De naïeve betekenistheorie. De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat.



Vergelijkbare documenten
TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006

Indexicale Problemen voor Frege

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN

Semantiek 1 college 2

Semantiek 1 college 4. Jan Koster

Kripke's puzzel, Quine en Davidson

foundationalist: Er zijn zelf-evidente, en dus zelfrechtvaardigende, overtuigingen. Er zijn zelf-evidente, waarheidsbehoudende inferentieregels.

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

Semantiek van predicatenlogica en Tractatus

Logica voor AI. Inleiding modale logica en Kripke semantiek. Antje Rumberg. 14 november 2012

Logica als een oefening in Formeel Denken

Grice. Terug naar In Defence of a Dogma

Semantiek 1 college 1

Is de predikaatopvatting van eigennamen definitief weerlegd?

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT

Gottlob Frege, Der Gedanke, 1918.

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Proeftentamen deel Wetenschapsfilosofie proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

Filosofie van de wiskundige praktijk (naturalisme) Bart Van Kerkhove

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER

Voortgezette Logica, Week 2

Logica voor AI. Bewijstheorie en natuurlijke deductie. Antje Rumberg. 28 november Kripke Semantiek.

Logica voor AI. Responsiecollege. Antje Rumberg. 12 december Kripke Semantiek. Geldigheid. De bereikbaarheidsrelatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Samenvatting in het Nederlands

Saul Kripke. Stefan Wintein (Erasmus University Rotterdam) / 62

Logica voor AI. Verschillende modale systemen en correctheid. Antje Rumberg. 30 november 2012.

Nieuwe redeneringen. TI1300: Redeneren en Logica. Waar gaan deze uitdrukkingen over? Een nieuwe taal

TAALFILOSOFIE SYLLABUS

Semantiek 1 college 8. Jan Koster

Onbegrip in eenvoudige conversaties

Logica 1. Joost J. Joosten

TI1300: Redeneren en Logica. TI1300 Redeneren en Logica College 1: Inleiding en Bewijstechnieken. Blackboard: enroll!

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Logica voor AI. Bisimulatie en niet-karakteriseerbaarheid. Antje Rumberg. 21 november Correspondentie.

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica voor AI. Tijdslogica. Antje Rumberg. 07 december Kripke Semantiek. Tijdslogica. De bereikbaarheidsrelatie

Pragmatiek. 6 juni 2009

Excerpt. Laurence Bonjour, In defense of pure reason: A rationalist account of a priori justification Cambridge University Press, G.J.E.

Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie. Boek. Overzicht van dit college. Anna Chernilovskaya. 7 juni 2011

Het lichaam-geest probleem

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren

Groeperen. Het weldoordacht ordenen en weergeven van informatie. Groeperen van items. Groeperingprincipes kiezen. Geordend.

Vraag Antwoord Scores

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Eindexamen Filosofie vwo II


Gottlob Frege, Über Sinn und Bedeutung. [1892] Uit: Gottlob Frege, Funktion, Begriff, Bedeutung. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 1980, pp

Identiteit en misverstand. 1

5. 8. Quine Biografie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 februari 2009 BEWIJZEN

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018

Formeel Denken 2013 Uitwerkingen Tentamen

Intermezzo: Van recepten naar de ingrediënten 35

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Lorentz Lyceum. Datum: Onderwerp: Identiteit & samenleving

Achtergrond bij de pragmatiek

Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!

Samenvatting. Bijlage B

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen

Causaal contextualisme: Een zelfstandige semantische theorie of een vorm van epistemologisch contextualisme?

1 De tweede gedachte: de mens is een chemisch proces als een ander

Logica 1. Joost J. Joosten

Aristoteles. empirist

(4) [Rick op 16 mei:] Het tentamen dat jullie vandaag gaan maken is niet moeilijk.

Het nutteloze syllogisme

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1: formele logica

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

Betekenis 2: lambda-abstractie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Semantiek 1 college 3

Kansrekening en Statistiek

Naam student. Examennummer. Handtekening

Ter inleiding (tot een inleiding)

Intermezzo: Van recepten naar de ingrediënten 35

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2

Inleiding Cognitiefilosofie. 18 april 2018 Elsbeth Brouwer

Semantiek 1 college 10. Jan Koster

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde).

Filosofie voor de Wetenschappen

Logica voor Informatica

BIM-validatietool Toetst data bij aanlegprojecten

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden !!

Homework assignment 7 (Intensionality)

De Vliegende Start Toets 1 - vragen

Transcriptie:

De naïeve betekenistheorie De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat.

De naïeve betekenistheorie Kritiek: De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken over niet bestaande (fictieve) entiteiten (eenhoorns, de Syrenen) Substitutie van synoniemen in intensionele contexten.

GOTTLOB FREGE (1848 1925) NAAM SINN BEDEUTUNG (= object)

WAT IS SINN? NAMEN

NAMEN SINN (CONNOTATIE/INTENSIE) NAAM OBJECT

SINN VAN NAMEN CARNAP: SINN IS EEN FUNCTIE VAN NAMEN NAAR OBJECTEN DESCRIPTIVISTEN: SINN IS EEN BESCHRIJVING VAN DE BEDEUTUNG

NAMEN SCHEMA VOOR BESCHRIJVINGS- THEORIEËN VOOR NAMEN 1.ER IS EEN EIGENSCHAP DIE AAN BEPAALDE VOORWAARDEN VOLDOET 2.DE SPREKER ASSOCIEERT DIE EIGENSCHAP MET DE NAAM

NAMEN 3. DE NAAM VERWIJST NAAR OBJECT O, INDIEN N O HET ENIGE DING IS MET DIE EIGENSCHAP 4. ALS F EEN PREDICAAT IS DAT DIE EIGENSCHAP UITDRUKT DAN IS DE NAAM SYNONIEM MET DE UNIEK BEPALENDE BESCHRIJVING DE F.

NAMEN NOTA BENE: ER SPELEN HIER TWEE DINGEN: 1.DE THESE DAT DE BETEKENIS VAN DE NAAM SYNONIEM IS MET EEN UNIEK BEPALENDE BESCHRIJVING 2.HET VASTLEGGEN (FIXEREN) VAN DE VERWIJZING (clausule 4 vervalt)

NAMEN BEZWAREN TEGEN DE DESCRIPTIE- THEORIE 1.MODALE BEZWAREN 2.EPISTEMOLOGISCHE BEZWAREN 3.SEMANTISCHE BEZWAREN

MODALITEITEN Modale logica 1.Aletische (op waarheid betrokken) noodzakelijk waar feitelijk waar mogelijk waar

MODALITEITEN Modale logica 2. Epistemisch (op kennis betrokken) 3. Temporeel (op tijd betrokken) 4. Deontisch (op plichten betrokken)

KRIPKE MODALE BEZWAAR: modaal betekent in deze context noodzakelijk/feitelijk/mogelijk betreffend

KRIPKE MODALE BEZWAAR: Shakespeare, indien hij bestaan heeft, schreef Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet. Indien iemand een Engelse schrijver is die de enige auteur is van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet, dan is hij Shakespeare.

KRIPKE MODALE BEZWAAR: De descriptie theorie zegt: Shakespeare = de schrijver van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet.

KRIPKE MODALE BEZWAAR: Substitutie in de twee zinnen: Iemand is de Engelse schrijver die Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet schreef, indien n hij de Engelse schrijver is die Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet schreef.

KRIPKE MODALE BEZWAAR: Dan zouden deze twee zinnen noodzakelijke waarheiden moeten zijn: Shakespeare, indien hij bestaan heeft, schreef Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet. Indien iemand een Engelse schrijver is die de enige auteur is van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet, dan is hij Shakespeare

KRIPKE MODALE BEZWAAR: Maar: Shakespeare, indien hij bestaan heeft, schreef Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet. kan geen noodzakelijke waarheid zijn,want er is een mogelijke wereld, waarin Shakespeare heeft bestaan, maar geen schrijver is geweest.

KRIPKE MODALE BEZWAAR: Maar Indien iemand een Engelse schrijver is die de enige auteur is van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet, dan is hij Shakespeare kan geen noodzakelijke waarheid zijn, want er is een mogelijke wereld, waarin iemand anders de schrijver is geweest. (Zie N. Salmon, R&E, 1982)

KRIPKE MODALE BEZWAAR: berust op de intuïtie dat de naam Shakespeare naar de zelfde persoon blijft verwijzen, ook in contrafeitelijke (counterfactual) situaties waarin hij of zij kenmerkende eigenschappen mist

KRIPKE EPISTEMOLOGISCHE BEZWAAR Shakespeare, indien hij bestaan heeft, schreef Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet. Indien iemand een Engelse schrijver is die de enige auteur is van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet, dan is hij Shakespeare.

KRIPKE EPISTEMOLOGISCHE BEZWAAR: De descriptie theorie zegt: Shakespeare = de schrijver van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Juliet.

KRIPKE EPISTEMOLOGISCHE BEZWAAR: Dan moeten de twee zinnen a priori kennis uitdrukken, i.e. kennis die we kunnen rechtvaardigen door een beroep te doen op algemeen geldige beginselen. Maar de twee zinnen drukken a posteriori kennis uit!

KRIPKE EPISTEMOLOGISCHE BEZWAAR: a posteriori kennis, i.e. kennis die we moeten rechtvaardigen door een beroep te doen op waarneming van de feiten.

KRIPKE SEMANTISCHE BEZWAAR Columbus was de eerste Europeaan die voet aan land zette in Amerika. Echter: deze uniek bepalende beschrijving is niet waar van Columbus, maar van een Noorse zeevaarder uit de Middeleeuwen.

KRIPKE SEMANTISCHE BEZWAAR Of Columbus daadwerkelijk de eerste Europeaan was die voet aan land zette in Amerika is irrelevant voor de verwijzing van ons gebruik van de naam Columbus.

KRIPKE NAMEN ZIJN RIGID DESIGNATORS. Een naam is een rigid designator indien n het naar het zelfde object verwijst in alle mogelijke werelden waarin dat object bestaat.

KRIPKE NAMEN ZIJN RIGID DESIGNATORS. Naar aanleiding van vraag tijdens college: persistente versus obstinate rigid desginators (Zie N. Salmon, Reference & Essence, 1982, pp. 32 36.)

KRIPKE, persistente rigid desginators: een uitdrukking die verwijst naar hetzelfde object in iedere mogelijke wereld waarin dat object bestaat, en die niet verwijst in mogelijke werelden waarin dat object niet bestaat.

KRIPKE, obstinate rigid desginators: een uitdrukking die verwijst naar hetzelfde object in iedere mogelijke wereld. Kaplan: namen zijn obstinate rigid designators. We kunnen nl. beweren: Socrates is dood en Kierkegaard anticipeerde Dreyfuss.

KRIPKE Analytisch Synthetisch A priori A = a Vrijgezel is ongehuwd. A A Alles wat gekleurd is uitgebreid in de ruimte. Voor een rechthoekige driehoek geldt: a 2 +b 2 =c 2 A posteriori? Metalen zetten bij verhitting uit.

KRIPKE ANALYTISCHE OORDELEN: Oordelen waarin het predicaatsbegrip vervat zit in het subjectsbegrip. Kant: erläuterend Een vrijgezel is ongehuwd.

KRIPKE SYNTHETISCHE OORDELEN: Oordelen waarin het predicaatsbegrip iets toevoegt aan het subjectsbegrip. Kant: erweiterend De vrijgezel is kaal.

KRIPKE A priori oordelen: Voor het bewijzen van de waarheid van a priori oordelen hoeft men alleen een beroep te doen op universele logische wetten en definities. (Frege, GdA, p. 4)

KRIPKE A posteriori oordelen: Voor het bewijzen van de waarheid van a posteriori oordelen moet men ook een beroep doen op waarneming van de feiten. (Frege, GdA, p. 4)

KRIPKE Analytische A posteriori oordelen? Voor het bewijzen van de waarheid van a posteriori oordelen waarin dus aan het subjectsbegrip niets word teogevoegd moet men ook een beroep doen op waarneming van de feiten. Bestaan die?

KRIPKE Analytische A posteriori oordelen? Bestaan die? Traditie na Kant: nee! Kripke: deze ontkenning vooronderstelt dat het analytisch/synthetisch onderscheid samenvalt met het a priori/a posteriori onderscheid.

KRIPKE Kripke: analytisch/synthetisch onderscheid is een metafysisch onderscheid het a priori/a posteriori onderscheid is een kennistheoretisch (= epistemologisch) onderscheid.

KRIPKE Voorbeeld: Water is H 2 O. Deze identiteitsuitspraak is altijd al waar geweest, alleen hebben wij dat moeten ontdekken.

De naïeve betekenistheorie Kritiek: De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken over niet bestaande (fictieve) entiteiten (eenhoorns, de Syrenen) Substitutie van synoniemen in intensionele contexten.

De naïeve betekenistheorie De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Oplossing: onderscheid tussen semantiek en pragmatiek. semantically encoded and pragmatically imparted information.

De naïeve betekenistheorie De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Ketchup = ketchup. Zelfde propositie, verschillende uitspraak.

De naïeve betekenistheorie (fictieve) entiteiten (eenhoorns, de Syrenen) Oplossingen: 1. As if zinnen (Kendall Walton, Fearing Fictions ) 2.Verwijzen naar mogelijke werelden, waarin die entiteiten wel bestaan (David Lewis, Kroon).

De naïeve betekenistheorie Substitutie van synoniemen in intensionele contexten. Zie Kripke in Martinich: A Puzzle about Belief. Londres est jolie versus London is pretty. Pierre en vacances.

PUTNAM De re/ de dicto Alle mensen zijn noodzakelijk levende wezens. De dicto: Het is noodzakelijk dat: alle mensen levende wezens zijn. De re: Alle mensen zijn noodzakelijk levende wezens.

PUTNAM De re: Alle mensen zijn noodzakelijk levende wezens. Dat wil zeggen: mensen hebben de noodzakelijke (essentiële) eigenschap dat ze levende wezens zijn. ESSENTIALISME!

PUTNAM NATUURLIJKE SOORTEN EN NATUURLIJKE SOORT-TERMEN water, goud, kat, tijger, walvis Verwijzen wij naar natuurlijke soorten met behulp van intensies (Sinn)?

NAMEN SCHEMA VOOR BESCHRIJVINGS- THEORIEËN VOOR NATUURLIJKE SOORT-TERMEN 1.ER IS EEN EIGENSCHAP DIE AAN BEPAALDE VOORWAARDEN VOLDOET 2.DE SPREKER ASSOCIEERT DIE EIGENSCHAP MET DE NATUURLIJKE SOORT-TERM

NAMEN 3. OBJECT O IS EEN LID VAN DE EXTENSIE VAN DE NATUURLIJKE SOORTTERM INDIEN N O DIE EIGENSCHAP HEEFT 4. ALS D EEN BESCHRIJVING IS VAN DIE EIGENSCHAP, DAN IS DE NATUURLIJKE SOORTTERM SYNONIEM MET DIE BESCHRIJVING D.

NATUURLIJKE SOORT TERMEN BEZWAREN TEGEN DE DESCRIPTIE- THEORIE OPNIEUW (ZIE KRIPKE) 1.MODALE BEZWAREN 2.EPISTEMOLOGISCHE BEZWAREN 3.SEMANTISCHE BEZWAREN

PUTNAM NIEUW SEMANTISCH BEZWAAR AARDE EN TWEELINGAARDE OSCAR EN TWIN OSCAR WATER IS H 2 O EN WATER IS XYZ

PUTNAM SEMANTISCH EXTERNALISME Na de doopact van een natuurlijke soort bepaalt de werkelijkheid of het gebruik van die natuurlijke soortterm om te verwijzen naar een natuurlijke soort correct is of niet. Division of linguistic labour

PUTNAM EXTERNALISME IN DE FILOSOFIE VAN DE GEEST DE (FYSIEKE EN SOCIALE?) OMGEVING BEPAALT DE INHOUD VAN IEMANDS GEDACHTEN OSCAR: IK ZIE WATER = IK ZIE H 2 O TWEELING OSCAR: IK ZIE WATER = IK ZIE XYZ.

PUTNAM TOKENREFLEXIVE IK, HIER, NU INDEXICALS DIT, DAT NATUURLIJKE SOORTTERMEN HEBBEN EEN INDEXICALE COMPONENT.

PUTNAM NATUURLIJKE SOORTTERMEN HEBBEN EEN INDEXICALE COMPONENT. water is a stuff that bears a certain similarity relation to the water around here. Water at another time or in another place has to bear the relation same L to our water in order to be water.

PUTNAM Water at another time or in another place has to bear the relation same L to our water in order to be water. Hieruit volgt: essentialisme. De stof hier voor mij moet bepaalde essentiële eigenschappen gemeen hebben met de stof die ooit zo gedoopt is om water te zijn.