Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Product en productieproces 11 1.1 De productie- en bedrijfskolom 11 1.2 Kwaliteitszorg 14 1.3 Zuivelsector 14 1.4 De varkenssector 21 1.5 Samenvatting 28 2 Kwaliteit en kwaliteitszorg 29 2.1 Wat is kwaliteit? 29 2.2 Kwaliteit en consument 32 2.3 Samenvatting 38 3 Kwaliteitszorgprogramma s 39 3.1 De noodzaak van integrale kwaliteitszorg 39 3.2 Kwaliteitszorg en kwaliteitsborging 41 3.3 Certificaten en keurmerken 50 3.4 Afsluiting 57 Trefwoordenlijst 59 INHOUD 9
10 KWALITEIT EN VEEHOUDERIJ
1 Product en productieproces Oriëntatie Vaak hoor je mensen zeggen dat de consument van tegenwoordig er geen idee meer van heeft waar zijn voedsel vandaan komt en welke bewerkingen het heeft ondergaan. Doperwtjes zitten achter glas en de vis komt van kapitein Iglo! Weet jij als toekomstig veehouder of werknemer in de veehouderij wat er bijvoorbeeld met de geproduceerde melk gebeurt? Of met de varkens uit je stallen? Met andere woorden, weet jij welke bedrijven er allemaal meewerken voordat de consument een glas melk kan inschenken, of bij de slager zijn varkensvlees kan kopen? Welke bedrijven je allemaal in jouw sector kunt vinden, leer je in dit hoofdstuk. Ook leer je het verschil tussen de begrippen bedrijfskolom en productiekolom. En je maakt kennis met kwaliteitssystemen die in veehouderij worden gebruikt om de kwaliteit van de producten op peil te houden. 1.1 De productie- en bedrijfskolom In de winkel kunnen consumenten allerlei producten kopen, waarin melkvee- en varkenshouders een aandeel hebben gehad. Een pak yoghurt, boter, een karbonade; noem maar op. De consumenten zullen er dan niet aan denken, dat de producten een hele reeks bewerkingen hebben ondergaan, voordat ze in de winkel kwamen. Als toekomstig veehouder moet jij echter wel weten wat er gebeurt voordat een pak yoghurt in de winkel staat. Of voordat een karbonade bij de slager ligt. Alles wat er gebeurt met een product, voordat het echt een product is, kun je tekenen in een plaatje. Dat plaatje noem je de productiekolom. Productiekolom Wat gebeurt er zoal voordat een pak yoghurt (=product) een pak yoghurt is? Allerlei bedrijven maken producten waardoor de veehouder koeien kan houden (bijvoorbeeld: veevoer, medicijnen, middelen om de stal schoon te houden et cetera). Veehouderijbedrijven brengen de koeien groot en melken ze. Zuivelfabrieken verwerken de melk tot yoghurt. Wat voor yoghurt geldt, geldt in feite voor alle zuivelproducten. Je kunt dus de volgende productiekolom maken voor de zuivelsector: PRODUCT EN PRODUCTIEPROCES 11
Fig. 1.1 De productiekolom van zuivel: van grondstof tot product. Toeleverende bedrijven (onder andere veevoerbedrijven) Melkveebedrijven Verwerkende bedrijven (zuivelfabrieken) Voor de varkenshouderij kun je hetzelfde doen. Je kunt op een rijtje zetten welke bedrijven er nodig zijn voordat een karbonade echt een karbonade is. Je krijgt dan het volgende schema: Fig. 1.2 De productiekolom van varkensvlees: van grondstof tot product. Toeleverende bedrijven (onder andere veevoerbedrijven) Fokkerij-organisatie Subfokbedrijven Vermeerderingsbedrijven Vleesvarkenbedrijven Verwerkende bedrijven (slachterijen, vleeswarenverbrieken) Dit schema wordt in paragraaf 1.4 nog verder uitgelegd. Een productiekolom maak je dus, door alle bedrijven onder elkaar te zetten, die bezig zijn om het melk- of vleesproduct tot een echt product te maken. Je ziet in de productiekolom hoe een product alle bedrijven doorloopt, van grondstof tot eindproduct. schakels Je kunt ook zeggen: in de productiekolom zie je de verschillende schakels in het productieproces. Als melkvee- of varkenshouder ben jij een van die schakels. Voor je staat een andere schakel (de toeleverende bedrijven) en na jou nog een andere schakel (de verwerkende bedrijven). Bedrijfskolom Als het product klaar is, is het echter nog niet bij de consument. Voordat het bij de consument is, gaan nog meer bedrijven zich ermee bemoeien. Denk maar aan groothandels en detailhandelaren. Die bedrijven kun je ook nog toevoegen aan je schema. Op die manier krijg je een bedrijfskolom. Hier zie je de bedrijfskolom die geldt voor de zuivelsector: 12 KWALITEIT EN VEEHOUDERIJ
Fig. 1.3 De bedrijfskolom van zuivel: van grondstof tot consument. Veevoerfabrieken Melkveehouderijbedrijven Zuivelindustrie Groothandel Detailhandel Consumenten Voor de varkenshouderij kun je de volgende bedrijfskolom maken: Fig. 1.4 De bedrijfskolom van varkensvlees: van grondstof tot consument. Veevoerfabrieken Fokkerij organisatie Subfokbedrijf Vermeerderingsbedrijf Vleesvarkensbedrijf Slachterij Detailhandel Consument In de bedrijfskolom zie je welke weg het product aflegt, voordat het bij de consument is (van grondstof tot consument). Terwijl het product zijn weg maakt door de bedrijfskolom, wordt het steeds bewerkt en verhandeld. Zo wordt er steeds waarde aan het product toegevoegd, totdat het bij de consument is. Handel consumentenmarkt In een bedrijfskolom kun je ook de handel een plaats geven. Want telkens als het product verder naar de consument gaat, is er sprake van handel. Tussen iedere fase is een markt, waarop de ene partij het product aanbiedt en de andere partij het product vraagt. Bijvoorbeeld: de voerfabriek biedt zijn voer aan aan de veehouder die het vraagt. En de veehouder biedt zijn dieren of zijn merlk aan aan de slachterij en de melkfabrieken die de producten vragen. De laatste markt in de bedrijfskolom noemen we de consumentenmarkt. De anderen zijn allemaal producentenmarkten. Vragen 1.1 a Wat is een productiekolom? b Wat is een bedrijfskolom? c Is handel ook productie? DE PRODUCTIE- EN BEDRIJFSKOLOM 13
d e Op welke plaats in de productiekolom kom je de handel tegen? Op welke plaats in de productiekolom is je leerbedrijf te plaatsen? 1.2 Kwaliteitszorg Je hebt in de vorige paragraaf gezien dat je een productie- en een bedrijfskolom kunt maken. In de bedrijfskolom zie je alle schakels waar een product (bijvoorbeeld zuivel) doorheen gaat (van grondstof tot consument). Het proces vindt dus over meerdere schakels plaats. Elke schakel is afnemer van de vorige schakel en leverancier voor de volgende schakel. Uiteindelijk komt het product bij de consument. Deze consument stelt bepaalde kwaliteitseisen aan het product. Daar moeten alle schakels in de bedrijfskolom rekening mee houden. Er zijn twee soorten kwaliteitseisen die de consument stelt: Hij stelt eisen aan de technische kwaliteit (productkwaliteit). Hij stelt eisen aan de manier waarop het product wordt geproduceerd (proceskwaliteit). Daarom zijn er door de hele bedrijfskolom heen kwaliteitszorgsystemen opgezet. Er zijn kwaliteitszorgsystemen voor de productiekolom (veevoerbedrijf tot melkfabriek of slachterij), maar ook de schakels daarna hebben hun eigen kwaliteitssystemen (bijvoorbeeld de transportbedrijven, groothandels en supermarkten). Zo kunnen alle schakels samen een product maken dat optimaal voldoet aan de kwaliteitseisen van de consument. In de volgende paragraaf gaan we in op de zuivelsector en op de kwaliteitszorgsystemen die daar gehanteerd worden. 1.3 Zuivelsector Er zijn ongeveer 16 miljoen mensen in Nederland. We hebben samen ongeveer 1,6 miljoen melkkoeien. Hoeveel melk zouden we niet per dag moeten drinken om alle melk van die koeien te consumeren? De productie- en bedrijfskolom De zuivelindustrie is een zeer belangrijke tak van industrie in Nederland. De zuivelsector levert een grote bijdrage aan de export van Nederland. Ongeveer drie van de vier koeien produceren voor de export. Aan de basis van de zuivelsector staan de vele melkveehouders en hun ongeveer 1,6 miljoen melkkoeien. Hier zie je nog een keer de bedrijfskolom van de Nederlandse zuivel. 14 KWALITEIT EN VEEHOUDERIJ