Operatie aan de nekwervels via de hals Ventrale cervicale spondylodese
Inhoud Inleiding 3 Noodzaak van de operatie 3 De operatie 3 Risico s van de operatie 4 Na de operatie 4 Ontslag 5 Leefregels na ontslag 5 Wat u wel en niet mag doen na de operatie 5 De wond in de hals 5 Eten en slikken 5 Uitstralingspijn in de armen 6 Poliklinische controle 6 Vragen en Tip 6 Colofon 8 2
Inleiding U bent onder behandeling bij de Sint Maartenskliniek voor nekklachten. In overleg met uw arts is gekozen voor een operatie aan de nek waarbij de wervels aan elkaar vast worden gezet. Een zogenoemde spondylodese. Noodzaak van de operatie Er zijn 7 nekwervels die met behulp van tussenwervelschijven en bandstructuren met elkaar verbonden zijn. Tussen de wervellichamen en de doornvormige uitsteeksels loopt het ruggenmerg. Vanuit het ruggenmerg lopen zenuwen naar de armen. Wanneer er sprake is van slijtage van één of meerdere tussenwervelschijven door artrose of een ongeval kan de stand van de wervels iets veranderd zijn. De wervels kunnen hierdoor op de zenuwen drukken. Dit kan leiden tot pijnklachten van de nek en/of uitstralende pijn in armen. Om de pijnklachten te verminderen of zelfs weg te nemen moet de stand van de wervellichamen gecorrigeerd worden. Om de correcte stand van de wervels te behouden is het nodig om de versleten tussenwervelschijf te verwijderen en twee wervels aan elkaar vast te zetten. De operatie Om bij de wervels van de nek te komen wordt aan de linker voorzijde van de hals, naast het strottenhoofd, een snede gemaakt. De halswervelkolom wordt vrij gelegd op de plaats waar de tussenwervelschijf versleten is. Vervolgens wordt de versleten tussenwervelschijf verwijderd en wordt een cage (figuur 1a), gevuld met kunstbot tussen de twee wervels geplaatst. Figuur 1a (links) en 1b (rechts) 3
Om de cage op zijn plaats te houden tot het vastgegroeid is, wordt indien nodig een titanium plaatje of soortgelijke constructie over de twee wervels geplaatst (figuur 1b). Tot slot wordt de wond in de hals gehecht. Er wordt een drain gelegd om overtollig bloed af te kunnen voeren. Risico s van de operatie Na de operatie kan de hals gaan zwellen, wat het ademhalen bemoeilijkt. Daarom vindt de eerste dagen na de operatie nauwgezet controle plaats op het eventueel zwellen van de hals. Ook bestaat er een kans dat na de operatie een infectie optreedt (deze kans is kleiner dan 5%). Een infectie is in de regel goed te behandelen met antibiotica. Na de operatie U verblijft de eerste nacht na de operatie op de PACU (Postoperatieve & Acute Care Unit). Hier wordt goed gelet op eventueel bloedverlies en het functioneren van de zenuwen (neurologisch onderzoek). Ook krijgt u de noodzakelijke pijnstilling toegediend. De volgende ochtend gaat u terug naar uw kamer op de verpleegafdeling. U mag onder begeleiding uit bed komen en u heeft daarbij de zachte halskraag (figuur 2) om. Deze draagt u gedurende de eerste 6 weken direct zodra u uit bed komt. De daaropvolgende zes weken draagt u de halskraag alleen buitenshuis. Figuur 2 De verpleegkundige zal u instructies geven over het dragen van de zachte halskraag, het eten en drinken, het douchen, de wondverzorging en verwijderen van het infuus. De zaalarts zal nogmaals neurologisch onderzoek uitvoeren en u informeren over de operatie. Tevens ontvangt u van de verpleegkundige instructies over wat u wel en niet mag doen in de eerste periode na de operatie (zie ook in deze folder leefregels na ontslag ). Fysiotherapie is niet nodig; te veel beweging zal het vastgroeien van het botblokje vertragen. 4
Ontslag De verwachte opnameduur is 2 dagen. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u na de operatie naar huis mag. Leefregels na ontslag Lees ook de folder Leefregels na ontslag. Wat u wel en niet mag doen na de operatie Onderstaande adviezen gelden in ieder geval tot het eerste polikliniekbezoek bij de operateur, drie maanden na de operatie. Het lopen binnen en buitenshuis is onbeperkt toegestaan. Vermijd lopen op oneffen en heuvelachtig terrein en gladde oppervlakken. Geen voorwerpen zwaarder dan 5 kg tillen of dragen. Zorg bij lezen en schrijven voor een wat hoger en schuiner werkblad. Zet de monitor van de computer op ooghoogte. Fietsen of bromfiets rijden is niet toegestaan. Autorijden is NIET toegestaan met de zachte halskraag. Geen zware huishoudelijke taken verrichten. Niet sporten of zwemmen. Slapen mag op de rug én de zij, mits het hoofd in het laatste geval in één rechte lijn blijft ten opzichte van de rug en de ruimte tussen de nek en de schouder goed opgevuld is met een dik kussen. U mag niet op de buik slapen. De wond in de hals De wond is gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hoeven niet verwijderd te worden. Wel mag de huisarts na 14 dagen de knoopjes aan weerszijden van de wond afknippen. Eten en slikken Het slikken kan in het begin moeizaam gaan. Het is belangrijk om kleine hapjes te nemen en erbij te drinken. Wij raden u af om de eerste weken rijst,erwten, beschuit en knäckebröd te eten in verband met de kans op verslikken. Tevens kunt u in het begin het gevoel hebben dat u het plaatje voelt. Dit is normaal en gaat over als het wondgebied geslonken is. Het kan zijn dat u enkele dagen na de operatie hees bent. Houdt dit langer aan, dan moet u contact opnemen met de orthopedisch consulenten (zie achterzijde van de folder). 5
Uitstralingspijn in de armen Uitstralingspijn in de armen is veelal de pijn van voor de operatie en wordt door zwelling in het operatiegebied verergerd. De klachten zullen na verloop van tijd afnemen. Wanneer de pijn afneemt verschilt van persoon tot persoon: het kan een maand duren maar ook een jaar. Indien er sprake is van tintelingen in de handen tot en met de vingertoppen, moet u contact opnemen met de orthopedisch consulenten (zie achterzijde van deze folder). Poliklinische controle Na drie maanden komt u voor controle bij de orthopedisch chirurg. Eerst wordt er een controle röntgenfoto gemaakt. Vervolgens zal hij met u het resultaat van de operatie en de verwachtingen met betrekking tot het herstel bespreken. De orthopeed zal tevens het verdere beleid bespreken. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen tijdens het préoperatief onderzoek. Heeft u na ontslag of op een later tijdstip nog vragen of andere problemen dan kunt u ook contact opnemen met de orthopedisch econsulenten (zie achterzijde folder). Tip Neem deze folder mee wanneer u wordt opgenomen. U kunt dan alle relevante informatie nog eens nalezen. 6
Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruikmaakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en u kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website www.maartenskliniek.nl. 7
Meer informatie of vragen Colofon Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten via telefoonnummer (024) 365 96 59 of e-mail orthopedie.consulenten@maartenskliniek.nl Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. afdeling Orthopedie September 2015 Bestelcode 1036740 Bezoekadres Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen) Postadres Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen Telefoon (024) 365 99 11 Internet www.maartenskliniek.nl