Mijn visie; mijn manier van handelen en ideeën over hoe kinderen ontwikkelen, leren en zouden moeten leren op school. Mariska Gerritsen, Docent beeldende vorming Fontys Tilburg
Onderwijs Mijn visie op het onderwijs is tot stand gekomen door ervaring uit mijn eigen schoolperiode als leerling en mijn stageperiodes als docent. Als ik terug kijk op mijn eigen schoolperiode, dan heb ik die als zeer positief ervaren en ben ik altijd met veel plezier naar school gegaan. Mijn doel is een leerling te motiveren zodat die het maximale uit zichzelf kan halen. Om dit doel te realiseren, zorg ik voor een veilig leerklimaat. Hiervoor kan ik zorgen door onder andere een positieve instelling als docent en leerlingen met leerproblemen te helpen of doorverwijzen. Dit zorgt uiteindelijk voor betere resultaten in de cognitieve en sociale ontwikkeling van de leerlingen. Meer punten om mijn doel te bereiken vind je verderop in dit verslag. Het liefste zou je maatwerk willen voor iedere leerling. Omdat elk kind anders is en je wilt dat ze de maximale kans krijgen om zich te ontwikkelen. Mijn doel is om hier zo goed mogelijk naar te streven door de snelle leerlingen, de minder snelle leerlingen te laten helpen. Of snelle leerlingen een extra opdracht aan te kunnen bieden. Belangrijke kernwoorden in het onderwijs zijn voor mij: Positief zelfbeeld, betrokkenheid, eerlijkheid, jezelf zijn en wilskracht Toelichting op deze kernwoorden: Een positief zelfbeeld zorgt meestal ook voor een positieve houding en een positieve kijk in het leven. Door een succeservaring kun je elke keer een stukje verder komen in je ontwikkeling. Succeservaringen dragen bij aan een positief zelfbeeld. Je betrokken voelen geeft een gevoel van erbij horen en er toe doen. Eerlijkheid heeft vooral te maken met respect. Eerlijkheid geldt niet alleen tegenover de docent maar ook tegen elkaar. Jezelf zijn zorgt ervoor dat je jezelf leert kennen, verbeteren en kunt ontwikkelen. Wilskracht heb je nodig om datgene te kunnen bereiken dat je graag wilt. Het is fijn om een band te hebben met de leerlingen. Dit bereik je door een praatje met de leerlingen te maken en ze ook eens te vragen naar hun interesse. Ik vind dat ook erg leuk om te doen. Zo krijgen ze meer het gevoel dat je met ze begaan bent en ze er bij horen. En weten ze dat je er voor ze bent als ze hulp nodig hebben. Luc Stevens heeft onderzoek gedaan naar de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Als deze drie in balans zijn dan is er welbevinden, motivatie, inzet en zin in leren. Als dit niet in balans is ontstaan er taakhoudings- en motivatieproblemen. Het is belangrijk dat de leerlingen leren. Maar ik ben er van overtuigt dat als de relatie en sfeer in de klas goed is, dat dit het leren versterkt. Ik ben voorstander van beroepsgerichte kennis zodat deze meer toepasbaar is voor de leerling. Hierdoor zal de interesse hoger zijn. Dit bevordert weer het leerproces.
Onderwijs moet doelgericht zijn, zodat leerlingen meteen zien waarom ze de dingen leren. Onderwijsvisie: Beoordeling leerling gericht zodat ze meer inzicht krijgen in wat ze gedaan hebben. In de creatieve vakken is er geen goed of fout. Het proces van de leerling is daarom erg belangrijk. Methode voor meer inzicht in prestaties Mijn doel is om leerlingen met creativiteit als hulpmiddel, zelfstandiger en sociaal vaardiger te maken. Dat wil ik bereiken door zelf enthousiast te zijn en ze te motiveren door positieve feedback te geven. Persoonlijke aandacht voor elke leerling is erg belangrijk. Een evaluatieformulier per leerling kan mij hierbij helpen. Belangrijk is dat ze leren om verantwoordelijkheid te dragen, zelfstandig zijn, leren door te reflecteren en leren in interactie met hun omgeving. Door ze het evaluatieformulier zelf eerst invullen krijgen ze meer inzicht in hun prestaties. Zelfstandiger worden Leerlingen moeten eerst iets zelf proberen voor ze hulp inschakelen. Lukt het niet, vraag het een medeleerling. Zo creëer je een stukje zelfstandigheid. Als je er dan nog niet uit komt raadpleeg je de docent. Daardoor heb je meer tijd om de leerlingen die echt je hulp nodig hebben, goed te helpen. Net als bij begeleid zelfstandig leren. Je kunt altijd de hulp van de docent inschakelen als je er niet uit komt. Maar eerst probeer je het zelf. Een leerling gerichte visie zorgt ervoor dat de leerling actief betrokken is bij de les. Hierdoor is niet alleen de cognitieve vorming, maar ook de sociale en emotionele vorming van belang. Er ontstaat een omgeving om zelfstandig en creatief te kunnen leren. De kinderen moeten leren hun spullen zelf op te ruimen. En hun eigen werkplek netjes achter te laten voor de volgende les. In de eerste lessen zal hier meer uitleg en sturing voor nodig zijn maar daarna zullen ze dit zelfstandig kunnen.
Pedagogiek Tijdens de lessen moet er een rustige werksfeer heersen met duidelijke regels. Als docent heb je een voorbeeldfunctie en ben je mede het visitekaartje van de school. Je hebt ook een rol in de opvoeding van de leerlingen. Het zijn vaak kleine dingen die uiteindelijk grote invloed kunnen hebben voor de toekomst. Bijvoorbeeld door schuttingtaal te corrigeren zodat ze later meer kans maken op die nette baan. Het praatje met de leerlingen begint al met het welkom heten van de klas. Een vriendelijke begroeting geeft al een positieve indruk. Het begin zet de toon van de les. Bij het afsluiten van de klas die hard heeft gewerkt hoort een schouderklopje. Daar zal ik dan bij het afsluiten vertellen dat ze goed hun best hebben gedaan. Zodat de leerlingen met een voldaan gevoel de klas weer verlaten. Maar ook als docent geeft dit voldoening. Er zijn tijdens de lessen verschillen te merken tussen jongens en meisjes. Jongens kunnen zich over het algemeen iets minder lang concentreren. Ik vond zeker dat ze gewoon samen les horen te hebben. Maar door keuzeopdrachten kun je er bijvoorbeeld een opdracht tussen hebben die bijvoorbeeld jongens meer zal aanspreken. Als ze de opdracht leuk vinden, zullen ze meer gemotiveerd zijn. Scholing (kennis) of vorming (persoonsvorming)? Op school leer je een flinke hoeveelheid kennis, vaardigheden en attitudes die er aan bijdragen dat je in onze samenleving goed kunt functioneren. Maar ook aan het ontwikkelen van rationaliteit bij kinderen is noodzakelijk. Bij overdracht van kennis hoeft voor mij niet per se kennis aan vooraf te gaan. Leren door te ontdekken zet al je zintuigen op scherp. Het belangrijkste doel van scholing is om de leerlingen zo veel mogelijk basiskennis mee te geven op de traditionele klassieke manier. Het is leerstofgericht. Bij vorming is het meer van belang dat je weet hoe en waar je aan de juiste informatie kunt komen in de toekomst en meer zelfstandigheid. Daardoor is deze vorm van onderwijs ook meer up-to-date en heeft meer vertrouwen in de hedendaagse cultuur. Dus niet alleen kennis maar ook vaardigheden. Als we alleen maar leren zijn de leerlingen na enkele lesuren voldaan aan informatie en nemen niets meer op. Daarom ben ik geen voorstander van enkel scholing. Dan kom je uit op een combinatie van scholing en vorming. Ik vind dat we minder van de Cito-toets uit moeten gaan. Het is een handig hulpmiddel maar het zegt niet alles. Dat weet ik uit eigen ervaring. Ik was op de basisschool erg slecht in rekenen. In de Cito-toets zaten bijna geen rekensommen. Daardoor kreeg ik een enorm hoog advies uit de CITO. Mijn basisschoolleraar wees me hierop en adviseerde me om niet zo hoog in te zetten. Ik heb zijn advies opgevolgd en ben daar nog altijd erg blij om.
Psychologie Omgevingsfactoren (behaviorisme) zijn ook van belang. Een lokaal waarbij de gereedschappen en materialen zichtbaar heeft een positieve werking. Bij het zien van het gereedschap en de geur van klei kunnen kinderen al zin hebben om met hun project aan de slag te gaan. Ook voor theorielessen is het fijn als kinderen in een theorielokaal snappen dat ze dan moeten opletten en luisteren. Materialen van voorgaande opdracht hoef je niet meer uit te leggen, hebben ze al feeling mee. Als je voorkennis en nieuwe kennis aan elkaar koppelt, gebeurd er het volgende. Kennis uit vorige opdracht komt uit je permanent geheugen en gaat naar werkgeheugen om tot nieuwe inzichten te komen. Informatie verwerken en opnieuw gebruiken is cognitivisme. Dit doen we allemaal automatisch zonder er bij stil te staan. Kennis die je vaker gebruikt is makkelijker toegankelijk. Ze zelfstandig maken. Door ze bijvoorbeeld in groepjes te laten werken, zo kunnen ze elkaar helpen. Met de vragen die bij de leerlingen ontstaan, kunnen ze in dialoog met de docent gaan. Dit is een voorbeeld van Handelingspsychologie. Bij de metacognitieve leertheorie, gaat de rol van de docent gaat wat meer naar de achtergrond. Leerlingen leren door te reflecteren. Reflecteren is goed maar niet alleen op zichzelf. Dat vind ik een minpunt voor deze leermethode. Het goede aan deze methode is dat ze een eigen leerstrategie kunnen ontwikkelen met behulp van selecteren, herhalen enz. Dit kan alleen als je jou doel niet uit het oog verliest. Bij het constructivisme is de docent nog verder naar de achtergrond verdwenen. Zonder het toezicht van de docent zullen er voor veel leerlingen te veel prikkels zijn die voor afleiding zorgen. Naar mijn mening is algemene kennis onmisbaar en zal ik in de lessen zelf niet zo snel voor de leertheorie van het constructivisme kiezen. Het connectivisme heeft zo zijn voordelen. Als een leerling bijvoorbeeld langdurig ziek is of een les heeft gemist, kan een leerling door het volgen van een instructiefilmpje de achterstand inhalen. Het extra voordeel van een filmpje is dat de leerling het filmpje meerdere keren kan terug kijken. Het nadeel is dat je geen vragen aan je docent kunt stellen en als je de opdracht verkeerd begrepen hebt en daardoor fout uitvoert.