Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen



Vergelijkbare documenten
prof. dr. Sako Visser dr. Michel Reinders Cognitieve gedragstherapie bij somatisatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Boeken. Protocollen in de ggz. Saskia van Es

Behandelprogramma chronische pijn. Almere

Let s talk. Trea Broersma psychiater

prof. dr. Sako Visser dr. Michel Reinders Cognitieve gedragstherapie bij somatisatie

Zorgpad Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen. Zorgpad Somatische symptoomstoornis

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog,

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold

Het gevolgenmodel. SOLK Carolien Kruyff, GZ-psycholoog Praktijk Kruyff, Den Haag

Cognitieve gedragstherapie

Leven met angst voor ernstige ziektes

Zorgpad Angst. Angst. Behandelmethode

SOLK anno 2016 What s new? Lisette t Hart-Kerkhoffs, kinder- en jeugdpsychiater Ingeborg Visser, gz-psycholoog i.o. tot specialist /gedragstherapeut

Verwerken en versterken

Centrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK)

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Behandelaanbod in groepen. Informatie voor verwijzers

Indeling lezing. Stoornissen Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie minimale interventie

Behandelingsstrategieën bij somatoforme stoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Inleiding. 1.1 Theoretische achtergrond Vicieuze cirkel Kortdurende CGT-I 4

Cognitieve gedragstherapiegroep voor mensen met een bipolaire stoornis

! "! " #)% Lichamelijke Klachten Lichamelijk Onverklaarde Klachten (LOK) Somatoforme stoornissen

Hoofdstuk 15 Principes van cognitieve gedragstherapie bij patiënten met een somatoforme stoornis in de GGZ

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

De psycholoog. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Zorgpad Depressie. Depressie. Behandelmethode. 0 Cognitieve Gedragstherapie blended. Zorgpad Depressie 1

Behandeling informatie.

Ziektevrees. Ziektevrees vraagt om een andere aanpak dan SOLK. Nascholing. Errez Bar, Patrick Dielissen

Zorgprogramma Angststoornissen

Inclusiecriteria/ indicatie

Bijlage 1: Analyse volgens het gevolgenmodel: hulpvragen en aandachtspunten 66. Bijlage 4: Voorbeeld van behandeldoelen 72

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie


Niet meer depressief

EMOTIEREGULATIE DMV SURFEN OP EMOTIES DR CORINE FACHÉ KINDER- EN JEUGDPSYCHIATER UKJA

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Deeltijdbehandeling onbegrepen lichamelijke klachten

Themabijeenkomst CCUVN 14 september 2017 Vermoeidheid en pijn bij IBD

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

ANGST! Geen belangenverstrengeling. Voorstellen

Intakegesprek psycholoog

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010

Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie

huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen

Omgaan met bloosangst

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Diagnostiek en behandeling van vrouwen met chronisch buikpijn

Omgaan met lichamelijke klachten

Angststoornissen en hypochondrie

Wat beweegt de patiënt met MS? Vincent de Groot, revalidatiearts. Inhoud

Voor kinderen die vastlopen in hun ontwikkeling, thuis en op school.

Onverklaard maakt onbemind

Somatoforme stoornissen in de huisartspraktijk: epidemiologie, behandeling en de co-morbiditeit met angst en depressie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

Stoornissen Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie Begeleide zelfhulp inhoudelijk Conclusie

Aardbevingen en psychische klachten

Waarom is het nuttig en prettig gezinsleden te betrekken bij uw behandeling?

Behandeling & Diagnostiek

Leven met een piekerstoornis

Zorgpad Psychotrauma (PTSS) 1. Zorgpad Psychotrauma

Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers

Chronische pijn rol van de mantelzorger. 7 oktober 2017 Toon van Helmond Marja Smit

Begeleide zelfhulp, een nieuwe interventie. Christine van Boeijen

Cognitieve gedragstherapie bij het leren omgaan met lichamelijke klachten

Gedragsactivatie Effectieve cognitieve gedragstherapie bij depressie. Katelijne Robbertz klinisch psycholoog/psychotherapeut

Patient met angststoornis(sen) Video - casus

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Cognitieve gedragstherapie bij autisme. Psycho-sociale problemen. Uitingsvormen autisme. Autisme? Coping? Of?

Stressgerelateerde stoornissen

SOLK Zorgpad Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten

Angst voor terugkeer van kanker. November 2011, VGCT. Coen Völker GZpsycholoog & Eerstelijnspsycholoog

Leven met chronische hoofdpijn

De behandeling van complexe rouw. Jantien Piekstra GZ psycholoog / cognitief gedragstherapeut

Productenboek Volwassenenzorg

EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING

Cognitieve gedragstherapie. Afdeling Psychiatrie

Zorgpad Intake. Aanmelding. Eerste gesprek door behandelaar. Bespreking in team. Psychodiagnostische screening (tweede intake)

Behandelaanbod in groepen. Informatie voor verwijzers

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

DEEL 1: VERSCHIJNSELEN VAN STOTTEREN BIJ VOLWASSENEN

Denken + Doen = Durven

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Onverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht

Staat uw leven in het teken van drank en drugs? Een opname biedt uitkomst!

Zorgpad Jeugd Intake

Mindfulnesstraining Aandachttraining. Mindfulness-Based Cognitieve Therapie (MBCT)

diagnostiek en behandeling voor de professional Hypochondrie Sako Visser

Samenvatting. Femke M. Buwalda

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

Programma. Marinda Koopman

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Transcriptie:

9 Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen Samenvatting Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen. De algemene conclusie is dat cognitief gedragstherapeutische interventies effectief zijn bij de behandeling van somatoforme stoornissen. De in het protocol beschreven interventies zijn gebaseerd op de eerder gepubliceerde behandelprotocollen, die weer gebaseerd zijn op gecontroleerde behandelstudies, met toevoeging van interventies die ook bij andere stoornissen effectief zijn gebleken. S. Visser, M. Reinders, Cognitieve gedragstherapie bij somatisatie, Protocollen voor de GGZ, DOI 10.1007/978-90-368-0431-8_, 015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV

10 Hoofdstuk Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen De laatste decennia laten een toename zien van het onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen. Gecontroleerde behandelstudies zijn met name verricht naar ernstige vormen van somatisatie, waarbij een psychische stoornis wordt gediagnosticeerd. Er zijn studies uitgevoerd naar de behandeling van onbegrepen lichamelijke klachten, somatisatiestoornis en hypochondrie. Er zijn verschillende overzichten verschenen op het gebied van de behandeling van somatoforme stoornissen. De recentste zijn van Allen en collega s (Allen et al. 00), Kroenke (007) en Sumathipala (007). De algemene conclusie is dat cognitief gedragstherapeutische interventies effectief zijn bij de behandeling van somatoforme stoornissen. Op basis van het tot nu toe verrichte wetenschappelijk onderzoek zijn de richtlijnen geformuleerd. Deze richtlijnlijnen zijn weer de grondslag voor behandelprotocollen bij somatoforme stoornissen. Specifiek voor de behandeling van hypochondrie is een Cochrane review verschenen (Thomson en Page 007). De auteurs concluderen dat verschillende cognitief gedragstherapeutische interventies effectief zijn bij de behandeling van hypochondrie. We vatten het onderzoek kort samen. Bij onverklaarde lichamelijke klachten laten verschillende gecontroleerde studies zien dat cognitieve gedragstherapie, al dan niet gecombineerd met een zogeheten consultation letter, de eerste keus qua behandeling is (Speckens et al. 1995; Escobar et al. 007; Sumathipala et al. 000). Een consultation letter is een brief die, na (uitgebreid) diagnostisch onderzoek door een klinisch psycholoog of psychiater, zowel gericht is aan de patiënt als aan de huisarts met daarin de diagnose, uitleg over de diagnose en een voorstel voor beleid of behandeling. Een recente studie naar een cognitief gedragstherapeutische groepsbehandeling bij patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten (Zonneveld et al. 009) liet positieve resultaten zien op verbetering van kwaliteit van leven en op emotioneel en sociaal functioneren, en er werden minder pijn en fysieke klachten gerapporteerd, ook na een jaar follow-up (Zonneveld et al. 01). De groepsbehandeling werd uitgevoerd in de eerste lijn. In gecontroleerde studies naar de behandeling van de somatisatiestoornis werden goede effecten gevonden met de consultation letter (Smith et al. 1986; Smith et al. 1995), met een cognitief-gedragsmatig groepsprogramma (Lidbeck 003) en met individuele cognitieve gedragstherapie al dan niet gecombineerd met een consultation letter (Hiller et al. 003; Allen et al. 006). Hierbij werd zowel vermindering van de emotionele klachten als van de medische consumptie gerapporteerd. Over de behandeling van hypochondrie zijn de meeste gecontroleerde studies gepubliceerd (Warwick et al. 1996; Clark et al. 1998; Fava et al. 000; Visser en Bouman 001; Barsky en Ahern 004; Greeven et al. 007). Samenvattend kan gezegd worden dat de verschillende onderzochte vormen van cognitieve gedragstherapie duidelijke verbeteringen lieten zien. Zo bleken exposure in vivo met responspreventie, cognitieve therapie en behavioural stressmanagement effectieve interventies. De follow-upstudie van Greeven et al. (010) liet zien dat de verbeteringen na 18 maanden standhielden. Ten slotte vergeleken Sorensen et al. (011) in een gecontroleerde studie cognitieve gedragstherapie met kortdurende psychodynamische therapie en een wachtlijstconditie. Cognitieve gedragstherapie was effectief, vergelijkbaar met de eerdere studies, en psychodynamische therapie was niet effectiever dan de wachtlijstconditie.

Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen 11 Voor somatisatie, onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten en ziekteangst zijn diverse uitgewerkte behandelprogramma s. Er zijn onder andere een groepsprogramma gericht op de eerste lijn (Zonneveld 011), een programma van Woolfolk en Allen (007), een programma van Rood et al. (011), een zelfhulpboek van Blok en Houtveen (011) en Bouman en Visser (1998), en een groepsbehandeling van ziektevrees van Buwalda et al. (007). Woolfolk en Allen (007) presenteren hun programma als een vaardigheidstraining in het omgaan met klachten. Deze training bestaat onder andere uit: psycho-educatie over het verband tussen stress en lichamelijke klachten; ontspanningsoefeningen; gedrags- of leefstijlinterventies (afwisseling tussen rust en activiteit, slaaphygiëne); gesprekken met de partner (gericht op het gezamenlijk ondernemen van prettige activiteiten en adequate onderlinge communicatie over de klachten); cognitieve technieken; en assertiviteit. Zonneveld (011) beschrijft een groepsprogramma bestaande uit de volgende elementen: ontspanningsoefeningen; gedrags- of leefstijlveranderingen, waarbij gewoonten die een negatief effect hebben op de klachten vervangen worden door gezonde gewoonten; het aanleren van een goede afwisseling tussen inspanning en rust; cognitieve therapie; conditieverbetering door geleidelijke uitbreiding van lichamelijke activiteit; het bespreken van de klacht met een vertrouwd iemand; het vergroten van probleemoplossende vaardigheden. Rood et al. (011) kiezen niet voor een vast programma. Op basis van een analyse van de klachten, komen ze tot drie types van vicieuze cirkels waarin een patiënt met lichamelijke klachten verstrikt raakt: (1) een cirkel van catastroferende gedachten, selectieve aandacht en vermijdingsgedrag, () een cirkel van niet-accepterende gedachten, frustratie over de beperkingen door de klachten, negeren van lichaamssignalen en doorgaan ondanks een toename van klachten, (3) een cirkel van defaitistische gedachten, somberheid, inactiviteit en zich terugtrekken uit sociale situaties. Afhankelijk van de analyse wordt een aantal van de volgende modules gekozen: cognitieve technieken; aandacht verschuiven/ aandachtsmanipulatie; exposure; herkennen van beginnende tekenen van overbelasting; reguleren van activiteiten; niet-helpende gedachten vervangen door helpende gedachten; hoop genereren; herstellen van dag-nachtritme; herstellen van een dagprogramma en aanpakken van depressieve klachten door activeren; traumabehandeling; ontspanningsoefeningen; vergroten van de belastbaarheid; en verbeteren van de conditie. Blok en Houtveen (011) besteden in hun zelfhulpboek veel aandacht aan psychoeducatie en geven adviezen over de omgang met derden (partners, vrienden en artsen). Daarnaast is er aandacht voor diverse elementen die ook in de andere protocollen genoemd worden, zoals de gevolgen voor iemands leven, en de beschrijving van verschillende psychologische behandelingen en aanvullende behandelingen, zoals fysiotherapie, ergotherapie en medicatie. Naar de programma s van Woolfolk en Allen (007) en Zonneveld (009) is onderzoek gedaan en deze zijn effectief gebleken. Alle programma s bestaan uit een veelheid van interventies. Onduidelijk blijft welke interventies essentieel zijn voor de gerapporteerde effectiviteit van de programma s en welke interventies aanvullend of facultatief zijn. Het programma dat wij voorstaan is gebaseerd op een aantal uitgangspunten:

1 Hoofdstuk Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen We baseren ons zo veel mogelijk op elementen waarvan uit wetenschappelijk onderzoek is komen vast te staan dat deze de last van de klachten verminderen. Dit betreft cognitief-gedragstherapeutische technieken. Daarnaast beschouwen we de omgang met de lichamelijke klachten als een aanpassingsprobleem, waarbij de patiënt vaardigheden moet leren om met de nieuwe problemen om te gaan. We richten ons op complexere, tweedelijns- of derdelijnsproblematiek, dus diagnostiek en behandeling binnen de specialistische ggz. Daarbij gaan we ervan uit dat het beter is om een beperkt aantal interventies aan te bieden en voldoende tijd te nemen deze uit te diepen, dan een veelheid van interventies toe te passen die de patiënt slechts oppervlakkig onder de knie kan krijgen. We kunnen ons voorstellen dat bij mildere somatisatieklachten ook deelinterventies toegepast kunnen worden binnen de basis-ggz en in de eerste lijn. Het behandelprotocol dat wij beschrijven is bedoeld voor de behandeling van de somatisch-symptoomstoornis en de ziekteangststoornis. Voor de beschreven interventies hebben we geput uit de eerder gepubliceerde behandelprotocollen, gebaseerd op gecontroleerde behandelstudies, met toevoeging van interventies die ook bij andere stoornissen effectief zijn gebleken. Het protocol kan flexibel worden gebruikt, afhankelijk van het klachtenpatroon van de patiënt. Bij sommige patiënten zijn de cognities bijzonder hardnekkig, waarbij langer aandacht zal moeten worden besteed aan cognitieve herstructurering, terwijl bij sterk vermijdende patiënten de nadruk meer op de gedragsmatige interventies zal liggen en bij anderen weer op het aanleren van betere copingstrategieën. De invulling van de twaalf sessies van het protocol is afhankelijk van de individuele patiënt. In de eerste twee sessies wordt de problematiek van de patiënt in kaart gebracht aan de hand van een cognitiefgedragstherapeutisch model. Deze analyse geeft richting aan de invulling en de aandacht in de daarop volgende sessies.

http://www.springer.com/978-90-368-0430-1