FUNCTIEPROFIEL VAKDOCENT(E) KORTE OMSCHRIJVING VAN DE FUNCTIE : Aansluitend bij het opleidingsprofiel (basiscompetenties), het leerplan en de visiebepaling van dit centrum, de toegewezen les /vormingsopdracht voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijsturen met als doel bij te dragen tot het behalen van een diploma of certificaat om een specifiek beroep uit te oefenen, verhoging van de professionele deskundigheid van de cursisten, een verhoogde kans op tewerkstelling via her-, om- of bijscholing, de bevordering van maatschappelijke integratie van cursisten, de persoonlijke ontplooiing van de cursisten, de realisatie van de algemene doelstellingen van het centrum. Fundamenteel is dat het hier gaat om volwassenen maar deze groep is heel heterogeen wat betreft leeftijd, levens- en werkervaringen, maatschappelijke situatie, mogelijkheden en beperkingen, culturele achtergrond Deze diversiteit in onze cursistenpopulatie beschouwen we als een bron van leermogelijkheden maar voor de betrokken docent is deze diversiteit een uitdaging. Binnen deze context is het toch wel belangrijk om een aantal typische kenmerken van het leren van volwassenen als achtergrond mee te nemen : - Volwassenen verwachten een gevarieerde leeromgeving. Aan werkvormen die tot actief leren uitnodigen, wordt de voorkeur gegeven. - In hun leerproces hechten volwassenen sterk belang aan samenwerking en zingeving van dit leren. - Individuele verschillen in leerstijl, belangstelling en leertempo moeten worden gerespecteerd. - Meer en verscheiden ervaringen. Volwassenen gaan zuiniger en meer doelgericht om met ervaringen. Soms merken wij dat negatieve ervaringen belemmerend kunnen zijn voor het leren en hierdoor kan het zoeken naar nieuwe oplossingen bemoeilijkt worden.. - Volwassenen willen meebeslissen over leerdoelen - Volwassenen vinden transfer naar de praktijk belangrijk Zij willen resultaat van hun leren zien in het dagelijkse werk of privé praktijk. - Vertrouwen op opgebouwde beperkte leerstrategieën Binnen ons centrum gaan we uit van een emancipatorische visie en we trachten de cursist als persoon en met respect voor zijn persoon te benaderen. Dit omgaan met de cursist als persoon, individueel en in groep, vraagt een grote relatievaardigheid waarbij de sociaal - relationele dynamieken gehanteerd worden. Zo wordt leren ook anders bekeken : niet alleen de leerinhoud, maar ook het leerproces komt centraal te staan. De vakdocent werkt onder rechtstreekse leiding van de afdelingscoördinator. CVO Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk Gent vzw Edgard Tinelstraat 92 9040 Gent (Sint-Amandsberg) T - 09 218 89 30 F - 09 229 32 55 www.vspw.be info@vspw.be
KERNOPDRACHTEN. Kernopdracht 1 : Planning, voorbereiding en afronding van het lesgeven. Kernopdracht 2 : Lesgeven. Kernopdracht 3 : Begeleiding van de cursisten. Kernopdracht 4 : Evaluatie van de cursisten en zelfevaluatie. Kernopdracht 5 : Lokalen en gebruik van didactische apparatuur en materialen. Kernopdracht 6 : Relaties met het beroepenveld. Kernopdracht 7 : Het centrum als organisatie. Kernopdracht 8 : Overleg en samenwerking. Kernopdracht 9 : Permanente vorming. COMPETENTIEPROFIEL. Vakbekwaamheid Cursistenbetrokkenheid Gedrevenheid Organisatietalent Teamgerichtheid Kritische ingesteldheid Relatiebekwaamheid Sociale ingesteldheid Flexibiliteit Deontologie AMBT OF VERLONING. Leraar secundair volwassenenonderwijs Leraar hoger beroepsonderwijs PRESTATIEREGELING. Zie Algemeen Arbeidsreglement. FUNCTIONERING EN EVALUATIE. Zie later het evaluatiedocument. Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 2
OMSCHRIJVING VAN DE KERNOPDRACHTEN. Kernopdracht 1 : Planning, voorbereiding en afronding van het lesgeven Op basis van het opleidingsprofiel (basiscompetenties), het leerplan en de visiebepaling van het centrum het lesgeven voorbereiden met als doel op een agogisch -didactisch verantwoorde wijze efficiënt lesgeven. Bij het kiezen van de leerinhouden moet de opleider rekening houden met de beginsituatie, de doelstellingen, de beschikbare tijd en middelen, maar in het bijzonder met de uitdrukkelijke verwachtingen die volwassenen stellen. Zij zijn sterk vragende partij om hun eigen leerweg, de leerinhoud en de doelstellingen te bepalen vanuit hun beroeps- en levenservaring.. Dus zeker ook de leerinhoud. De sterke dynamiek eigen aan de doelstellingen binnen het beroepenveld en de maatschappelijke verschuivingen in het levensgebied van de cursisten maakt de vaardigheid om doelen voortdurend bij te stellen onvermijdelijk. Bij beroepsgerichte vorming is het belangrijk rekening te houden met deze beroepservaring. Ook de maatschappelijke relevantie is belangrijk bij de keuze van de leerinhouden. De opleider moet de leerinhouden kunnen opdelen in samenhangende onderdelen met toch een eigen afgerond karakter. Het vertalen van inhouden in gedifferentieerde thema s is belangrijk maar ook werken in stappen en opdrachten in groep of individueel kan onontbeerlijk zijn. Opdrachten sluiten aan bij de belangstelling en vooral de levens- of beroepservaring van de volwassenen cursist. Ook de integratie met andere vakgebieden is een belangrijk aandachtspunt. Op deze wijze wordt het persoonlijk integratiegebeuren van het geleerde bevorderd. Dit is voor de volwassen cursist van essentieel belang. meewerken aan de opmaak van leerplannen, in samenwerking met collega's en directie op een constructieve manier deelnemen aan de planningsdagen / startdagen van de opleiding op basis van de leerplannen, een planning (bepaling van de leerstof en spreiding over de lessenreeks) opmaken en/of bijsturen op basis van deze planning de lessen concreet voorbereiden in functie van de behoeften en rekening houdend met de cursistendoelgroep handleidingen en cursussen maken en/of samenstellen inhoud afstemmen met collega's Kernopdracht 2 : Lesgeven Op basis van een goede planning en voorbereiding, lesgeven (overbrengen, aanleren, trainen van, ) en cursisten leren zelfstandig handelen. Doel : met maximale kans op slagen de doelstellingen ( bijbrengen van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes) of de gestelde competenties of de gestelde leerdoelen realiseren. Voor volwassenen is het belangrijk om aan te sluiten bij hun verwachtingen. Zij hebben reeds een lange ervaringsgeschiedenis achter zich en willen dat daar binnen het leerproces degelijk rekening mee wordt gehouden. Hanteren van diverse werkvormen (doceren, rollenspel, helder en boeiend presenteren, groepsdynamisch werken ) is nodig om de volwassene blijvend te boeien.het leerklimaat kan motiverend werken door : creëren van leersituaties die aansluiten bij de leef - en ervaringswereld van de cursisten(interesse, beroepservaring, levenservaring) benadering als volwassenen (zin van wat wij doen expliciteren, luisteren naar hun eigen leerbehoeften..) Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 3
aangename ontvangst goede leeropstelling van het lokaal een aangepast leerklimaat creëren de voorziene leerstof aanbrengen op basis van de lesvoorbereiding, maar soepel inspelend op de reacties van de cursisten cursisten begeleiden om inzichten en leerresultaten te verwerven bij aanvang van de lessenreeks duidelijk communiceren over de globale doelstellingen van de cursus en evaluatie Kernopdracht 3 : Begeleiding van de cursisten De cursisten, individueel en/of als groep begeleiden (motiveren, ondersteunen en opvolgen),met als doel hen te helpen om de vooropgestelde doelstellingen/ competenties/leerdoelen op de meest effectieve en efficiënte wijze te bereiken. Groeidoelen bepalen De individuele transfer naar de praktijk en de levensfeer helpen maken Ondersteuning bieden rond leerprocessen Begeleiden van de leerprocessen De bijkomende individuele coaching gebeurt in samenwerking met of met doorverwijzing naar trajectbegeleid (st) er en / of zorgverbredingsfiguur. Kernopdracht 4 : Evaluatie van de cursisten en zelfevaluatie De bereikte resultaten en de eigen werkwijze op een systematische en coherente wijze evalueren en analyseren met als doel : cursisten informeren over de bereikte resultaten, cursisten waarderen, motiveren, remediëren, de eigen werkwijze bijsturen en verbeteren. Bij volwassen cursisten is evaluatie en toetsing een gevoelig thema. Men wil meestal niet meer geëvalueerd worden zoals in zijn eigen schooltijd. De opleider zal eventueel in overleg met de collega s een evaluatiesysteem moeten opzetten dat rekening houdt met deze gevoeligheden. Permanente evaluatie biedt bij volwassenen heel wat mogelijkheden. Meestal ligt er ook de behoefte om naast de eigen evaluatie ook de opleider en de opleiding te evalueren. Ook hier zal een evenwichtig systeem moeten worden ontwikkeld. a. Evalueren van de cursisten : bij aanvang van de opleiding de beginsituatie vaststellen (wie kan wat en in welke mate), bij aanvang van de lessenreeks aangeven wat en hoe er geëvalueerd zal worden : taken, toetsen, examens, proeven, permanente evaluatie, afspraken maken met collega s rond de te evalueren onderdelen (puntenverdeling), permanent observeren en evalueren van het leerproces, Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 4
evalueren van toetsen (mondeling en schriftelijk), opdrachten, examens opstellen, geven, verbeteren, quoteren en evalueren, feedback geven over resultaten en proces; met cursisten (en collega's) bespreken, evalueren van technische inzichten, kwaliteitsstreven, gedrag,..., evalueren van het kennen, het kunnen, en de attitude van cursisten, vanuit de analyse van de resultaten (gedifferentieerd) remediëren, ter archivering klaar maken van examens en andere beoordelingsdocumenten deelname aan de deliberatie en proclamatie beschikbaarheid / bereikbaarheid in functie van ombudszaken tot 3 dagen na de officiële bekendmaking van de resultaten b. Evalueren van het proces van lesgeven (zelfevaluatie en zelfremediëring) : nagaan in hoeverre de (les)doelstellingen bereikt werden en de planning werd gevolgd, reflecteren over de eigen lespraktijk, in geval van onvoldoende resultaten, zoeken naar reden (vraagstelling, manier van lesgeven,..), examenvragen door een collega laten nalezen (moeilijkheidsgraad, vraagstelling,...), de cursisten bevragen over de eigen manier van lesgeven, vanuit de analyse van de resultaten, de planningsdocumenten, aanpak, werkvormen, enz... bijsturen, organiseren van zelfbevraging als team; evaluatie van de inhoud van het totale lessenpakket (op hiaten en overlappingen) en naar het bereiken van de gestelde doelstellingen van de opleiding, eigen functioneren als docent bespreken bij het functioneringsgesprek Kernopdracht 5 : Lokalen en gebruik van didactische apparatuur en materialen In functie van de behoeften, de opstelling binnen het toegewezen leslokaal aanpassen alsook didactische apparatuur en materiaal gebruiken met als doel : verzekeren dat de cursisten in optimale omstandigheden les kunnen volgen bijdragen tot de orde en netheid van het centrum respect tonen voor de lokalenplanning respect tonen voor de dagelijkse inzet van de poetsploeg veiligheid verzekeren zorgen dat bepaalde leslokalen op een verantwoorde manier worden gebruikt, eventuele veiligheids- en hygiënevoorschriften doen naleven, met andere gebruikers afspraken maken over gebruik van toestellen en lokalen, aan de cursisten instructies geven voor het aanschaffen van eigen materiaal, in functie van de planning lijsten opstellen van de benodigde verbruiksmaterialen, inventaris van benodigdheden bijhouden, de nodige materialen en toestellen voorzien en/of klaarzetten voor de cursisten, aangepast materiaal zoeken, demonstratiemateriaal zoeken en klaarmaken, oefenmateriaal maken, didactische hulpmaterialen goedkoop trachten te verwerven, materiaal ter beschikking stellen in overeenstemming met de vorderingen van de cursisten, zorgen voor het reinigen van de machines en van het materiaal en (na gebruik) controleren, cursisten respect bijbrengen voor materialen, machines, de materialen beheren (alles moet teruggebracht worden naar een opbergruimte) Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 5
Kernopdracht 6 : Relaties met het beroepenveld Initiëren, uitbouwen, onderhouden van relaties en samenwerken met bedrijven en organisaties met als doel : nieuwe ontwikkelingen leren kennen en integreren in lessenpakket, bedrijven en organisaties laten kennis maken met cursisten en vice versa. allerhande telefonische, schriftelijke en persoonlijke contacten initiëren, externe promotoren selecteren voor praktische en/of technische proeven en eindwerken, mensen uit de praktijk zoeken en uitnodigen als spreker of voor het geven van demonstraties, informatie geven aan organisaties (centrum als expert), afstuderende cursisten informeren over tewerkstellingsmogelijkheden, samenwerkingsverbanden tussen centrum en organisatie stimuleren, studiebezoeken aanvragen, organiseren en opvolgen, voordrachten en voorstellingen van de nieuwigheden in bedrijven/organisaties bijwonen, firma's aanschrijven om allerhande informatie te verzamelen, Kernopdracht 7 : Het centrum als organisatie Opnemen van verantwoordelijkheden die het les- of klasgebeuren overschrijden met als doel bijdragen tot een goede werking en uitstraling van het centrum in haar geheel. participeren of een specifieke taak op zich nemen in raden of comités, participeren aan de algemene personeelsvergaderingen, opnemen van één of andere specifieke rol of opdracht meehelpen aan de promotie van het centrum Kernopdracht 8 : Overleg en samenwerking Bijdragen tot een goede communicatie en plegen van het nodige overleg met alle personen of instanties betrokken bij de werking van het centrum met als doel : bijdragen tot een effectieve en efficiënte werking van het centrum in haar geheel, dankzij een goede afstemming en samenwerking, het onderwijsproces maximaal laten renderen, dankzij een grote betrokkenheid de inzet, het engagement van alle participanten verhogen. Met de coördinator: raadplegen en/of toestemming vragen voor bepaalde activiteiten of aankopen, problemen bespreken, raad en/of hulp vragen, zijn/haar aanwezigheid vragen in de klas bij één of andere gelegenheid, verslag uitbrengen, bespreken en evalueren van het eigen functioneren, Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 6
Met de collega's / het team : participeren aan de vergaderingen van de vakwerkgroep, samenwerken in allerlei projectgroepen, vakoverschrijdend samenwerken en afspraken maken met de collega's, in overleg een vervanging van een afwezige collega bespreken, een collega met problemen ondersteunen (luisteren, raad geven, helpen,...), de ploeggeest verbeteren door ook eens samen ontspanning te nemen (uitstap, etentje,...), Met externen : contacten met schoolgerelateerde instanties onderhouden (de inspectie, de begeleiding van de onderwijskoepel,...), bijwonen van coördinatievergaderingen met de andere onderwijsinstellingen, samenwerken omtrent het opstellen van leerplannen, Kernopdracht 9 : Permanente Vorming Binnen het kader van de missie/visie/opdracht van het centrum, instaan voor de eigen vorming met als doel : op de hoogte blijven van de actualiteit, de maatschappelijke evoluties en de recente ontwikkelingen op het vakgebied, nieuwe werkmethodes uittesten en eventueel toepassen in de praktijk, nieuwe vaardigheden ontwikkelen Voorbeelden van bijhorende activiteiten volgen welke vormingsactiviteiten worden georganiseerd voor de eigen sector / het eigen vak, naar vakbeurzen gaan, demonstraties en voordrachten bijwonen, bedrijfsbezoeken doen, contacten onderhouden met andere mensen uit hetzelfde vakgebied en met vakorganisaties, pedagogische studiedagen bijwonen, inspelen op het opleidingsaanbod van het onderwijsnet, cursussen volgen aangeboden door allerlei instanties, kennis in de nascholing opgedaan, overdragen aan collega's, de vakliteratuur volgen (zowel de vaktechnische als de agogisch didactische), ervaringen, studiemateriaal en werkmethodes met collega's uitwisselen, (zie ook de nota Vorming, training en opleiding van medewerkers) Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 7
OMSCHRIJVING VAN DE COMPETENTIES. De term competentie omvat het geheel van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die een samenhangend geheel vormen. Er worden hier een aantal competenties omschreven met telkens een aantal voorbeelden van indicatoren. VAKBEKWAAMHEID Dit omvat zowel vakkennis als de didactisch agogische bekwaamheden. Voorbeelden of omschrijvingen : bezit vakkennis en beheerst de details van de materie, heeft praktische ervaring en heeft gefunctioneerd in de omgeving waarin door de cursisten zal gewerkt worden, kent de arbeidswereld, kan moderne apparatuur op een goede manier gebruiken (communicatie -apparatuur zoals video, dvd, overheadprojector,..) heeft een brede, algemene kennis, beschikt over een brede theoretische achtergrond, kan voorbeelden uit de praktijk aanbrengen; beheerst de relatie tussen theorie en praktijk, is polyvalent, handig, kent de ruimere aspecten van zijn vak : risico s, gevaren, hygiëne, beperkende wetgeving, heeft PC + software kennis, kent de historische achtergrond van het vak, is taalvaardig bezit algemene agogisch -didactische kennis en psychologische inzichten, Cursistenbetrokkenheid Kerngedachte : de bekwaamheid om zich te kunnen inleven in de leef- en denkwereld van de cursisten en de aanpak daarop af te stemmen. informeert naar werk- en leefwereld van de cursisten, kan er op inspelen, maakt tijd vrij en kan aandachtig luisteren, houdt rekening met het persoonlijke ritme en vorderingen van de cursisten, schenkt aan iedereen voldoende aandacht, behandelt iedereen evenwaardig, vangt signalen op, ziet problemen; helpt de cursist zo mogelijk verder, geeft snel en gepast feedback aan de cursist, moedigt aan en bevestigt de cursist in zijn kennen, beweegt zich tussen de cursisten, is vriendelijk, is vlot in omgang, maakt, indien nodig, tijd in de les voor de bespreking van een (klassikaal) probleem, aanvaardt de cursisten zoals ze zijn, met hun talenten en beperkingen, heeft oog voor de sociale, psychische achtergrond van de cursisten, geeft cursisten de kans hun mening te uiten en houdt er rekening mee, staat open voor de creativiteit / inventiviteit van de cursisten, kan de spons vegen over een gebeurtenis, erkent en waardeert de inspanningen van de cursisten Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 8
Gedrevenheid Kerngedachte : de wil en de bekwaamheid om zich op een positieve manier in te zetten voor het centrum en met het vak bezig te zijn en les te geven via een gevarieerde en boeiende lesaanpak stelt vragen, gaat na wat cursisten reeds over het onderwerp kennen/weten, gaat overzichtelijk te werk, gebruikt een bordplan; reikt de leerstof op een methodische wijze aan; bouwt logisch op; stelt (bereikbare) doelen voorop, zoekt en gebruikt de meest geschikte en afwisselende werkvormen, doet een beroep op de inbreng van de cursisten, laat ze maximaal participeren, concretiseert de theorie door een verband te leggen met de praktijk; haalt concrete voorbeelden aan; geeft mogelijke toepassingen; toont aan wat zij ermee kunnen doen, illustreert bepaalde leerstof op een niet-schoolse wijze (bijv. een bedrijfsbezoek,...), differentieert binnen de klas in functie van het niveau van de cursisten, is dynamisch voor de klas, loopt al eens rond, gebruikt mimiek, een levendige stemintonatie, geeft duidelijk aan wat de cursisten moeten kennen voor de toetsen of examens, begeleidt cursisten heel concreet bij oefeningen door duidelijke opdrachten of instructies te geven, een voorbeeld van wat er van hen verwacht wordt, draagt het vak positief uit; toont liefde voor het vak en het centrum, toont brede interesses in alles wat met het vak te maken heeft, houdt zichzelf op de hoogte van de evoluties binnen het vakgebied, gelooft in het onderwijs, het centrum en in het beroep, straalt energie, enthousiasme uit, is gemotiveerd, blijft geloven in de vormingsmogelijkheden van de cursisten, is aanwezig op activiteiten georganiseerd door de cursisten of door het centrum, voelt zich betrokken bij het beleid van het centrum, neemt de verantwoordelijkheden verbonden aan de taak ook daadwerkelijk op, is bereid tot nascholing, Organisatietalent Kerngedachte : de bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. werkt gestructureerd, kan verbanden leggen; kan opdrachten combineren, kan hoofd- en bijzaken onderscheiden, maar heeft oog voor detail, ziet vooruit, weet wat hij/zij nodig heeft, is voorbereid, heeft goed inzicht in de tijd die nodig is om iets te doen of uit te leggen, ziet verschillende fasen, denkt in logische stappen, maakt taakverdelingen, verduidelijkt voorafgaandelijk aan een oefening wat van ieder verwacht wordt, maakt duidelijke afspraken plant praktijkoefeningen zodat alle cursisten aan bod kunnen komen, bestelt materiaal tijdig en volgt op, bereidt een uitstap grondig voor, voorziet alternatieven, stelt een duidelijk doel voorop, is stipt, beheert zijn/haar tijd efficiënt en effectief Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 9
Teamgerichtheid Kerngedachte : de bekwaamheid om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken. stelt eigen belang ondergeschikt aan belang van de groep, kan persoonlijk succes opzij schuiven, relativeert het eigen vak, houdt rekening met het vak van collega s, levert een constructieve en actieve bijdrage tot het team, vergaderingen, vakwerkgroepen,, komt, als lid van het team, de afspraken na, durft en kan neen zeggen, verdedigt eigen standpunt, maar dringt de eigen mening niet op, kan omgaan met kritiek van collega s, zowel formeel als informeel, is collegiaal, is positief naar de anderen toe, toont belangstelling voor collega s, verdedigt collega s en directie, ondermijnt hun gezag niet, kan samen met collega s een beleid uitstippelen, activiteiten organiseren, cursuselementen en lesonderdelen uitwerken, pleegt horizontaal en verticaal overleg, toont respect voor het werk en de initiatieven van al het personeel, steunt, helpt en springt spontaan in voor anderen (bijv. nieuwe collega s), houdt zich aan afspraken en eigen taken en neemt verantwoordelijkheid op, is rechtuit en open naar collega s en directie, geeft informatie, lesvoorbereidingen, materiaal,..., door, laat toe dat anderen van hem/haar leren, deelt ervaringen met anderen, wil ook leren van anderen, aanvaardt suggesties van collega s om het eigen proces van lesgeven of de aanpak te verbeteren, neemt deel aan activiteiten die de teamgeest bevorderen, kan voor een groep opkomen, kan een groep positief stimuleren, gaat sociaal om met collega s (iets gaan drinken, bezoekje, kaartje bij gebeurtenis), kan zich neerleggen bij een beslissing van het team, kan zich achter een beslissing scharen en deze uitvoeren, zelfs als men er niet 100% achter staat, Kritische ingesteldheid Kerngedachte : de bekwaamheid om de eigen aanpak en die van anderen in vraag te stellen en indien nodig bij te sturen. zoekt steun, zoekt naar een klankbord (bijv. bij collega s), analyseert (studie)resultaten en trekt er conclusies uit, ook naar zichzelf, vraagt naar en geeft feedback en raad, streeft naar het kennen van eigen sterktes en zwaktes, tracht van zijn fouten of zwakheden te leren, toont een gezonde dosis zelfkennis, is kritisch, durft anderen (cursisten, collega s, directie,...) aanspreken over hun zwaktes en tekortkomingen, stelt hoge eisen voor zichzelf, steunt op de ideeën van anderen kan kritiek aanvaarden, is in staat een sterkte/zwakte analyse te maken Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 10
Relatiebekwaamheid Kerngedachte : de bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhouden. toont echte interesse, staat open voor vragen van anderen, maakt tijd om echt te luisteren naar cursisten, directie, collega's,... laat de cursisten uitspreken, valt hen niet in de rede, probeert niet onmiddellijk zelf oplossingen aan te dragen, is diplomatisch, kan een moeilijke boodschap tactvol overbrengen, behoudt kalmte in moeilijke omstandigheden, blijft steeds vriendelijk en beleefd, helpt, bemiddelt bij het oplossen van conflicten, beoordeelt het gedrag, niet de persoon, is bereid om problemen of conflicten uit te praten, initieert contacten met nieuwe collega s, hanteert een correct taalgebruik en legt de juiste intonatie in de stem, past woordkeuze aan gesprekspartner aan, is attentievol, Sociale ingesteldheid Kerngedachte : heeft oog voor de bredere sociaal-maatschappelijke dimensie van de functie en betoont interesse in anderen. heeft begrip voor anderen, aanvaardt dat anderen anders zijn, staat open voor andere ideeën en ideologieën, is open van geest, creëert openheid bij de cursisten omtrent andere culturen en sociale geledingen, staat open voor aspecten van andere culturen en hoe men communiceert in andere culturen, is empathisch, kan zich inleven in de wereld van anderen (collega s, cursisten,...), werkt niet discriminerend, houdt rekening met moeilijkheden die voortvloeien uit sociale, financiële en/of culturele achtergrond van de cursisten, laat ook de zwakkeren aan het woord, heeft aandacht voor hen, is hulpvaardig, verwijst cursisten met sociale problemen door, zoekt mee naar oplossingen, is verdraagzaam, stelt zich menselijk op, stimuleert het maatschappelijk engagement en engageert zich voor sociale projecten, Flexibiliteit Kerngedachte : de bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen. kan snel inspelen op onverwachte, nieuwe, veranderende situaties, kan zich aanpassen aan het klaslokaal, durft nieuwe uitdagingen aan; staat ervoor open, past zich vlot van klas tot klas aan, schikt zich vlot naar praktische omstandigheden, past de les aan de wensen van de cursisten en de beschikbare tijd aan, kan een programma in een andere volgorde afwerken omdat het materiaal dan voorhanden is, past de regels correct maar flexibel toe, Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 11
Deontologie kan bij het ontbreken van het voorziene didactisch materiaal afwijken van de geplande werkvorm,... Kerngedachte : de bekwaamheid om respectvol om te gaan met de cursist discreet omgaan met bepaalde zaken die de cursist aanbrengt : men spreekt enkel over de cursist met derden in de formele situatie van staf, cursistenbespreking, deliberatiecommissie respect hebben voor de beslissingen van de cursist zelf ruimte laten voor de reactie van cursisten (recht op antwoord) Eerste bespreking op Beleidsteam 19 november 2007 Gespreksrondes op 13 december en 18 december 2007, 8 januari 2008 Tweede bespreking op Beleidsteam op 25 februari 2008 Positief geadviseerd op LOC op 17 maart 2008. Functiebeschrijvingen : functieprofiel vakdocent - 12