Ontluikende geletterdheid stimuleren met. tussen kleuters

Vergelijkbare documenten
Nederlandse samenvatting 1. gevoelig is voor interventies. Uit dit onderzoek is gebleken dat genetische verschillen, en met name

Weten Wat Werkt en Waarom

Onderzoek Letters in Beweging

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Differential Susceptibility in Education. Cornelia A. T. Kegel

Educatieve software voor jonge kinderen

2 Sociaal-emotionele. effecten van verrijkingsprogramma s. excellente kinderen

Onderzoek Letters in Beweging

Rekenvaardigheden verbeteren met adaptief ict-programma

betere leerprestaties?

1 Effectieve. computerapplicaties: vergelijk de didactiek, niet het domein

De effecten van extra taallessen op de taalvaardigheid van mbo-studenten

Waarom veel kinderen en adolescenten niet meer lezen

Bachelor projecten Start September

Waarom leren leerlingen meer van animaties met pauzes?

Bewegend leren in de klas

Bewegend leren in de klas

Digitale toetsen: waar moet je op letten?

Plannen en schrijven met een elektronische outline-tool

Meedoen met de Monitor

Fysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Blended learning effectiever met regelmatig online toetsen

Meedoen met de Monitor

De werking van het onderwijsachterstandenbeleid

Samenvatting. Summary in Dutch

DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST

Waarom veel kinderen en adolescenten niet meer lezen

Meedoen met de Monitor

Video Storybooks as a bridge to Literacy

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Zinvol omgaan met ICT van 0 8

Meedoen met de Monitor

Prowise Presenter (online digibordsoftware)

DE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA. Child and Family Science (instromen in september)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Digitale kinderboeken en -apps zijn goed voor het (voor)leesplezier en de taalontwikkeling.

Blended learning effectiever met regelmatig online toetsen

Effecten van learning analytics bij computerondersteund samenwerkend leren

Effecten van learning analytics bij computerondersteund samenwerkend leren

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Leesvaardigheid bevorderen

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

effecten van verrijkingsprogramma s Joyce Gubbels, Eliane Segers & Ludo Verhoeven Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit

Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress

Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie. Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012,

Links between executive functions and early literacy and numeracy.

Populariteit, sociale relaties, buitensluiten en

Specialisatie. Leerproblemen. MSc Education and Child Studies. Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

DE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA. Child and Family Science*

Deel 3: Impress. Klikoefeningen

Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest.

BETER BIJ DE LES INFORMATIE

Evaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink

Klaar met tutorlezen? Nog lang niet!

SAMENVATTING SAMENVATTING

Past digitaal onderwijs onze leerlingen? Simea Congres, 10 april 2014 Helen Blom & Harry Knoors

Samenvatting (Dutch summary)

toepassing van ict in uw pilot. De deelnemers aan deze sessie die al ervaring hebben hier iets van te laten zien of kort te introduceren.

Alcoholpreventie in Nederland en Zweden: It takes two to tango

Executieve Functies voor het leren lezen. Eva van de Sande Marian Bruggink Ilke Lamers

Studiedag Voorleesexpress

Bouw! in het kader van de vergoedingsregeling

Tekst: Marleen Korf & Aryan van der Leij

Henny van der Meijden i.s.m. Mariëtte Tesselhof Adriaan Banken

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

Dorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1

Boys & Girls strategieën voor onderwijs aan jongens en meisjes in het basisonderwijs. Martijn Smoors Onderwijs Maak Je Samen

Leesproblemen overwinnen in het voortgezet technisch lezen

Praktijkonderzoek. Joke van Adrichem & Toos van der Smit

H G Z O - C O N G R E S L O E S S T R I J B O S C H & J O E S V. D. W I E L

Betrokken lezers in het vmbo

Samenvatting proefschrift verdedigd op 4 november Quality in home-based childcare: Impact and improvement. Dr. Marleen G.

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden

Dr. Amber Walraven 190ste plenaire SWR-conferentie Leusden, mei 2015

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Meisjes van 8-12 jaar hebben een betere leervaardigheid dan jongens ( en ook het opleidingsniveau van de ouders speelt een rol).

Technisch lezen oefenen met een adaptieve leesapp

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017

Hoe lees je een prentenboek voor?

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Protocol leesproblemen en dyslexie

Eenzaamheid. Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek. Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen

Zoeken naar het beste bewijs met het goed genoeg onderzoek

Samenvatting Samenvatting

Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

Ontwikkelen van responsieve gespreksstrategieën tijdens het reflecteren met jonge kinderen

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Huiswerk, het huis uit!

Lezen in het voortgezet onderwijs (2): Improving Adolescent Literacy

Getal & Ruimte 12 e editie. ICT in de les

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Voorlezen in de kinderopvang

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september Arne Popma

Samenvatting (Summary in Dutch)

Transcriptie:

3 Ontluikende geletterdheid stimuleren met digitale prentenboeken: verschillen tussen kleuters Rachel Plak, Cornelia Kegel & Adriana Bus Instituut Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden Sommige kleuters blijven achter in ontluikende geletterdheid en hebben moeite met foneembewustzijn en tekstbegrip. De vraag is of educatieve computerprogramma s ingezet kunnen worden om hen te ondersteunen. Onderzoek met digitale prentenboeken wijst uit dat het effect wisselend is: alleen kleuters met een aanleg voor een inefficiënte dopaminehuishouding profiteren van deze interventie. Een opmerkelijke bevinding in recent orthopedagogisch onderzoek is dat niet ieder kind even gevoelig is voor interventies (Van IJzendoorn & Bakermans-Kranenburg, 2012). Uit dit onderzoek is gebleken dat genetische verschillen, en met name dopamine-gerelateerde genen, kunnen voorspellen wie wel van interventies profiteren en wie niet. De onderzoekers beschrijven diverse 22 4W: Weten Wat Werkt en Waarom Jaargang 3, nummer 3 oktober 2014

studies waaruit blijkt dat dragers van de lange variant van het d4-gen dit zijn kinderen met aanleg voor een minder efficiënte dopaminehuishouding extra gevoelig zijn voor programma s waarbij zij positieve feedback krijgen. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom een interventie waarbij ouders leerden om hun kind positief te disciplineren in plaats van te straffen, alleen effectief was voor dragers van de lange variant van het d4-gen. In lijn met deze opmerkelijke resultaten onderzoeken wij of ook sprake is van verschil in gevoeligheid voor interventies op het gebied van ontluikende geletterdheid, en of dopaminegerelateerde genen geschikt zijn om interventiegevoelige kinderen van minder gevoelige te onderscheiden. De rol van dopamine Het staat vast dat dopamine een neurotransmitter een belangrijke rol speelt bij leren, Een efficiënte dopaminehuishouding is nodig om langere tijd je aandacht bij een activiteit te kunnen houden en dat is een belangrijke voorwaarde om ervan te leren. Toegespitst op leren lezen betekent dit dat kinderen met aanleg voor een efficiënte dopaminehuishouding in de kleuterfase en in groep 3 snellere vorderingen maken in de ontwikkeling van alfabetische kennis dan kinderen zonder deze aanleg, doordat zij zich beter kunnen concentreren. Dit bleek uit een van onze studies op dit gebied (Kegel & Bus, 2012). Wij vonden ook dat aan dopamine-gerelateerde genetische kenmerken bepalend zijn voor de effecten van interventies om alfabetische kennis te stimuleren. In een gerandomiseerd experiment met een computerspel dat foneembewustzijn oefent, vonden we steun voor differentiële gevoeligheid: vooral kinderen met aanleg voor een minder efficiënte dopamineproductie profi teerden van het spel, en dan met name als op elke respons van de leerling adaptieve feedback volgde (Kegel et al., 2011). Onderzoek met digitale prentenboeken In het onderzoek Wat Werkt voor Wie hebben we gekeken of een interventie met digitale prentenboeken in de kleuterklas een positief effect heeft op de ontluikende geletterdheid van kinderen die hierin achterblijven. Anders dan bij gewone boeken is bij digitale prentenboeken de tekst als luistertekst beschikbaar, waardoor kinderen ze zelfstandig kunnen lezen (www.bereslim.nl). Tegelijkertijd met het voorlezen verschijnen geanimeerde beelden op het scherm met passende achtergrondgeluiden en muziek. Deze extra non-verbale informatie stelt kinderen beter dan statische plaatjes in staat om tekst aan non-verbale informatie te koppelen. Bekend is dat dit het begrijpen en onthouden van tekst en verhaallijn vergemakkelijkt (Mayer et al., 2005). In de voor het onderzoek gebruikte boeken verschijnt vier keer een intelligente tutor die de leerling een vraag stelt over het verhaal of over moeilijke woorden erin. Het kind antwoordt door een keuze te maken uit vier plaatjes, waarop gedetailleerde feedback volgt. Als het antwoord goed is, legt de tutor uit waarom. Wanneer het onjuist is, stimuleert de tutor het kind om nog eens goed na te denken. Als het antwoord ook bij de tweede poging fout is, geeft de tutor aanwijzingen om tot het juiste antwoord te komen. Zo stimuleert het tekstbegrip. 24

Niet-gevoelige kinderen Gevoelige kinderen 65 63 CITO Taal voor Kleuters 61 59 57 55 Experimentele groep Luisterboek met computergestuurde adaptieve feedback, gericht op ontluikende geletterdheid Controlegroep Spel gericht op logisch denken en visuele vaardigheden, niet op ontluikende geletterdheid Figuur 1: Score op Cito Taal voor Kleuters van kinderen met en zonder een verwachte extra gevoeligheid voor interventies, na interventie met digitale prentenboeken of zonder interventie (het spelen van een spel). Alle kinderen in het onderzoek hebben een grote achterstand in ontluikende geletterdheid (25% slechtst presterende leerlingen). In het onderzoek participeerden leerlingen uit groep 2 van 82 verschillende basisscholen uit het hele land. Alleen kinderen met een grote achterstand in ontluikende geletterdheid kwamen in aanmerking voor deelname: degenen die in januari op Cito Taal voor Kleuters bij de laagst scorende 25% hoorden. Ongeveer de helft (van de experimentele groep) kreeg, naast de reguliere voorlees activiteiten, twee keer per week een kwartier lang digitale prentenboeken te lezen, in de periode van maart tot en met mei. De overige kinderen, de controlegroep, speelden in dezelfde tijd een zoek-en-vind-spel (SamenSlim), dat meer gericht is op logisch denken en visuele vaardigheden dan op ontluikende geletterdheid. Per klas werden geschikte kinderen willekeurig toegewezen aan de experimentele of controlegroep. Bij alle kinderen werd wangslijm afgenomen om te onderzoeken of zij drager waren van de lange variant van het d4-gen (aanleg voor inefficiënte dopaminehuishouding) en dus mogelijk gevoeliger zouden zijn voor interventies. 25

Vooral kinderen met aanleg voor een minder efficiënte dopamineproductie profiteerden van het computerspel, met name als op elke respons van de leerling adaptieve feedback volgde Resultaten De experimentele groep (in totaal 167 kinderen) als geheel scoorde na de interventie niet significant hoger op Cito Taal voor Kleuters dan de controlekinderen (152 kinderen), maar een deel van de kinderen wel. Dit waren de kinderen waarvan we op grond van genetische kenmerken (dragers van de lange variant van het d4-gen) verwachtten dat ze extra gevoelig zouden zijn voor interventies (33%): zij profiteerden inderdaad meer van het prentenboekenprogramma (Plak et al., in druk). Het effect in deze groep was middel groot (d =.56), wat aangeeft dat 70% van de interventiegevoelige kinderen significant meer vooruit ging in ontluikende geletterdheid dan de controlegroep. In de groep zonder deze gevoeligheid voor interventies hadden de digitale prenten boeken geen effect (d = -.09). Deze kinderen gingen niet extra vooruit op de landelijke Cito Taal voor Kleuterstoets. Maar waarom hebben alleen de kinderen met een minder efficiënte dopamineproductie profijt van de extra oefening met de digitale prentenboeken? Wellicht hebben de extra multimedia (geanimeerde plaatjes, geluid en muziek) het effect dat hun aandacht minder snel afdwaalt, waardoor het lezen van deze boeken ontluikende geletterdheid versterkt. De filmachtige presentatie is aantrekkelijk om naar te kijken en mogelijk daarom geschikt om de aandacht van gemakkelijk afleidbare kinderen vast te houden. Bovendien hadden de kinderen een koptelefoon op tijdens het werken met de digitale prentenboeken, wat de concentratie helpt verhogen: geluiden uit de omgeving zijn buitengesloten en de ogen worden ook door de tutor naar het scherm getrokken. 26

Kinderen kunnen zo aandachtiger met het verhaal bezig zijn dan wanneer het voorlezen plaatsvindt in de kring, samen met hun klasgenoten. Wellicht is het positieve effect ook het resultaat van de adaptieve feedback bij het beantwoorden van de vier vragen over moeilijke woorden of complexe gebeurtenissen. De constante aanmoedigingen ( Goed zo! ) en aanwijzingen ( Gluren is stiekem kijken, waar zie je Kleine Muis naar binnen gluren? ) kunnen voorkomen dat kinderen afgeleid raken en willekeurig op een antwoord klikken; kinderen merken dat het ertoe doet wat ze antwoorden, want er is iemand die reageert op hun antwoord. Ten slotte: de uitkomsten van ons onderzoek onderstrepen het belang van aandacht voor differentiële gevoeligheid voor ict, maar we weten nog niet precies hoe de relatie is tussen genetische factoren en (differentiële) effecten van ict en wanneer deze effecten precies optreden. Dit is pas het beginstadium van een nieuwe onderzoekslijn met mogelijk verstrekkende gevolgen voor het onderwijs. Rachel Plak Hoofdauteur r.d.plak@fsw.leidenuniv.nl Cornelia Kegel & Adriana Bus Auteurs Rachel Plak is promovenda bij de sectie leerproblemen van Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Ze onderzoekt gen x omgeving interactie in het project Wat Werkt voor Wie, dat mogelijk is gemaakt door financiële steun van Kennisnet. Cornelia Kegel is universitair docent bij de sectie leerproblemen van Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Zij werkt mee aan Wat Werkt voor Wie. Adriana Bus is hoogleraar bij de sectie leerproblemen van Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Zij werkt mee aan Wat Werkt voor Wie. 27

Wat we weten over genetische gevoeligheid voor een interventie met digitale prentenboeken: Of kleuters met een achterstand in ontluikende geletterdheid profijt hebben van een interventie met digitale prentenboeken hangt af van hun genetisch bepaalde dopaminehuishouding. Dragers van de lange variant van het d4-gen kinderen met in aanleg een minder efficiënte dopaminehuishouding blijken heel gevoelig te zijn voor een dergelijke interventie en maken grote vorderingen op de kleutertest met ontluikende leesvaardigheden. Dit betreft een derde van de kleuters. Voor twee derde van de kinderen die dit genetische kenmerk niet hebben, heeft de interventie geen extra effect naast het normale voorlezen, thuis en op school. Overigens kan het geen kwaad om deze kinderen digitale boeken te laten lezen; er zijn evenmin negatieve effecten gevonden. Het onderzoek bevestigt dat effecten van interventies pas zichtbaar worden als we onderscheid maken tussen interventiegevoelige en minder interventiegevoelige kinderen. 28

Meer weten? Kegel, C.A.T. & Bus, A.G. (2012). Links between DRD4, executive attention, and alphabetic skills in a nonclinical sample. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 54, 305-312. Kegel, C.A.T., Bus, A.G. & IJzendoorn, M.H. van. (2011). Differential susceptibility in early literacy instruction through computer games: The role of the dopamine D4 receptor gene (DRD4). Mind, Brain, and Education, 5, 71 78. Mayer, R.E., Hegarty, M., Mayer, S. & Campbell, J. (2005). When static media promote active learning: Annotated illustrations versus narrated animations in multimedia instructions. Journal of Experimental Psychology: Applied, 11, 256 265. Plak, R.D., Kegel, C.A.T. & Bus, A.G. (in druk). Genetic differential susceptibility in literacy delayed children: A randomized controlled trial on emergent literacy in kindergarten. Development & Psychopathology. IJzendoorn, M.H. van & Bakermans-Kranenburg, M.J. (2012). Differential susceptibility experiments: Going beyond correlational evidence: Comment on beyond mental health, differential susceptibility articles. Developmental Psychology, 48, 769-774. 29

Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 3.0 Nederland. (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0/deed.nl) De gebruiker mag: Het werk kopiëren, verspreiden, tonen en op- en uitvoeren onder de volgende voorwaarden: Naamsvermelding. De gebruiker dient bij het werk de naam van Kennisnet en de naam van de auteur te vermelden. NietCommercieel. De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken. GeenAfgeleideWerken. De gebruiker mag het veranderde materiaal niet verspreiden als deze het werk heeft geremixt, veranderd, of op het werk heeft voortgebouwd. Bij hergebruik of verspreiding dient de gebruiker de licentievoorwaarden van dit werk kenbaar te maken aan derden. De gebruiker mag uitsluitend afstand doen van een of meerdere van deze voorwaarden met voorafgaande toestemming van Kennisnet. Het voorgaande laat de wettelijke beperkingen op de intellectuele eigendomsrechten onverlet. Dit is een publicatie van Stichting Kennisnet.