Fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten natuurlijke personen Drs. Yvonne (M.) Tigelaar-Klootwijk Fiscaal Economisch Instituut Erasmus Universiteit Scientific Institute for Research in Economics of Taxation
Promotie-onderzoek Legitimiteit overheidsingrijpen op basis welvaartseconomie vormt uitgangspunt Toetsing aan andere criteria Conclusies / aanbevelingen Doorschuiffaciliteiten inkomstenbelasting Invorderingsfaciliteiten Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de schenk- en erfbelasting
Legitimiteit overheidsingrijpen(1) Welvaartseconomie Marktfalen: Positieve externe effecten? Gebrekkig werkende kapitaalmarkt? Verstoringen als gevolg van bestaand overheidshandelen Vermogensaanwasbelasting (VAB) versus vermogenswinstbelasting (VWB)
Legitimiteit overheidsingrijpen(2) VAB versus VWB First-best situatie: belastingen verstoren het gedrag van mensen niet Second-best situatie: VAB H-S inkomensbegrip Third-best: wereld met faciliteiten om VWB te corrigeren
Doorschuiffaciliteiten (1) Niet aanvaardbaar m.u.v. overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en verdeling huwelijksgemeenschap (verstoring in belastingwetgeving) Cadeau-effect First-best voorstel > geen doorschuiffaciliteiten meer m.u.v. hiervoor genoemde
Doorschuiffaciliteiten (2) Second-best voorstel: Alleen nog bij overdrachten tegen schuldigerkenning, bij overlijden en bij schenking Ondernemingsvermogen Overnemer moet ondernemer zijn IB-ondernemer art. 3.4 Wet IB 2001 Ab-houder: 5% van de gewone aandelen
Invorderingsfaciliteiten (1) Invorderingsfaciliteiten in essentie legitiem > zijn gericht op liquiditeitsprobleem Renteloze karakter Niet terug te leiden naar een vorm van marktfalen Maakt de belasting degressief van karakter Aanzuigende werking (cadeau-effect)
Invorderingsfaciliteiten (2) First-best voorstel Rentedragende faciliteit Rente marktconform en samengesteld Overlijden : betaling na tien jaren ineens (ab-houder beperkt tot ondernemingsvermogen) Tegen schuldigerkenning: duur uitstel gekoppeld aan aflossingsschema Niet bij schenking
Invorderingsfaciliteiten (3) Second-best voorstel Conform first-best voorstel Extra: invorderingsfaciliteit bij schenking indirect ab
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit schenk- en erfbelasting (1) Legitiem als de middelen uit de onderneming moeten worden gehaald Cadeau effect In strijd met het gelijkheidsbeginsel? Voorwaardelijke vrijstellingen > afstel Invorderingsfaciliteiten > uitstel
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit schenk- en erfbelasting (2) First-best voorstel Alleen invorderingsfaciliteiten (rentedragend), niet bij schenking Erflater ondernemer/medegerechtigde of abhouder Geen eisen aan de voortzetter Ondernemingsvermogen
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit schenk- en erfbelasting (3) Second-best voorstel Uitgangspunt huidige faciliteiten Onderdeel vrijstellingsfaciliteit 1.028.132 vervalt Vrijstelling waarde going concern maximaal 50%
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit schenk- en erfbelasting (4) Second-best voorstel (vervolg) Erflater/schenker: IB-ondernemer/ medegerechtigde cq ab-houder gedurende 1 cq. 5 jaren Voortzetter moet IB-ondernemer zijn cq. aandeelhouder tenminste 20% gewone aandelen (voortzetten 5 jaren)
Stelling 1 Overheidsingrijpen in de vorm van fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten is op basis van positieve externe effecten niet te rechtvaardigen.
Stelling 2 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bij schenking moeten worden afgewezen. Indien een belastingplichtige in de riante positie verkeert te kunnen schenken, is een faciliteit op kosten van de samenleving niet te rechtvaardigen.