / de houding van collega s / teamleden, zoekt de oorzaken / drijfveren hiervoor en maakt deze bespreekbaar en stemt de mate en wijze van coaching / begeleiding af op de taakvolwassenheid van de collega s / teamleden. Comp 6,7,8 erin opnemen omdat deze optioneel zijn? Competentie 12 (op niveau 3 te behalen) Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo- verpleegkundige actief aan de bevordering van de eigen deskundigheid en die van de beroepsgroep. Gedragsindicator: De student: 1. reflecteert op de ontwikkeling die hij / zij tot nu toe heeft doorgemaakt in het beroep van verpleegkundige en relfecteert op de beroepsgroep op HBO/ niveau en verpleegafdeling, toont visie op de gewenste verdere ontwikkeling die hij / zij wil doormaken en heeft plannen over hoe dit te bereiken en verzorgt presentaties, klinische lessen, trainings- en bijscholingsactiviteiten aan collega s van de eigen afdeling en/of daarbuiten (bijv. binnen beroepsvereniging, op congressen / symposia, etc.) Competenties op niveau 2. Dit houdt in dat je competent gedrag vertoont bij een eenvoudige zorgvraag voortgang hierin laat zien. Hieronder staat een toelichting: - zorgsituatie is stabiel / voorspelbaar, weinig risico s, voor een langere periode te plannen - er kan sprake zijn van meervoudige problematiek - er is samenwerking met andere disciplines nodig - de zorgvrager heeft inzicht in de eigen gezondheids- / welzijnssituatie en is gemotiveerd - de situatie te verbeteren / handhaven. Competenties op niveau 3. Dit houdt dit in dat je de competentie uit jezelf vertoont in complexe situaties. Hieronder een toelichting: - de situatie is sterk wisselend / onvoorspelbaar, grote kans op risico s, voortdurend is herziening van de planning nodig; - er is sprake van meervoudige, andersoortige problemen / handicaps die elkaar sterk beïnvloeden; - er wordt met meer dan vier andere disciplines samengewerkt; - de zorgvrager heeft niet of nauwelijks inzicht in de eigen gezondheids-/welzijnssituatie en is niet of nauwelijks te motiveren tot het volgen van de behandeling 8
Bijlage 2 Korte praktijkbeoordelingen leerjaar 3 Nr. Titel Competentie 21 Verpleegplan bespreking 1 en 4 22 Crisisinterventie 1 23 Conflicthantering en onderhandelen 10 24 Evaluatiegesprek zorgresultaten 1 25 Psychologische zorg 1 26 Voorbehouden handelingen 1 27 Coördinatie van zorg 4 28 MDO, patiëntenbespreking of vergadering voorzitten 4 29 Voorlichtings-gesprek II 2,3 en 5 30 Groepsvoorlichting 2,3 en 5 31 Bevorderen veilig en effectief gebruik van medicatie 2 en 3 32 Uitzetten en toedienen voorgeschreven medicatie 1 en 4 33 Klinisch redeneren 1 34 Coaching II 10 35 Regievoering 4 36 Intercollegiale toetsing 12 Kies uit nummer 21 t/m 36 de 8 KPB s uit voor deze eerste stage in leerjaar 3. Arceer de gekozen KPB s in bovenstaande tabel. Neem de KPB s op in je startdocument, 4 KPB s per kwartaal. NB: je maakt per stage een startdocument. Indien niet alle KPB s op deze stage te behalen zijn: geef hieronder aan welke van bovenstaande je inruilt voor een andere uit het werkcahier en/of welke KPB je samen met je werkbegeleider hebt opgesteld. Voor deeltijdstudenten: Aanvulling: indien KPB s reeds behaald zijn wordt in overleg met de werkbegeleider vastgesteld welke KPB je inruilt voor een andere KPB. 9
BEOORDELINGSFORMULIER STAGE JAAR 3, kwartaal 3 en 4 Student: Studentnummer: Instellingsdocent: Instelling: Afdeling: Telefoon: Begeleider: Naam: Functie: Email: Toelichting: Oordeel over onderdelen wordt uitgedrukt in onvoldoende (O), voldoende (V) en goed (G). Het eindoordeel wordt vastgelegd in een cijfer. Zowel bij de eerste als bij de tweede beoordeling worden 10 oordelen gegeven. Hieronder een toelichting op de wijze waarop het cijfer voor elke beoordeling tot stand komt: Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 6 of 7 keer goed : 8 of hoger Datum 1 e beoordeling: Oordeel Datum 2 e beoordeling: Oordeel 10
PERSOONLIJKE LEERDOELEN EN COMPETENTIES 1 Student presenteert op welke wijze en in welke mate de leerdoelen en leeractiviteiten behaald zijn; tijdens de eerste beoordeling aangevuld met een plan voor de tweede helft van de stage. 1.1 PERSOONLIJKE LEERDOELEN 1e beoordeling: -Leerdoelen en leeractiviteiten zijn gebaseerd op portfolio -Leeractiviteiten is aan gewerkt -Er is een plan opgesteld voor 2e helft stage. 2e beoordeling: Persoonlijke leeractiviteiten zijn in voldoende mate uitgevoerd en gebaseerd op portfolio. Oordeel Toelichting op oordeel 1.2 COMPETENTIES (ook afdelingsgerelateerd) 1 e beoordeling: -Leeractiviteiten op juiste niveau opgesteld 2, voor competentie 1,2,3,? 34 -Geeft inzicht in reeds ondernomen leeractiviteiten -Plan 2 e helft aanwezig. 1e beoordeling: -Leeractiviteiten op Oordeel Toelichting op oordeel 1 Zie startdocument 2 Zie voor een beschrijving van het gewenste niveau: bijlage 1 startdocument 3 Indien onvoldoende: in plan voor 2 e helft van de stage ondervangen. Concrete afspraken maken (instellingsdocent-werkbegeleider-student) 4 Comp. 1 en 4 in KPB s, comp. 2 en 5 in kw. ¾, comp. 6 in jaar 2, dus hier herhaling, comp. 7 en 8 in BP LA9, comp. 9 in BP LA10. 11
juiste niveau opgesteld, voor competentie 4 en 5 -Geeft inzicht in reeds ondernomen leeractiviteiten -Plan 2e helft aanwezig. 1e beoordeling: -Leeractiviteiten op juiste niveau opgesteld, voor competentie 10 en 12. -Geeft inzicht in reeds ondernomen leeractiviteiten -Plan 2e helft aanwezig. 4 KPB s behaald 2 e beoordeling: Leeractiviteiten op juiste niveau behaald voor competentie 1,2 en 3. 2e beoordeling: Leeractiviteiten op juiste niveau behaald voor competentie 4 en 5. 2e beoordeling: Leeractiviteiten op juiste niveau behaald voor competentie 10 en 12. Oordeel Toelichting op oordeel 4 KPB s behaald (8 totaal stage) Oordeel Toelichting op oordeel 12
2. PROFESSIONELE BEROEPSHOUDING 1. Werknemershouding (samenwerking, organisatievermogen, werkinstelling, kwaliteit, kwantiteit) Student presenteert: Samenvatting 360 graden beoordeling + voorbeeldsituaties als bewijs van goede houding. Oordeel 1e beoordeling Oordeel 2e beoordeling 2. Leerhouding 3. Beroepshouding: Toelichting 1 e beoordeling 5 Toelichting 2 e beoordeling 5 Het oordeel komt tot stand door ervaringen van werkbegeleider en instellingsdocent in combinatie met de presentatie (incl. reflectie) van de student. 13
1 e beoordeling Indien 1 van bovenstaande items van de 1 e beoordeling met een onvoldoende beoordeeld wordt, is het eindoordeel onvoldoende en worden afspraken gemaakt voor de herkansing. Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 1 e kans Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 6 of 7 keer goed : 8 of hoger Indien onvoldoende, noteer hier de afspraken voor de herkansing gedurende 2 e helft stage. Deze afspraken worden tijdens het tweede beoordelingsgesprek getoetst. 6 Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 2 e kans Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent 6 Indien gedurende 2e helft van de stage de afspraken zijn behaald wordt eind kwartaal 2 het cijfer ingevuld als herkansing voor kwartaal 1. 14
2 e beoordeling Indien 1 van bovenstaande items met een onvoldoende beoordeeld wordt, is het eindoordeel onvoldoende en worden afspraken gemaakt voor de herkansing. Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items): 1 e kans Eindoordeel 1 e en 2 e beoordeling: Bij 1 of meer keer onvoldoende : 5 of lager Bij minder dan 3 keer goed : 6 of 7 Bij 6 of 7 keer goed : 8 of hoger Indien onvoldoende, noteer hier de afspraken voor de herkansing zo specifiek mogelijk (welke doelen nog te behalen, in welke periode, zo mogelijk op welke stageplek, wanneer af te ronden 7 ) Eindoordeel (cijfer gebaseerd op oordelen over bovenstaande items) 2 e kans Datum en handtekening : werk-/praktijkbegeleider instellingsdocent 7 Afronding van de herkansing in principe binnen het lopende studiejaar, dus voor 31 augustus. 15
Noteer hier tips en tops, die de student mee kan nemen voor zijn/haar verdere ontwikkeling: Tips Tops 16
17