Benzodiazepinen bij de behandeling van katatonie



Vergelijkbare documenten
BEWEGINGSSTOORNISSEN IN DE PSYCHIATRIE Katatonie. Prof. dr. Peter N van Harten. PN van Harten

Letale katatonie: de plaats van antipsychotica in de behandeling

Katatonie of maligne katatonie: een onderscheid met belangrijke consequenties

Katatonie, een syndroom om te herinneren

Katatonie: een veelvoorkomend, maar weinig herkend ziektebeeld

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

autisme, katatonie Een succesvolle behandeling met lorazepam

Katatonie. Dirk Jan Bruijn en Jan Dirk Blom

Psychotische stoornissen in DSM V. Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools

Opwindingstoestanden in de acute psychiatrie. Jeroen Zoeteman, psychiater/manager

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Een kwestie van maatwerk

Karakteristieken van katatonie bij schizofrenie en stemmingsstoornissen

NeDerLANDse samenvatting

Katatonie, een syndroom om te herinneren

Cognitieve stoornissen bij patiënten met een bipolaire stoornis

Psychosebehandeling met een lage dosering. -antagonist. l. de haan, i. maksmovic

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s

Nederlandse samenvatting

Diagnostiek en behandeling van het alcoholonthoudingsdelirium

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

This item is the archived peer-reviewed author-version of:

Selectieve serotonineheropnameremmers en onttrekkingsverschijnselen

Het cotardsyndroom. Differentiële behandeling volgens subclassificatie. y. m a d a n i, b. g. c. s a b b e

Katatonie bij autismespectrumstoornis; overzicht en gevalsbeschrijving

De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten

Prevention of cognitive decline

Elektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers

Reactie op Katatonie, een syndroom om te herinneren

Wat is ECT? Elektroconvulsietherapie: is dat nog van deze tijd? MANISCH-DEPRESSIEF? ZO GEK NOG NIET! Gent, 8 oktober

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Katatonie: een indicatie voor psychomotorische therapie? Introductie: definitie, pathofysiologie en prognose

Ontregeling van het immuunsysteem bij psychose

Psychomotorische symptomen bij schizofrenie: het belang van een vergeten syndroom

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

CHAPTER 7. Samenvatting

Het belang van goede slaap voor het psychisch welzijn: oorzaken en gevolgen van slaapstoornissen in de psychiatrie

Schizofrenie/psychotische stoornis: MAO-remmers bij depressie 6558 PANSS: Positive and Negative Syndrome Scale

Elektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen

De behandeling van paniekstoornis

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine

ROM in de ouderenpsychiatrie

Benzo Moe. Over het terugdringen van chronisch benzodiazepinegebruik

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Samen met de kinderartsen

Tardieve dyskinesie en vitamine E

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

De effectiviteit van pimozide bij een waanstoornis van het achtervolgingstype

BUSH-FRANCIS CATATONIA RATING SCALE Nederlandse versie (BFCRS-N)

Pub u l b ic i at a i t e i s

12 Langdurige epileptische aanvallen

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Verpleegkundige dossierbesprekingen. Evidence-based practice voor de dagelijkse praktijk

Verkeersdeelname: oxazepam cat. III I 1987

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Het is niet altijd wat het lijkt dat het is!! Rens Evers Psychiater MFCG Limburg Koraalgroep

Stilnoct Zolpidem 10mg 2,4 0,5-3 - Kortwerkend Rohypnol Flunitrazepam 1mg ** 1,2 +

PDAS. Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator. GGZ-Congres 20/09/2016

Schizophrenia spectrum and other psychotic disorders (dsm5.org) profile-based psychosen-zorg. Dr. Richard Bruggeman

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

GGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015

Risicotaxatie Suïcidaliteit. Suïcide en suïcidepogingen. Aantallen. 345 suïcidepogingen. Middel. Dr. Bert van Hemert, psychiater

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Onderzoek naar de effectiviteit van de residentieel geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbeldiagnose

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID. ONDERZOEK NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN

Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Samenvatting Samenvatting

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT

Olanzapine in de behandeling van adolescenten met anorexia nervosa

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

CHAPTER 9.2. Dutch summary (Samenvatting)

Katatonie meten: welke schaal te kiezen?

Een gecompliceerde behandeling van letale katatonie

De behandeling van een therapieresistente bipolaire depressie

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Leeftijd niet nader. gespecificeerd [3] 6-17 jaar [4] gespecificeerd [6]

Transcriptie:

g e v a l s b e s c h r i j v i n g Benzodiazepinen bij de behandeling van katatonie a. n. v a n d a l f s e n, f. v a n d e n e e d e, b. v a n d e n b o s s c h e, b. g. c. s a b b e samenvatting Een patiënte met acute katatonie tijdens benzodiazepinenontwenning wordt besproken. In de literatuur is het nut van benzodiazepinenbehandeling bij acute katatonie onderzocht. Er zijn alleen retrospectieve en open onderzoeken voorhanden. Deze wijzen op een gunstig effect van benzodiazepinen. Lorazepam is het meest bestudeerde middel en momenteel de eerste keuze. Voor het specifieke geval van acute katatonie bij benzodiazepinenontwenning is het doseringsbeleid hetzelfde als voor acute katatonie door andere oorzaken. [tijdschrift voor psychiatrie 48(2006)3, 235-239] trefwoorden behandeling, benzodiazepine, katatonie, ontwenningsverschijnselen Katatonie is een psychomotorisch syndroom met als belangrijkste symptomen stupor, katalepsie, mutisme, negativisme, staren, grimassen, stereotypie, echolalie en echopraxie. Tot 10% van de opgenomen psychiatrische patiënten lijdt hieraan (Fink & Taylor 2003). Katatonie staat in de dsmiv-tr vermeld als een stoornis door een somatische aandoening (293.89), of als subtype van schizofrenie (295.20), of als ongenummerde specificatie bij affectieve stoornissen. In dit artikel wordt een patiënte beschreven met acute katatonie door een somatische aandoening, in dit geval tijdens de ontwenning van clorazepinezuur. Aan de hand hiervan wordt in de literatuur het nut van het geven van benzodiazepinen (bdz) ter behandeling van acute katatonie onderzocht. Ten tweede wordt bestudeerd of de te gebruiken dosis van bdz voor de beschreven vorm van acute katatonie tijdens bdz-ontwenning, dezelfde is als, of verschilt van, de dosis voor acute katatonie door andere oorzaken. gevalsbeschrijving Een 45-jarige vrouw met diazepamafhankelijkheid wordt gedurende 6 dagen opgenomen in een perifeer ziekenhuis na een vermoeden van alcoholinname tijdens disulfiramgebruik. Tijdens de opname wordt zij behandeld met intraveneus clorazepinezuur 100 mg/dag, dat in 5 dagen wordt afgebouwd tot 20 mg oraal per dag. Op de 5de dag ontstaat een katatoniebeeld, waarvoor zij wordt doorverwezen naar de universitaire afdeling. Van de dsm-iv-tr-criteria voor katatonie vertoont zij bij opname op deze afdeling immobiliteit, stupor, negativisme (waaronder het weigeren van voedselinname), mutisme en posturing (minutenlange onnatuurlijke houdingen). Kwantificering van haar symptomen met de Bush Francis Catatonia Rating Scale (bfcrs), een 23-itemscorelijst (schaal 0-69), geeft een score van 17 (Fink & Taylor 2003). Hiermee voldoet ze zowel volgens de dsm-iv-trclassificatie als volgens de door Fink & Taylor voorgestelde classificatie aan de criteria van katatonie. Zij heeft geen wanen of hallucinaties. Wel is zij be- 235

a.n. van dalfsen/f. van den eede/b. van den bossche e.a kend met de thyreoïditis van Hashimoto. Haar psychiatrische voorgeschiedenis vermeldt een meer dan 10 jaar durende bdz- en alcoholafhankelijkheid. Zij heeft reeds verscheidene korte ontwenningsopnames en een disulfiramimplantatie gehad. Tot de opname nam patiënte dagelijks disulfiram 400 mg/dag. Daarnaast misbruikte zij hoge doses diazepam (tot 100 mg per dag). Zij heeft geen bekende voorgeschiedenis van psychose of stemmingsstoornissen. Tijdens de opname op de universitaire afdeling krijgt zij per dag propanolol 80 mg wegens tremor, levothyroxine 0,05 mg, esomeprazol 40 mg, lactuloseoplossing 20 g en clorazepinezuur 20 mg. Zij heeft een bloeddruk van 130/80 mmhg en een hartritme van 100 slagen per minuut. Zij heeft geen koorts. Om infectieuze pathologie uit te sluiten, wordt aanvullend onderzoek gedaan. De uitslag van het volledige bloedonderzoek, inclusief ionogram, leverfunctietesten, creatinefosfokinase en bloedbeeld, is normaal. Haar schildklierfunctie geeft met het oog op haar ziekte van Hashimoto en de levothyroxinesubstitutietherapie een te verwachten normale ft 4 (16,4 pmol/l, normaalwaarde: 9,7-23.4 pmol/l) en een daling van haar tsh (0,38 μu/ml; normaalwaarde 0,47-4,7 μu/ml). Verdere onderzoeken in de loop van de opname met serologische screening, feces- en urinekweek, blijven negatief. X-thorax en ecg vertonen geen afwijkingen. Een eeg op de 2de dag na opname toont een polymorfe, symmetrische curve met een grensnormaal grondritme en geen tekens van epilepsie. mri-onderzoek toont een klein focaal letsel rechtsfrontaal. In de dagen na opname wordt een lichte toename van de bloeddruk en temperatuur geconstateerd. Daarnaast stijgt het creatinefosfokinase (tot 619 U/L; normaalwaarde 30-135 U/L) en ook de absolute neutrofilie (van 5,44 x 10 9 /l tot 7,57 x 10 9 /l; normaalwaarde 2,0-7,0 x 10 9 /l), met een verhoging van het totaal aantal leukocyten dat binnen de grenzen van het normale blijft (van 7,9 x 10 9 /l tot 10 x 10 9 /l; normaalwaarde 4,3-10 x 10 9 /l). De sedimentwaarde stijgt (tot 33 mm/uur; normaalwaarde 0-19 mm/uur). Als mogelijke oorzaak van de katatonie wordt in de eerste plaats gedacht aan de bdz-ontwenning. Ook disulfiraminname en alcoholontwenning zijn reeds eerder als mogelijke oorzaken van katatonie gemeld, maar dan verwacht men een kortere tijd tussen de laatste inname en het optreden van de katatonie. Ten slotte maakt de normale ft 4 - waarde het onwaarschijnlijk dat de schildklierafwijking verband houdt met de katatonie. Ter behandeling van de katatonie wordt gestart met lorazepam. Vanwege de vooraf bestaande bdz-afhankelijkheid en de hieruit voortkomende verminderde gevoeligheid voor bdz, wordt gestart met een hoge dosis van 20 mg oraal per dag. Hierna verdwijnt de katatonie tijdelijk. De patiënte is ongeveer 12 uur lang goed aanspreekbaar en adequaat in gedrag. De lorazepam wordt na 2 dagen verhoogd naar 40 mg per dag, wat opnieuw een tijdelijk verdwijnen van de katatonie veroorzaakt. Vanwege het voor de tweede keer terugkomen van de katatonie wordt op de 6de dag na opname besloten over te gaan tot elektroconvulsietherapie. Na 2 sessies is er volledig herstel met een normalisatie van de bloeddruk, temperatuur en bloedwaarden. literatuuronderzoek Met behulp van Medline werd naar literatuur gezocht uit de periode van 1966 tot 15 maart 2005. Het literatuuronderzoek beperkte zich tot Engelstalige tijdschriften. Een combinatie van de MeSHtermen catatonia en benzodiazepine leverde in totaal 100 artikelen op. Hieruit werden artikelen geselecteerd die over de behandeling van katatonie met bdz gaan of die het ontstaan van een katatonie door bdz-ontwenning beschrijven. Aanvullend werd gebruikgemaakt van de referenties in de geselecteerde artikelen en het recente handboek van Fink & Taylor (2003). bespreking Het is moeilijk gecontroleerd onderzoek naar het gebruik van bdz bij de behandeling van acute 236

benzodiazepinen bij de behandeling van katatonie tabel 1 Literatuuroverzicht van aan benzodiazepineontwenning gerelateerde acute katatonie Onderzoek Leeftijd/geslacht Aanvankelijk Duur benzodiazepinegebruik Benzodiazepine benzodiazepinegebruik per dag Deuschle & Lederbogen 2001 51/man bromazepam 18 mg 9 jaar lorazepam 3 mg (oraal) Kanemoto e.a. 1999 78/man nitrazepam 10 mg >10 jaar diazepam 10 mg (oraal) diazepam 10 mg Carroll 1997 42/vrouw lorazepam 7 mg onbekend lorazepam 2 mg (oraal) diazepam 80 mg (oraal) Glover e.a. 1997 62/man lorazepam 0,5 mg onbekend lorazepam 0.5 mg (i.m.) Rosebush & Mazurek 1996 88/man clonazepam 1,5 mg 15 jaar lorazepam 2 mg (i.m.) 70/man alprazolam 2 mg 6 maanden lorazepam 1 mg (i.m.) 66/vrouw oxazepam en temazepam 10 jaar lorazepam 1 mg (i.m.) (dosering onbekend) 53/vrouw diazepam 40 tot 60mg 15 jaar lorazepam 1 mg (i.m.) 63/vrouw diazepam 30 mg 20 jaar lorazepam 2 mg (i.m.) Hauser e.a 1989 29/man clorazepinezuur 45 mg onbekend diazepam 10 mg (i.v.) 30/vrouw clonazepam 4 mg onbekend lorazepam 1 mg (?) 29/man clorazepinezuur 30 mg onbekend diazepam 5 mg (i.v.) katatonie op te zetten. De huidige literatuur beperkt zich dan ook tot gevalsbeschrijvingen, dan wel verzamelingen hiervan, en tot prospectieve open onderzoeken. Er is geen placebogecontroleerd en gerandomiseerd onderzoek over acute katatonie. Het enige gerandomiseerde dubbelblinde placebogecontroleerde onderzoek dat heeft plaatsgevonden, betreft de toevoeging van bdz aan antipsychotica bij de behandeling van chronische katatonie bij patiënten met schizofrenie. Hierbij bleek de toevoeging niet effectief (Ungvari e.a. 1999). De onderzoeksresultaten bij acute katatonie kunnen als volgt worden samengevat: bdz blijken in 70-90% van de gevallen tot een complete remissie van de katatonie te leiden (Ungvari e.a. 2001). Wanneer de katatonie gepaard gaat met maligne kenmerken (hyperthermie en/of autonome disregulatie) zijn bdz slechts bij 40% van de patiënten effectief (Hawkins e.a. 1995). De effectiviteit van bdz kan niet worden voorspeld aan de hand van de ernst van de acute katatonie, noch aan de hand van het aantal katatoniesymptomen (Bush e.a. 1996). Voorspellend voor de uiteindelijke effectiviteit is wel de reactie op een proefbehandeling met lorazepam 2 mg intraveneus, gemeten met de bfcrs (Bush e.a. 1996). Uit prospectief onderzoek van Northoff e.a. (1995) komen verder verhoogde plasmahomovanillezuurspiegels en toegenomen angstsymptomen als mogelijke voorspellers van een grotere effectiviteit van de bdz naar voren. Toegenomen dyskinetische bewegingen zouden echter een minder goed effect voorspellen (Northoff e.a. 1995). Lorazepam is bij de behandeling van acute katatonie het meest gebruikte en best bestudeerde product (Menza & Harris 1989; Ungvari e.a. 2001). Hoewel minder bestudeerd, hebben ook andere bdz, zoals diazepam, midazolam, oxazepam en clonazepam, een gunstig effect (Benazzi 1991; Bush e.a. 1996; Rosebush e.a. 1992; Ungvari e.a. 1994). Er is slechts één dubbelblind onderzoek dat de effectiviteit van lorazepam vergelijkt met andere bdz, met name oxazepam. Hieruit blijkt dat beide bdz werkzaam zijn bij acute katatonie. Lorazepam is echter vanaf de tweede dag significant effectiever dan oxazepam (Schmider e.a. 1999). Wat betreft de dosering zijn er verschillende onderzoeken die uitwijzen dat 1-2 mg lorazepam al effectief is (Bush e.a. 1996; Ungvari e.a. 2001). Fink & Taylor (2003) adviseren om te starten met 3 tot 4 mg per dag. Wanneer dit na 2 dagen geen of onvoldoende resultaat geeft, kan verhoogd worden naar 8-16 mg per dag. Als na enkele dagen de katatonie niet of slechts tijdelijk opklaart, adviseren deze auteurs om over te gaan tot elektroconvulsietherapie. Met het oog op de beschreven patiënt wordt 237

a.n. van dalfsen/f. van den eede/b. van den bossche e.a de vraag gesteld of bij een vooraf bestaande bdzafhankelijkheid lorazepam werkzaam is bij de behandeling van katatonie en welke dosis het meest effectief is. Er zijn zes artikelen die de relatie beschrijven tussen bdz-ontwenning en het ontstaan van acute katatonie (zie tabel 1). Alle beschrijven een onmiddellijk verdwijnen van de katatonie na de toediening van een lage dosis bdz. Slechts één geeft aan dat het nuttig bleek de dosis bdz in het verdere verloop te verhogen (Carroll 1997). Op basis van dit literatuuronderzoek kan de vraag gesteld worden of lagere dan de in deze gevalsbeschrijving gebruikte doses niet even effectief of zelfs effectiever geweest zouden zijn. conclusie Uit onderzoek blijkt een gunstig effect van benzodiazepinen bij de behandeling van acute katatonie, maar gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek is noodzakelijk om dit te bevestigen. Lorazepam is het best bestudeerde product en het toepassen van een lage dosering hiervan is momenteel de eerste keuze. De behandeling van katatonie die is ontstaan ten gevolge van benzodiazepineontwenning is niet anders dan de behandeling van katatonie ten gevolge van andere oorzaken. literatuur Benazzi, F. (1991). Parenteral clonazepam for catatonia. Canadian Journal of Psychiatry, 36, 312. Bush, G., Fink, M., Petrides, G., e.a. (1996). Catatonia. II. Treatment with lorazepam and electroconvulsive therapy. Acta Psychiatrica Scandinavica, 93, 137-143. Carroll, B.T. (1997). Catatonia due to mixed sedative withdrawal. The Journal of Neuropsychiatry and Clinical Neurosciences, 9, 303-304. Deuschle, M., & Lederbogen, F. (2001). Benzodiazepine withdrawalinduced catatonia. Pharmacopsychiatry, 34, 41-42. Fink, M., & Taylor, M.A. (2003). Catatonia. A Clinicianś guide to diagnosis and treatment. New York: Cambridge University Press. Glover, S.G., Escalona, R., Bishop, J., e.a. (1997). Catatonia associated with lorazepam withdrawal. Psychosomatics, 38, 148-150. Hauser, P., Devinsky, O., De Bellis, M., e.a. (1989). Benzodiazepine withdrawal delirium with catatonic features. Occurrence in patients with partial seizure disorders. Archives of Neurology, 46, 696-699. Hawkins, J.M., Archer, K.J., Strakowski, S.M., e.a. (1995). Somatic treatment of catatonia. International Journal of Psychiatry in Medicine, 25, 345-369. Kanemoto, K., Miyamoto, T., & Abe, R. (1999). Ictal catatonia as a manifestation of de novo absence status epilepticus following benzodiazepine withdrawal. Seizure, 8, 364-366. Menza, M.A., & Harris, D. (1989). Benzodiazepines and catatonia: an overview. Biological Psychiatry, 26, 842-846. Northoff, G., Wenke, J., Demisch, L., e.a. (1995). Catatonia: short-term response to lorazepam and dopaminergic metabolism. Psychopharmacology, 122, 182-186. Rosebush, P.I., Hildebrand, A.M., & Mazurek, M.F. (1992). The treatment of catatonia: Benzodiazepines of ect? American Journal of Psychiatry, 149, 1279-1280. Rosebush, P.I., & Mazurek, M.F. (1996). Catatonia after benzodiazepine withdrawal. Journal of Clinical Psychopharmacology, 16, 315-319. Schmider, J., Standhart, H., Deuschle, M., e.a. (1999). A double-blind comparison of lorazepam and oxazepam in psychomotor retardation and mutism. Biological Psychiatry, 46, 437-441. Ungvari, G.S., Chiu, H.F., Chow, L.Y., e.a. (1999). Lorazepam for chronic catatonia: a randomized, double-blind, placebo-controlled cross-over study. Psychopharmacology, 142, 393-398. Ungvari, G.S., Kau, L.S., Wai-Kwong, T., e.a. (2001). The pharmacological treatment of catatonia: an overview. European Archives of Psychiatry and Clinical Neuroscience, 251, 131-134. Ungvari, G.S., Leung, C.M., Wong, M.K., e.a. (1994). Benzodiazepines in the treatment of catatonic syndrome. Acta Psychiatrica Scandinavica, 89, 285-288. auteurs a.n. van dalfsen was ten tijde van het schrijven van dit artikel arts in opleiding tot psychiater in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en is nu psychiater en werkzaam bij ggz Regio Breda. f. van den eede was ten tijde van het schrijven van dit artikel arts in opleiding tot psychiater en is nu psychiater en verricht onderzoek bij het Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute (capri) b. van den bossche is psychiater en was ten tijde van het schrijven van dit artikel werkzaam op de pauz van het 238

benzodiazepinen bij de behandeling van katatonie Universitair Ziekenhuis Antwerpen en is nu werkzaam bij ggz Westelijk Noord-Brabant. b.g.c. sabbe is psychiater en hoogleraar medische psychologie en psychiatrie aan de Universiteit Antwerpen en psychiater-teamleider in de Fase, pc St.-Norbertushuis te Duffel. Correspondentieadres: dr. A. van Dalfsen, Tinnenpotstraat 26, 2320 Hoogstraten, België. E-mail: karjen@belgacom.net. Geen strijdige belangen meegedeeld. Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 17-5-2005. summary The role of benzodiazepines in the treatment of catatonia. An evidence-based case study A.N. van Dalfsen, F. Van Den Eede, B. Van Den Bossche, B.G.C. Sabbe A patient who developed acute catatonia during benzodiazepine withdrawal is discussed. The case prompted us to review the literature on the role of benzodiazepines in the treatment of acute catatonia. Only retrospective and open studies were found which indicate that benzodiazepines do have a beneficial effect. Lorazepam is the most widely studied benzodiazepine and at present is the best treatment option. In the specific case of acute catatonia brought on by benzodiazepine withdrawal the recommended dosage is the same as for acute catatonia caused by something other than benzodiazepine withdrawal. [tijdschrift voor psychiatrie 48(2006)3, 235-239] key words benzodiazepine, catatonia, substance withdrawal syndrome, therapy 239