Sleutelpublicatie. Bouwen aan het vak. Sleutelpublicatie. Bouwonderwijs



Vergelijkbare documenten
VISIEdocument. Innovatie in de bouw. April 2009

Contextschets Techniek

Het VMBO op het Groenhorst College Nijkerk. Inleiding

Algemene uitleg door 2College Durendael

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE CIVIELE TECHNIEK

IK GA VOOR DE HOTELSCHOOL AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

Dit jaar moet je een keuze gaan maken voor de vakken, waarin je volgend jaar examen in gaat doen.

De werknemers van de toekomst werken straks al bij u

IK GA VOOR MHBO AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

Van financieel talent naar Public Business Controller

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

De wereld van de. Maakindustrie. Interesse Ontdek de wereld van Maakindustrie Waarom Albeda College/Zadkine Techniek

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Wat bespreken we vandaag?

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

IK GA VOOR DE HOTELSCHOOL AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Arbeidsmarktagenda 21

Model van Sociale Innovatie

IK GA VOOR DE ENTREE- OPLEIDINGEN MBOAMERSFOORT.NL

TU Delft. TU Delft Delft ZELFVERKLARING. Code Verantwoordelijk Marktgedrag ^ ^ ^ ^ ^ Delft University of Technology. Technische Universiteit Delft

IK GA VOOR DE ENTREE- OPLEIDINGEN MBOAMERSFOORT.NL

Optimaliseer het gebruik van uw IT en Telecom infrastructuur

Voorwoord. In deze brochure geven wij u inzicht in de branche en de rol van NLingenieurs als haar vertegenwoordiger.

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Bijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen.

WAAROM? MAKEN EN ONDERWIJS EEN INITIATIEF OM HET MAAKONDERWIJS DE PLEK TE GEVEN DIE HET VERDIENT.

Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Engineering

Dit jaar moet je een keuze gaan maken voor de vakken, waarin je volgend jaar examen in gaat doen.

Bijdragen aan een krachtige leeromgeving voor leerlingen in de bouw en infra. Bouw aan vakmanschap. Word erkend leerbedrijf!

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel?

Een eeuw innovatie in de bouw De specifieke rol van de handel en toelevering. Frens Pries, directeur Balance&Result Peter van Heijgen, directeur HIBIN

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR ECONOMIE EN ONDERNEMEN MBOAMERSFOORT.NL

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

BROCHURE VERDER NA DE TWEEDE KLAS IN

NEDERLAND. Pre-basis onderwijs

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Slimme zet! Vindingrijk in vastgoedopgaven!

Beleidsadviseur Sociaal Domein

Uw kind gaat naar het mbo HORIZONCOLLEGE.NL ALKMAAR HEERHUGOWAARD HOORN PURMEREND

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg

ik ga voor de academie voor economie en ondernemen

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR TECHNIEK MBOAMERSFOORT.NL

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Welkom! Leerlingen bij ouders zitten. Mobiele telefoon a.u.b. uit.

Topsectoren. Hoe & Waarom

egiocollegeopleidingen

Het onderwijsbeleid van UNETO-VNI. Mensen en kennis voor de toekomst

IK GA VOOR DE SPORTACADEMIE AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

De Gemengde Leerweg. wellantcollege ll. Informatie voor leerkrachten basisscholen

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw kind gaat naar het mbo HORIZONCOLLEGE.NL ALKMAAR HEERHUGOWAARD HOORN PURMEREND

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Maintenance. De wereld van Proces & Interesse Ontdek de wereld van Proces & Maintenance Waarom Albeda College/Zadkine Techniek

Persbericht. Praktijkgerichte jongeren dreigen massaal buiten de arbeidsmarkt te vallen

Leergang Leiderschap voor Professionals

Hightech Talent Masterclass

TOELATINGSVOORWAARDEN

Routekaart Menselijk Potentieel Korte samenvatting eerdere studies

ik ga voor de School voor Economie en Ondernemen Academie voor Economie en Ondernemen

Van 2 BB/KB naar 3 BB/KB Intersectoraal

Profiel. Manager Bibliotheken. 20 maart Opdrachtgever Stichting Bibliotheek Rotterdam

Herziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 juli 2015

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR ECONOMIE EN ONDERNEMEN MBOAMERSFOORT.NL

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard

Navigatie techniekpact

Infrastructuur landsdeel Noordvleugel. 5 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 31 scholen en 15

Arbeidsmarktontwikkelingen in de techniek. Andries de Grip

HECTAS Uw partner in facilitaire diensten. Betrouwbare service

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR WELZIJN MBOAMERSFOORT.NL

M Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Integrerend samenwerken bij industrieel bouwen

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Voor vakmensen voor de toekomst

Doorleren werkt! 14 November 2017

Het nieuwe vmbo. Talenten laten groeien. de Ambelt. Gentiaan College. Januari 2017 versie: 1.0. Pagina 1 van 11

We willen de Zeeuwse jongeren zo goed mogelijk toerusten voor hun latere rollen als werknemer, ondernemer, ouder, burger et cetera.

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 2. KIEZEN 5 3. KIEZEN IN HET VMBO TL MAVO 6 4. SECTOREN VAKKENPAKKET (lessentabel) 8 6. BEROEPENÖRIENTATIE 9

WELKOM. over leerwegen en afdelingen in LEERJAAR 2

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR VEILIGHEID MBOAMERSFOORT.NL

Avans Academie Associate Degrees Den Bosch

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

We werken al veel samen op het gebied waar het kan en meer geconcentreerd. zodat er meer geld beschikbaar komt opleidingen meer specialistisch zijn

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Praktijkopleider agrotechniek

IK GA VOOR MHBO AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR VEILIGHEID MBOAMERSFOORT.NL

Transcriptie:

Sleutelpublicatie Bouwen aan het vak Sleutelpublicatie Bouwonderwijs

Sleutelpublicatie Bouwonderwijs Bouwen aan het vak Regieraad Bouw & PSIBouw

Voorwoord De vernieuwing in de bouw komt de laatste jaren steeds sterker op gang maar vergt een lange adem. Het vergt vooral inzet van alle partijen, aan alle kanten van de tafel, jong en oud. De bouw wordt gevormd door zijn mensen en de verandering moet dus ook voortkomen uit deze mensen. De rol van onderwijs en opleiding hierin is essentieel. Niet alleen staan we voor de taak de werknemers van vandaag het voortouw te laten nemen in de verandering, tegelijkertijd moeten we de generatie van morgen opleiden. Om dat goed te doen, met voldoende oog voor de toekomst, zullen wij de komende periode veel energie moeten steken in de wereld van het opleiden en het onderwijs. Voor u ligt de sleutelpublicatie Bouwen aan het vak. Een gezamenlijk initiatief van de Regieraad Bouw en het vernieuwingsnetwerk PSIBouw. De publicatie bevat aanbevelingen die een gezonde en toekomstgerichte bouwsector beogen met een goede relatie tussen onderwijs en sector. Deze aanbevelingen zijn vanuit twee benaderingen tot stand gekomen. Enerzijds is er een gedegen onderzoek gedaan naar de stand van zaken in het veld van het bouwgerelateerde onderwijs. Anderzijds is er, mede op basis van consultatie van veel betrokkenen, een perspectief op de bouw van de toekomst geschetst. Beide zijn, tezamen met de aanbevelingen, opgenomen in deze sleutelpublicatie. Deze sleutelpublicatie met haar aanbevelingen is niet bedoeld als sluitstuk, het is juist bedoeld als start van een traject waarin Regieraad Bouw en PSIBouw, samen met onderwijswereld en sector, invulling gaan geven aan vernieuwing van het bouwonderwijs. Als u suggesties heeft voor dit vervolgtraject dan vernemen wij die graag. Daarnaast roep ik u op om vanuit uw eigen rol een actieve bijdrage te leveren aan het realiseren van de aanbevelingen. Ik wil u vragen in actie te komen vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid die we hebben voor het bouwonderwijs en de vernieuwing in de sector. Tot slot wil ik Lenny Vulperhorst van AEF graag danken voor zijn inzet, scherpte en flexibiliteit in de afgelopen periode. Ook dank aan Fundeon, SBR en TSM voor hun bijdragen aan het onderliggende onderzoekswerk. Ir. A.B. Smaal Regieraad Bouw en PSIBouw December 2006 K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 5

Inhoudsopgave Essay Voorwoord 5 1 Tien opgaven bouwonderwijs 11 2 Perspectief 2025 12 3 Competenties in de sector van het bouwen 15 4 Aanbevelingen ondernemers 18 5 Aanbevelingen opdrachtgevers 20 6 Aanbevelingen voor VMBO en MBO 21 7 Aanbevelingen voor het HBO 22 8 Aanbevelingen voor het WO 23 9 Aanbevelingen voor werkgeversorganisaties en vakbonden 24 6 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

Inhoudsopgave Onderzoek en Analyse 1 Inleiding 27 2 Veranderopgave Regieraad Bouw en PSIBouw 29 3 De onderwijsstructuur in de bouw 31 4 Facts and figures bouwonderwijs 37 5 Opvattingen over het bouwonderwijs vanuit de bouwpraktijk 47 5.1 De bouw aan het woord 47 5.2 Competentieverandering management volgens leidinggevenden in de bouw 52 6 Docenten en alumni over het bouwonderwijs 57 6.1 De opvattingen van docenten over het bouwonderwijs op het VMBO 57 6.2 De opvattingen van docenten over het bouwonderwijs op het MBO 59 6.3 De opvatting van hoger opgeleiden over het bouwonderwijs op HBO- en WO-niveau 62 7 Knelpunten 67 8 Het veranderingsmechanisme 71 9 Barrières voor verandering 75 10 Voetnoten 81 Bijlage 1: Geïnterviewden en deelnemers conferenties 84 K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 7

Sleutelpublicatie Bouwonderwijs Kansen voor het bouwvak Essay

1 Tien opgaven bouwonderwijs De Regieraad Bouw en PSIBouw willen instellingen in het bouwonderwijs, opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw aansporen om actief bij te dragen aan de gewenste veranderingen in het bouwonderwijs. Dat kan door gezamenlijk de schouders te zetten onder tien opgaven: stichten van (regionale) praktijkwerkplaatsen, waar docenten van reguliere VMBO- en MBO- scholen en ondernemers gezamenlijk les geven aan gemotiveerde leerlingen vanaf 14 jaar van het VMBO (korte termijnactie) versterken van de praktijkcomponent (op duizend-en-één manieren) en actieve medewerking van ondernemers in het MBO- en HBO-onderwijs (korte termijnactie) versterken praktijkcomponent (stages, leeronderzoeken) in het WO (korte termijn) starten van een topopleiding professioneel opdrachtgeverschap (korte termijn) invoeren van een persoonsgebonden beroepscertificaat voor alle bouwplaatsmedewerkers (middellange termijn) binnen de onderneming op directieniveau positioneren van de personeelsafdeling, die zich meer richt op persoonlijke loopbaanontwikkeling van medewerkers en opleidingsbeleid (middellange termijn) verbreden van het competentieprofiel op HBO-niveau tot multispecialist (middellange termijn) integreren van de inhoud, afstemmen van de programma s en gezamenlijk profileren van het WO-onderwijs als ware het 1TU (middellange termijn). concurrentie en grensvervaging tussen HBO en WO omzetten in gezamenlijk gedragen benadering (middellange termijn) opfrisstages voor docenten in het bedrijfsleven. Daarnaast worden docenten mobieler: ze gaan naar de leerling en het bouwbedrijf toe. (Oud-)ondernemers gaan ook meer lesgeven (middellange termijn). K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 11

2 Perspectief 2025 De bouw bestaat in 2025 niet meer. De markt is sterk veranderd. Er zijn meerdere markten naast elkaar ontstaan met ieder hun eigen kenmerken, verhoudingen en competenties. Over bouwbedrijven spreken we niet meer. Er zijn marktpartijen in de sector van het bouwen: full service bedrijven, maakbedrijven in de nieuwbouw en het onderhouden en creatieve dienstverleners. Full servicebedrijven De zakelijke dienstverleners zijn gespecialiseerd in ontwikkeling en beheer van de gebouwde omgeving. Zij zorgen er voor dat de fysieke infrastructuur voor bedrijven en individuen op maat kan functioneren. Hun opvatting over fysieke infrastructuur is breed: zij zorgen er voor dat ziekenhuizen, scholen, ondernemingen en instellingen zich volledig kunnen richten op hun kernactiviteiten. Zij zorgen niet alleen voor het gebouw, de parkeerterreinen en de toegangswegen, maar ook voor het onderhoud en beheer (schoonmaken, beveiligen) van de gebouwen en installaties, de exploitatie van de parkeerterreinen, et cetera. Deze nieuwe dienstverleners zijn in de plaats gekomen van grote ingenieursbureaus, bouwconglomeraten en grote installatiebedrijven. In deze bedrijven is het oude onderscheid tussen ontwikkelen, ontwerpen, bouwen en installeren achterhaald. Er wordt geredeneerd vanuit de levenscyclus van de functie: het gebouw, de woning, de weg, de kabels. In navolging van de Franse bouw is er sprake van brede aanbieders van (fysieke) infrastructuur voor gebruikers. Het zijn professioneel opererende en kennisintensieve bedrijven, die hoogwaardige diensten en producten leveren. Hun concurrentiefactoren zijn: mensen, kennis en risicomanagement / procesbeheersing. Financial engineering is daar onderdeel van. Iedereen die in een van deze full servicebedrijven werkt is gepokt en gemazeld in dienstverlening aan klanten en gebruikers en functioneert minimaal op MBO+ niveau. Elk personeelslid snapt dat het altijd draait om het toevoegen van waarde aan de activiteiten van klanten. Alle specialisten en allrounders bij zo n full servicebedrijf zijn gekneed in hun vak. Zij hebben een stevige vooropleiding, houden hun vak systematisch bij, verbreden en/of verdiepen zich, zorgen er voor dat ze de blik naar buiten fris houden, hebben een sterk ontwikkeld klantbewustzijn en vinden het leren van projecten de normaalste zaak van de wereld. De specialisten beschikken over meerdere competenties als ze van school of de universiteit komen, de allrounders zijn breed georiënteerd en beschikken zowel over de normale harde skills die elke manager in zijn rugzak heeft (juridisch, bedrijfseconomisch, commercieel), maar ook over goed ontwikkelde soft skills (intra- en interpersoonlijk). En in technisch opzicht hebben ze een stevige basis in één van de relevante disciplines of beschikken ze over proceservaring in de maakindustrie. 12 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

Full servicebedrijven zijn geen capaciteitsbedrijven, maar zijn doorgaans opdrachtgever van bedrijven die zij hun producten laten maken. Er is sprake van uitbesteding van de uitvoering aan een groot aantal makers en leveranciers. Soms is er ook sprake van partnerships. Maakindustrie Wat de maakindustrie betreft is er een onderscheid tussen het realiseren van nieuwbouw van en het plegen van onderhoud aan gebouwen en infrastructuur. We spreken in 2025 dan ook van de sector van het bouwen. Daaronder valt niet alleen de oude bouwuitvoering, maar ook de installatiesector, het schildersbedrijf en delen van de toeleveringsindustrie. Het grootste deel van nieuwbouw is in 2025 sterk geïndustrialiseerd. Veel wordt voorbereid in fabrieken. En op de bouwplaats staat het monteren centraal. Steeds meer kan op de bouwplaats machinaal, maar er moet toch ook nog steeds veel (voor een deel) met de hand. Personeel in de nieuwbouw bestaat voor een groot deel uit montagepersoneel en bestuurders van machines. Dit personeel is goed opgeleid voor het proces waarbinnen het functioneert. Het is getraind in samenwerking in kleine teams en in verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid, arbeidsomstandigheden, milieu en de maatschappelijke omgeving. Men snapt hoe het maakproces in elkaar zit en hoe nauw het luistert tussen de verschillende deelprocessen. En men is doordrongen van het belang van een goed eindproduct en tevreden klanten en gebruikers. Uiteraard beschikt het personeel over een goede technische basiskennis en over technische handigheid. Na een inwerkperiode zijn alle bouwplaatsmedewerkers persoonlijk gecertificeerd en rust op hen de verplichting het certificaat te onderhouden. Dat certificaat geldt zowel voor personeel in dienst van bedrijven als voor zelfstandigen zonder personeel. Zonder beroepscertificaat hebben mensen geen toegang tot de sector. Het grote aantal zelfstandigen in kleine ondernemingen is overigens de kern van de maakindustrie. De mogelijkheden voor startende ondernemers zijn in de maakindustrie groot. De onderhoudsmarkt is een markt van gespecialiseerde bedrijven. Het regionaal opererend bedrijfsleven is in die onderhoudsmarkt dominant en het wemelt er van de zelfstandigen zonder personeel. In de onderhoudsmarkt staat het vakmanschap centraal. Vaklieden beschikken over state of the art kennis, materieel en materialen. Gecombineerd met een beroepscertificaat leidt dat tot een sector waar alle vaklieden functioneren op MBO+ niveau (waarbij het formele vereiste van een diploma vervangen kan zijn door ervaring). Betrouwbaarheid. Kwaliteit. Veiligheid. Maatschappelijke verantwoordelijkheid (naar het milieu en de samenleving). Klantgerichtheid. Dat zijn centrale begrippen in de dienstverlening van onderhoudsbedrijven. In de opleidingen voor onderhoudsmedewerkers ligt het accent op technisch vakmanschap, K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 13

zelfstandig ondernemerschap en verantwoordelijkheid. Vanzelfsprekend zijn deze medewerkers persoonlijk gecertificeerd. Leveranciers Leveranciers zijn in de maakindustrie steeds belangrijker geworden. Zij leveren prefabonderdelen aan voor het maken van nieuwbouwproducten en zijn ook in staat voor de onderhoudsmarkt maatwerk te leveren. Vrijwel alle onderdelen worden fabrieksmatig gemaakt en in 2025 is er een verrassend aanbod van maatwerkproducten binnen standaardoplossingen. In veel gevallen monteren leveranciers hun onderdelen ook op de bouwplaats. Daarmee verdringen zij deels het bouwplaatspersoneel uit de 20e eeuw. Specialisten in ruwbouw en in afbouw nemen delen van de verantwoordelijkheid van hoofdaannemers over. Vaak komen die specialisten uit de toeleveringsindustrie. Ook hier geldt dat medewerkers minimaal beschikken over persoonlijke certificering. Architecten en technisch adviseurs Architecten blijven een vrije en relatief eigenzinnige beroepsgroep in de sector. Enerzijds zullen zij vanuit hun rijke traditie gewoon mooie dingen moeten blijven maken en er met elkaar voor moeten zorgen dat de Nederlandse architectuur internationaal toonaangevend is en blijft. Dit vergt dat hoge eisen aan de kwaliteit van de opleidingen moeten worden gesteld en dat het zoeken naar (inter)nationale talenten centraal staat. Anderzijds zal een tweede type architecten zich steeds meer moeten richten op het totale bouwproces. Als designers zijn ze dan onderdeel van een keten, van een totaalbenadering. In de opleidingen zal ook aandacht moeten komen voor dit type architecten. Technisch adviseurs zijn er nog steeds volop. Een grote groep kleine zelfstandigen is actief als specialist. En in MKB-bedrijven worden op regionaal niveau disciplines vanuit één huis aangeboden. Het grootbedrijf is opgegaan in de full service aanbieders. Bouwpraktijk in de bouwpraktijk zijn er in 2025 dan ook nieuwe verhoudingen ontstaan. Ongetwijfeld is de ontwikkeling minder lineair dan hier geschetst en zullen er allerlei nieuwe bedrijven en combinaties van bedrijven zijn. Essentieel is evenwel dat de bedrijfstak opgeschoven is naar het denken in lifecycle processen, systemen, samenhang tussen ontwerp, uitvoering en onderhoud én efficiency van logistiek en processen. Gebruik van moderne ICT-middelen maakt een effectieve communicatie tussen bouwprofessionals mogelijk. 14 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

3 Competenties in de sector van het bouwen Jongeren interesseren en binden Alle werknemers op de bouwplaats (en in de fabriek) zijn in de toekomst geschoold. Montagemedewerkers functioneren minimaal op VMBO+ niveau en veel van de machinebestuurders nog een niveau hoger. Zonder persoonlijke certificering is het onmogelijk om op een bouwplaats te werken. Al vanaf 14 jaar worden jongeren geïnteresseerd in een baan in de bouwuitvoering en worden er allerlei vormen van praktijkleren aangeboden. Het gaat er om al vroeg aan leerlingen op het VMBO beroepen in de sector van het bouwen te presenteren. Door de overheid gefinancierde praktijkwerkplaatsen in de regio vullen een deel van het reguliere lesprogramma op het VMBO in en maken jongeren vertrouwd met de sector van het bouwen. Er wordt op dat regionale niveau niet alleen samenwerking gezocht met ROC s, maar vooral ook met het bedrijfsleven. Zo nodig is de bedrijfstak ook gedeeltelijk cofinancier van de praktijkwerkplaatsen. Daar wordt de bouwpraktijk naar de meest moderne maatstaven gesimuleerd. Docenten van het VMBO en MBO verzorgen er, evenals ervaren medewerkers en ondernemers van bedrijven, inspirerende lessen. Ook zorgen bedrijven er voor dat leerlingen die de praktijkwerkplaatsen bezoeken in (zomer)vakanties leuke banen kunnen krijgen in de sector om op die manier vertrouwd te raken met nieuwbouw en onderhoud. Zowel van gebouwen en installaties als bijkomende voorzieningen. Bovendien worden er snuffelstages aangeboden. Op deze en andere manieren investeert de sector in het onderwijs en in leerlingen. Het gaat er om praktijk en theorie te verbinden. Dat lukt onvoldoende op school òf in de bedrijven. Vandaar de praktijkwerkplaatsen. Daarbij is het logisch aan te sluiten bij bestaande structuren als samenwerkingsverbanden in de regio. Zonder dat in structuren te gieten, streven de maaksector en de toelevering er naar minimaal 50% van de leerlingen dat op het VMBO geïnteresseerd is in bouwtechniek zodanig aan zich te binden, dat leerlingen vanzelf kiezen voor een beroep in het bouwen of voor een voltijdse vervolgopleiding in het bouwen. Daarbij richt de sector zich met veel nadruk ook op allochtone Nederlanders en vrouwen. Na het VMBO worden leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg van het MBO (het BBL) opgeleid voor minimaal een bouwplaatscertificaat. Ook vindt daar verdere differentiatie naar beroepsgroepen plaats. Alle specialisten (zoals timmerlieden, schilders, metselaars, stukadoors) beschikken niet alleen over een certificaat, maar hebben ook met succes een BBL-opleiding gevolgd. Het bouwplaatsmanagement heeft competenties op MBO+ en HBO niveau. Zij beschikken over degelijke bouwtechnische competentie, scherp inzicht in procesmanagement, logistiek en bedrijfsvoering en zijn bovendien in staat om inspirerend leiding te geven aan verschillende teams van monteurs en specialisten. K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 15

De veranderingen samengevat: al op het VMBO wordt begonnen met vormen van praktijkleren alle bouwplaatsmedewerkers zijn geschoold zij beschikken over een bouwplaatscertificaat dat zij zelf moeten onderhouden naast montagemedewerkers met alleen een certificaat, zijn er gespecialiseerde beroepsgroepen met een BBL-opleiding. Specialisatie, ondernemerschap en verantwoordelijkheid In de onderhoudssector is het vakmanschap de centrale competentie. Specialisatie. Zelfstandig ondernemerschap. Verantwoordelijkheid. Dat zijn de drie centrale competenties in de onderhoudssector. Ook hier speelt het BBL een belangrijke rol, maar tegelijkertijd ligt er een kans voor het voltijds MBO-onderwijs (het BOL). Het accent in de competentieontwikkeling moet dan evenwel sterker liggen op de drie competenties tezamen. Ondernemerschap en verantwoordelijkheid behoeven meer aandacht. Daarmee wordt tegelijkertijd tegemoet gekomen aan de wens van ondernemers dat MBO-leerlingen meer procesmatige competenties ontwikkelen. En dan hebben we het enerzijds over totaal overzicht, snappen hoe het bouwproces en de bouwkolom in elkaar steken, hoe verantwoordelijkheden zijn verdeeld en hoe risico s en bouwfouten te beheersen zijn, maar anderzijds over kwaliteitsbewustzijn, communicatie, samenwerking, dienstbetoon (aan klanten) en fatsoen ( kleine kwaliteit ). Cruciaal is dat de kloof tussen bouwpraktijk en bouwonderwijs is opgelost. Dat kan door de bouwpraktijk via simulatie, stages, vakantiebanen en geïntegreerde projecten (leerlingbouwplaatsen waar HBO ers, MBO ers en VMBO ers samenwerken) meer centraal te stellen in de opleiding. En dat lukt als bedrijven bereid zijn daar in te investeren en inspirerende medewerkers en ondernemers rollen te geven in die praktijkschool. Naast een sterke praktijkcomponent zijn er ook op bedrijfstakniveau financiële impulsen om BOL-onderwijs te volgen. Zo is er een sectoraal studiefonds waaruit bouwstudiebeurzen worden verstrekt. Omdat in de onderhoudssector in 2025 het management er van doordrongen is dat goede vaklieden het werkkapitaal van de onderneming zijn, wordt er actief geïnvesteerd in dit soort trajecten, wordt er permanent geld beschikbaar gesteld voor bijscholing en is er veel aandacht voor loopbaanontwikkeling. De achterstand die de oude bouw had op het terrein van human resources development is in 2025 ingelopen. In de onderhoudssector zijn niet alleen MBO(+) ers werkzaam, maar ook steeds meer HBO ers. Dat heeft te maken met het groeiende belang van onderhoudsmanagement en de vitale betekenis van technische installaties in gebouwen. Specialisten die met hun handen werken zijn vooral op MBO(+) niveau opgeleid, specialisten die én met hun hoofd én met hun handen moeten werken hebben nagenoeg allemaal HBO niveau in 2025. 16 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

Onderhoudsbedrijven zullen qua omvang zeer klein tot middelgroot van schaal zijn. Dat komt ook omdat dit soort bedrijven dichtbij de klant opereert. Natuurlijk zullen er holdings van regionaal opererende bedrijven ontstaan, maar dat illustreert toch dat de schaal van de operaties die van de regio is. Het managementniveau in deze bedrijven zal dan ook doorgaans een HBO-kwalificatie hebben. Niet alleen zijn managers hier innoverende specialisten, maar ook professionals met een scherp beeld van bedrijfsmatig en dienstverlenend opereren. Bovendien zal vanwege een toename van onderhouds- en servicecontracten de juridische competentie belangrijker worden. Niet alleen is kennis nodig van contractvormen, maar ook van ruimtelijke procedures, vergunningen, et cetera. De veranderingen in de onderhoudssector samengevat: onderhoudspersoneel heeft niet alleen een certificaat, maar ook minimaal een MBO-niveau (al dan niet via een afgeronde opleiding) steeds meer onderhoudspersoneel heeft een HBO-niveau. Steeds hogere kwalificatie-eisen In de toeleverende bedrijven zal productinnovatie gecombineerd met scherpe prijzen en korte leveringstijden steeds meer het concurrentieprofiel bepalen. Productinnovatie beperkt zich dan niet alleen tot het onderdeel, maar daar horen ook steeds meer servicelevels bij. Van garanties tot outsourcing: zorgt u er maar voor dat ik uw installaties kan leasen, maar het moet wel in de winter 20 graden zijn en in de zomer 18, terwijl ik er van uitga dat mijn jaarlijkse lasten de energie-index blijven volgen. In de bedrijven waar de producten gemaakt worden zijn ook hier werknemers gecertificeerd. Datzelfde geldt voor werknemers die in de montage werken. Naast het montagepersoneel is er natuurlijk personeel dat de systemen inregelt. Dat zullen doorgaans HBO ers zijn. Voor onderhoudspersoneel gelden eveneens hogere eisen. Zij hebben minimaal MBO+ en steeds vaker HBO niveau. Het management in de toeleveringsbedrijven zal minimaal HBO-niveau hebben, maar steeds vaker WO-niveau. Er is nu eenmaal verschil tussen een leverancier van bakstenen en van technische installaties. Het denken in lifecycles, systemen, onderhoudscontracten, leaseproducten, etc stelt hoge eisen aan het management. Bij de full servicebedrijven hebben alle medewerkers een hoog opleidingsniveau. De laagst opgeleiden functioneren op MBO+ niveau, terwijl het aantal WO ers en post-wo ers sterk zal zijn gestegen. Full servicebedrijven zijn immers kennisintensieve professionele organisaties. K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 17

4 Aanbevelingen ondernemers Mensen leren (volgens kenners) in hun leven 10% op school voordat ze gaan werken, 30% tijdens bij- en nascholing en 60% tijdens het werken. Het belang van zowel een goede vooropleiding als van bij- en nascholing staat dus buiten kijf. Dat veel van het bouwplaatspersoneel ongeschoold is en alleen van collega s leert is een funest model voor cultuurverandering: zo wordt alleen bestaand gedrag doorgegeven. Een goede vooropleiding en bij- en nascholing zijn voor de bouw van overmorgen essentieel. In de toekomst wordt er alleen gewerkt met geschoolde werknemers. Critici en sceptici zullen opmerken dat bouwen met geschoolde mensen duurder is. Natuurlijk is dat zo, maar tegelijkertijd zijn er dan wel kansen om de processen te optimaliseren, te leren van projecten en bouwfouten te vermijden. Zonder geschoold personeel is een goed georganiseerd bouwproces en het terugdringen van bouwfouten (en daarmee faalkosten) onmogelijk. Dit vraagt om een andere visie op personeel, personeelsbeleid en loopbaanontwikkeling. Op korte termijn moeten bedrijven er voor zorgen dat het management doordrongen is van het belang van verandering; zonodig moeten managers vervangen worden. Ondernemers zullen fors moeten investeren in hun personeelsbeleid en die functie ook op het niveau van de directie een plek geven. Personeelsbeleid is essentieel voor kennisintensieve organisaties en voor moderne maakbedrijven. Wat de opleidingen betreft zullen ondernemingen werkelijk geïnteresseerd moeten zijn in wat er op de scholen gebeurt. Zij moeten inspirerende docenten met een praktijk achtergrond beschikbaar stellen, stageplaatsen serieus nemen, etc. Tevens zullen ondernemingen hun personeel mogelijkheden moeten bieden om zich permanent (bij) te scholen. Op de middellange termijn zal er voor iedereen een loopbaanplan zijn. Tevens is er budget voor individuele ontwikkeling beschikbaar. Met name in de private onderwijssector is er een groeiend aanbod aan opleidingen en cursussen. Lang niet alle opleidingen zijn geaccrediteerd. Er is natuurlijk het nodige kaf tussen het koren. Op korte termijn moet er gewerkt worden aan een goede databank voor ondernemingen, waar zij informatie en kwaliteitsbeoordelingen kunnen vinden over cursussen en opleidingen. In de horeca werken dat soort spontane databanken goed. Structurering van bedrijfsopleidingen of particulier aanbod is niet nodig. De markt doet hier in principe zelf zijn werk. Goede opleidingen zullen blijven bestaan en goede aanbieders zullen groeien. Slechte opleiders en opleidingen verdwijnen vanzelf. 18 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

De cultuur op de bouwplaats moet direct veranderen. Trefwoorden zijn: veilig, schoon, fatsoen, maatschappelijk verantwoord, respect tussen beroepsgroepen. Het beeld van bouwplaatsen houdt het huidige imago van de bouw in stand. Sitemanagement is in 2010 de norm in de bouw. En het inrichten van bouwplaatsen is een vak geworden. Het ondernemerschap van medewerkers moet worden versterkt. Zorg dat ze de energie niet alleen in het verenigingsleven steken of beunen, maar in het bedrijf. Met name dat laatste vergt een cultuurverandering in de uitvoerende bouw. Doorbroken moet worden dat bouwvakkers na hun werk een eigen illegale onderneming runnen. Bovendien bemoeien ondernemingen zich intensief met het VMBO, het MBO en het HBO en wordt er gestreefd naar diversiteit: het aannemen van vrouwen en allochtonen. Wat het laatste betreft, niet als doel op zich, maar omdat nieuwe groepen in de bouw een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan cultuurverandering. K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 19

5 Aanbevelingen opdrachtgevers In de nieuwe bouw zijn bedrijven die zorgen voor de full service concepten vooral opdrachtgever van het bouwen. Zij hebben een andere rol. Samen met traditionele opdrachtgevers als grote ondernemingen. projectontwikkelaars en publieke opdrachtgevers kunnen de full service bedrijven de toon zetten voor nieuwe verhoudingen in de sector van het bouwen. Zoals de petrochemische industrie dat doet met zijn stringente veiligheidseisen, zo kunnen alle opdrachtgevers het imago van de sector van het bouwen snel en effectief veranderen. Het veronderstelt evenwel dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en zich realiseren dat bij zelf maken een ander rol past dan bij aansturen van het maken. Eigenlijk zijn er vier doelstellingen in dit verband voor opdrachtgevers: zorg dat eigen medewerkers zijn opgeleid tot professionele opdrachtgevers eis operational excellence van het uitvoerend en ondersteunend bedrijfsleven bevoordeel koplopers uit het bedrijfsleven bij selecties lok via uitdagende vragen innovaties uit. Voor opdrachtgevers betekent dat: starten topopleiding professioneel opdrachtgeverschap beoordelen opdrachtnemers op past performance stimuleren vernieuwing door criteria bij aanbesteding daarop in te richten opereren als uitdagend opdrachtgever door hoge eisen te stellen aan innovatie van de bouwpraktijk, zowel in het ontwerp, de uitvoering als het beheer/onderhoud en scherp toezien dat er alleen gecertificeerd personeel op de bouwplaats actief is. Publieke opdrachtgevers nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus en opereren als voorbeeldige opdrachtgevers. 20 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w

6 Aanbevelingen voor VMBO en MBO In het onderwijs moeten inspanningen geleverd worden om het bedrijfsleven dichter naar de school te halen en te zorgen dat de school meer naar de bedrijven gaat. Zwervende docenten en veel praktijkleren op speciale (regionale) praktijkwerkplaatsen horen daarbij. Op middellange termijn gaat het vooral om loopbaanperspectief, goede beloning, verantwoordelijkheid en beroepstrots. Wat het VMBO betreft zullen scholen meer praktijkleren in de bouw moeten aanbieden, vooral voor leerlingen vanaf VMBO 3 die affiniteit met de bouwpraktijk hebben. VMBO s zullen snel ruimte moeten maken voor parttime docenten uit het bouwbedrijfsleven. Zij zijn de beste ambassadeurs van de bouw. Punt van zorg is dat er veel kleine afdelingen bouw op VMBO s zijn en juist die afdelingen op brede scholengemeenschappen waarschijnlijk een slechte concurrentiepositie hebben. Het is de vraag of VMBO s niet alleen onderdeel moeten zijn van breed voortgezet onderwijs, maar ook van beroepsonderwijs. Nu komen beide varianten los van elkaar voor. Belangrijkste opgave voor het BBL/MBO is het ontwikkelen van een bouwplaatscertificaat voor alle medewerkers, ook de zogenaamde ongeschoolden. Ongeschoolden in de bouw horen niet bij de 21 e eeuw. MBO ers hebben in de huidige ondernemingen een sleutelpositie. Zij sturen het bouwplaatspersoneel aan en bereiden acquisitie en realisatie voor. Er dreigen grote tekorten aan MBO ers. Lokkertjes zullen op korte termijn nodig zijn om leerlingen naar het BOL te trekken. Ideeën variëren van studiebeurzen tot vakantiebanen, uiteraard gefinancierd en gefaciliteerd door de bedrijfstak. Wat het BOL/MBO betreft gaat het ook daar om de verbinding met het bouwbedrijfsleven. Stel parttime docenten aan die ook actief zijn in bouwondernemingen, bevorder praktijkleren, etc. Dat vergt een grotere betrokkenheid van bouwbedrijven bij de opleiding van hun toekomstige medewerkers. K a n s e n v o o r h e t b o u w v a k 21

7 Aanbevelingen voor het HBO Niet alleen het management op de bouwplaats en van de productiebedrijven heeft een HBO-niveau, ook steeds meer onderhoudspersoneel zal een HBO-niveau nodig hebben. In de dienstverlening heeft een zeer groot deel van het personeel minimaal een HBO-niveau. Daarmee is het belang van het HBO voor full servicebedrijven en de bedrijven in de sector van het bouwen overduidelijk. Ook aan het WO worden evenwel steeds meer eisen gesteld. Wat betekent dat voor de competenties en hoe is dat te bereiken? In het HBO is de opgave ten aanzien van de competenties de volgende. HBO s leiden niet alleen op tot ééndimensionale specialisten maar vooral tot multispecialisten. Eén specialisme is eigenlijk te weinig. Er komen twee soorten afgestudeerden. Smal (klassiek) opgeleide studenten met één specialisme en breed opgeleide studenten met meerdere specialismen. Deze afgestudeerden beschikken over een tweede specialisme: naast techniek een andere harde competentie, zoals een juridische, commerciële of bedrijfskundige. Daarnaast beschikken zij over een derde specialisme: procesmatige competenties. Het gaat hier om soft skills als interpersoonlijke of intrapersoonlijke. Het gaat niet om de klassieke major met twee minors, maar om minimaal twee zware disciplines. Bovendien krijgen deze HBO ers goede begeleiding en voorbereiding voor mogelijk zelfstandig ondernemerschap. Van belang is daarbij dat studenten een scherper afstudeerprofiel krijgen. Dat vergt goede samenwerking tussen de HBO-instellingen. Het opleiden van studenten met meerdere specialismen betekent hoe dan ook studieverzwaring. Meer specialismen mag niet ten koste gaan van techniek. Dat blijft een basisvoorwaarde. Het HBO en WO hebben verschillende rollen: het HBO leidt naast de specialisten de multispecialisten op, het WO naast de super specialisten de leiders en de allrounders. Op HBOniveau is evenwel aanvullend ook nog een landelijke topopleiding nodig: een honourscollege engineering & construction. Er moet daarnaast specifiek aanbod voor zij-instromers en midcarreers ontwikkeld worden, in nauw overleg met 3TU om zinloze concurrentie te voorkomen. Zo horen masters voor allrounders bij het WO. Ook de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven moet worden overbrugd. Er is maatwerk naar bedrijven nodig: studenten krijgen les in de bedrijven; docenten worden gedetacheerd in het bouwbedrijf; er zijn meer ondernemers van 55+ actief als docent. Ook associate degree trajecten krijgen een impuls. Alle bestaande en nieuwe initiatieven om de beroepspraktijk meer in het HBO te krijgen verdienen ondersteuning. Daarnaast is het uitbouwen van het lectorschap belangrijk. 22 R e g i e r a a d B o u w & P S I B o u w