RAAD 6 FEBRUARI 2003 Reg.nr. Raad 2003/012 Onderwerp: Vaststelling APV, inclusief handhavingsbeleid en samenlevingsregels Aan de raad van de gemeente Alblasserdam Alblasserdam, 21 januari 2003 Geachte raad, U heeft een commissie ad hoc ingesteld met als opdracht de vaststelling van een nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor te bereiden en hierbij tevens een Handhavingsnotitie aan te bieden. In een later stadium heeft u de commissie gevraagd ook te komen met een Protocol voor bewoners en hangjongeren, ingeval er sprake is van overlast. APV Het op 14 november 2002 door de commissie vastgestelde concept is ter inzage gelegd. Hierop zijn geen reacties ontvangen. De Officier van Justitie heeft meegedeeld, dat het concept bij het openbaar ministerie niet op bezwaren is gestuit met betrekking tot de (strafrechtelijke) handhaafbaarheid. De commissie heeft zich bij de vaststelling van dit voorstel nog wel afgevraagd of artikel 2.4.18, waarin de verontreiniging door honden is geregeld, niet beter in een meer positieve redactie kan worden vastgelegd. Deze meer positieve redactie zou dan als volgt kunnen luiden: 1. De eigenaar, houder of verzorger van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich uitsluitend van uitwerpselen ontdoet op door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen. 2. Het is voor de eigenaar, houder of verzorger van een hond in ieder geval verboden dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet: a. op een gedeelte van de weg dat is bestemd of mede is bestemd voor het verkeer van voetgangers; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide. 3. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het tweede lid gestelde verbod wordt uitsluitend opgeheven, indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. Overigens kan deze redactie niet meteen ingaan, omdat het college eerst de plekken moet aanwijzen, waar honden uitgelaten mogen worden. Zou dit niet gebeuren, dan is er nu geen enkele plaats meer in Alblasserdam waar de honden zich van hun uitwerpselen mogen ontdoen. De commissie stelt u voor de APV vast te stellen, waarbij u ten aanzien van artikel 2.4.18 nog een standpunt moet innemen.
Handhaving De in de APV opgenomen regelgeving heeft tot doel op diverse terreinen helder vast te leggen wat wel en niet van elkaar verwacht wordt. Uitgangspunt is dat deze regels ook door eenieder worden nagekomen. Het vastleggen van zaken betekent in elk geval, dat het mogelijk is om bij overtreding ook te kunnen optreden. Immers als er sprake is van niet gewenst gedrag en er ter zake geen regelgeving is, kan er niet worden opgetreden. Wat de handhaving van de regels betreft, kan enerzijds worden volstaan met het reguleren van zaken, zoals hiervoor is genoemd (een kapstok hebben om te kunnen optreden) en is het anderzijds nodig dat er werkelijk wordt gehandhaafd. In dit voorstel (een notitie is eigenlijk een te groot woord) wordt aan u concreet voorgesteld hoe er invulling wordt gegeven aan de handhaving van de APV. Procedure kaderstelling en controle handhaving De commissie stelt u voor de volgende procedure af te spreken. 1. U geeft aan welke prioriteiten er in acht genomen moeten worden bij de handhaving. Een concreet voorstel voor 2003 treft u hierna in dit stuk aan. 2. U verzoekt het college in overleg met andere handhavende instanties, belast met controle en handhaving, een concreet Plan van aanpak op te stellen. Dit plan moet helder aangeven wie, wat, wanneer in welke situatie doet. Het geeft ook inzicht in de benodigde capaciteit en de kosten die met de uitvoering zijn gemoeid. Het Plan van aanpak omvat de termijn van één kalenderjaar. 3. Het college stelt het Plan van aanpak tijdig vast, zodat het in de cyclus voor de raadsvergadering van 19 juni 2003 ter kennis van u kan worden gebracht. U kan dan vooraf toetsen of er op een juiste wijze invulling is gegeven aan de gestelde kaders. Wanneer voor de uitvoering aanvullende middelen nodig zijn, besluit u: a. deze middelen beschikbaar te stellen; b. aan te geven welke onderdelen uit het Plan van aanpak kunnen vervallen om binnen het beschikbare budget te blijven. Om hieraan op een goede wijze invulling te kunnen geven, wordt het college verzocht, wanneer er aanvullende middelen nodig zijn, helder aan te geven welke onderdelen van het Plan van aanpak niet kunnen worden uitgevoerd als u besluit deze middelen niet (volledig) beschikbaar te stellen. 4. Jaarlijks evalueert u in uw vergadering van elk kalenderjaar, op basis van een door het college op te stellen evaluatie, de wijze waarop er uitvoering is gegeven aan het Plan van aanpak. Aan de hand van deze evaluatie besluit u zonodig tot bijstelling, aanvulling, etc. van de prioriteiten en de daarvoor beschikbare budgetten. Vervolgens past het college het Plan van aanpak hierop aan en brengt dit plan ter kennis van u (uiterlijk vóór 1 mei van elk jaar).
Prioriteiten 2003 De commissie stelt u voor om de volgende prioriteiten voor 2003 vast te stellen. Voor de uitwerking in het Plan van aanpak worden bij de prioriteiten 2. en 3. de elementen meegegeven, die hierbij met name aandacht moeten krijgen. 1. Overlast hangjongeren. 2. Veiligheid. Handel in en gebruik van verdovende middelen. Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg (elementen waardoor de vrije doorgang op trottoirs en voor fietsers op de rijbaan wordt belemmerd). Uitzichtbelemmerende beplantingen of voorwerpen. Toezicht op horecabedrijven. Parkeren van grote voertuigen. 3. Inrichting openbare ruimte. Verontreiniging door honden (met name onderdeel c van artikel 2.4.18). Samenvatting De commissie stelt u voor in te stemmen met: a. de in dit stuk voorgestelde procedure voor het vaststellen van prioriteiten en het controleren van de uitvoering ervan; b. de voor 2003 gekozen prioriteiten. Samenlevingsregels De commissie is ook gevraagd na te denken over een protocol voor hangjongeren. Besloten is hierbij niet van een protocol, maar van samenlevingsregels te spreken. Op 3 december 2002 heeft wethouder De Gruijter hierover een brief aan u geschreven. Commissiebreed is er instemming met deze aanpak. Zij stellen de raad voor dit standpunt over te nemen. Vervolgens is er in de commissie nog wel over gesproken of er een debat moet komen over normen en waarden, waarbij de portefeuillehouder erop heeft gewezen, dat in een vorige raadsperiode, aan de hand van een door zijn voorganger opgestelde notitie, al geprobeerd is een dergelijk debat te organiseren. Dit initiatief is toen gestrand. Daarom adviseert hij aanpak en doel vooraf vast te stellen. De commissie stelt de raad voor hierover een standpunt in te nemen. Slot De opdracht van de commissie ad hoc is hiermee beëindigd.
Samenvatting De commissie ad hoc stelt de raad voor: 1. Een standpunt in te nemen met betrekking tot de redactie van artikel 2.4.18 van de APV en vervolgens de APV, al dan niet met een alternatieve redactie van dit artikel, vast te stellen. 2. Ten aanzien van de handhaving van de APV in te stemmen met de in dit stuk voorgestelde procedure voor het vaststellen van prioriteiten en het controleren van de uitvoering ervan, alsmede de voor 2003 gekozen prioriteiten. 3. Geen aparte samenlevingsregels vast te stellen, maar in te stemmen met hetgeen hierover is verwoord in de brief van wethouder De Gruijter van 3 december 2002. 4. Een standpunt in te nemen over een debat over waarden en normen. Met vriendelijke groet, de raadscommissie ad hoc APV en Handhaving, commissiegriffier voorzitter
De raad van de gemeente Alblasserdam: gelet op het feit dat de huidige Algemene Plaatselijke Verordening, die dateert van 1993, toe is aan een algehele herziening in verband met allerlei ontwikkelingen; gezien het voorstel van de commissie ad hoc APV d.d. 21 januari 2003, registratienumeer Raad 2003/012; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; B E S L U I T : vast te stellen de Algemene Plaatselijke Verordening Alblasserdam 2003 welke als bijlage is gevoegd bij dit besluit. Alblasserdam, 6 februari 2003. De raad voornoemd, de adjunct-griffier, de voorzitter,