ToeKan A2-Maasbrug Second opinion mobiliteitsbeperkende maatregelen
De second opinion Toekan A2-Maasbrug is uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Noord- Brabant Met medewerking van: Harrie Welles Willy Sweers Sander v/d Eijk Luuc Brederode Rudie de Bruin Rijkswaterstaat, DVS Ligtermoet & Partners Goudappel Coffeng Goudappel Coffeng A49advies Met dank aan de inbreng van het Projectteam ZAMA
Managementsamenvatting second opinion ZAMA In de zomer van 2009 wordt op de A2 de brug over de Maas vernieuwd. Door het uitvallen en versmallen van rijstroken wordt de capaciteit van de A2 beperkt. Daardoor zal hinder voor het wegverkeer ontstaan. Om deze hinder tot een minimum te beperken is een pakket aan maatregelen noodzakelijk. Welke maatregelen het beste kunnen worden ingezet in dit ZAMA-project is onderwerp van studie in deze second opinion. Om het optimale maatregelpakket te kunnen samenstellen is gebruik gemaakt van de Toekan-methodiek. De Toekan-methodiek: toespitsen op kansen Toekan (Toespitsen op Kansen) zet het gedrag van de reiziger centraal. De automobilisten op de A2 zijn de klanten die wij willen verleiden ons product (het maatregelpakket) te gebruiken. In deze benadering is het essentieel om je klanten goed te kennen. Daarom wordt eerst de markt gesegmenteerd door de belangrijkste Herkomst-Bestemmingsstromen te selecteren. Binnen elk van de stromen worden vervolgens verschillende doelgroepen onderscheiden (woon-werkverkeer, zakelijk verkeer, vrije tijdsverkeer). Per stroom en doelgroep wordt daarop bekeken welke gedragsalternatieven voor die specifieke groep aantrekkelijk zijn. Er zijn vier gedragsalternatieven mogelijk om de hinder tijdens de werkzaamheden te vermijden: (1) Een andere route nemen, (2) op een andere tijd gaan reizen (buiten de spits), (3) een andere vervoerwijze kiezen (OV of fiets) of (4) de reis niet te maken door bijvoorbeeld thuis te gaan werken (verdampen). Door per gedragsalternatief te bekijken of dat in de specifieke situatie een reëel en aantrekkelijk alternatief is voor die doelgroep, wordt de potentie voor gedragsverandering bepaald. Zo zal voor een forens uit Vianen die softwareontwikkelaar is bij een bedrijf in den Bosch, de fiets bijvoorbeeld geen reëel alternatief zijn. Maar vaker thuis werken kan voor hem aantrekkelijk zijn. De volgende stap in Toekan is om de potentiële gedragsveranderingen over alle stromen te bundelen en op te tellen. Dan wordt duidelijk of er voldoende potentie aanwezig is om de opgave (de extra hinder) op te lossen. Belangrijk element in de oplossingsstrategie is om eerst te kijken wat al bereikt kan worden door een goede publiekscampagne. Door een campagne zullen veel reizigers spontaan voor één van de gedragsalternatieven kiezen. Op de resterende opgave kunnen vervolgens aanvullende maatregelen gericht worden; denk dan aan verkeersmanagement en mobiliteitsmanagement. Ook hier helpt de marktsegmentering om dat doelgroep- en volumegericht te doen. Zo wordt ook de kosteneffectiviteit van maatregelen in de methode meegenomen.
Toekan is een manier van denken, waarbij op transparante wijze de reizigersmarkt wordt afgepeld tot een optimale beïnvloedingsstrategie kan worden ontworpen. De methode leunt op common sense, inbreng van lokale en regionale kennis, en ervaringscijfers uit andere projecten en beschikbare model- of telgegevens. De opgave: extra hinder als gevolg van de werkzaamheden voorkomen De werkzaamheden zijn gepland in de zomervakantie van 2009, waarbij twee scenario s worden onderscheiden: in de bouwvakantie of voorafgaand aan de bouwvakantie. In de bouwvak is het verkeersaanbod kleiner maar de aanneemsom zal ongeveer tussen de 300.000 en 400.000 Euro hoger zijn. Daarom is Toekan voor zowel de periode binnen als buiten de bouwvak ingezet. De capaciteit op de A2 bedraagt binnen de bouwvak tijdens de werkzaamheden in de spitsen (van 7-9 en 16-18 uur, totaal 4 uur) ruim 29.000 motorvoertuigen totaal, waarvan ruim 3000 vrachtwagens. In vergelijking met de intensiteiten zonder werkzaamheden (37.400 motorvoertuigen) betekent dit een opgave van 8.400 motorvoertuigen die niet meer in de 4 uur van de spitsen moeten rijden om extra hinder te voorkomen. Buiten de bouwvak neemt de opgave toe naar 10.400 motorvoertuigen. De vijf stromen: eigen karakteristieken en uitwijkmogelijkheden De belangrijkste vijf stromen staan in onderstaande figuur weergegeven Uit de analyses van de reizigersstromen blijkt dat op een andere tijd reizen vooral interessant is in de avondspits; daar zit nog wat ruimte achter voor forensen en dagjesmensen die later bij een evenement of attractie zouden kunnen vertrekken. Andere routes zijn, afhankelijk per doelgroep, vooral de A27, de A50, de N267 bij Heusden en de oude rijksweg bij Hedel. De fiets is in dit project geen redelijk alternatief door de te grote reisafstanden. Het OV, met name de treinverbinding met Utrecht is voor een beperkte groep reizigers een goed alternatief. Het gaat daarbij om relatief kleine aantallen omdat voor veel reizigers de extra reistijd met het OV, met name door het voor- en natransport, groter is dan de extra reistijd door de hinder van de wegwerkzaamheden. Thuiswerken
is voor een deel van de forensen een prima alternatief; wel is dan extra inspanning nodig bij de werkgevers om dit te realiseren. De beïnvloedingsstrategie: een campagne met ondersteunende maatregelen In de bouwvakantieperiode wordt de opgave van 8.400 1 motorvoertuigen al bijna volledig gehaald door het inzetten van een goede publiekscampagne. Door het campagne-effect zullen veel forensen gaan omrijden, thuiswerken of met het OV gaan reizen. Veel vrijetijdsverkeer zal er voor kiezen om buiten de spits te gaan reizen. In totaal kiezen door de campagne al 7.200 motorvoertuigen een ander alternatief 2. De overige 1.200 kunnen eenvoudig worden gehaald door verkeersmanagement in te zetten waardoor extra reizigers voor een omleidingroute zullen kiezen. Cruciaal is dat er in de bouwvakantie voldoende capaciteit zal zijn op de omleidingroutes. Buiten de bouwvakantie wordt het een stuk moeilijker om de opgave van 10.400 motorvoertuigen te realiseren. Door een goede campagne kiezen in theorie 7.900 motorvoertuigen een ander alternatief. Groot probleem daarbij is dat een groot deel van het campagne-effect (ongeveer 5.000 motorvoertuigen) bestaat uit spontaan omrijden. Maar de capaciteit op met name de A27 en A50 is buiten de bouwvakantie al volledig benut. Dat betekent dat zowel deze 5.000 motorvoertuigen als de extra 2.500 motorvoertuigen (10.400-7.900) die nog nodig zijn in feite weinig andere mogelijkheden hebben dan in de rij aan te sluiten. Het nemen van extra maatregelen om deze 7.500 motorvoertuigen te beperken brengt extra kosten met zich mee. Zo zou op intensieve wijze met werkgevers kunnen worden overlegd om tijdens de werkzaamheden thuiswerken mogelijk te maken. Ook kan worden overwogen een aantal reizigers de trein of bus te laten nemen door intensivering van de dienstregeling of de inzet van extra materieel. De kosten voor dit soort extra maatregelen zijn al snel in dezelfde orde van grootte als de extra aanneemkosten in de bouwvak. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid bestaan over haalbaarheid van de opgave, ook met inzet van extra maatregelen. 1 De opgave is gebaseerd op het uur met het grootste verkeersaanbod in de spits. 2 De gerapporteerde potenties zijn schattingen en kunnen in de praktijk uiteraard meevallen of tegenvallen. Daarom is het belangrijk te beseffen dat er bij de keuze voor het uitvoeren van de werkzaamheden in de bouwvakantie nog extra ruimte aanwezig is voor het kiezen van een andere route of thuiswerken, mochten de schattingen tegenvallen. De achterliggende berekeningen zijn beschikbaar in een Excel-sheet en bij de opdrachtgever op te vragen.
De publiekscampagne: een goede aftrap en gerichte informatie indien nodig De publiekscampagne is een essentieel onderdeel van de strategie. Wij denken dat met een goede campagne de hinder van de werkzaamheden op de A2 tijdens de bouwvakantie beperkt zal zijn. De strategie van de campagne is tweeledig: (1) een stevige basiscampagne en (2) een extra intensivering als de hinder toch tegen blijkt te vallen. Trap 1: de basiscampagne Via advertenties en berichten in de regionale en landelijke media,via info langs/boven de weg en door appèl op bedrijfsleven de volgende gedragsreacties trachten te bewerkstelligen: - vroeger afbuigen van vakantiestromen - verleiden dagjesmensen tot mijden avondspits vrije tijd - verleiden dagjesmensen tot overstap op de trein 3 - beroep op bedrijfsleven om flexwerken te stimuleren - beroep op EVO en TNL andere route/tijd vrachtverkeer werk/ zakelijk Trap 2: informatie achter de hand Hier vooral twee kanalen gebruiken voor alarmering: 1) free publicity (persberichten; benaderen journalisten) 2) via verkeerscentrale serviceproviders benaderen Verder mogelijk appel op bedrijfsleven om flexwerken verder te intensiveren Conclusie: inzetten op groot onderhoud tijdens de bouwvak De werkzaamheden op de A2 (ZAMA) kunnen het beste tijdens de bouwvakantie worden uitgevoerd. De extra hinder die optreedt buiten de bouwvakantie kan niet worden opgevangen op de omleidingroutes. De kosten voor extra maatregelen buiten de bouwvakantie zijn al snel vergelijkbaar met de extra aanneemkosten. Bovendien neemt de zekerheid af dat deze extra maatregelen voldoende effect op zullen leveren. Tijdens de bouwvakantie kan de dreigende hinder volledig worden opgevangen door een goede publiekscampagne en door inzet van verkeersmanagement op omleidingroutes. Hierdoor zullen veel reizigers spontaan al kiezen voor een ander - gewenst - alternatief. 3 Voor het verleiden van dagjesmensen tot een overstap naar de trein zijn 4 invalshoeken mogelijk: - OV (door)verwijzing op routeplanners internet (bijv. ANWB-planner) - Bij overzicht NS van dagtripjes melding van slechte bereikbaarheid per auto (alleen na overleg met RWS) - Wijzen op mogelijke kortingskaarten voor dagtripjes (koppelen aan advies routeplanner) - VVV-kantoren en publiekstrekkers zelf laten attenderen op werkzaamheden aan de brug en mogelijkheden trein.