Oriëntatie op mens en wereld De geschiedenis uitleggen of laten ontdekken? Effectieve opbouw geschiedenisproject De geschiedenis (in de ruime betekenis van het woord) is groot en ingewikkeld. Het verwijst naar alles wat in het verleden heeft plaatsgevonden en is daarom niet altijd even gemakkelijk voor kinderen om te begrijpen. Moeten we de geschiedenis door kinderen zelf laten ontdekken of is het beter om de geschiedenis volledig aan ze uit te leggen? Dit artikel reikt een praktische didactiek aan met handvatten voor een interessante lessenreeks die kinderen uitdaagt zelf de archeoloog te zijn. Alex Koks is pas afgestudeerd aan de Pabo en de Master Leren en Innoveren van Fontys Hogeschool Kind en Educatie. Hij is actief bezig met ICT en mediagebruik in verschillende vakken en blogt en ontwerpt op www.alexkoks.nl Iris Windmuller is als docent werkzaam bij de Pabo en de Master Leren en Innoveren van Fontys Hogeschool Kind en Educatie Zelf aan de slag! Voor praktische tips en tools gekoppeld aan de drie fasen, zie: www.jsw-online.nl/praktischen-actueel (en klik op Tips geschiedenisonderwijs ). Het is 11:00 uur en tijd voor de geschiedenisles. Meester Sven pakt zijn PowerPointpresentatie erbij vol tekst, plaatjes en een filmpje. Weer een uur luisteren naar wat meester Sven te vertellen heeft, denkt Gijs net als zijn klasgenootjes. Meester Sven snapt niet waarom de kinderen zijn les niet leuk vinden. Hij vertelt nochtans zulke mooie, lange verhalen, heeft super veel plaatjes verzameld en weet alles te vertellen! Dat is toch genoeg? Of moet hij zijn les anders aanpakken? Hoe leren we de geschiedenis? Geschiedenisonderwijs draait volgens de onderzoekers Boxtel en Drie (2013) om het ontwikkelen van historisch bewustzijn. Dat is meer dan het leren van feiten, weetjes en jaartallen. Het is een bril waarmee kinderen met al hun kennis en inzichten naar de geschiedenis leren kijken. Zo leren kinderen om te redeneren met hun geschiedeniskennis en ontdekken zij dat lang niet overal één goed antwoord op is. Om historisch bewustzijn en redeneren te ontwikkelen, laten sommige onderwijsstromingen kinderen begeleid op onderzoek uitgaan. Het is alleen een valkuil om kinderen meteen zelf te laten onderzoeken. Kinderen lijken actief bezig, maar leren minder dan tijdens een gestructureerd geschiedenisproject. Het leren kan zo zelfs tot wel vijf maal zoveel tijd kosten (Kirschner, Clark & Sweller, 2012). Dit komt doordat een beginnende leerling nog niet genoeg voorkennis heeft om de juiste te filteren uit grote hoeveelheden nieuwe (zoals het internet). Ons werkgeheugen is namelijk erg beperkt als het met nieuwe werkt. Weet je nog de laatste keer dat je iets compleet nieuws leerde? Teveel nieuwe en er komt niks meer binnen! Een gedegen basiskennis is dus essentieel voordat leerlingen zelf onderwerpen kunnen onderzoeken en er effectief van kunnen leren. Om de kennis en motivatie van kinderen op een juiste manier op te bouwen en historisch bewustzijn en redeneren te ontwikkelen, geven we drie fases van een geschiedenisproject op basis van de drie niveaus van Harris en Hofer (2009) en leerdimensies van Marzano (2007). Bij elke fase worden effectieve soorten didactiek en strategieën gegeven voor een goede lesopbouw. In een project van zes lessen kunnen de drie fases als volgt gebruikt worden: Fase 1: les 1 en 2; Fase 2: les 3 en 4; Fase 3: les 5 en 6. Fase 1: Introductie en kennisopbouw Leren begint volgens Marzano (2007) bij het integreren kennis met wat lerenden al weten: hun voorkennis. Start je eerste les daarom met het ophalen van de voorkennis om te kijken wat kinderen al weten en hun werkgeheugen alvast op te warmen. Kies hiervoor het liefst een samenwerkingsvorm of de mindmapmethode waarin alle kinderen tegelijkertijd hun voorkennis ophalen. Wanneer je begint met het aanbieden van nieuwe, maak dan zoveel mogelijk gebruik van verschillende bronnen, zoals tekst, gesproken woord, video s of echte voorwerpen. Probeer deze bronnen ook op een gevarieerde manier aan te bieden. Hierdoor is er meer kans 18 JSW 6 februari 2016
Twan Wiermans dat er haakjes in het geheugen van kinderen ontstaan om de kennis aan te koppelen. Pas wel op dat je niet teveel nieuwe achter elkaar aanbiedt. Bied daarom nieuwe kennis altijd in korte segmenten aan (Kirschner et al., 2012). Na teveel nieuwe raakt het werkgeheugen namelijk overbelast en slaan kinderen niks meer op in het langetermijngeheugen (Hattie, 2012). Er moet daarom ook iets gebeuren met die nieuwe kennis! Zet na het aanbieden van de nieuwe kennis een werkvorm in om de nieuwe kennis te verwerken en te verbinden met wat de kinderen al weten. Figuur 1 laat een afwisseling van uitleg en werkvormen in een les zien. Bij werkvormen is vooral (inter)activiteit van belang (Hattie, 2012). Als kinderen hun ideeën mogen verwoorden, erover mogen praten of er iets mee moeten oplossen, is er meer kans dat verbindingen gelegd worden in het geheugen. Geef kleine opdrachten of vragen. In deze fase zijn de kleinste opdrachten vaak de effectiefste. Bespreek achteraf wel de resultaten om te checken of je uitleg echt goed begrepen is en de kinderen geen foutieve opslaan. Maak je gebruik van digitale presentaties, dan is het ook van belang om heldere verbindingen te leggen tussen afbeeldingen. Zorg dat deze zo dicht mogelijk bij elkaar liggen (zie figuur 2, het plaatje aan de linkerkant geeft de losse koppeling weer en de afbeelding aan de rechterkant weerspiegelt de directe koppeling, die sneller een verbinding in het langetermijngeheugen Een manier om nieuwe kennis betekenis te geven is een website bouwen 5 minuten 10 minuten 5 minuten 10 minuten 5 minuten 10 minuten 5 minuten 5 minuten Introductie en voorkennis ophalen Verwerking / werkvorm Verwerking / werkvorm Verwerking alle van de les Evaluatie Figuur 1 Voorbeeld van de opbouw van een geschiedenisles (fase 1) JSW 6 februari 2016 19
Doordat kinderen van een andere kant naar de geschiedenis gaan kijken, voelen zij zich meer eigenaar van hun kennis Popplet Figuur 2 Voorbeeld van de koppeling van tekst aan een afbeelding vormt). Kinderen onthouden de koppeling zo makkelijker en het belast hun werkgeheugen minder (Westelinck & Valcke, 2005). Fase 2: Toepassen en zelf nadenken Geschiedenis staat nooit stil. In elke periode van de geschiedenis hebben gebeurtenissen invloed gehad op zowel mensen als omgevingen. Nadat kinderen een basiskennis hebben ontwikkeld in fase 1, verschuift de focus daarom in fase 2 naar het uitbreiden en verfijnen van kennis en vaardigheden (Marzano, 2007). Kinderen leren hierdoor het tijdvak steeds meer zelf te ontdekken en als een geheel te zien in plaats van losse begrippen en gebeurtenissen. Discussiëren, problemen oplossen, denkvrijheid en vragen stellen en beantwoorden staan daarom centraal in fase 2. Beperk nog wel de hoeveelheid nieuwe, zodat de basiskennis gestructureerd verder ontwikkelt. Start je les met nog wat nieuwe kennis, maar geef kinderen daarna meer ruimte om zelf te ontdekken wat er in het tijdvak is gebeurd. Je laat kinderen dus al een beetje zelf onderzoeken, maar zorgt dat de nieuwe niet teveel wordt. Enkele effectieve werkvormen zijn: Een tijdlijn tekenen en er veranderingen, gebeurtenissen en personen aan toevoegen; Twee historische gebeurtenissen vergelijken; Keuzes van historische personen bespreken. Stel vragen zoals: waarom heeft die persoon dat gekozen? en wat nou als ze een andere keuze hadden gemaakt? ; Een rollenspel spelen met de belangrijkste personen; Verbanden laten leggen tussen begrippen en afbeeldingen; Stel vragen die kinderen moeten oplossen met een bron of het lesboek; Bedenk een pittige stelling en bespreek die met de klas of in kleine groepjes. Doordat kinderen van een andere kant naar begrippen en gebeurtenissen gaan kijken, gaat de geschiedenis wederom meer leven en voelen kinderen zich meer eigenaar van hun kennis. Ze 20 JSW 6 februari 2016
Een mindmap is een goede manier om voorkennis op te halen leeromgeving waarin zij dieper leren en zelf de archeoloog mogen zijn. In deze fase zie je dan ook vaak dat kinderen sneller een positievere attitude ontwikkelen over geschiedenis en steeds meer willen weten. Start deze lessen met een werkvorm om de kennis te herhalen en op te frissen. Geef daarna de kans om een onderwerp van het tijdvak verder uit te diepen, een onderzoekvraag op te stellen of een geschiedenisprobleem op te lossen. Dit zijn de momenten voor creativiteit! Door hun goede basiskennis zijn kinderen nu namelijk beter in staat om echt goede vragen te bedenken over het tijdvak en nieuwe te filteren. Als leerkracht is het de kunst om de opdrachten goed uit te werken en te zorgen dat de kinderen bezig zijn met nieuwe ontdekken en verwerken en dat zij niet alsnog verdwalen op het internet. Begeleiden, vragen stellen en kinderen telkens richting nieuwe sturen staan in deze fase centraal. zijn niet alleen aan het luisteren, maar vormen hun eigen beeld door actief bezig te zijn. Fase 3: Als archeoloog onderzoeken Tijdens de laatste fase staat betekenisvol gebruik van kennis centraal (Marzano, 2007). Kinderen mogen met de opgedane basiskennis en kennis uit nieuwe bronnen (boeken, internet, filmpjes, et cetera) aan de slag in betekenisvolle contexten. Denk aan het maken van een ontwerp van een middeleeuws kasteel of het bouwen van een website over een onderwerp. Je plaatst kinderen daarmee in een authentieke Afbouwen is opbouwen Het is geen schande om je lessen geschiedenis nog frontaal klassikaal te doen. In de eerste paar lessen van een nieuw tijdvak is het zelfs de effectiefste manier om centraal en begeleid een stabiele kennisbasis op te bouwen met kinderen. Door veel afwisseling tussen de presentatie van en verschillende werkvormen gebruik je het werkgeheugen optimaal. Naarmate de lessen vorderen, geef je kinderen steeds vrijere, stimulerende opdrachten om zelf na te denken over de geschiedenis en hun kennis toe te passen. Niet alleen onthouden, maar iets doen met die kennis zorgt voor de ontwikkeling van historisch bewustzijn. Pas wanneer kinderen een goede basiskennis ontwikkelen, kunnen zij zich een archeoloog voelen en zelfstandiger de geschiedenis ontdekken zonder te verdwalen. VERDER LEZEN! LITERA TUUR! Mediatips Informatie over historisch tijdsbesef en de ontwikkeling hiervan bij kinderen: www.leraar24.nl/ video/2448#tab=0; Uitleg hoe je kinderen een verhaal kunt laten schrijven over een persoon uit de geschiedenis (een fase 3-opdracht): Norden, M. (2012). Schrijven over beroemde personen. Het zou mij nooit lukken om een land te ontdekken. JSW, 2, 40-43; Wil je digitale middelen gebruiken bij je geschiedenislessen? Volg de link en ontdek welke tools per fase effectief zijn: www.jsw-online.nl/praktisch-en-actueel (klik op het artikel met de kop Tips geschiedenisonderwijs ). Boxtel, C., & Drie, J. (2013). Historical reasoning in the classroom: What does it look like and how can we enhance it? Teaching History, 150, 44-52. Harris, J., & Hofer, M. (2009). Instructional planning activity types as vehicles for curriculum-based TPACK development. Paper presented at the Society for Information Technology & Teacher Education International Conference. Hattie, J. (2012). Visible learning for teachers. Maximizing impact on learning. New York: Routledge. Kirschner, P., Clark, R., & Sweller,. J. (2012, November). Helemaal uitleggen of zelf laten ontdekken. Proffesionaliseren, 14-16. Marzano, R. J. (2007). Wat werkt op school. Research in actie. Middelbug: Meulenberg. Westelinck, K., & Valcke, M. (2005). Ontwerpen van multimediale leermaterialen (Uit: Digitaal leren van D haese & Valcke). Lanno Campus. JSW 6 februari 2016 21
Wil jij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het basisonderwijs? Neem nu een abonnement op JSW Wil je niets missen, neem dan een abonnement op HJK én JSW en betaal slechts 117,50 per jaar Ontvang 10 x JSW JSW lezen op tablet en pc via Schooltas Krijg toegang tot het digitaal archief Studenten ontvangen 40% korting Samen voor 75,- per jaar Meer weten? Ga naar www.jsw-online.nl of bel 088-2266692