DJU-SU EXAMENEISEN BLAUWE BAND

Vergelijkbare documenten
DJU-SU EXAMENEISEN GROENE BAND

DJU-SU EXAMENEISEN ORANJE BAND

DJU-SU EXAMENEISEN GELE BAND

Ne-Waza-Jitsu-Kata. Handeling De aanval

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou

GREPEN 2de DAN TAI-JUTSU

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

DJU-SU EXAMENEISEN BRUINE BAND

Yogales mei Ademoefening Prana Mudra!

Algemene exameneisen Hansu Martial Arts

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Oefenprogramma revalidatie

Statische stretching

KRAV MAGA JEUGD MERELBEKE

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

MUAYTHAI TECHNIEKEN. 1.1 Links voor positie: Linkervoet voor- rechtervoet achter, ongeveer 50cm tussen beide voeten, deze staan op schouderbreedte.

Ju Jitsu Dõ. Deel 4 Programma Groen. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de groene gordel

Statische rekoefeningen

Ju Jitsu Dõ. Deel 2. Programma Geel. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de gele gordel

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

Lenigheidtrainingsschema - niveau 1

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Zomerfit Pagina 1 van 5

Core Stability - serie 1

小洪拳 XiaoHongQuan - kleine golvende vuistvorm

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Zelfverdediging hosinsul

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp.

Buikspieroefeningen (basis)

7 fijne yogahoudingen

Ju Jitsu Dõ. Deel 3. Programma Oranje. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de oranje gordel

VOORBEELDEN. Stapsparring & Zelfverdediging

Stoelyoga. Navorming PVI. Basishouding

Peer Brouwers, Het begin

De 11+ Een compleet warming-up programma

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

(pdf p. 60, München-manuscript plaat 21). Een hoge en een lage steek.

Opstel LO Boksen en volleybal

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Yogales december 2018!

Oefeningen voor beenspieren

Yoga les bovenbouw: Zonnegroet: Klassieke zonnegroet

Cambridge Health Plan Benelux BV

1.1. De aanval De verdediging

Oefeningen bij schouderklachten

D6 = Dynamisch; 6 keer vloeiende ontspannen beweging S6 = Statisch; 6 tellen aanhoudend lichte rek in de uiterste stand van het gewricht.

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s!

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

10 OEFENINGEN VOOR THUIS

Reeksbeschrijving Bondsreeks

Les november 2018! Ga goed zitten.! Aandacht is bij de adem.!

Examenprogramma geel (5 e kyu) EXTRA

Cardioschema (50 minuten)

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed

Warming-up & Cooling-down

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

NEKSPIEREN. Buig je hoofd langzaam naar voor, even houden, dan langzaam naar achter 3x herhalen op de maat van de muziek

Oefeningen voor reumapatiënten

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Techniekenboekje. geel-oranje U9

Ademhaling. Yoga Oefeningen

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

Introductie gesprek nieuw lid.

GREPEN 3de DAN TAI-JUTSU

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10

Deel C HAPKIDO VERSIE 1.0. Copyright 2008 Hapkidovereniging Cheon Ji Kwan

Examenprogramma blauwe gordel (2 e kyu)

Oefeningen bij nekklachten

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

De foamroll oefeningen

LEERSTOF BLAUWE GORDEL

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Bondsreeks Werkjaar Gemaakt door KLJ Limburg Werkjaar

Uitwerking VOORBEELD vrije oefening Meso Teamgym

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Schouderoefeningen

13. MICROBEWEGINGEN VOOR IN DE BADKAMER

LEERSTOF GROENE GORDEL

Simpele oefeningen voor een platte buik. Werk aan uw centrale spieren met deze oefeningen en verbeter uw kracht, houding en stabiliteit.

Beweegpakket VAL-net. oefeningen voor patiënten

rekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.

Dragen op de buik. Om de draagdoek uit te doen:

2) Valtechniek over bokje. Alle voorgaande valtechnieken (voorover, achterover, zijwaarts) over een bokje uitvoeren.

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Plank set 1 set 2 set 3 set 4 set 5 20 sec 20 sec 20 sec 20 sec 20 sec

Bal in de hoepel gooien

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Schouder oefeningen (Deel 2)

10 minuten training 1 Total Body

Clear: Een verdedigende slag. De shuttle wordt hoog gepakt en hoog naar het achterveld van de tegenspeler gespeeld.

In volgorde van nieuw naar oud, heb ik 3 versies van de kata Heian Nidan verwerkt

Het kata bestaat uit aanvalspogingen en verwurgingen. Deze twee typen aanvallen zijn als volgt in het kata verdeeld:

Transcriptie:

DJU-SU EXAMENEISEN BLAUWE BAND Auteur: Maarten Molenaar Laatste update: 14-4-2015

TECHNIEKENOVERZICHT BLAUWE BAND Ontsnappingstechnieken Smal of breed obstakel borsthoogte Breed obstakel middel- of borsthoogte Breed obstakel middelhoogte Obstakel middelhoogte Obstakel middelhoogte of lager Blokken Touwblok neerwaarts met nekcontrole Touwblok zijwaarts op ronde trap Touwblok op greep aanval Lichaamsblok op ronde trap V-blok Blokken met de onderarm: Hoog horizontaal Binnenwaarts Laag horizontaal Van buiten naar binnen Dubbel Buitenwaarts Stoten en slagen Hamervuistslag naar het kruis Binnenkant handslag naar de keel Duimstoot naar de oksel Trappen Inslippend zijwaarts Spinning rond gesprongen Hamertrap Drukpunten Oksel Pols (kippenpoot liggend) Kuiltje onder de strot Bevrijding Dubbele kledinggreep 1 Dubbele kledinggreep 2 Nekbevrijding 4 Klemmen Nekklem Polsklem Schouderklem Elleboogklem

Neerhalen Neerhalen 6 Neerhalen 7 Neerhalen 8 Grondgevecht Grondcontrole 4 Grondcontrole 5 Grondgevecht 2 Grondgevecht 3 Wapens Kubotan basis 1 Kubotan basis 2 Kubotan basis 3 Kubotan basis 4 Kubotan basis 5 Kubotan basis 6 Kubotan basis 7 Kubotan basis 8 Kubotan basis 9 Kubotan basis 10 Mesontwijking 4 Mesontwijking 5 Sparren Spartechnieken tegen meerdere personen

KRACHT Touwtjespringen, elke variant 1 minuut: 2 voeten Wisselsprong Kruizen Dubbelsprong Push-ups en sit-ups: 10x push-up handje klap 5x push-ups driehoek 5x push-ups vuisten 5x push-ups vingers 20x sit-ups 8x optrekken bi-ceps

ONTSNAPPINGSTECHNIEKEN Smal of breed obstakel borsthoogte: Bij een obstakel op borsthoogte gebruiken we de voorwaartse snelheid. We botsen (zonder snelheid te verminderen) tegen het obstakel aan. Als we linksvoor aankomen plaatsen we de linker hand met de vingers naar beneden en de handpalm naar voren tussen ons en het hek op borsthoogte in. We klappen naar voren en gebruiken dit effect. Het hoofd draaien we weg en de rechter hand slaan we om het hek (gestrekt naar beneden). Het linkerbeen slaan we met kracht over het hek heen. Hou met je rechterhand zo lang mogelijk vast! Als het een muurtje betreft met een rand kun je ook de rand vastpakken. Breed obstakel middel- of borsthoogte: Bij een brede muur, maar b.v. ook een motorkap van een auto, rollen we over het obstakel heen. Plaats je onderarm met de buitenkant tegen het obstakel, draai je hoofd naar binnen. Rol met je rug over het obstakel. Gebruik je achterstebeen om snelheid te maken.

Breed obstakel middelhoogte: Bij een breed obstakel op middelhoogte kun je jouw voet op het obstakel plaatsen. Plaats de voorste voet op het obstakel en steun met je hand. Spring met je andere been er tussendoor. Obstakel middelhoogte: Plaats je linker hand op het obstakel. Zwaai je rechterbeen omhoog en volg gelijk met je andere been. Zwaai je benen over het obstakel heen.

Obstakel middelhoogte of lager: Afhankelijk van de snelheid zet je de sprong op een bepaalde afstand in. Des te sneller je bent des te verder af je kunt beginnen. Spring met beide voeten naast elkaar en plaats je handen op het obstakel. Spring met je benen tussen je armen door. EXAMENOEFENING 26: Er wordt een parcour uitgezet met verschillende obstakels. Op commando leg je zo snel mogelijk het parcour af! Hierbij wordt je achterna gezeten door je partner die je probeert te pakken.

BLOKKEN Touwblok: In plaats van een touw kun je ook denken aan een flexibele broekriem, ketting, elektriciteitssnoer, etc. Je zorgt dat je het touw stevig vasthebt. Als het te lang is wikkel je het om je handen. Zorg dat je minstens 50cm touw overhebt. De blok met het touw gaat als volgt: plaats je handen dichter bij elkaar zodat er een lus ontstaat. Maak nu de blok, bijvoorbeeld neerwaarts en trek het touw strak. Je krijgt nu hetzelfde pets effect alsof je iemand raakt met een theedoek die je vanuit een prop uitslaat. Deze blok is het meest effectief neerwaarts of zijwaarts omdat je dan direct het betreffende lichaamsdeel kunt controleren. Opwaarts gaat dat bijna niet. Touwblok neerwaarts met nekcontrole: Draai na de neerwaartse blok direct het touw om de pols en strek de rechter arm uit. Haal het touw om de nek en kruis het touw achter de nek. Zet je schouder in de rug en werp de agressor met een cirkelbeweging neer.

Touwblok zijwaarts op ronde trap: Maak net als de neerwaartse blok een zijwaartse blok. Stap in de aanval! Draai het touw om de enkel en stap hierbij in een halve cirkel met je achterste naar voren, hou het been onder constante druk tegen je lichaam en draai de romp. Kruis in de beweging de handen zodat je de enkel verankert. Hou de enkel onder controle en maak een stamptrap naar het kruis. EXAMENOEFENING 27: Je partner valt 1 minuut willekeurig met directe stoot of ronde trap aan. Jij maakt de juiste blok met het touw. Als de examinator roept controle dien je na de blok de nekcontrole of ronde trap controle toe te passen.

Lichaamsblok op ronde trap: Stap met je lichaam in de aanval en keer je brede rugspier toe (niet in stevige brede stand met je ribben de trap opvangen!). Omcirkel gelijk de trap, maak een vuist zodat je greep massief is. Stap in, plaats je hand op de schouder en zet druk, maai gelijkertijd het standbeen er onder uit (kwart cirkel worp). Hou vast totdat de agressor op de grond ligt, maak daarna een stoot naar het kruis. Een lichaamsblok vanuit de stevige brede stand kan alleen als je jouw arm als schild gebruikt. EXAMENOEFENING 28: Je partner valt met ronde trappen op je zij aan, zowel links als rechts. Maak een lichaamsblok, als het kan grijp je het been en veeg je je partner eronderuit. V-blok: De v-blok pas je toe als je een aanval wilt door geleiden. B.v. op een slag van bovenuit met een stok glijdt de aanvallende arm langs jouw arm. Kan ook met één arm uitgevoerd worden zodat je andere arm als dekking bij je hoofd blijft. Buitenzijde: Binnenzijde: Buitenzijde 1 arm:

Blokken met de onderarmen: Hoog horizontaal Binnenwaarts Laag horizontaal Van buiten naar binnen Dubbel Buitenwaarts Een aantal blokken heb je al eerder gehad. De horizontale blokken maak je met de botkant van je onderarm, je arm draait. De buitenwaartse blok kan ook op een traptechniek gemaakt worden. EXAMENOEFENING 29: Je partner valt 1 minuut aan met diverse technieken. Je mag alleen blokken maken met je onderarmen.

STOTEN EN SLAGEN Hamervuistslag naar het kruis: De hamervuistslag heb je eerder geoefend naar het hoofd. Naar het kruis is deze effectief bij een aanval van achteren. Binnenkant handslag naar de keel: Vouw je duim naar binnen zodat je wijsvinger en binnenkant hand één rechte lijn vormen. Deze slag is effectief naar de keel, de neus of om iemand bij een beenworp uit balans te slaan op de borst. Duimstoot naar de oksel: De duimslag maak je met de punt van de duim. Deze slag is alleen effectief op drukpunten, zoals onder de oksel.

TRAPPEN Inslippend zijwaarts: Met deze trap zet je iemand makkelijk van zijn plek. Je hele lichaam moet achter de trap zitten. Je maakt snelheid, en je mikpunt is achter de agressor. Slip vanuit zijwaartse stand naar met je voorste voet naar de juiste afstand. Stap daarna achter langs door en trap zijwaarts. Spinning rond gesprongen: Stap met je achterste voet naar voren. Draai om en kijk naar het doel. Spring met de knie omhoog op 45 graden schuin voor je (hier twee uur). Trap rond uit. De foto s laten het verloop stap voor stap zien. De laastste foto laat de sprong zien.

Hamertrap: Beweeg je achterste been schuin voor je langs (45 graden) en draai op je standbeen. Beweeg je been tot boven het doel. Meestal trap je iemand zijn dekking open. Trap recht naar beneden met de hak. Gesprongen trappen, gedraaide (spinning) trappen, volgen allemaal hetzelfde principe. De sprong of trap wordt ingezet op de 45 graden lijn. Als je de techniek eerder of later inzet kom je niet goed uit. EXAMENOEFENING 30: Maak een rijtje, een assistent heeft het grote kussen vast. Voer alle drie traptechnieken op kracht uit, 5x links en 5x rechts.

BEVRIJDINGEN Dubbele kledinggreep 1: De agressor pakt je ter hoogte van de schouders bij de kleding. Stap met links naar voren en draai om je as. Maak gelijktijdig een neerwaartse blok tussen de elleboog en pols. Stap door met links naar voren en maak een binnenkant handslag naar de keel. Zet een nekklem aan: botkant onderarm tegen luchtpijp, pak je biceps vast. Andere hand op het achterhoofd, zet druk naar beneden. Als je zelf in een nekklem komt moet je jezelf zo snel mogelijk bevrijden (zie oranje band stof, verwurging). Hier zijn twee voorbeelden van bevrijding: Zet beide handen over de handen van de agressor (of op de onderarm). Graag je vingers in. Trek de arm iets weg richting je borst en buig. Draai sterk naar binnen met de kin richting het lichaam van de agressor. Stap met je linkervoet naar achter. Draai de elleboog waarmee je trekt naar de zijkant. Trek je hoofd eruit. In deze situatie wordt een polsklem aangezet.

Als iemand je op de grond vanachter verwurgd grijp je ook met beide handen direct de onderarm vast. Druk je kin stevig naar binnen zodat de klem moeilijk strakker kan worden aangezet. Kantel de agressor op de rug en plaats de Kubotan aan de binnenzijde van de onderarm. Geef een pijnprikkel totdat er ruimte ontstaat. Draai nu snel met je hoofd naar binnen, draai je lichaam en trek je hoofd eruit. Je houdt de onderarm vast. EXAMENOEFENING 31: De examinator roept staan of liggen. Je partner grijpt je vervolgens bij de nek. Bevrijd jezelf op de twee manieren die zojuist zijn uitgelegd. De examinator kan er ook voor kiezen je te laten lopen.

Dubbele kledinggreep 2: De agressor wil je naar de keel of de kleding grijpen. Jij hebt een touw vast. Shift je gewicht naar voren en stop de aanvaller met je handpalm tegen de schouder/borst. Hou je hand aan die zijde en cirkel het touw om de nek. Loop door. Hou het lichaam tegen je rugzijde aangedrukt en werp de agressor in een cirkelbeweging naar de grond. In deze combinatie gebruik je ook een stop techniek. Deze techniek vergt timing. Op het moment dat de agressor naar voren komt zet je de techniek in. Belangrijk om de arm te strekken. Maak geen slag, eerder een duw en hel niet te ver naar voren! Deze techniek past prima in proportioneel handelen. Je laat een ander zo weten dat die niet verder moet gaan.

Nekbevrijding 4: De agressor pakt je van de zijkant bij de nek. Reageer gelijk op het aanzetten van de greep. Als je te laat bent en de greep is vast dan maak je eerst een zijwaartse trap naar de zijkant van het been! Draai naar de agressor toe en plaats je linkerhand onder de bovenarm en de rechterhand onder de pols. Stap met je rechterbeen langs de aanvaller af. Breng je rechterhand onder de arm door en grijp de bovenarm zo dicht mogelijk bij de elleboog. Stap dicht naar de agressor en pak met de andere hand de kin. Stap terug en borg de elleboog tegen je zij. De schouderklem wordt aangezet door de arm richting de nek te forceren en iets te liften bij de elleboog. Dit is tevens een goede controle techniek om iemand weg te leiden.

NEERHALEN Neerhalen 6 (op hoek stoot): Stap schuin naar voren en duik onder de hoek stoot door. Grijp de agressor om de middel en scherm je hoofd af. Blokkeer de achterste voet en ga op één knie zitten. Trek de aanvaller mee naar beneden en eindig in zijwaartse controle. Neerhalen 7 (schouderworp): Maak een V-blok op een slag van bovenuit (hier met een bierfles). Draai met je rug naar de agressor en haak je linkerarm onder de oksel (pak eventueel de kleding vast). Zak met je heupen onder de heupen van de agressor en trek deze stevig naar je toe. Stoot je heupen naar achter uit en strek de knieën. Trek de rechter arm schuin voor je langs en kijk naar links. Maak een stamptrap naar het gezicht.

Neerhalen 8 (lichaamsworp): De agressor grijpt je van achter bij de kleding. Maak een slag met de vuist naar het kruis en draai om, blijf laag en druk je lichaam tegen zijn lichaam. Plaats je rechter hand hoog onder de oksel door (of voor de borst) en de andere hand laag aan de buitenzijde van de knie. Kom met een rechte rug omhoog en til de agressor op. Zak door de knieën en laat los, de agressor valt op de grond.

GRONDGEVECHT Grondcontrole 4 (back mount): De achter controle kun je goed gebruiken in het grondgevecht maar ook bij hulp aan een derde. Je zet een bloed verwurging aan (elleboogpunt naar voren) en sleurt de agressor naar de grond. Op de grond kruis je de benen om de agressor te immobiliseren. Grondgevecht 2: De agressor valt aan met een stoot. Duik eronder door en haal de agressor neer, kom uit in bovencontrole. De agressor begint gelijk te slaan als je omhoog komt. Blok de stoot met een zijwaartse hand blok opzij. Pak met twee handen de pols. Zet je linkerbeen naast de nek en glij langs het lichaam naar achteren. Haal de arm met de elleboog naar beneden langs de lies. Druk de pols naar beneden en je heupen iets omhoog. De gestrekte armklem is aangezet. Dit is een hevelwerking op de elleboog. Als de agressor zijn arm in de beweging probeert terug te trekken, beweeg dan mee en zet een kippenpoot aan. Kippenpoot: De kippenpoot is zeer pijnlijk. Plaats je duimen onder de pols en je handen over de hand. Knik de hand richting de elleboog. Zorg dat je de elleboog borgt tegen je lichaam.

Grondcontrole 5 (the guard): In het Engels noemen ze deze controle The guard. Deze positie is een voordelige positie voor degene die op de rug ligt. De agressor bovenop kan eenvoudig gecontroleerd worden en je kunt jezelf makkelijk beschermen tegen aanvallen. Grondgevecht 3: De agressor grijpt je om de middel en wilt je eronderuit trekken/duwen. Cirkel direct met je onderarm om de nek. Zorg dat de binnenkant (botzijde) van je onderarm tegen de luchtpijp aanzit. Grijp met je andere hand de pols vast. Val naar achter in achter controle en kruis de benen om de rug. Trek het hoofd iets naar je toe. Druk de heupen schuin van je af. De klem wordt muurvast aangezet.

WAPENS Kubotan: De Kubotan is in feite niets meer dan een sleutelhanger. Daarom wordt deze niet gezien als een wapen. Door de vorm is deze uitermate geschikt voor zelfverdediging. Zorg dat je de Kubotan met de sleutels naar beneden in de broekzak draagt zodat je hem altijd op de juiste manier kunt pakken. Kubotan basis 1 - grepen: De belangrijkste handelingen zijn: slagen, stoten, drukken, haken, slagen met de sleutels. Belangrijke variaties zijn: controleren, raspen en nagelen. Kubotan basis 2 - gevechtshouding: De gevechtshouding met de Kubotan is rechtsvoor (als je rechtshandig bent). Zo kun je eenvoudig een aanval afwenden met de Kubotan. Normaal hou je een wapen achter je zodat deze niet afgepakt kan worden. De Kubotan is moeilijk te pakken vanwege zijn geringe omvang. Kubotan overnametechniek: Je partner maakt een binnenwaartse slag. Deze blok je met de hand neerwaarts. Vervolgens maak je dezelfde binnenwaartse slag. EXAMENOEFENING 32: Demonstreer met je partner de overname techniek in een flow (non-stop), beweeg, volg, draai en blijf dicht bij elkaar.

Kubotan basis 3 - slag: De agressor maakt een stoot. Blok de stoot neerwaarts en reageer met een binnenwaartse slag met de Kubotan. De agressor blokt de stoot. Neem de pols aan de buitenzijde over en trek de hand richting je heupen. Maak een slag met de Kubotan naar de ribben. Kubotan basis 4 -stoot: De agressor maakt een stoot, blok deze met de open hand naar buiten. Maak met de onderkant van de Kubotan een horizontale stoot langs de ribben/rugspieren. Druk de hand naar beneden en maak een slag het borstbeen. Kubotan basis 5 - drukpunt: De agressor grijpt je bij de keel. Maak direct de ademweg vrij door een plugbeweging (zie nekbevrijding 2). Druk de Kubotan in het kuiltje onder de strot. Druk de Kubotan in een cirkelbeweging richting de grond.

Kubotan basis 6 - haak: De agressor grijpt je bij de kleding en laat niet los. Zet je voet op zijn voet om hem te controleren en grijp de pols vast. Haak de Kubotan achter de nek en trek de agressor naar beneden. Kubotan basis 7 - slagen met de sleutels: De agressor stapt op je af. Stop hem af met een trap naar de knie. Maak een slag naar de voorste hand en volg met een slag naar het gezicht. Kubotan slagen zijn altijd cirkel (ovaal) vormig. Vanaf het startpunt worden sleutels tegen het doel aan gezwiept en gelijk weer teruggetrokken in de verdediging.

Kubotan basis 8 - controle: Je kunt iemand onder controle houden door bijvoorbeeld de Kubotan over de vingers te leggen en vervolgens de vingers vast te pakken. Elke sturing die jij nu geeft veroorzaakt pijn en de agressor zal meebewegen om de pijn te verminderen. Kubotan basis 9 - raspen: Met de onderkant van de Kubotan kun je raspen. Je drukt daarbij de Kubotan stevig op een lichaamsdeel en raspt deze een richting op. Kubotan basis 10 - nagelen: Zet de onderkant van de Kubotan op een drukpunt en sla met je hand op de achterzijde. Maak eerst ruimte door je heupen wat naar achteren te bewegen. Nagel daarna de Kubotan in de heup. EXAMENOEFENING 33: De examinator vraagt je elke basis Kubotan handeling zoals hiervoor behandeld uit te voeren.

Mesontwijking 4 : De agressor valt met een schuine slag van binnen naar buiten aan. Ontwijk naar de rugzijde en controleer de arm bij de pols. Mesontwijking 5: De agressor bedreigt je van de zijkant met een mes. Dit kan ook een steek zijn. Hel je lichaam iets naar achter (uit de lijn) en draai je heup en schouder naar voren. Pareer met de buitenzijde onderarm. Let op: Nooit met de binnenzijde van de onderarm een mes aanval blokkeren of pareren! EXAMENOEFENING 34: Je partner heeft een metalen (botte) oefenmes. Jij krijgt een stevig vest aan en hoofdbescherming op. Je partner valt aan met een rechte steek, een ronde slag, een steek van bovenuit, een steek vanuit de zijkant of een slag van binnen naar buiten. Jij reageert met mesontwijking 1 t/m 5.

THEORIE Vechten tegen meerdere personen: Neem de volgende regels in acht bij een dreigende escalatie met een groep: Scannen: Neem de omgeving in je op: Waar zijn de vluchtwegen?, Zijn er objecten die ik kan gebruiken?, Kan ik ergens om hulp vragen? Positioneren: Zorg dat je zo veel mogelijk de groep voor je hebt in één lijn. Draai zo min mogelijk je rug toe, zorg voor afstand. Positioneer zo veel mogelijk naar de vluchtwegen toe. Blijf bewegen: Een bewegend doel is moeilijker te raken. Blijf kijken: Zorg dat je de agressors in de gaten houdt, wend je hoofd niet af. Zorg dat je niet op de grond komt: Op de grond ben je het meest kwetsbaar en kun je de groepsdruk bijna niet meer weerstaan. Pas alles toe wat je maar kunt bedenken om zo snel mogelijk weer overeind te komen. SPARREN 2 minuten sparren tegen meerdere aanvallers. Sommige aanvallers hebben kussens waarmee ze je continu onder druk zetten.