Veelgestelde vragen naar aanleiding van aanpassing Pensioenreglement 2011



Vergelijkbare documenten
Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

stichting jan huysman wz.fonds

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Presentatie met uitleg per slide

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

BeterExcedent. Pensioen Werknemer 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Voor wie is deze toelichting? Het Uniform Pensioenoverzicht. Uw persoonlijke gegevens

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Ballast Nedam Pensioenfonds. Deelnemersvergadering. Theo Bruijninckx 22 september 2004

EXCEDENT REGELINGEN BIED UW WERKNEMERS EEN HOGER PENSIOEN. In deze brochure

Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 31 december 2018

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Extra informatie pensioenverlaging

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

VRAGEN STEEDS STELLEN s.v.p.

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: Pagina: 3 van 7

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Pensioennieuws is een uitgave van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie en het Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Welke keuzes maakt u voordat u straks met pensioen gaat?

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten.

Wat zijn voor mij argumenten voor en tegen waardeoverdracht naar PFZW?

Reglement excedent-premieregeling Versie: 1 januari 2018

EXCEDENT REGELINGEN BIED UW WERKNEMERS EEN HOGER PENSIOEN. In deze brochure

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

Risico s rond pensioen

Wanneer ga jij met pensioen?

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Pensioenen Oktober 2015

Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK

Laag 2 netto pensioenregeling. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Netto ouderdomspensioen. Netto nabestaanden- en wezenpensioen

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2018

Extra uitgave nieuwe pensioenregeling

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Pensioen Informatie sessie

Wijziging pensioenregeling

Inleiding ABP nettopensioenregeling Wat zijn de voordelen van de ABP nettopensioenregeling?

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015

februari 2015 Pensioenactualiteiten

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Deelnemerspresentatie november 2018

15 vragen en antwoorden over de veranderingen in de pensioenregeling

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Ingang Ouderdomspensioen

Uw Uniform Pensioenoverzicht Geachte heer, mevrouw,

Pensioenfonds Metaal en Techniek PENSIOENBELEGGEN

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Nettopensioenregeling

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

BIJLAGE 1: Vergelijking Nettopensioen ABP en Nettolijfrente Loyalis

BeterExcedent pensioen werknemer BeterExcedent pensioen

Tijden veranderen, uw pensioen verandert mee

Hoe is uw pensioen geregeld?

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2017

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Uw pensioen in onzekere tijden

Keuzemogelijkheden rond uw pensioen. In deze brochure gaan we in op vijf flexibiliseringsmogelijkheden. rondom uw pensionering.

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

WOORD VOORAF. Beste deelnemers,

BeterExcedent pensioen werknemer BeterExcedent pensioen

Transcriptie:

Veelgestelde vragen naar aanleiding van aanpassing Pensioenreglement 2011 De vragen zijn gecategoriseerd naar de volgende onderwerpen: Algemeen en huidige situatie Aanleiding en mogelijkheden aanpassing regeling Indexering Effecten nieuwe regeling Evenwichtige belangen Invoering nieuwe regeling Bijspaarmodule Doorkijk naar de toekomst ALGEMEEN EN HUIDIGE SITUATIE Hoe worden de pensioenen ingekocht? De Onderneming betaalt jaarlijks de overeengekomen pensioenpremie aan het Pensioenfonds (bedrag 2010: 18,6 mln). De Onderneming betaalt zelf 2/3 van dit bedrag, 1/3 wordt ingehouden op de salarissen van de deelnemers. Het Pensioenfonds koopt met dit bedrag de jaarlijkse pensioenopbouw in bij Nationale-Nederlanden, de verzekeraar van het Pensioenfonds. Het restant tussen de ontvangen premie (van de Onderneming) en de te betalen premie (aan Nationale-Nederlanden) bedraagt in 2010 circa 6 mln. Van dit resterende bedrag worden: de uitvoeringskosten van het Pensioenfonds betaald (ruim 2 mln), de benodigde reserves voldaan (circa 1 mln) en wordt het eigen vermogen versterkt (circa 3 mln). Welke instelling betaalt de pensioenen uit? Nationale-Nederlanden keert namens het Pensioenfonds de pensioenen uit aan de gepensioneerden en pensioengerechtigden (waaronder nabestaanden). Waaruit bestaan de uitvoeringskosten van het Pensioenfonds? Onder de uitvoeringskosten vallen de kosten die het Pensioenfonds aan Nationale- Nederlanden verschuldigd is voor de uitvoering van de pensioenregeling (circa 1,7 mln). Hieronder vallen de garantiekosten, kosten pensioenadministratie, beheerskosten, beleggingskosten etc.. Ook de kosten die het Bestuur zelf maakt (circa 0,6 mln) maken deel uit ven de uitvoeringskosten, waaronder bestede tijd bestuursleden en kosten adviseurs. In het jaarverslag zijn deze kosten van ruim 2 mln nader beschreven. Zijn de kosten die ons Pensioenfonds maakt voor de uitvoering van de pensioenregeling relatief hoog? Het bestuur heeft in 2010 een benchmark onderzoek laten uitvoeren naar de kosten van pensioenfondsen met vergelijkbare omvang. Vergeleken zijn pensioenfondsen die de regeling rechtstreeks door een verzekeringsmaatschappij laten uitvoeren én pensioenfondsen van andere grotere ingenieursbureaus (DHV, Grontmij, Arcadis). Uit het onderzoek blijkt dat ons Pensioenfonds relatief lage uitvoeringskosten kent. Waarom mag de dekkingsgraad van een herverzekerd pensioenfonds lager zijn dan 100%? De verzekeraar heeft tegenover haar pensioenverplichtingen (pensioenaanspraken) beleggingen staan die de pensioenverplichtingen moeten dekken. De waarde van die beleggingen variëren. Door de wijzigingen in rentestand en tegenvallende beleggingsopbrengsten kunnen de beleggingen zelfs lager zijn dan de waarde van de 1

verplichtingen. Gedurende de looptijd van het garantiecontract ligt het risico hiervan bij de verzekeraar. Dit betekent dat de boekhoudkundige dekkingsgraad gedurende het garantie contract loopt altijd minimaal 100% is. In ons geval heeft het Pensioenfonds eigen vermogen zodat onze boekhoudkundige dekkingsgraad hoger dan 100% is. Na afloop van het contract kan het Bestuur besluiten het garantiecontract niet te verlengen. In dat geval ontvangt zij de waarde van de beleggingen van de verzekeringsmaatschappij, tenzij het Bestuur besluit de tot dan toe opgebouwde verplichtingen achter te laten bij de verzekeraar. De hoogte van feitelijke dekkingsgraad manifesteert zich dus alleen bij het einde van het garantiecontract en kan op dat moment een probleem vormen voor de continuïteit van de pensioenregeling. Wordt behaalde overrente altijd aan het Pensioenfonds uitgekeerd? De garantie die de verzekeraar biedt is dat de beleggingsportefeuille gemiddeld gesproken 4% oplevert. Behaalde overrente (boven 4%) wordt door de verzekeraar uitgekeerd, mits de in het verleden behaalde beleggingsresultaten onder de 4% zijn aangezuiverd. Op deze wijze beperkt de verzekeringsmaatschappij zoveel mogelijk haar beleggingsrisico. Wordt het eigen vermogen van het Pensioenfonds voldoende geborgd? Het eigen vermogen wordt volledig risicovrij belegd in de vorm van deposito s en vermogensbeheerrekeningen bij gerenommeerde Nederlandse bankinstellingen. Hoe wordt intern toezicht uitgeoefend binnen ons Pensioenfonds en zijn de rapportages inzichtelijk voor de deelnemers? Sinds de nieuwe pensioenwet uit 2007 zijn alle pensioenfondsen verplicht een vorm van Intern Toezicht te regelen. Het Bestuur heeft ervoor gekozen 1 maal per 3 jaar een onafhankelijke Visitatiecommissie te benoemen. De Visitatiecommissie rapporteert een samenvatting van hun bevindingen in het jaarverslag, hetgeen openbaar is. Het Bestuur geeft in het jaarverslag en via andere vormen van communicatie aan wat zij met de aanbevelingen van de Visitatiecommissie doet. Waarom hanteerde men vroeger als norm dat pensioen inclusief AOW op 65 jaar ongeveer 70% moest zijn van het laatst verdiende loon? Deze regel dateert uit de jaren negentig van de vorige eeuw, toen de meeste pensioenfondsen nog een eindloonregeling kenden. Deze regeling zorgde ervoor dat deelnemers na 40 jaar dienstverband een pensioen genoten dat gelijk was aan 70% van het laatst verdiende loon. Hoeveel scheelt het in pensioenopbouw wanneer men één jaar langer doorwerkt? Het Pensioenfonds gaat er vanuit dat één jaar langer doorwerken leidt tot circa 8% meer pensioen. Waarom is er sprake van een lager opbouwpercentage bij een lagere pensioenleeftijd? Uitgaande van de hoeveelheid opgebouwd pensioenkapitaal ontvangt de deelnemer een hoger pensioen wanneer hij later met pensioen gaat. Immers er wordt geen pensioen uitgekeerd over de jaren dat hij langer doorwerkt, bovendien bouwt de deelnemer over de werkzame jaren nog extra pensioen op. Daarom is er een rechtstreekse relatie tussen het opbouwpercentage, de hoogte van het uiteindelijke pensioen en de leeftijd dat men met pensioen gaat. 2

AANLEIDING EN MOGELIJKHEDEN AANPASSING REGELING Is er van één scenario uitgegaan bij het maken van prognoses? Uitgaande van een reeks van aannames is in een zogeheten ALM studie (via stochastische methode) berekend hoe groot de kans is dat de dekkingsgraad zich boven of onder de 100% ontwikkelt. Op basis van talloze scenario s is bekeken wat naar alle waarschijnlijkheid de consequenties zijn van ongewijzigd beleid en wat de effecten zijn van diverse beleidswijzigingen (waaronder minder opbouw of geen indexatie). Deze studie vormde de basis voor de voorliggende aanpassing van de pensioenregeling. Had men de stijgende levensverwachting niet eerder kunnen voorzien? Door actuarissen worden de sterftetafels regelmatig bijgesteld. Ons Pensioenfonds heeft in overleg met de actuaris altijd een prudent beleid gevoerd en zijn de prognoses regelmatig bijgesteld. In 2010 bleek echter op landelijk niveau dat de werkelijkheid de erkende (vastgestelde) prognoses ruimschoots had achterhaald. Dit fenomeen doet zich in de hele westerse wereld voor. Waarom heeft indexatie de prioriteit bij herstelmogelijkheden? Indexatie (toeslag) van de opgebouwde rechten is bij een middelloonregeling essentieel voor de deelnemers en gepensioneerden. Zonder indexatie ontvangen deelnemers bij pensionering een relatief laag pensioen ten opzichte van hun laatst verdiende inkomen. Voor gepensioneerden is indexatie van groot belang in verband met het behoud van hun koopkracht. Waarom zijn niet eerder maatregelen genomen om de beoogde dekkingsgraad van 112% eind 2014 te bereiken? Voor de financiële crisis (2008) was de werkelijke dekkingsgraad ruim voldoende (eind 2007 circa 120%). Sinds 2008 heeft door de stijging van de levensverwachting en de historisch lage rente in 2010 de waarde van de verplichtingen zich veel sneller ontwikkeld dan het herstel van de beleggingen. In de eerste helft van 2010 werd zichtbaar dat de dekkingsgraad zich, naar alle waarschijnlijkheid, zonder extra ingrepen niet zou herstellen tot een acceptabel niveau. Vanaf half 2010 is er gewerkt aan de ontwikkeling van de voorgestelde wijzigingen inclusief het daarbij behorende overleg en procedures. Waarop is de op eind 2014 beoogde dekkingsgraad van 112% gebaseerd? Dit is de dekkingsgraad die De Nederlandsche Bank op basis van het bestaande Financieel Toetsingskader (FTK) eist voor een pensioenfonds dat in eigen beheer de pensioenregeling uitvoert. Daarbij uitgaande van de huidige beleggingsmix van 70% obligaties, 20% aandelen en 10% onroerend goed. Waarom besteedt de Onderneming niet (eenmalig) een deel van haar winst aan versterking van de financiële positie van het Pensioenfonds? Zodra de Onderneming buiten de afgesproken premie het Pensioenfonds financieel op ander wijze gaat ondersteunen, is de Onderneming verplicht de mee- en tegenvallers van het Pensioenfonds in haar boeken te verwerken. De consequentie daarvan is dat de winstgevendheid en eigen vermogen van de Onderneming primair bepaald gaat worden door de financiële situatie van het Pensioenfonds en niet meer door de gemeenschappelijke inspanning van alle medewerkers. De resultaten van het Pensioenfonds hangen sterk af van beleggingsresultaten (koersen) en de waarden van de verplichtingen (afhankelijk van de rentestand). Daarnaast is de omvang van het Pensioenfonds qua vermogen en verplichtingen vele malen groter dan het eigen vermogen van de Onderneming. Zo n situatie kan de continuïteit van onze Onderneming bedreigen en dat is uiteraard onacceptabel. 3

Waarom is er niet gekozen voor een pensioenleeftijd van 66 jaar? Op dit moment kent de wet een pensioenleeftijd van 65 jaar. Nu een pensioenleeftijd introduceren van 66 jaar leidt tot onoverkomelijke juridische en fiscale bezwaren. Het is wel de verwachting dat de wetgeving op dit punt de komende jaren wordt aangepast. In onze pensioenregeling geldend na 2015 is verhoging van de pensioenleeftijd waarschijnlijk wel een optie. Waarom is er een koppeling tussen de verhoging van de AOW leeftijd en de pensioenleeftijd? Iedere pensioenregeling gaat ervan uit dat het basispensioen verzekerd wordt via de AOW. Dit betekent dat als de AOW-leeftijd wordt verhoogd automatisch de pensioenleeftijd ook mee naar boven gaat. Wordt het nabestaandenpensioen op kapitaalbasis t.z.t. niet gewijzigd in nabestaandenpensioen op risicobasis? Dit is een mogelijkheid. Nabestaandenpensioen op kapitaalbasis is niet meer echt nodig wanneer vrouwen soortgelijke pensioenen opbouwen als mannen door eenzelfde mate van deelname in het arbeidsproces. Dat is op dit moment nog niet het geval, maar dat zal zich in de toekomst hoe langer hoe meer gaan voordoen. INDEXERING Waarom is voor de deelnemer in de nieuwe indexatieregeling gekozen voor de loonindex? Bij de middelloonregeling gaat het erom dat de opgebouwde rechten van de deelnemers worden aangepast aan hun loonontwikkeling. Daardoor ontstaat een redelijke verhouding tussen het inkomen dat men genoot voordat men met pensioen ging en het pensioeninkomen daarna. Waarom wordt er voor gekozen niet te indexeren totdat de dekkingsgraad van 112% is bereikt? Jaarlijks is er een fors bedrag gemoeid met de indexatie van de reeds opgebouwde rechten. Hiervoor wordt het premieoverschot en de overrente gebruikt. Deze gelden willen wij de komende jaren juist gebruiken om het eigen vermogen te versterken. Bevriezen van indexatie is daarom onontkoombaar. Waarom is er een indexatie verleend van 1,7% per 1 april 2011, terwijl er sprake is van een te lage dekkingsgraad? Het gaat hier om het uitkeren van een voorziening toeslagen die gevormd is tussen 2005 en 2010. Deze gelden komen rechtens toe aan de deelnemers krachtens het reglement en zijn niet alleen voorzien als verplichting, maar de daarbij behorende middelen zijn ook belegd. Deze gelden komen de bestaande deelnemers toe (actieve deelnemers, gepensioneerde en slapers) en uitkering beïnvloed niet de dekkingsgraad. Langer uitstel zou ertoe leiden dat niet meer die deelnemers de gelden ontvangen die daar recht op hebben i.v.m. de verschuiving in het bestand. Wordt er automatisch weer geïndexeerd wanneer de dekkingsgraad van 112% is bereikt? Het Bestuur heeft de verplichting een reserve toeslagen te vormen uit de beschikbare middelen (premieoverschot en overrente) wanneer de dekkingsgraad van 112% is bereikt en er sprake is van structureel herstel. Het Bestuur is bevoegd bij de beoordeling van de vraag 4

of er sprake is van structureel herstel, de omvang van het eigen vermogen van het Pensioenfonds (en de verwachte ontwikkeling hiervan op langere termijn) mee te wegen. Er is dus geen sprake van een automatisme. Het Bestuur dient een weloverwogen beslissing te nemen, kijkend naar de financiële positie van het fonds op de langere termijn. De nieuwe indexeringsregeling biedt meer zekerheid dan de bestaande regeling en geeft aan welke indexatie men kan verwachten. EFFECTEN NIEUWE REGELING Wordt de bestaande pensioenopbouw niet aangetast? Alle bestaande opgebouwde rechten blijven onverkort bestaan, alleen de pensioenrekenleeftijd zal wijzigen van 62 naar 65 jaar. Wat is het effect van de hogere werknemerspremie op het netto inkomen? De verhoging met 0,5% is beperkt komt bovendien ten laste van het bruto inkomen. Daarom is het effect beperkt en afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Wat gebeurt er met deeltijdpensioen? Deeltijdpensioen blijft op dezelfde wijze mogelijk zoals dat nu het geval is. Hoe wordt in de nieuwe regeling omgegaan met de reeds opgebouwde rechten in de TOP-regeling? De TOP rechten (tijdelijk ouderdomspensioen) bedoeld om uit te keren tussen 62 en 65 jaar ter compensatie van de AOW, worden omgezet in levenslang pensioen. Dit betreft circa 100 oudere deelnemers. Vervolgens is in het reglement de mogelijkheid gecreëerd om via de z.g. hoog/laag constructie een uitkering van het fonds te ontvangen ter hoogte van de AOW. Op grond van deze nieuwe regeling kunnen ouderen er toch nog voor kiezen eerder dan 65 jaar met pensioen te gaan. Uiteraard ontvangen zij dan na 65 jaar een wat lager pensioen. Wat gebeurt er met het extra eigen vermogen van het Pensioenfonds als in 2015 blijkt dat dit extra vermogen niet nodig is? Mocht het zo zijn, dat wij in 2015 kunnen volstaan met een gering eigen vermogen zonder dat indexatie op langere termijn onzeker wordt of vervalt, dan komt het extra vermogen de deelnemers ten goede. Dit is krachtens de doelstelling die in onze statuten staat omschreven. Praktisch gezien betekent het dat dan het Bestuur besluit hoe deze gelden de deelnemers ten goede komen: in de vorm van meer zekerheid, extra opbouw of meer indexatie. Hoe worden de correctiemaatregelen vastgelegd in de nieuwe regeling? In het pensioenreglement, dat een looptijd kent tot 2015, zijn de correctiemaatregelen expliciet opgenomen. Het pensioenreglement maakt onderdeel uit van de z.g. pensioenovereenkomst waarin expliciet staat beschreven dat de pensioenregeling volgens het pensioenreglement moet worden uitgevoerd. De deelnemer heeft dus een formeel recht op deze correctiemaatregelen af te dwingen wanneer de betreffende omstandigheden (sneller structureel herstel dan verwacht) zich daadwerkelijk voordoen. Wat gebeurt er als onverhoopt de dekkingsgraad van 112% eind 2014 niet wordt bereikt? Als het Pensioenfonds kiest voor eigen beheer, zal voor 01-01-2015 via een herstelplan alsnog de minimumgrens van 112% moeten worden bereikt. Hopelijk is de impact van zo n herstelplan tegen die tijd gering. Kiest het fonds voor andere uitvoeringsvormen (zoals wederom een garantiecontract of aansluiting bij derden) dan kunnen we naar het zich nu 5

laat aanzien volstaan met een wat lagere dekkingsgraad dan 112%. In dat geval zijn er dus geen consequenties als de beoogde dekkingsgraad van 112% niet volledig wordt bereikt. Welke besparing is indertijd bereikt in premiebetaling door overgang van eindloonsysteem naar middelloonsysteem? Deze besparing is toen fors geweest en leidde tot minder premieafdracht aan Nationale- Nederlanden. De reden is dat vanaf dat moment niet ieder jaar weer de z.g. backservice ingekocht moest worden over de jaren dat de deelnemers reeds in dienst waren. Hoeveel verminderde de pensioenopbouw door introductie van de middelloonregeling in 2005? Dit is moeilijk aan te geven. Van belang hierbij is of iemand carrière maakt of niet. Bij geen of beperkte carrière is het verschil gering, uitgaande van de veronderstelling dat opgebouwde rechten regelmatig geïndexeerd worden. Bij een forse carrièrestijging is het verschil veel groter. Dat neemt niet weg dat men algemeen van oordeel is dat een middelloonregeling een alleszins redelijk pensioen oplevert, aannemend dat de opgebouwde rechten regelmatig geïndexeerd worden. Geeft de tabel in de pensioenkrant een reëel beeld van de verminderde pensioenopbouw voor deelnemers jonger dan 35 jaar? Uitgangspunt bij de berekeningen die in de tabel zijn opgenomen, is dat de voorgestelde nieuwe pensioenregeling tot in lengte van dagen wordt voortgezet. Deze aanname is echter niet realistisch. De voorgestelde nieuwe regeling loopt van 1 april 2011 tot 1 januari 2015. Begin 2015 ontstaat weer een nieuwe situatie, omdat het huidige garantiecontract dan afloopt. Het is nadrukkelijk het streven van de Onderneming om dan, indien mogelijk, een pensioenregeling te creëren die een goede balans biedt tussen de belangen van de verschillende leeftijdscategorieën. Hierbij wordt ook het perspectief van de jongeren nadrukkelijk meegenomen. Met de huidige pensioenwetgeving is dit (nog) niet realiseerbaar, daarin ligt nog het solidariteitsbeginsel ten grondslag. Dit betekent dat de pensioenregeling voor alle actieve deelnemers hetzelfde moet zijn (jongeren, ouderen). Hopelijk wordt in de nabije toekomst de wetgeving zodanig gewijzigd dat differentiatie mogelijk is tussen verschillende leeftijdscategorieën. In de bijspaarmodule hebben wij deze differentiatiemogelijkheid wel en hebben dan ook zoveel mogelijk rekening gehouden wat betreft hoogte van premie-inleg en de wijze van beleggen (al dan niet risicovoller) Zie hierover ook andere vragen over de Bijspaarmodule. EVENWICHTIGE BELANGEN Wat wordt bedoeld met gelijkwaardigheid wat betreft evenwichtige belangbehartiging? Het Pensioenfonds kent de volgende drie deelnemers: de actieve deelnemers, de slapers en de gepensioneerden. De wet stelt als eis dat bij versoberingen in de pensioenregeling alle drie de deelnemers een evenwichtige bijdrage leveren in de realisatie van deze versobering. De Nederlandsche Bank toetst of aan deze eis wordt voldaan. Wat is het effect van de wijzigingen voor deelnemers die nog weinig pensioenrechten bij het Pensioenfonds hebben opgebouwd, zoals oud-van Heugten medewerkers of oud-iwaco medewerkers? Bij een relatief geringe pensioenopbouw is het effect van de beperking op de opbouw en het bevriezen van de indexatie beperkt. Het grootste deel van de pensioenopbouw heeft tot nu toe immers plaatsgevonden via de vorige pensioenregeling. De opbrengst daarvan zal mede de hoogte van het te zijner tijd te ontvangen pensioen bepalen. 6

Is het gevolg van de verminderde pensioenopbouw dat de jongeren te zijner tijd een lager pensioen ontvangen? De verminderde opbouw heeft inderdaad het grootste effect op jongeren, omdat die nog de meeste jaren pensioen moeten opbouwen. Bij 50 plussers is het effect gering omdat zij het grootste deel van hun opbouw in het verleden al gerealiseerd hebben. Echter als we geen maatregelen nemen zullen alle actieve deelnemers (waaronder de jongeren) tot 2015 meer pensioenrechten opbouwen. Maar het is de vraag of deze hogere pensioenopbouw uiteindelijk ook resulteert in een hoger pensioen als na verloop van tijd de indexatie wegvalt. In een middelloonsysteem is indexatie voor alle deelnemers essentieel om uiteindelijk een pensioen te ontvangen dat in redelijke verhouding staat tot het laatstgenoten salaris. Het veilig stellen van indexatie na 2015 is dan ook de hoofdreden om nu op de pensioenopbouw te bezuinigen. Is er gekeken naar de mogelijkheid om het effect van de mindere pensioenopbouw voor jongeren te beperken? Onderzocht is in hoeverre er verschil gemaakt mag worden in pensioenopbouw tussen verschillende leeftijdscategorieën, c.q. in de manier waarop belegd wordt. Bijvoorbeeld het geld voor jongeren risicovoller beleggen met door lange doorlooptijd een grotere kans op beter rendement en daarmee een hogere pensioenopbouw. De wetgeving staat vanwege het solidariteitsbeginsel het maken van onderscheid naar leeftijdscategorieën momenteel niet toe. Naar verwachting wordt de wetgeving op dit punt de komende jaren aangepast. De Onderneming heeft de intentie in de regeling na 2015 hiervan gebruik te maken. In de bijspaarmodule kunnen jongeren wel meer risicovol beleggen. INVOERING NIEUWE REGELING Waarom wordt de aanpassing van de regeling per 1 april 2011 ingevoerd? Het premiejaar van het Pensioenfonds loopt van 1 april tot 1 april. Om de beoogde versterking van het eigen vermogen te bereiken (112% eind 2014) is de maximale periode nodig. Anders worden de maatregelen te rigoureus. Welke pensioenleeftijd staat op het pensioenoverzicht (UPO) eind 2011? De pensioenadministratie wordt per 1 januari 2012 omgezet van een pensioenleeftijd op 62 jaar naar één op 65 jaar. Dit betekent dat de UPO van 31 december 2011 nog de pensioenrechten weergeeft gebaseerd op een pensioenleeftijd van 62 jaar. Is goedkeuring van De Nederlandsche Bank (DNB) voor deze wijziging vereist? DNB toetst de versobering van de pensioenregeling en kan aanwijzingen geven indien zij van mening is dat de wijziging niet in overeenstemming is met de wet. Dit speelt ondermeer als er geen sprake is van evenwichtige belangenbehartiging, het reglement in strijd is met de wetgeving of de premie ontoereikend is. Moeten gepensioneerden ook goedkeuring geven aan de wijziging van de pensioenregeling? Het Bestuur is van mening dat goedkeuring van belang is, zeker nu de indexatieregeling ingrijpend gewijzigd wordt ten opzichte van de toeslagregeling die gold toen men met pensioen ging. Net als bij de actieve deelnemers kunnen de gepensioneerden de wijziging van de regeling tegenhouden als meer dan éénderde gemotiveerd van oordeel is dat de wijziging in deze vorm niet moet plaatsvinden. 7

Wie beoordeelt in het kader van de goedkeuringsprocedure of een bezwaar inhoudelijk is of niet? Deze beoordeling ligt bij het Bestuur. Daarbij gaat het met name om de vraag of het bezwaar beargumenteerd is of niet. Waarom zouden gepensioneerden geen bezwaar maken? Voor gepensioneerden is indexatie belangrijk in verband met behoud van de koopkracht. Als zij de wijziging van de pensioenregeling tegenhouden dan is de kans groot dat ook zij na verloop van tijd geen indexatie meer ontvangen. Dat is nadelig voor hen. De tabel in de pensioenkrant laat duidelijk een verminderde pensioenopbouw zien voor deelnemers jonger dan 35 jaar. Waarom zouden de jongere deelnemers met de nieuwe regeling akkoord gaan? Centraal staat dat de Onderneming en het Pensioenfonds zoveel mogelijk veilig willen stellen dat er na 2015 indexatie van opgebouwde pensioenrechten mogelijk is. Hiervoor moet het Pensioenfonds haar eigen vermogen tot begin 2015 verder uitbouwen zodat dan hopelijk een dekkingsgraad aanwezig is van 112% of meer. Om deze reden is nu een versobering van de regeling noodzakelijk. Indexatie is essentieel voor de uiteindelijke hoogte van het ouderdomspensioen dat de deelnemers ontvangen. Het positieve effect van een redelijke indexatie van alle opgebouwde rechten bij jongeren is veel groter dan het negatieve effect van verminderde opbouw tot 1 januari 2015. Bovendien kan die verminderde opbouw relatief goedkoop gecompenseerd worden middels extra bijsparen. Niet akkoord gaan is dus niet in het belang van de jongeren. BIJSPAARMODULE Hoe komt de nieuwe bijspaarmodule eruit te zien? De bijspaarmodule betreft een aanvullende pensioenregeling die voor de deelnemers de mogelijkheid biedt fiscaal voordelig extra ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen boven op de pensioenregeling op te bouwen. Jaarlijks geeft het Pensioenfonds aan welk bruto bedrag een deelnemer uit zijn inkomen maximaal hiervoor kan aanwenden. De deelnemer bepaalt zelf ieder jaar of hij hiervan gebruik wil maken en zo ja voor welk bedrag. De ingelegde bedragen worden belegd, waarbij enige keuzevrijheid is. Op het moment dat de deelnemer tussentijds uit dienst of met pensioen gaat, wordt met de belegde gelden (binnen het pensioenfonds) extra ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen aan te kopen. Het aantrekkelijke van de bijspaarmodule is dat het fiscaal voordelig is. Over de op het salaris ingehouden premie wordt geen doorbelasting ingehouden. Bovendien komen de administratiekosten geheel voor rekening van het Pensioenfonds. In september/oktober vindt speciale voorlichting plaats over de bijspaarmodule en andere mogelijkheden om extra voorzieningen te treffen voor de oude dag. Wat is de orde van grootte van het bedrag dat men jaarlijks in de bijspaarmodule kan sparen? Uitgaande van de huidige fiscale normen is de omvang van dat bedrag sterk afhankelijk van leeftijd en hoogte van inkomen. In onderstaande tabel is de fiscale ruimte opgenomen voor een volledig fiscaal jaar. Omdat onze pensioenregeling per 01-04-2011 ingaat, moeten over het jaar 2011 de getallen met een factor 0,75 worden vermenigvuldigd. 8

Kan de bijspaarmodule eerder tot uitkering komen dan 65 jaar? De gelden van de bijspaarmodule (zowel de oude als de nieuwe) worden omgezet in extra pensioenrechten bij het fonds bij tussentijdse uitdiensttreding, op 62 jarige leeftijd of eerdere pensionering (oude gelden) of bij pensionering voor 65 jarige leeftijd (nieuwe gelden). Hoe wordt in de nieuwe regeling omgegaan met de reeds opgebouwde rechten in de bijspaarmodule? We zullen ervoor kiezen dat op de opgebouwde gelden het bestaande reglement van toepassing blijft. De bijspaarmodule (reeds bestaande rechten) kent als regel dat als men 62 wordt, het opgebouwde kapitaal aangewend moet worden voor aankoop van extra pensioenrechten bij het Pensioenfonds. Deze regel blijft onverkort gehandhaafd. Kunnen gelden die oud-iwaco medewerkers hebben gespaard in de toen geldende vroegpensioenregeling van Aegon worden ingebracht in de bijspaarmodule? Dat is helaas niet mogelijk. De Aegon gelden komen vanaf het 60 ste jaar beschikbaar en de medewerker dient deze aan te wenden voor een tijdelijk of levenslang pensioen. Deze gelden kunnen bij Aegon desgewenst blijven staan tot maximaal het 65 ste levensjaar. Voordeel daarvan is dat men in de tussentijd wellicht nog beleggingswinst incasseert, voordat men het belegde bedrag omzet in pensioen. DOORKIJK NAAR DE TOEKOMST In de presentatie is aangegeven dat vanaf 1 april 2011 circa 34 miljoen extra eigen vermogen opgebouwd moet worden, uitgaande van een dekkingsgraad van 112% eind 2014. In hoeverre is de koersontwikkeling van belang voor het bereiken van dit bedrag? In onze berekeningen zijn wij uitgegaan van een gemiddelde beleggingsopbrengst van 4% over de beschikbare periode tot eind 2014. Dit is een conservatieve inschatting, maar naar het oordeel van de Onderneming en Bestuur realistisch, gegeven de verwachte economische ontwikkelingen de komende jaren. Mochten de beleggingsinkomsten hoger uitvallen dan zal de 112% eerder worden bereikt. Vallen zij tegen dan zal het lastig worden de beoogde doelstelling eind 2014 te bereiken. In die situatie zullen er tussentijds aanvullende maatregelen overwogen moeten worden. Het spreekt vanzelf dat in die situatie vele andere pensioenfondsen hun herstelplannen ook niet kunnen realiseren. Alsdan zullen er hoogstwaarschijnlijk op landelijk niveau ook aanvullende maatregelen worden geïnitieerd. Hoe heeft de lange rente zich in het verleden ontwikkeld en wat is de prognose? De lange rente (dit is de 10 jaarsrente) is historisch gezien erg laag. In de gehele 20 ste eeuw lag de lange rente boven de 4%. Sinds geruime tijd (financiële crisis) ligt de lange rente tussen de 3% en 3,4% met een uitschieter naar beneden van 2,5%. De inschatting is dat de lange rente de komende jaren onder de 4% zal blijven. 9

Zijn de beoogde besparingsmogelijkheden voldoende om de dekkingsgraad van 112% eind 2014 te bereiken? Dat is het geval wanneer de beleggingsopbrengsten tot 2015 gemiddeld 4% zijn en de rente niet veel lager zakt dan nu reeds het geval is. Wat is het belangrijkste risico waardoor de 112% niet behaald kan worden? Het grootste risico is dat de komende jaren de beleggingsopbrengsten veel lager uitvallen dan gemiddelde beleggingsopbrengst van 4% of dat de lange rente verder daalt. Doet zich die situatie voor, dan ontstaat er een nieuwe hevige pensioencrisis. Dan zullen er door de pensioenfondsen aanvullende maatregelen (lees versoberingen) genomen moeten worden, waarbij opnieuw centrale afspraken zullen worden gemaakt en wetgeving zal worden aangepast. Bij welk rentepercentage wordt relatief snel de dekkingsgraad van 112% weer bereikt? Onze inschatting is dat bij een lange rente van meer dan 4% de dekkingsgraad van 112% weer relatief snel bereikt zal zijn. Hoe zeker is de AOW? De AOW is de eerste en belangrijkste pijler van ons pensioenstelsel. Gegeven het grote maatschappelijke belang zal de regering er alles aan doen om de AOW op een redelijk niveau in stand te houden. Wij zullen dat terug zien in stijgende AOW premies ten laste van de algemene middelen en beperkte kapitaalvorming. De verwachting is dan ook dat de AOW redelijk zeker is. Bestaat er een kans dat er na 2015 een nieuw garantiecontract wordt afgesloten? Het is denkbaar dat er na 2015 een nieuw garantiecontract wordt afgesloten. Echter de kans daartoe is minder reëel als de rente zo laag blijft en de garantiekosten bij verzekeraars daardoor zo hoog blijven als nu het geval is. 10