RAADSVOORSTEL. Inleiding:



Vergelijkbare documenten
Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

Schuldpositie gemeente Bergen Is de positie houdbaar?

PROGRAMMABEGROTING

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Financiële positie. Beheersen

Nieuw begrotingsresultaat

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

PROGRAMMABEGROTING

Met financiële kengetallen kijken naar. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. gezondheid gemeentefinanciën

Leningen en kasstromen

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Paragraaf financiering

BEGROTING Paragraaf Financiering

Overzicht omvang schulden

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Paragraaf Financiering

Paragraaf 4: Financiering

stresstest Een financieel beeld van gemeente Geldermalsen

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 30 mei Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Waar staat je gemeente financieel

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 22 juni Steller adres Onderwerp. : J.W.A.M. van den Berg :

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 17 juni Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Gemeente fj Bergen op Zoom

Financiële begroting 2016

Raadsvoorstel agendapunt

Indicatie of de huidige schuldpositie van de gemeente gezond of risicovol is Cirkeldiagram schuldratio en solvabiliteitsratio

Analyse schuldpositie gemeente Bloemendaal. * * Bedrijfsvoering. Leden van de gemeenteraad Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Themaraad financiën 3 april

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

De begrotingsruimte van gemeenten. Jan van der Lei

zaaknummer

SCHULDPOSITIE. Algemeen. Ontwikkeling schuldpositie Nederlandse gemeenten

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Advies: Kennis te nemen van de treasuryrapportage 2014 inclusief de geactualiseerde liquiditeitsprognose

ARCHIEF * * Corsa-nr Datum 15 april 2013 Onderwerp Bijlage 2 behorend bij DB-voorstel Project

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Stichting tot Behoud van de Culturele en Historische Collectie Brands Jaarrekening 2016

Oplegvel Raadsstuk. Onderwerp Pre advies Initiatief voorstel Normering Haarlemse schuld

Stichting Huisvesting Tolberg Jaarrekening Volgnr.1 Activa Vaste activa Materiële vaste activa

Beleid verlagen schuldpositie

Beleid/ werkwijze schuldpositie gemeente Goes

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 18/12/ ink18939

PROGRAMMABEGROTING Gemeente Leiderdorp

3.4 Paragraaf Financiering

Nr Houten, 2 november 2010

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

Raadsvoordracht. Onderwerp: Nota activa- en Rentebeleid Gevraagde beslissing De Nota Activa- en Rentebeleid 2016 vast te stellen.

11. Paragrafen. Paragrafen

Introductie gemeenteraad in de financiën. Bob van der Sleen / Jan Sanders Sector Control 27 februari 2014

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Stichting Steun Sonshine

Machtiging voor het aangaan van geldleningen in 2009 en aanpassing mandaat voor kortlopende geldleningen.

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

PARAGRAAF 3. Financiering. Begroting 2011 Paragraaf 3 Financiering

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

GEMEENTE DONGEN INZICHT ROBUUSTHEID & STABILITEIT FINANCIËLE POSITIE DRS. PIETER KOKS RA EN SYLVAIN VAN ERK CPC. 7 mei 2018 Versie 1.

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

erfpacht ROB 2 november 2010 Plaats over deze achtergrondfoto uw eigen [kleuren]foto op de voorgrond...

Programmabegroting Versie:

Bestemming opbrengst verkochte Nuon aandelen. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Voorstel aan dagelijks bestuur

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op:

Jaarrapport 2014 Stichting Missionair Diaconaal Centrum te Groningen. Januari 2015

Stichting Huis van Oranje Katwijk aan Zee JAARREKENING Katwijk, 6 februari Pagina: 1 van 5

Verkort financieel overzicht 2014 I.S.N. Waalwijk A. Geylani Moskee te Waalwijk

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Vereniging de Parel JAARREKENING 2017

003. Openbare Verlichting

rapporteer Financieel jaarrapport 2012 Stichting Vrienden Toon Hermans Huis Amersfoort

Uitgangspunten stresstest

zaaknummer

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Financiële positie: sturen op stabiliteit, flexibiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders. VBG 3 oktober 2012 Staf Depla

SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG. Rapport inzake jaarstukken 2016

Richting. Vijfheerenlanden. Bijlagen bij rapportage HAALBAARHEIDSONDERZOEK VIJFHEERENLANDEN DEEL 1

Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting Tennisclub Ootmarsum

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli juli vertrouwelijke bijlages

Aan het bestuur van Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken juni 2017

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond

Transcriptie:

raadsvergadering: 24 juni 2015 onderwerp: Schuldenpositie Hilversum, een visie op schulden bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Inleiding: RAADSVOORSTEL De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de begroting 2015 zijn zorgen uitgesproken over de financiële positie en dan met name de schuldenpositie van Hilversum. Door de wethouder financiën is vervolgens een toezegging gedaan om te komen met een visie op de schulden van Hilversum. Deze toezegging komt voort uit het negatieve beeld dat de schuldenpositie van Hilversum oproept. Een en ander werd versterkt door de internationale schuldencrisis en de verslechterde wereldeconomie. In dit stuk zal de Schuldenpositie van Hilversum aan een analyse worden onderworpen. Het gaat hierbij om een analyse van de langlopende en de kortlopende schulden zoals die op de gemeentelijke balans zijn terug te vinden. Ook zal een antwoord gegeven worden op de vraag of de schuldenpositie van Hilversum te hoog is. Volgens de wet FIDO (financiering decentrale overheden) hebben langlopende schulden een looptijd langer dan 1 jaar en kortlopende schulden een looptijd korter dan 1 jaar. Het hebben van schulden heeft een effect op de lasten van de gemeente Hilversum in de vorm van rentelasten, voor het jaar 2014 ging het om een bedrag van 6,3 miljoen. De rentelasten moeten in de gemeentelijke begroting worden gedekt. Voor wat betreft de financiering van de gemeente is het van belang om te letten op de geldstromen die binnenkomen (inkomsten) en geldstromen die er uitgaan (uitgaven). Uitgaven en inkomsten zijn niet gelijk aan lasten en baten. Zo zijn aflossingen van leningen wel uitgaven maar geen lasten. Bij afschrijvingen is het precies andersom, het zijn wel lasten maar geen uitgaven. In het geval dat een gemeente meer uitgeeft dan ontvangt moet er geleend worden. Uitgangspunt. Bij de financiering hanteert de gemeente Hilversum het systeem van integrale financiering. Dit houdt in dat voor de gemeentelijke organisatie als geheel de financieringsbehoefte c.q. het financieringstekort bepaald wordt; er wordt dus niet voor iedere investering of grondexploitatie apart geleend. Achtereenvolgens zal in dit stuk worden behandeld: Waarom lenen en niet sparen Ontwikkeling schulden periode 2005-2014 1

Kengetallen ontwikkeld door de VNG en beschreven in de publicatie houdbare gemeentefinanciën van 2013 Vergelijking met vergelijkbare gemeenten Vergelijking met omliggende gemeenten Vergelijking langlopende schulden versus materiele vaste activa Wettelijke normen Samenvatting conclusie Prognose Hoe kan er gestuurd worden op schulden Coalitieakkoord Besluitvorming Waarom leent een gemeente? Sparen versus lenen De meeste gemeenten moeten geld lenen om investeringen te kunnen doen. (Onder een investering verstaan we een uitgave welke gedurende een lange termijn bijdraagt aan de gemeentelijke doelen) Wanneer het benodigde geld niet aanwezig is zal geleend moeten worden. Geld lenen kost geld in de vorm van rente en komt ten laste van het jaarlijkse exploitatie saldo van de gemeente. Leningen moeten ook weer worden afgelost. Rente en aflossingen leggen daarmee beslag op toekomstige inkomsten en deze kunnen dan dus niet aan andere gemeentelijke doelen worden uitgegeven. In het geval van investeringen in essentiële basisvoorzieningen wordt er geleend. Het is te vergelijken met de thuissituatie waarin je een huis koopt met behulp van het afsluiten van een hypothecaire lening. De lasten van de lening worden uitgesmeerd over de huidige en toekomstige gebruikers van de voorzieningen die zijn aangeschaft. De voorzieningen kunnen ook gelijk gebruik worden. Uitgangspunt. Hilversum gebruikt de gulden financieringsregel; Volgens deze regel behoren reguliere uitgaven gedekt te worden door reguliere ontvangsten maar mag er wel worden geleend voor investeringen die gedurende een aantal jaren nut hebben. De kapitaallasten (rentelasten en afschrijvingslasten van activa) worden vervolgens tot de reguliere exploitatie gerekend. Zie ook grafiek 17. Ontwikkeling schulden periode 2005-2014 In deze nota kijken we 10 jaar terug. Ook voor het jaar 2005 had Hilversum schulden maar dat valt buiten de scope van deze nota. De gemeente Hilversum heeft in de jaren 2006 t/m 2012 te maken gehad met een financieringstekort. (meer uitgaven dan inkomsten) Het saldo van de reguliere inkomsten en uitgaven was niet voldoende om de investeringen en grondexploitaties volledig te kunnen financieren. Dit heeft geleid tot een langlopende schuld (langer dan 1 jaar) van 158 miljoen en een kortlopende schuld (korter dan 1 jaar) van 42 miljoen per 31 december 2014. Dit financieringstekort is in het verleden veroorzaakt door: 2

Investeringen Grondexploitaties Het investeringsvolume van de laatste 10 jaar is als volgt weer te geven. Investeringen 1.000 50.000 44.831 40.000 30.000 20.000 10.000 9.873 21.262 21.519 31.103 25.524 15.594 17.035 17.640 17.208 - Grafiek 1, jaarlijkse investeringsuitgaven op rekeningbasis In de jaren 2005 t/m 2014 zijn de investeringen als volgt te verdelen: 15000000 10000000 5000000 Waarin geinvesteerd 0 2005 2006 2007 2008 2009 Aankoop tbv EMG Sporthal kerkelanden Dudok arena Zwembad de Lieberg Fietstunnel Brandweerkazerne Plan wegen Stadskantoor Vorstin Rioleringswerkzaamheden Grond weg en waterbouw Overige investeringen Scholen Grafiek 2a, jaarlijkse investeringsuitgaven op rekeningbasis gesorteerd naar type investeringen 3

Waarin geinvesteerd 15000000 10000000 5000000 0 2010 2011 2012 2013 2014 Aankoop tbv EMG Sporthal kerkelanden Dudok arena Zwembad de Lieberg Fietstunnel Brandweerkazerne Plan wegen Stadskantoor Vorstin Rioleringswerkzaamheden Grond weg en waterbouw Overige investeringen Scholen Grafiek 2b, jaarlijkse investeringsuitgaven op rekeningbasis gesorteerd naar type investeringen Zoals uit de grafieken 2a en 2b duidelijk blijkt is het grootste deel van de investeringen in de periode 2005 t/m 2014 gedaan in de onderwijsvoorzieningen van Hilversum, 69 miljoen. Het bedrag gemoeid met overige investeringen is 35 miljoen, hierbij moet worden gedacht aan machines en installaties, software, hardware, brandwerende voorzieningen etc. etc.. Aan grond- weg- en waterbouwkundige werken is een bedrag van 35 miljoen besteed. Aan rioleringswerkzaamheden is een bedrag van 21 miljoen besteed. Andere opvallende investeringen zijn, de Vorstin, 12 miljoen, het Stadskantoor 11 miljoen, de uitvoering van plan wegen 10 miljoen, de Brandweerkazerne 8 miljoen. Deze investeringen hebben geleid tot toename van het bezit van de gemeente Hilversum zoals gepresenteerd op de gemeentelijke balans. De materiele vaste activa staan op de balans gewaardeerd met een boekwaarde. De boekwaarde is de historische aanschafwaarden verminderd met afschrijvingen (boekwaarde) op basis van de geschatte levensduur. a) Investeringen hebben een economisch nut als zij verkocht kunnen worden en/of inkomsten kunnen voortbrengen. Voorbeelden zijn een zwembad, riolering, schoolgebouwen, computers. b) Investeringen met een maatschappelijk nut zijn activa die niet verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij om investeringen in de openbare ruimte: (water)wegen, straten, pleinen, viaducten, geluidswallen, parken. 4

Materiele vaste Activa 1.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 - Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen met een economisch nut Grafiek 3, Balanswaarde Materiele vaste Activa op rekeningbasis. Ook van de grondexploitaties is een grafiek opgesteld van de bestedingen (saldo uitgaven minus inkomsten) in de jaren 2005 t/m 2014. 15.000 10.000 5.000 - -5.000-10.000-15.000-20.000 10.801 2.444 11.381 Grondexploitaties 1.000 6.095 4.276 3.939 Grafiek 4, Jaarlijks saldo van inkomsten en uitgaven grondexploitaties op rekeningbasis In de periode vanaf 2005 t/m 2014 is er per saldo meer uitgegeven dan ontvangen bij de uitvoering van de grondexploitaties. In het jaar 2013 is er per saldo meer ontvangen dan uitgegeven. Dit was het gevolg van de ontvangst van de verkoopprijs van de grond van Villa Industria (22 mln). (Vanaf 2005 t/m 2014 is er op de grondexploitaties per saldo (winsten en verliezen) een verlies geleden van 31,5 miljoen. Daar staan gerealiseerde bouwplannen tegenover) Uitgezet in de tijd zijn de verliezen en winsten op de grondexploitaties als volgt in beeld te brengen: 8.798 11.755-14.817 4.297 5

winsten en verliezen grondexploitaties 1.000 10000 0-10000 -20000-30000 -40000 verliezen winsten Grafiek 5, Winsten en verliezen grondexploitaties op rekeningbasis De winsten zijn ten gunste gekomen van het jaar waarin ze zijn gerealiseerd en gepresenteerd in de grafiek. De verliezen worden genomen op het moment dat er geconstateerd wordt dat er een verlies gaat optreden. Op dat moment wordt een bedrag ter hoogte van het te verwachten verlies gedoteerd aan de voorziening planexploitaties. Bij het afsluiten van een verlieslatende grondexploitatie wordt deze verrekend met de voorziening planexploitaties en heeft daarmee geen invloed op het jaarrekeningresultaat van het betreffende jaar. De geleden verliezen op de grondexploitaties leiden niet tot een bezit van de gemeente Hilversum. Wel hebben zij een effect gehad op de inrichting en de leefbaarheid van de stad. Villa Industria heeft uiteindelijk een verlies opgeleverd van 22,5 miljoen. (2012) De maatschappelijke opbrengst die hier tegenover staat is een gesaneerd gasfabriek terrein waarop een nieuw woningbouwprogramma wordt gerealiseerd inclusief een nieuwe sporthal. Stationsgebied Zuid, afgesloten met een verlies van 9,3 miljoen, is nu het gerealiseerde bouwplan Entrada. (2012) De grondexploitatie Langgewenst in zijn oude vorm is afgesloten met een verlies van 6,7 miljoen. (2010) Bij dit plan was met name de planvorming een vertragende factor. Plannen werden continu gewijzigd en aangepast hetgeen de verliezen steeds verder deed oplopen. Inmiddels is een deel van het langgewenst (Paardenplein) bebouwd met een nieuwe bioscoop. Er zijn ook enkele grondexploitaties die winstgevend konden zijn, te denken valt aan woningbouwplan Diependaal, 2,9 miljoen, Arenapark, 5,4 miljoen (kantorenlocatie) Laapersveld 1,7 miljoen waarop een woningbouwplan wordt gerealiseerd. Financiering De uitgaven gedaan in het kader van de investeringen en de grondexploitaties konden niet betaald worden uit het saldo van de regulier inkomsten en uitgaven, er moest geleend worden om de rekeningen te kunnen betalen. 6

Uitgangspunt. Omdat kortlopende financiering goedkoper is dan langlopende financiering, zal in eerste instantie gebruik worden genaakt van kortlopende middelen. Daarnaast verschaft kortlopende financiering flexibiliteit. Kortlopende leningen kunnen makkelijker en zonder boetes worden afgelost. Pas indien we tegen de wettelijke grens van kortlopende financiering aanlopen zal er overgegaan worden naar langlopende financiering. (zie ook wettelijke normen op blz. 14) De ontwikkeling van de langlopende schuld (>1 jaar) laat in de periode van 2005 t/m 2014 het volgende beeld zien. 200.000 150.000 100.000 50.000 - Langlopende schuld, > 1 jaar bedragen in 1.000 91.104 91.105 105.039 117.706 152.028 Grafiek 6, Langlopende schulden op rekeningbasis 168.465 162.687 167.010 163.832 158.480 Vanaf het jaar 2005 is de langlopende schuld toegenomen tot een maximum schuldpositie in 2010, een bedrag van 168,4 miljoen. De langlopende schulden bestaan uit opgenomen leningen met een looptijd tussen de 10 en 25 jaar. De ontwikkeling van de kortlopende schuld (<1 jaar) laat in de periode van 2005 t/m 2014 het volgende beeld zien. Kortlopende schulden < 1 jaar bedragen in 1.000 60.000 50.126 40.000 20.000-14.865 18.483 18.048 Grafiek 7, Kortlopende schulden op rekeningbasis 6.236 3.124 21.772 27.030 15.716 23.999 Het gemiddelde bedrag aan kortlopende schulden ligt de laatste 10 jaar rond de 20 miljoen. De kortlopende schuld bestaat uit het tekort in rekening courant bij de BNG, en afgesloten kasgeldleningen (lening met een korte looptijd (van 1 week tot 12 maanden) met vast rentepercentage en aflossing ineens) en exclusief overige schulden. De totale schulden, langlopend plus kortlopend geeft het volgende beeld waarbij de totale schuld zich sinds 2010 stabiliseert rond de 200 miljoen. 7

totale schulden, langlopend en kortlopend in 1.000 300.000 200.000 100.000 - langlopende schuld kortlopende schuld Grafiek 8, totale schulden op rekeningbasis Tussentijdse ingreep Bij de constatering dat de totale schuld stijgende was is het Investeringsprogramma kritisch beoordeeld en is de voorgenomen omvang van de investeringen naar beneden bijgesteld. Met name de investeringen in de onderwijsvoorzieningen zijn naar beneden bijgesteld. Tevens is de actie ingezet om het aantal grondexploitaties te beperken/af te bouwen en (voorlopig) geen nieuwe grondexploitaties meer op te starten. Daartoe zijn in 2010 een aantal grondexploitaties voortijdig afgesloten. Bijvoorbeeld Langgewenst (oude plan) Zuiderkerk, Historisch Buurtje, Kapelplaats, en Koninginneweg/Schoolstraat. Door het Investeringsprogramma naar beneden bij te stellen en een aantal grondexploitaties voortijdig te beëindigen is de groei van de schuld stopgezet. Kengetallen ontwikkeld door de VNG en beschreven in de publicatie houdbare gemeentefinanciën van 2013 Er is geen absolute norm bij de beoordeling van de hoogte van de schulden. Wel zijn er door de VNG een aantal kengetallen ontwikkeld waarmee de financiële positie van de gemeenten kan worden beoordeeld. Op basis van een aantal kengetallen maakt de VNG jaarlijkse een ranglijst van de financiële situatie van de individuele gemeenten. Hieronder gaan we kort in op 3 kengetallen die bij het opstellen van de ranglijst gebruikt worden. 1. Netto schuldquote De omvang van de totale schuld zegt op zich zelf niet veel. Veel belangrijker is of Hilversum aan zijn betalingsverplichtingen, inclusief rentebetalingen en aflossingen, kan blijven voldoen. De rentebetalingen maken deel uit van de jaarlijkse gemeentebegroting. De hoogte van de inkomsten bepaalt hoeveel rente en aflossing betaalt kan worden en daarmee hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Dat is te vergelijken met de thuissituatie: hoe hoger het inkomen hoe hoger de hypotheek is die je kunt verkrijgen voor de financiering van het eigen huis. De netto schuldquote is een maatstaf van de draagkracht van de gemeente, wordt in procenten uitgedrukt en is als volgt gedefinieerd: 8

Netto schuldquote = Schulden minus vorderingen / reguliere inkomsten Een uitkomst boven de 130% wordt gezien als een zeer hoge schuld Een uitkomst boven de 100% wordt gezien als hoge schuld Een uitkomst tussen de 0% en 100% wordt gezien als normaal In grafiekvorm ziet dat er voor Hilversum als volgt uit. 150% Netto SchuldQuote 100% 50% 58% 59% 67% 75% 88% 87% 89% 73% 83% 85% 0% Grafiek 9, Netto schuldquote op rekeningbasis Zeer hoge schuld 130% Hoge schuld 100% Hilversum De uitkomst voor Hilversum blijft in de periode 2005 t/m 2014 onder de 100%. Eind 2014 is de uitkomst 85% en valt in de categorie normaal. 2. Schuld per inwoner Een ander kengetal is de netto schuld per inwoner, hieronder voor Hilversum weergegeven voor de jaren 2005 t/m 2014. Hierbij is de netto schuld (Schulden minus vorderingen) gedeeld door het aantal inwoners. 2.500 2.000 1.500 1.000 500-1.177 1.212 1.458 Netto schuld per inwoner 1 1.939 2.168 Grafiek 10, schuld per inwoner op rekeningbasis 2.327 2.376 2.129 2.140 2.153 Grafiek 10 maakt inzichtelijk hoe de schuld per inwoner zich in de tijd ontwikkelt. 3. Schuldratio Een derde kengetal is de schuldratio. Met de schuldratio kunnen we beoordelen in hoeverre het gemeentelijk bezit is gefinancierd met schulden. 9

De schuldratio wordt gedefinieerd als (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva)/ balanstotaal. Het spiegelbeeld van de schuldratio is de solvabiliteitsratio (= 100% -/- Schuldratio) en geeft weer hoeveel van het bezit is gefinancierd met eigen vermogen. Dit geeft het volgende meerjarige beeld van de schuld- en solvabiliteitsratio. schuldratio en solvabiliteitsratio 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 40% 47% 44% 34% 28% 24% 25% 26% 29% 30% 60% 53% 56% 66% 72% 76% 75% 74% 71% 70% schuldratio solvabiliteitsratio (1-schuldratio) Grafiek 11, Schuld- en solvabiliteitsratio op rekeningbasis Volgens de notie van de VNG houdbare overheidsfinanciën bevindt een normale schuldratio zich tussen de 20% en 70%. Een schuldratio groter dan 80% betekent dat een gemeente zijn bezit zeer zwaar belast heeft met schulden. In de jaren 2009 t/m 2013 was de schuldratio > 70% en daarmee aan de hoge kant. De Schuldratio bedraagt eind 2014 70% en is valt daarmee nog net in de categorie normaal. Op basis van dit kengetal blijft aandacht voor de ontwikkeling van de schuldpositie benodigd. Vergelijking met vergelijkbare gemeenten Om te kijken hoe de gemeente Hilversum presteert in vergelijking met andere gemeenten worden hieronder de kengetallen van Hilversum vergeleken met andere gemeenten die een vergelijkbare situatie met Hilversum hebben. Hilversum valt (volgens de vergelijkende cijfers van de VNG) in de groottegroep 50.000 100.000 inwoners, heeft een matige sociale structuur en vervult een redelijke centrumfunctie. In de onderstaande grafiek zijn gemeenten opgenomen met dezelfde kenmerken als Hilversum. 10

Netto schuldquote 200% 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2012 2013 Grafiek 12, gemeenten 50.000-100.000, matige sociale structuur en een redelijke centrumfunctie op rekeningbasis Uit deze grafiek blijkt dat Hilversum in vergelijking met de vergelijkbare gemeenten een relatief lage netto schuldquote heeft dat fractioneel hoger is dan het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten. Een uitkomst tussen de 0% en 100% is aan te merken als normaal. 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 - Netto schuld per inwoner 1 2012 2013 Grafiek 13, gemeenten 50.000-100.000, matige sociale structuur en een redelijke centrumfunctie op rekeningbasis Uit deze grafiek blijkt dat Hilversum in vergelijking met de vergelijkbare gemeenten een relatief lage netto schuld per inwoner heeft dat tevens onder het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten blijft. 11

schuldratio % 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2012 2013 Grafiek 14, gemeenten 50.000-100.000, matige sociale structuur en een redelijke centrumfunctie op rekeningbasis Ook uit deze grafiek blijkt dat Hilversum redelijk scoort in vergelijking met zijn vergelijkbare gemeenten maar wel een score heeft dat hoger is dan het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten. Vergelijking met de omliggende gemeenten Een goede vergelijking met gemeenten van gelijke omvang, sociale structuur en de mate waarin de gemeenten een centrumfunctie vervullen is hierboven reeds weergegeven. Puur informatief zijn hieronder grafieken weergegeven die een vergelijking maken met de omliggende gemeenten. Grafiek 15, vergelijking met omliggende gemeenten op rekeningbasis Uit deze grafiek blijkt dat Hilversum in vergelijking met de omliggende gemeenten een relatief hoge netto schuldquote heeft t.o.v. de omliggende gemeenten en ongeveer een gelijke score heeft als het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten. 12

Omliggende gemeenten schuld per inwoner 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 - -1.000-2.000-3.000 2012 2013 Grafiek 16, vergelijking met omliggende gemeenten op rekeningbasis Uit deze grafiek blijkt dat Hilversum in vergelijking met de omliggende gemeenten een relatief hoge schuldenpositie heeft en ongeveer een gelijke score heeft als het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten. Vergelijking langlopende schulden versus materiele vaste activa 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 Materiele activa t.o.v. langlopende schulden 1.000 - Investeringen met een economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Langlopende schuld Grafiek 17, vergelijking tussen de langlopende leningen met de materiele activa op rekeningbasis In grafiek 17 wordt de boekwaarde van de materiele vaste activa gerelateerd aan de langlopende schuld. Uit deze grafiek kan de conclusie getrokken worden dat de boekwaarde van de materiele vaste activa met een economisch nut groter is dan de waarde van de 13

langlopende schulden. (Investeringen hebben een economisch nut als zij verkocht kunnen worden en/of inkomsten kunnen voortbrengen, (zie ook blz 5).) Voor materiele vaste activa met economisch nut kan de vergelijking gemaakt worden met de thuissituatie, de waarde van het huis is hoger dan de hypotheek. Wettelijke normen Als gemeente hebben we ook te maken met wettelijke normen met betrekking tot de schuldenpositie. Langlopend Het renterisico van de langlopende schuld is wettelijk begrensd. Het doel van de renterisiconorm is het beschermen tegen rentefluctuaties op de vaste schuld (looptijd één jaar of langer). Het renterisico is de mate waarin het saldo van rentelasten verandert door wijzigingen in rentepercentages op leningen. De wettelijke norm wordt overschreden als een gemeente in een bepaald jaar voor een bedrag van meer dan 20 % van zijn uitgaventotaal aflost (inclusief renteherzieningen). Bij de bepaling van het renterisico gaat het met name om de hoogte van de jaarlijkse aflossingen op de bestaande schuld. Deze jaarlijkse aflossingen worden bepaald door de hoogte van de schuld (een hogere schuld betekent hogere aflossingen) en de looptijd van de schuld (langere looptijd betekent lagere jaarlijkse aflossing). Door te kiezen voor langere looptijden wordt de renterisiconorm zoals in onderstaande tabel 1 op regel 3 berekend gunstig beïnvloed. Berekening renterisico 2015 2016 2017 2018 1 Renteherziening op vaste schuld 454 0 0 0 2 Te betalen aflossingen 15.752 15.299 14.965 14.784 3 Renterisico op vaste schuld (1+2) 16.206 15.299 14.965 14.784 4 Renterisiconorm (= 20% van uitgaventotaal) 42.795 42.795 42.795 42.795 5a Ruimte onder renterisiconorm (4-3) 26.589 27.496 27.830 28.011 5b Overschrijding renterisiconorm - - - - Berekening renterisiconorm 2015 2016 2017 2018 Uitgaventotaal jaar T (=begrotingsjaar) 213.974 213.974 213.974 213.974 4a Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% 4b Renterisiconorm jaar T (=begrotingsjaar) 42.795 42.795 42.795 42.795 Tabel 1 Uit tabel 1 blijkt dat Hilversum in de periode 2015-2018 ruim onder de wettelijke risiconorm blijft, regel 5a (gemiddeld 27 miljoen). Risicoprofiel leningenportefeuille Het totaalbedrag aan leningen per 31 december 2014 bedraagt 158 mln, verdeeld over 36 leningen. De rentepercentages variëren tussen de 2,96 % en 5,45 % en komen gezamenlijk uit op een rentepercentage van 3,86% voor 2014. Hilversum heeft slechts 3 leningen waarvan de rente tussentijds kan worden herzien (renteconversie). Bij dit type leningen is het renterisico het grootst, maar binnen de portefeuille van Hilversum zijn ze van ondergeschikt belang. In onderstaand overzicht wordt de samenstelling van onze leningenportefeuille samengevat. 14

Boekwaarde Looptijd in per 31-12-2014 Rentepercentage Omschrijving soort lening Aantal jaren in mln tussen Lineair aflosbare leningen met renteconversie 3 25 3.489 3,44-4,87 Lineair aflosbare leningen met vaste rente 33 10-25 154.991 2,96-5,45 Totaal 36 158.480 3,86% gemiddeld Tabel 2 De leningenportefeuille van de gemeente Hilversum is zo samengesteld dat het risico van renteschommelingen zoveel mogelijk wordt beperkt en ruim binnen de wettelijke norm blijft. Om dit te bereiken zijn de leningsvoorwaarden zo gekozen dat: de rente van vrijwel alle leningen gedurende de gehele looptijd vastligt, en de aflossing van vrijwel alle leningen gelijkmatig over de looptijd is gespreid (= lineaire aflossing) en daardoor de te herfinancieren bedragen een gelijkmatig patroon hebben. Desondanks is ook bij een gelijkmatige herfinancieringsbehoefte een rentestijging niet zonder betekenis voor de begroting: Bij een aflossing die tussen 14 en 16 miljoen ligt is het nadeel van één procent rentestijging, ten opzichte van het gemiddelde rentepercentage van 3,86%, over een periode van vier jaar 609.000 (zie tabel 3). Dit bedrag verdubbelt uiteraard bij een rentestijging van twee procent, verdrievoudigt bij een rentestijging van drie procent, enzovoort. Hetzelfde geldt natuurlijk voor renteverlagingen ten opzichte van het gemiddelde rentepercentage van 3,86%. Renteverlaging levert een voordeel op in de begroting. Inmiddels is in 2015 een nieuwe lening met een looptijd van 15 jaar afgesloten tegen een rentepercentage van 0,917%. Het werkelijke renteverloop is niet te voorspellen en valt buiten de invloedssfeer van de gemeente. Door de schuldencrisis was het renteniveau de afgelopen jaren extreem laag. Of er op afzienbare termijn een omslag komt, is niet duidelijk. Omschrijving aflossingsbedrag 2015 2016 2017 hogere rentelasten per % rentestijging 2018 Herfinanciering aflossingen 2015 15.752 158 158 158 158 Herfinanciering aflossingen 2016 15.299 153 153 153 Herfinanciering aflossingen 2017 14.965 150 150 Herfinanciering aflossingen 2018 14.784 148 Totale extra rentelasten (indicatief) bij een rentestijging van 1% 158 311 461 609 Tabel 3. Een stijging of daling van de marktrente ten opzichte van het gemiddelde rentepercentage van 3,86% heeft een klein effect op de totale leningenportefeuille omdat herfinanciering zeer geleidelijk gaat. Kortlopend 15

Als gemeente hebben we ook te maken met wettelijke normen met betrekking tot de kortlopende schulden. Om het renterisico te beperken is de omvang van de korte schuld wettelijk gelimiteerd tot 8,5 % van het uitgaventotaal van een gemeente (= kasgeldlimiet). Deze grens is gesteld om te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met (vaak goedkope) kortlopende middelen wordt gedekt. De werkelijke gemiddelde korte schuld over 2014 is uitgekomen op 8,9 miljoen. De kasgeldlimiet is daarmee in geen enkel kwartaal van 2014 overschreden (zie tabel 4.1) en blijft de korte schuld qua renterisico binnen de wettelijke norm. Zie onderstaande tabel zoals opgenomen in de jaarrekening 2014 Financieringsgemiddelde < 1 jaar vs. Kasgeldlimiet Gem. Schuld 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal < 1 jaar. Begrotingstotaal 1 januari 2014 213.974 213.974 213.974 213.974 Kasgeldlimiet 1 januari 2014 (=8,5% begrotingstotaal) a 18.188 18.188 18.188 18.188 Gemiddelde kwartaal- resp jaarschuld < 1 jaar b 14.289 8.285 4.301 9.011 8.971 Overschrijding kasgeldlimiet (is +) c=b-a -3.899-9.903-13.887-9.176 Tabel 4 Samenvatting conclusie Hilversum heeft de afgelopen jaar veel investeringen/planontwikkelingen gedaan ten behoeve van de samenleving van Hilversum. Er is echter ook veel geld gestoken in plannen die niet of onvoldoende van de grond zijn gekomen. Hilversum heeft voor al die planontwikkelingen en investeringen moeten lenen. Al met al heeft dat er toe geleid dat in de periode 2005 tot en met 2010 de schuld almaar opliep, een op termijn niet houdbare situatie. Deze trend is omgebogen. De schuld stabiliseert sinds 2011, en in vergelijking met de andere vergelijkbare gemeenten scoren we ongeveer gemiddeld. Onze bezittingen met een economisch nut staan niet onder water en we voldoen aan de gestelde wettelijke normen van de wet FIDO. Een onmiddellijke noodzaak om onze schulden te verlagen is er dus niet. Dat is maar goed ook, want in de komende 4 jaar moeten we alles op alles zetten om een sluitende begroting te realiseren en zitten begrotingsoverschotten er niet in. Verhoging van schuld moeten we echter zien te voorkomen. Dat betekent dat het investeringsprogramma sober moet blijven. Bij voorkeur zetten we de structurele ruimte voor nieuw beleid (stelpost pr. 1) niet in voor investeringsuitgaven. Ons bezit gaan we nog eens doorlopen op strategische waarde en daarmee samenhangende verkoopmogelijkheden. De grondportefeuille biedt nog mogelijkheden tot heroverwegingen. Verder moeten we vasthouden aan het coalitieakkoord en de daarin opgenomen doelstelling om overschotten op rekeningbasis voor maximaal 2/3 in te zetten voor nieuwe incidentele uitgaven. 16

Prognose Investeringen Indien we de bedragen opgenomen in het investeringsprogramma van de begroting 2015 afzetten tegen de werkelijkheid vanaf 2012 ontstaat het volgende beeld. Grafiek 18, Volume investeringsprogramma op rekeningbasis (werkelijk) en begrotingsbasis (prognose) Het bedrag opgenomen voor investeringen in de begroting 2015 en het daarin opgenomen meerjarige investeringsprogramma laat een vermindering zien van de voorgenomen investeringen voor de jaren 2015 t/m 2018 ten opzichte van de werkelijke investeringsuitgaven van 2012 t/m 2014. Grondexploitaties Uit de actualisatie 2015 ontstaat het beeld dat de komende jaren en per saldo meer inkomsten zullen zijn dan uitgaven. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de verkopen die gedaan worden ten gunste van grondexploitatie Anna s Hoeve Bouwplan. Het meerjarig plaatje van de grondexploitaties komt er daarmee als volgt uit te zien. 17

Grafiek 19, Saldo uitgaven minus inkomsten op grondexploitaties op rekeningbasis (werkelijk) en begrotingsbasis (prognose) Prognose Financiering Op grond van de verwachtingen m.b.t. de investeringen en de inkomsten (per saldo) op de lopende grondexploitaties is een voorzichtige inschatting te maken van de ontwikkeling van de langlopende schuld. Eind 2015 zal de schuld oplopen tot 162 miljoen, (een lening van 20 miljoen is in januari 2015 afgesloten en de aflossing in 2015 komt uit op een bedrag van 16,2 miljoen) daarna is de verwachting dat de schuldpositie langzaam zal kunnen afnemen. 170.000 Langlopende schuld > 1 jaar 1.000 160.000 150.000 140.000 130.000 120.000 werkelijk 2012 werkelijk 2013 werkelijk 2014 prognose 2015 prognose 2016 prognose 2017 prognose 2018 Grafiek 20, prognose langlopende schuld op basis van huidige Investeringsprogramma en prognose grondexploitaties (conform actualisatie grondexploitaties 2015) Bij deze prognose zijn de volgende kanttekeningen te maken: Er is een politieke wens om de schulden naar beneden te brengen Er zijn politiek ambities om te investeren in de Ster programma s die nog niet zijn opgenomen in de begroting en de meerjarenraming Er zijn niet te voorziene ontwikkelingen die invloed hebben op het huidige begrotingsjaar en de daarin opgenomen meerjarenraming 18

Om te voorkomen dat de schuldpositie gaat oplopen betekent dit dat er continu een vinger aan de pols moet worden gehouden met betrekking tot de effecten van de investeringswensen op de schuldenpositie. Hoe kan er gestuurd worden op schulden: Het gemeentelijk bezit screenen op zijn strategische waarde en niet strategische bezittingen afstoten tegen maximale opbrengst Een sober investeringsprogramma Bezuinigen op de reguliere uitgaven dan wel inkomsten te verhogen De grondposities en lopende grondexploitaties doorlopend te bezien op financiële verbeter mogelijkheden. In het coalitieakkoord is onder punt 12 bepaald dat: Eventuele begrotingsoverschotten die op rekeningbasis worden gerealiseerd, worden voor minimaal een derde deel aangewend om schulden af te lossen en voor twee derde deel door de raad bestemd, op basis van een voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders. Een kanttekening bij bestemmingsreserves is dat deze tot uitgaven zullen leiden. Hoe hoger de bestemmingsreserves hoe hoger de toekomstige uitgaven zullen zijn. Het inzetten van deze bestemmingsreserves kan betekenen dat er meer schulden zullen moeten worden gemaakt om deze uitgaven te kunnen financieren. Voorstel 1. Instemmen met de conclusie dat de schuldenpositie van Hilversum is aan te merken als normaal. 2. Bepalen dat de schuld eind 2018, ondanks de aankomende bezuinigingsopgaven, financiële risico s en de ambities van het college m.b.t. investeringen in de sterprogramma s 4 miljoen lager zal zijn dan eind 2015 ( 162 miljoen). 3. Alle raadsvoorstellen te voorzien van informatie m.b.t. de effecten op de schuldenpositie. Burgemeester en wethouders van Hilversum, de secretaris, de burgemeester, I.C. de Vries P.I. Broertjes 19

RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 juni 2015; BESLUIT: 1. Instemmen met de conclusie dat de schuldenpositie van Hilversum is aan te merken als normaal. 2. Bepalen dat de schuld eind 2018, ondanks de aankomende bezuinigingsopgaven, financiële risico s en de ambities van het college m.b.t. investeringen in de sterprogramma s 4 miljoen lager zal zijn dan eind 2015 ( 162 miljoen). 3. Alle raadsvoorstellen te voorzien van informatie m.b.t. de effecten op de schuldenpositie. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 juli 2015, de griffier, de voorzitter, P.M.H. van Ruitenbeek P.I. Broertjes 20