Adolescentiepsychologie: Persoonlijkheidsontwikkeling en adolescentie Artikelen (hoofdstukken uit Slot & van Aken, 2013): Prof. dr. Marcel van Aken Afdeling Ontwikkelingspsychologie Universiteit Utrecht Van Aken & Slot. Inleiding. Scholte & Engels. Psychosociale ontwikkeling: de invloed van leeftijdgenoten. Email: m.a.g.vanaken@uu.nl Link naar filmpje (13 min) 2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 4. De rol van de vriendschappen, groepen, in de adolescentie. Vooral gebaseerd op van Aken & Slot (2013) 1
2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving? En dan vooral in de adolescentie 4. De rol van vriendschappen, groepen, in de adolescentie Vooral gebaseerd op Scholte & Engels (2013) Ontwikkeling verloopt via ontwikkelingstaken Ingrijpende veranderingen in de persoon zelf of in de omgeving, die aanleiding geven tot een herorganisatie van gedrag Bronnen van ontwikkelingstaken: Leeftijdsgerelateerd (groei, rijping, socialisatie) historisch/maatschappelijk (sociale veranderingen) Dus: nieuwe eisen aan, of mogelijkheden voor gedrag non-normatief: persoonlijk engagement, keuzes Kenmerken van ontwikkelingstaken: bestrijken langere periode van de levensloop hebben een dwingend en onvermijdelijk karakter: je kunt je er niet zonder schade aan onttrekken bieden nieuwe mogelijkheden, nodig voor aanpak van latere taken: continuiteit 2
Maar let op: verschillende paden kunnen tot eenzelfde uitkomst leiden (Equifinaliteit) een bepaalde risicofactor kan tot verschillende uitkomsten leiden, afhankelijk van andere factoren. (Multifinaliteit) 2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 4. De rol van vriendschappen, groepen, in de adolescentie En: we praten in termen van verhoogde kansen, geen determinisme Temperament/persoonlijkheid bij kinderen (maar ook adolescenten en volwassenen): verschillen tussen personen in hun stijl, in de manier waarop ze die ontwikkelingstaken aan gaan pakken Twee soorten stabiliteit/verandering: Verandering van gemiddelde persoonlijkheid over de levensloop Vraag: blijft dat nu over het leven hetzelfde, of veranderen mensen daar nog in Verandering van individuele verschillen in persoonlijkheid over de levensloop Verandering van gemiddelde persoonlijkheid over de levensloop Persoonlijkheid: Stabiliteit van gemiddelden (Roberts, Walton, & Viechtbauer, 2006) 3
Verandering van gemiddelde persoonlijkheid over de levensloop Let op: relatief weinig verandering Verandering vooral in jong-volwassenheid Zorgvuldigheid neem toe, evenals aardigheid en emotionele stabiliteit Openheid voor nieuwe ervaringen neemt eerst toe, later weer wat af Verandering van individuele verschillen in persoonlijkheid over de levensloop Persoonlijkheid: Stabiliteit van individuele verschillen (Roberts & DelVecchio, 2000) 4
Verandering van individuele verschillen in persoonlijkheid over de levensloop Stabiliteit is hoger naarmate tussenperiode korter is Stabiliteit neemt toe naarmate kinderen/volwassenen ouder worden Conclusie: 1. persoonlijkheid wordt steeds gunstiger over de leeftijd 2. Verschillen tussen mensen daarin blijven redelijk gelijk Deze toename van stabiliteit gaat door tot ongeveer 50 jr. Dus: glas is half leeg of half vol Maar is zeker niet perfect na die tijd: verandering blijft mogelijk Waar komt verandering (of die stabiliteit) vandaan? Drie bronnen van verandering/stabiliteit: 1. Een constante, individuele factor 2. Interactie met de omgeving 3. Onvoorspelbare factoren: toeval 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid 4. De rol van vriendschappen, groepen, in de adolescentie Temperament/persoonlijkheid bij kinderen: + Veerkrachtigen Twee kerndimensies: Reactiviteit: de mate van arousability van het systeem Regulatie, controle Zelf-regulatie, controle: de mate waarin deze reactiviteit aangepast kan worden Ondercontrollers Overcontrollers - + - Reactiviteit 5
Drie typen kinderen Ondercontrollers: neigen tot impulsief gedrag, moeite behoeftebevrediging uit te stellen Overcontrollers: neigen tot timide gedrag, weinig assertief, spontaan Deze drie typen worden steeds weer gevonden, bij kinderen, adolescenten, volwassenen. En bij dieren.. Veerkrachtigen: weten hun impulscontrole te moduleren, controle als nodig, spontaan als nodig Effecten van persoonlijkheid op de levensloop Toegelicht met twee persoonlijkheidskarakteristieken: Verlegenheid ( moving away from the world ) Agressie ( moving against the world ) LOGIC-study (München, D): kinderen gevolgd van 3-6 jaar oud tot 23 jaar. Verlegenheid als voorspeller van later functioneren Kinderen die op 4-6 jaar als verlegen werden beschreven: Kinderen die op de leeftijd van 4-6 jaar door hun leerkrachten als verlegen werden beschreven. Functioneren (zelf- en ouder rapportage) op 23 jaar Beschreven zichzelf op 23 jaar als lager op (globale en en sociale) zelfwaardering Hadden op 23 jaar wel evenveel vrienden als anderen, maar deze vrienden waren gemiddeld 2.5 jaar jonger. Hadden op 23 jaar half zo vaak een stabiele relatie, en deze was ook gemiddeld 8 maanden later begonnen. Begonnen 10 maanden later met een baan. Asendorpf, J.B., Denissen, J.J.A., & van Aken, M.A.G. (2008). Inhibited and aggressive preschool children at 23 years of age: Personality and social transitions into adulthood. Developmental Psychology, 44, 997-1011. 6
Agressie als voorspeller van latere persoonlijkheid Kinderen die op de leeftijd van 4-6 jaar door hun leerkrachten als agressief werden beschreven. Functioneren (zelf- en ouder rapportage) op 23 jaar Kinderen die op 4-6 jaar werden beschreven als agressief Rapporteerden op 23 jaar meer conflicten met moeder en met partner. Scoorden op 23 jaar lager op bereikte schoolsucces en hadden minder vaak een diploma (gecorrigeerd voor IQ). Hadden ook minder vaan een full-time baan. Rapporteerden met 23 jaar meer veroordelingen Asendorpf, J.B., Denissen, J.J.A., & van Aken, M.A.G. (2008). Inhibited and aggressive preschool children at 23 years of age: Personality and social transitions into adulthood. Developmental Psychology, 44, 997-1011. Conclusie: Persoonlijkheid kan vanaf vroege leeftijd een negatieve spiraal in werking zetten, waardoor een negatieve ontwikkelingsuitkomst kan ontstaan. 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid 4. De rol van vriendschappen, groepen, in de adolescentie We hebben dus nu gezien dat: Persoonlijkheid, temperament al vanaf jonge leeftijd bestaat Ook vanaf jonge leeftijd al redelijk stabiel is Adolescentie, puberteit, pubertijd Vroeger: periode van Sturm und Drang Tegenwoordig: periode van veranderingen (ontwikkelingstaken) Gaat (bijna) nooit zonder wrijvingen, maar (bijna) altijd goed En vanaf jonge leeftijd gevolgen heeft voor later functioneren. Wat is er nu speciaal aan de adolescentie?? 7
Specifieke ontwikkelingstaken tijdens de adolescentie: o Vormgeven aan veranderende relaties binnen het gezin o Zorgdragen voor gezondheid en uiterlijk o Dragen van (deel)verantwoordelijkheden in de woon- en leefsituatie o Participeren in onderwijs of werk o Omgaan met autoriteiten en instanties o Invullen van vrije tijd o Opbouwen en onderhouden van sociale contacten en vriendschappen o Vormgeven aan intimiteit en seksualiteit Lichamelijke veranderingen o Begin komt steeds eerder, voorlopers al op jonge leeftijd o Puberteit: hormonale veranderingen o Vooral timing van de puberteit lijkt belangrijk Neurologische, hersen, veranderingen o Synaptic pruning (afbouw (!) van verbindingen in hersenen) o Steeds minder grey matter o Ontwikkelingen vooral in prefrontale cortex (planning, controle) Adolescenten kiezen ook anders dan volwassenen: Proefpersonen in een hersenscanner moesten bedenken hoe ze een kaartje voor de bioscoop moesten regelen. Bij volwassenen waren de voorste hersengebieden actief, bij adolescenten bleken juist de hersenstructuren in de zijhersenen (de temporaal kwab) actief te zijn. Adolescenten kiezen impulsiever, volwassenen weloverwogener en hebben een duidelijker plan. Zij betrekken meer factoren bij hun overwegingen, houden rekening met de wensen en emoties van anderen, stellen prioriteiten en evalueren. (Crone, Westenberg) Ook cognitieve veranderingen, veranderingen in denken: Abstracter denken, denken in termen van hypothesen ( wat als ). Dus ook: wat als je ouders anders waren, anders deden 8
Sociale, relationele veranderingen Losmaken van ouders Onderzoek naar de voorspelling van criminaliteit Intelligentie Grotere invloed van leeftijdgenoten Ontwikkeling van seksualiteit Ego-veerkracht Ego-ondercontrole- Extraversie Vriendelijkheid Dus: de sociale omgeving is belangrijk! Zorgvuldigheid Emotionele Stabiliteit () Openheid Scholte en Engels (2013): (dyadische) vriendschappen -1,75-1,25-0,75-0,25 0,25 0,75 1,25 1,75 20 yrs 12 yrs 7 yrs sociale groepen Met name de combinatie van impulscontrole en vriendelijkheid is een belangrijke voorspeller: Vraag: doet de omgeving er nog iets toe? De helft van de jongeren die op 20 jaar in contact waren geweest met de politie werden op 7 jaar beschreven als hoog in ondercontrole en laag in vriendelijkheid. Voorbeelden van onderzoek naar de vraag of het voor het effect van een bepaalde (risico) persoonlijkheid uitmaakt in welke omgeving (bv. klas, school) het kind opgroeit. Onder- controllers Overcontrollers Veerkrachtigen Welzijn Zelfwaardering -.24 a.29c -.01 b Tevredenheid -.18 a -.16 b -.08 b Zorgen.18 a -.15 b -.08 b Zorgen over thuis.05 a -.07 b.04 ab Somatische klachten.14 a -.17 c -.01 b Criminaliteit Openlijk -.17 a -.02 c.29 b Verborgen -.12 a -.09a.34b Conflicten met autoriteit -.07 a -.14 a.33 b Middelengebruik Sigaretten -.12 a -.05 a.27 b Alcohol -.19 a.01a.33b Drugs -.07 a -.06a.24b Gokken -.12 a -.01 a.23b Gegevens uit onderzoek bij adolescenten: persoonlijkheidstypen verder ingedeeld in subtypen die wel of niet door hun klasgenoten als 'aardig' beoordeeld werden. p <.05; p <.01; p <.001 Scholte, R..H.J., van Lieshout, C.F.M., de Wit, C.A.M., & van Aken, M.A.G. (2005). Adolescent personality types and subtypes and their psychosocial adjustment. Merrill-Palmer Quarterly, 51, 258-286 9
Interactie tussen type en al dan niet aardig gevonden worden door klasgenoten op het ontstaan van eenzaamheidsgevoelens Interactie tussen type en al dan niet aardig gevonden worden door klasgenoten op het ontstaan van verborgen antisociaal gedrag 0,4 0,5 0,3 0,4 0,2 0,3 0,1 0-0,1-0,2-0,3 Veerkrachtigen Overcontrollers Ondercontrollers Populair Verworpen 0,2 0,1 0-0,1-0,2 Veerkrachtigen Overcontrollers Ondercontrollers Populair Verworpen van Aken, et al. (2001). Personality types in childhood and adolescence: Main effects and person-relationship transactions. In : L. Pulkkinen & A. Caspi (Eds.) Pathways to succesful development: Personality over the life-course. Cambridge: Cambridge University Press. van Aken, et al. (2001). Personality types in childhood and adolescence: Main effects and person-relationship transactions. In : L. Pulkkinen & A. Caspi (Eds.) Pathways to succesful development: Personality over the life-course. Cambridge: Cambridge University Press. Vormen van persoon-omgeving transacties Conclusie: Temperament (persoonlijkheid) kan een negatieve spiraal in werking zetten, waardoor in samenspel met omgevingsfactoren (bv. vriendschappen, groepsprocessen) een negatieve ontwikkelingsuitkomst (ofwel negatief functioneren) ontstaat. We noemen dit: persoon x omgeving transactie Pro-actief: persoonlijkheidseigenschappen (zoals verlegenheid) bepalen welke omgevingen (vrienden, groepen) personen uitzoeken. Reactief: persoonlijkheidseigenschappen bepalen hoe personen op een bepaalde omgeving (vrienden, groepen) reageren. Evocatief: persoonlijkheidseigenschappen lokken een bepaalde omgeving (vrienden, groepen) uit. Deze drie transacties zorgen er voor dat de omgeving steeds meer past bij de persoon, en dus de eigenschappen van die persoon ook steeds meer bevestigt en al dan niet laat doorwerken in het functioneren. Shiner, R, & Caspi, A. (2003). Personality differences in childhood and adolescence: measurement, development and consequences. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 44, 2 32. Conclusies Persoonlijkheid is een belangrijke factor in de ontwikkeling van een persoon, van hieruit pakken mensen ontwikkelingstaken aan. Geldt ook voor adolescenten. 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid Persoonlijkheidsverschillen tussen mensen zijn redelijk stabiel, en voor zover ze veranderen weten we nog niet goed hoe dat komt. 4. De rol van vriendschappen, groepen, in de adolescentie. Persoonlijkheidsverschillen zijn belangrijk voor het functioneren van adolescenten, en hebben ook een voorspellende waarde vanuit de kindertijd, en naar de volwassenheid. Persoon en omgeving (vriendschappen, groepen) werken op elkaar in via persoon omgeving transacties. Hier zit ook de sleutel tot interventie 10
m.a.g.vanaken@uu.nl Bedankt voor uw aandacht 11