Best practices interprofessionele

Vergelijkbare documenten
Interprofessioneel Samenwerken

Het organiseren van een MDO

Interprofessioneel opleiden en samenwerken (IPOS)

Het verhaal van Careyn Het Dorp

INTERPROFESSIONEEL SAMENWERKEN: IMPLEMENTATIEVRAAGSTUKKEN EN SUCCESFACTOREN

Gedeelde Besluitvorming in de spreekkamer: hoe pak je dat aan bij mensen met een chronische aandoening? Frederik Vogelzang Sandra Beurskens.

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Samen de goede koers varen

Advies in het kader van generiek model voor Multidisciplinair Overleg (MDO) in de thuissituatie

Aanvraag VEZN Pro Vita

Samenvatting 1-meting en vergelijking met 0-meting DuurSaam Houten - Tevredenheid professionals zorg en ondersteuning ouderen

Palliatieve zorg in de eerste lijn

Kwaliteitskader Wijkverpleging en Waarde gedreven zorg. Betekenis voor de beroepsgroep wijkverpleegkundigen, staf en beleidsmedewerkers

Protocol Organiseren van een Zorgnetwerk Ouderen

Interdisciplinair samenwerken in de 1 ste lijn bij kinderen met complexe zorgvragen

Invulling Aster Zorg van addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie

Evaluatie twee pilots egpo Den Haag

Inspiratie voor hbo zorg en welzijn

Kcoetz Wijkgerichte Zorg. 4 oktober 2018 Congres samenwerking eerstelijnszorg en wijkteams

Informatieblad. Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN

Factsheet Ontwikkeling generiek Individueel Zorgplan

Houd medewerkers inzetbaar!

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Multidisciplinaire aanpak

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Samenwerken in de wijk

Kern van deze visie is dat een (zorg)proces op deze manier een cyclus van continu beoordelen en verbeteren ingaat.

Krachtige basiszorg. Integrale medische en sociale samenwerking

Samenvatting nulmeting enquête

V&VN PALLIATIEVE ZORG JAARPLAN 2019

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Module: Zorg voor kwetsbare ouderen Format Plan van Aanpak

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Zelfmanagement voor iedereen haalbaar?

De noodzaak van een geïntegreerd ECD

Medisch Leiderschap: Een competentie van artsen

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle

Terug in het heden: een nuchtere blik op de zin en onzin van meten in de zorg. Sandra Beurskens

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE

Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011

Optimaliseren samenwerking artsen en fysiotherapeuten Talant locatie Drachten

AGILE WERKEN Leer je eigen capaciteiten optimaal te benutten dankzij een effectieve samenwerking.

GEÏNTEGREERDE THUISZORG

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Docentprofessionalisering. Interprofessioneel Onderwijs. Hester Smeets , Congres V&VN

Helpt het hulpmiddel?

3 november Inge Cantatore

Werkdocument prestatie Gestructureerde complexe ouderenzorg

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

WERKWIJZE. Medisch Centrum Aan de Berg Nuenen 2017

In hoeverre voldoet Zorgplus aan de vereisten?

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

Veranderende rollen in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals

Wat kan Ergotherapie bieden?

vaardigheden - 21st century skills

Eerst even: terug naar de bedoeling Preventief en Collectief wijkgericht Werken

Interprofessionele vorming Omgeving Stationsbuurt

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Gerrit Terpstra en Kees van Boven, februari 2014

Attitudeverandering-zelfzorg

7 manieren voor sneller, efficiënter en veiliger communiceren

Integrale planning van multidisciplinaire behandeltrajecten Innovatie op de polikliniek Revalidatie van het AMC

Handleiding Ouderenzorg Portavita Versie POH met OZIS. Helpdesk HE Zorg Augustus

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met COPD! Optimale COPD-zorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Margriet van Iersel MSc

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC

Werkvorm. een goed gesprek over. samenwerking. Voorbereiding

Aan de slag met ondersteunen van zelfmanagement en eigen regie

Workshop Samenwerking tussen het. sociaal domein en de eerstelijnszorg. Welkom. Auteur: Gabriëlle Delhaes Marjolein van Wijk

Dagbehandeling in Nijmegen. Langer thuis wonen bij dementie

Technologie in de zorg. Een gezamenlijk programma van HsZuyd en UM

Casusbeschrijving Pleyade

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT

Psychologen. Deskundig in ouderenzorg

Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen

DEELNEMEN AAN HET ACTIEF NETWERK Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid - IN ZORG

Praktijk Ouderengeneeskunde Bertholet. De veertien kernpunten van onze aanpak

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting

Effectief Ontschotten

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met COPD! Optimale COPD-zorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

Wat kan het Kwaliteitsinstituut betekenen voor de langdurige zorg?

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam

Op weg naar de module ouderenzorg

Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans. 6 december 2018 SRZ Congres

PROMS en persoonsgerichte zorg

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans

Agile game productie

software voor samenwerken en verbinden

ook bij u thuis! Advies, ondersteuning, behandeling, preventie & verwijzing

BEELDVERSLAG STEDELIJKE WERKGROEP 23 MAART

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Transcriptie:

ONDERZO EK Best practices interprofessionele samenwerking Claudy Cobben, Jerôme van Dongen, Loes van Bokhoven en Ramon Daniëls Samenvatting Inleiding Zuyd Hogeschool onderzoekt samen met Universiteit Maastricht hoe je de samenwerking kunt verbeteren in teams van meerdere disciplines die gezamenlijk zorgplannen opstellen. Het streven is interprofessioneel werken. Dat gaat verder dan een multidisciplinaire aanpak. Methoden Experts en zorgprofessionals droegen best practices aan. De onderzoekers selecteerden teams waarin minstens drie disciplines samenwerkten en die gezamenlijk de zorgplannen opstelden. Zeven best practices voldeden aan deze criteria. Van elk team is een contactpersoon geïnterviewd, aan de hand van een lijst met onderwerpen (kwalitatief onderzoek; n = 7). Resultaten De teams hebben overeenkomsten in werkwijze, succesfactoren en verbeterpunten. Wat betreft de werkwijze: alle zeven best practices zijn bottom-up tot stand gekomen; ze hebben een gezamenlijke visie; multidisciplinair overleg (MDO) is essentieel voor de samenwerking; de teams hanteren digitale zorgplannen. De succesfactoren zijn motivatie, professioneel complementair gedrag (flexibel omgaan met beroepsgrenzen en vertrouwen in elkaars capaciteiten), een duidelijke visie en missie, elkaar leren kennen, een helder generiek werkmodel, gelijkwaardigheid van de teamleden, procesbewaking, teamuitstraling, en overlegfaciliteiten. De verbeterpunten die alle teams noemen, zijn: financiering, ondersteuning, kwaliteitsverhoging van de praktische samenwerking, en computerprogramma s up-to-date houden. Beschouwing Ondanks de grote verschillen tussen de teams in samenstelling, behandeldoelen en settings vertonen deze best practices sterke overeenkomsten. Nieuw op te zetten interprofessionele teams doen er goed aan om de werkwijzen van deze best practices over te nemen. Nieuwe teams kunnen hun voordeel doen met de succesfactoren en verbeterpunten van de best practices. Inleiding Meer en meer gaan we samenwerken met verschillende disciplines. Het beste is om dat interprofessioneel aan te pakken. 1 Interprofessioneel samenwerken gaat verder dan multidisciplinair samenwerken (zie tabel 1). Auteurs van dit artikel, verbonden aan het lectoraat Autonomie en Participatie van mensen met een chronische ziekte van Zuyd Hogeschool en Universiteit Maastricht, onderzoeken samen hoe je die interprofessionele samenwerking kunt verbeteren, in het bijzonder wanneer je een zorgplan opstelt in de eerste lijn. Dit onderzoek maakt deel uit van het RAAK PRO-project (Regionale Actie en Aandacht voor Kennisinnovatie, PRaktijkgericht Onderzoek), een project voor kennisuitwisseling tussen hogescholen en de publieke sector. Wij onderzochten teams die effectief en efficiënt samenwerken: de best practices, oftewel goede praktijkvoorbeelden. Al deze teams werkten op verschillende manieren samen en met verschillende doelen. Wat werkt er wel en niet bij deze effectieve teams? Wat is hun werkwijze, wat zijn de effectieve elementen daarvan (de succesfactoren), en wat zijn de verbeterpunten? Met de antwoorden op deze vragen kun je je voordeel doen als je werkt of gaat werken in een team van verschillende disciplines. Methoden Teams We hebben de teams als volgt geselecteerd. De deelnemers aan de focusgroepen van het RAAK PRO-project, experts en zorgprofessionals, hebben teams aangedragen die zij zagen als best practices. Ook via de online community Verbeter de chronische zorg! (van het Nationaal Programma Ouderenzorg en het Kennisplein Chronische Zorg) kwamen we best practices op het spoor. Vervolgens selecteerden we de teams die aan de volgende twee voorwaarden voldeden: (1) in de teams werkten minstens drie disciplines samen en (2) het team stelt gezamenlijk de interprofessionele zorgplannen op (IP-zorgplannen). In totaal hebben wij zeven best practices geselecteerd; al deze teams hebben aan ons onderzoek meegedaan. Bij een van de teams (practice VII, zie tabel 2) nam de mantelzorger initiatief tot het overleg, bij de cliënt thuis. 6 Tijdschrift voor praktijkondersteuning februari 2016 nr 1

Wat is bekend? De zorgvraag in Nederland neemt toe in intensiviteit en complexiteit. Cliëntgecentreerde zorg en wijkgerichte zorg, sleutelbegrippen anno 2016, vragen om een andere manier van werken en samenwerken dan voorheen. Steeds vaker werkt men samen via een multidisciplinair overleg (MDO). De samenwerking tussen diverse zorgprofessionals organiseren is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wat is nieuw? Interprofessioneel samenwerken gaat verder dan multidisciplinair samenwerken. Specifieke factoren blijken de interprofessionele samenwerking succesvol te maken. Een belangrijk kenmerk van interprofessioneel samenwerken is één zorgplan dat de zorgprofessionals gezamenlijk opstellen. Bij iedere best practice interviewden we een contactpersoon die goed op de hoogte was van de werkwijze van het team. Om verschillende perspectieven te kunnen exploreren, streefden we naar een variatie in disciplines van de contactpersonen. Tabel 2 geeft een overzicht van het type organisatie en de teamleden. Dataverzameling en -analyse Ons onderzoek was een kwalitatief onderzoek, uitgevoerd met semigestructureerde interviews (n = 7). Als interviewinstrument gebruikten wij een topiclijst (onderwerpenlijst): de vragen lagen van tevoren niet geheel vast, maar de onderwerpen (topics) wel. De interviews namen we op met een voicerecorder en schreven we daarna letterlijk uit. Vervolgens analyseerden we de uitgeschreven teksten kwalitatief en categoriseerden we op thema. Resultaten Werkwijzen teams Onze eerste onderzoeksvraag was: hoe beschrijven zorgprofessionals van best practices hun werkwijze bij interprofessionele samenwerking? Vier zaken hebben de teams gemeen als het gaat om hun werkwijze: ze zijn bottom-up tot stand gekomen, ze hebben een gezamenlijke visie, het multidisciplinair overleg (MDO) is het uitgangspunt voor de samenwerking en de teams hanteren digitale zorgplannen. Tabel 3 geeft een overzicht van de werkstructuren van de zeven best practices. Met bottom-up bedoelen we dat de teams al werkend tot stand zijn gekomen: stap voor stap zochten de professionals elkaar op en werkten zij plannen en ideeën uit. De meeste professionals leerden elkaar kennen via het MDO, of doordat ze bij gezamenlijke projecten betrokken waren. De groep professionals heeft zich gaandeweg ontwikkeld tot een team. Elk team heeft een gezamenlijke missie en visie. Twee teams hebben deze expliciet geformuleerd. Zij geven antwoorden op vragen als: Waarom werken we interprofessioneel samen? Hoe organiseren we dat met elkaar? Wat merkt de cliënt hiervan? De andere teams hebben hun missie en visie niet formeel vastgelegd, maar deze zijn impliciet aanwezig op de werkvloer. Tabel 1 Vergelijking tussen multidisciplinair en interprofessioneel werken Aspect Multidisciplinair Interprofessioneel Meerdere disciplines zijn bij de zorg betrokken Ja Ja Overleg en bijeenkomsten Soms Ja Gemeenschappelijke visie Mogelijk Ja Gelijkwaardigheid van de disciplines Mogelijk Ja Gezamenlijk zorgplan Nee Ja (één zorgplan: het IP-zorgplan) Afspraken over taakverdeling Mogelijk Ja Kennis van elkaars vakgebied Mogelijk Ja Holistische aanpak Nee Ja Cliëntgecentreerd Ja, op monodisciplinair niveau Ja, op gezamenlijk niveau Eén aanspreekpunt voor de patiënt Nee Ja Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het zorgplan Bron: Tsakitzidis & Van Royen, 2012 2 Nee Ja februari 2016 nr 1 Tijdschrift voor praktijkondersteuning 7

Tabel 2 Type organisatie en teamleden van de best practices Team Type organisatie Contactpersoon voor het onderzoek Practice I Paramedische praktijk Fysiotherapeut Practice II Medisch centrum Huisarts Practice III Huisartsenpraktijk Praktijkondersteuner Practice IV Paramedische praktijk Fysiotherapeut Practice V Samenwerkingsverband van meerdere disciplines Manueel therapeut en psycholoog Practice VI Thuiszorginstelling Senior wijkverpleegkundige Practice VII Thuissituatie: individuele cliënt met een PGB Mantelzorger Alle teams maken gebruik van multidisciplinair overleg (MDO); dat is essentieel voor de interprofessionele samenwerking. De frequentie van het overleg varieert van eenmaal per maand tot tweemaal per jaar. In twee van de zeven teams kan de cliënt deelnemen aan het MDO. Bij de andere vijf teams bespreekt de caseverantwoordelijke of een andere professional uit het team de bevindingen en afspraken met de cliënt na afloop van het overleg. De contactpersonen van de vijf teams van wie de cliënten niet bij het MDO zijn, overwegen om de cliënt in de toekomst wel bij het overleg te vragen. In alle teams gebruikt men digitale zorgplannen, behalve bij Practice VII (cliënt in de thuissituatie). Daar gebruikt de mantelzorger een notitieboekje. Voor de digitale verwerking gebruiken de professionals een Word-document (Microsoft Office) of specifieke praktijksoftware zoals een huisartsinformatiesysteem (HIS), of voor fysiotherapeuten: Abakus. Eén team gebruikt een speciaal ontwikkeld digitaal dossier dat is opgebouwd volgens de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Gemaakte afspraken monitort men op verschillende manieren. Het is vaak de voorzitter van het MDO of de caseverantwoordelijke die dit voor zijn rekening neemt en zo het proces bewaakt. Succesfactoren Onze tweede onderzoeksvraag was: welke effectieve elementen benoemen zorgprofessionals van best practices bij hun interprofessionele samenwerking? Negen elementen blijken daarbij succesfactoren te zijn: motivatie, professioneel complementair gedrag (flexibel met beroepsgrenzen omgaan, vertrouwen op elkaars capaciteiten), een duidelijke visie en missie, elkaar leren kennen, een helder generiek werkmodel dat communicatie bevordert, gelijkwaardigheid van de teamleden, procesbewaking, teamuitstraling, en overlegfaciliteiten. De figuur geeft de essentie weer van deze succesfactoren bij interprofessionele samenwerking. Motivatie vormt daarbij de kern. Motivatie blijkt als een belangrijke succesfactor bij interprofessioneel samenwerken te worden ervaren. Volgens de contactpersonen van de best practices zijn er in hun team gedreven professionals die bereid zijn veel tijd en energie in de interprofessionele samenwerking te steken. Hun gezamenlijk doel is kwaliteitsverbetering en efficiencyvergroting, met de cliënt als uitgangspunt (cliëntgecentreerd). De inhoud is het uitgangspunt voor de samenwerking: Wat is er aan de hand met cliënt x? Wat is de hulpvraag en hoe kunnen wij daar samen het best een antwoord op vinden? De contactpersonen zien de interprofessionele samenwerking als een antwoord op de veranderingen in de maatschappij en in de zorg (toename complexiteit van de zorg in de wijk, vergrijzing, roep om efficiency). Een tweede succesfactor die de contactpersonen van de beste practices noemen, is samen te vatten als professioneel complementair gedrag: de professionals van de best practices gaan flexibel met hun beroepsgrenzen om en hebben vertrouwen in de capaciteiten van andere teamleden. Zij durven onzekerheden uit te spreken en stellen zich kwetsbaar op: niet iedereen hoeft overal een antwoord op te hebben. Zij zien de cliënt als een centraal punt dat hen met elkaar verbindt. Figuur Succesfactoren interprofessionele samenwerking missie en visie elkaar kennen professioneel complementair gedrag gelijkwaardigheid motivatie teamuitstraling generiek werkmodel procesbewaking overlegfaciliteiten 8 Tijdschrift voor praktijkondersteuning februari 2016 nr 1

Tabel 3 Werkstructuren best practices* Team Frequentie MDO Duur MDO Cliënt aanwezig bij MDO Caseverantwoordelijke Bewaakt voortgang Vastlegging zorgplan Software I Variabel en naar behoefte Wisselend Nee Hoofdbehandelaar Hoofdbehandelaar Leeftijdsgebonden formulieren II 1 per mnd 1,5 uur Nee Huisarts of praktijkondersteuner III Groot MDO 1 per 6 wkn Klein MDO 1 per 4 wkn Huisarts of praktijkondersteuner 1,5-2 uur Nee Huisarts Praktijkondersteuner Gezamenlijk digitaal dossier Huisartsendossier IV 1 per 6 wkn 1,5 uur Nee Hoofdbehandelaar Hoofdbehandelaar Paramedisch dossier V Variabel: naar behoefte Wisselend Soms De professional bij wie de cliënt zich heeft aangemeld Huisarts en het it-systeem Digitaal ICF-systeem VI 1 per 6 wkn 1,5 uur Nee Praktijkondersteuner Huisarts of Huisartsenpraktijkondersteuner dossier VII 2 per jaar Wisselend Soms Coördinator Riagg Mantelzorger en coördinator Riagg Schriftelijk en digitaal Microsoft Word HIS HIS Abakus Website met eigen platform HIS Shared-care** HIS: huisartsinformatiesysteem; ICF: International Classification of Functioning, Disability and Health; IT: informatietechnologie (digitale hulpmiddelen); MDO: multidisciplinair overleg; mnd = maand(en); wkn = week (weken) * Alle teams maken gebruik van multidisciplinair overleg (MDO) ** Shared-care: hier is een computerprogramma voor shared-care bedoeld Practice I+IV Paramedische praktijk Practice II Medisch centrum Practice III Huisartsenpraktijk Practice V Samenwerkingsverband tussen meerdere disciplines Practice VI Thuiszorginstelling Practice VII Thuissituatie (PGB; mantelzorger) Een duidelijke visie op interprofessioneel samenwerken, met een duidelijke missie, is volgens de contactpersonen een voordeel. De neuzen van het team staan dan dezelfde kant op. Door elkaar als persoon en als professional te leren kennen, ontstaan er korte lijntjes, waardoor de professionals gemakkelijk bij elkaar aankloppen, gerichter vragen stellen en goed met elkaar en de cliënt communiceren. Een generiek werkmodel in begrijpelijke taal draagt bij aan communicatieverbetering over en weer. Het raamwerk van de International Classification of Functioning, Disabilites and Health (ICF) noemt enkele contactpersonen als voorbeeld van een werkmodel. De ICF helpt om bij het formuleren van doelen eenzelfde kader en taal te hanteren. Gelijkwaardigheid van teamleden vindt men onontbeerlijk. Iedere professional moet inbreng kunnen hebben, ongeacht diens discipline, leeftijd of ervaring. Hiërarchie loslaten helpt daarbij. Procesbewaking borgt dat teamleden gemaakte afspraken en zorgplannen nakomen. Deze procesbewaking wordt meestal opgepakt door de caseverantwoordelijke. In één praktijk ondersteunt het it-platform de gehele procesbewaking, waarbij het computersysteem de monitorrol voor een deel overneemt. Een andere succesfactor is teamuitstraling. Teamuitstraling bevorder je doordat professionals elkaars discipline en rol bevestigen en erkennen tegenover de cliënt. Een van de teams bereikt die gemeenschappelijke uitstraling door uniforme organisatieelementen in te bouwen: teamleden dragen dezelfde poloshirts, één naambord bij de voordeur, één website, visitekaartjes. Die uniformiteit heeft niet alleen effect op de professional ( We horen bij elkaar ), maar ook op de cliënt ( Dit hoort hier allemaal bij elkaar ). Ook de overlegfaciliteiten zijn een mogelijke succesfactor. Alle teams noemen een prettig gebouw als effectief element. Een gebouw biedt letterlijk ruimte aan diverse professionals als het beschikt over kleine en grote overlegfaciliteiten, voor zowel formeel als informeel overleg. Verbeterpunten Onze derde onderzoeksvraag was: welke verbeterpunten benoemen zorgprofessionals van de best practices voor interprofessionele samenwerking? De februari 2016 nr 1 Tijdschrift voor praktijkondersteuning 9

Tabel 4 Verbeterpunten volgens de contactpersonen van de best practices Wat kan beter? Hoe? 1. De financiering van de samenwerking Vergoeding voor samenwerking en voor deelname aan multidisciplinair overleg (MDO) Een budget voor interprofessionele samenwerking beschikbaar stellen 2. De administratieve en facilitaire ondersteuning van de samenwerking Ondersteuning van interprofessioneel teamoverleg mogelijk maken 3. De praktische samenwerking onderling De wijze van samenwerking integraal onder de loep nemen en verhelderen: vanaf de aanvang tot en met einde van het interprofessionele zorgproces Zorgdragen voor aanwezigheid 4. Het digitale zorgplan of samenwerkingshulpmiddel Software beschikbaar stellen die eenvoudig te gebruiken is, efficiënt, duurzaam, betaalbaar en veilig, en die de teams onderling kunnen gebruiken teams noemen vier verbeterpunten: financiering, ondersteuning, kwaliteitsverhoging van de praktische samenwerking en: software up-to-date houden. Financiering is een eerste verbeterpunt voor de zeven teams. Samenwerken vraagt veel extra werk, waarvoor de meeste zorgprofessionals geen vergoeding krijgen. Zorgverleners worden over het algemeen betaald volgens behandeluren en verrichtingen. Volgens twee contactpersonen werkt deze systematiek averechts op samenwerking. Als oplossing voor dit knelpunt noemen de geïnterviewden het introduceren van een paramedisch diagnose- en behandelbudget dat gekoppeld is aan een cliënt met een complexe zorgvraag. Het team krijgt dan de opdracht: Hier is jullie budget en doe het daarvoor. Op deze manier heeft het team een budget en realiseert het daarmee de benodigde, cliëntgecentreerde zorg: Geef teams de ruimte en middelen om de zorg aan te passen aan hun wijk en bijbehorende problematiek. Leg de vorm niet te strak vast. De voorwaarde is dan wel dat de praktijken en gezondheidscentra deze middelen goed kunnen verantwoorden. Een tweede verbeterpunt voor de interprofessionele teams is ondersteuning, zoals een vorm van assistentie bij het opstellen van agenda s, bij besluitenlijsten maken, bij digitaliseren van documenten, en bij het (al dan niet digitaal) actualiseren van zorgplannen. Een derde verbeterpunt dat de teams noemen, is kwaliteitsverhoging van de praktische samenwerking tussen de professionals. Men noemt als eerste het verder verbeteren van de onderlinge interactie. Ook vermelden de contactpersonen de noodzaak dat alle betrokken professionals op de hoogte zijn van beleid en afspraken. Verder is het belangrijk dat een bepaalde aanpak later getoetst wordt en zo nodig wordt bijgesteld. Onderdeel van de kwaliteitsverhoging is tevens de consistentie in aanwezigheid: Iedereen moet er zijn, anders werkt het niet. Het maakt duidelijk dat dat deelname aan een MDO geen vrijblijvende aangelegenheid is. Het vierde verbeterpunt voor interprofessionele teams is het up-to-date houden van de software: Zodra een digitaal programma op de markt komt, is het eigenlijk alweer verouderd. Hoe kun je dit levend houden? Cliënten of professionals stappen over op de smartphone, de tablet of andere digitale communicatiemiddelen. De onvoorspelbare digitale ontwikkelingen maken een keuze voor een bepaald systeem of programma extra moeilijk. In de best practices zien we dat men allemaal een digitaal systeem of hulpmiddel in gebruik heeft genomen of ontwikkeld dat bruikbaar is voor het door hen beoogde samenwerkingsdoel (zie tabel 2). Volgens de contactpersonen ligt er nog een enorme uitdaging om gebruikersgemak, efficiëntie, veiligheid, duurzaamheid en betaalbaarheid te verbeteren. Computerprogramma s zouden bij voorkeur moeten aansluiten bij de verschillende monodisciplinaire systemen, om dubbele registraties te voorkomen (zie tabel 3). Beschouwing Ons onderzoek betrof slechts zeven teams; we pretenderen dan ook niet dat we een volledig beeld geven. Maar zelfs bij slechts zeven teams constateren we al een diversiteit aan werkwijzen. Dit zou erop kunnen wijzen dat voor interprofessioneel samenwerken in de eerste lijn geen vaste standaarden bestaan. De betrokkenen zoeken werkwijzen die het best bij hen en bij de context passen. Maar ondanks de diversiteit van de onderzochte best practices hebben deze teams veel overeenkomsten in hun werkwijze. Ook in hun succesfactoren en verbeterpunten hebben ze veel gemeen. Gaat jouw prak- 10 Tijdschrift voor praktijkondersteuning februari 2016 nr 1

tijk beginnen met een interprofessioneel team? Dan is ons advies: maak gebruik van de succesfactoren en verbeterpunten van de zeven best practices. CARTOON Patty s Moment Literatuur 1 2 Jelphs K, Dickinson H. Working in teams. Bristol: Policy Press, 2008. Tsakitzidis G, Van Royen P. Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. Antwerpen: Standaard Uitgeverij Professional, 2012. Auteursgegevens Zuyd Hogeschool, faculteit Gezondheidszorg, lectoraat Autonomie en participatie, Nieuw Eyckholt 300, 6419 DJ Heerlen: Claudy Cobben-Crefcoeur MPM (Master of Public Management), logopedist, teamleider van de opleiding logopedie en onderzoeker; Jerôme van Dongen MSc, gezondheidswetenschapper en promovendus; Ramon Daniëls PhD, hoofddocent ergotherapie en senior onderzoeker; Medisch Centrum Elsloo en Maastricht University, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Care and Public Health Research Institute (CAPHRI): Loes van Bokhoven MD PhD, praktiserend huisarts en universitair docent. Correspondentie: claudy.cobben@zuyd.nl. Mogelijke belangenverstrengeling: dit onderzoek is mede gefinancierd binnen het RAAK PRO-project: Regionale Actie en Aandacht voor Kennisinnovatie, PRaktijkgericht Onderzoek. De RAAK PRO-subsidieregeling is bedoeld om de samenwerking tussen onder andere hogescholen en de publieke sector te verbeteren. Dit artikel is bewerkt en geredigeerd door Tijdschrift voor praktijkondersteuning. februari 2016 nr 1 Ti j d s c h r i f t vo o r p r a k t i j ko n d e r s t e u n i n g 11