Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!



Vergelijkbare documenten
Naam student. Examennummer. Handtekening

1. Waarom wetenschapsleer... 2

Eindexamen filosofie vwo II

Inhoud. Wanneer is wetenschap ontstaan?

Geologica. Logisch Empirisme, Popper en Kuhn. Opzet van dit college. Rationalisme. Wat is kennis? Wetenschappelijke Revolutie.

Onderzoeksontwerp. Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

Methodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Eindexamen Filosofie vwo II

Filosofie van de wiskundige praktijk (naturalisme) Bart Van Kerkhove

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)

Handleiding bij Wondere wetenschap

filosofie vwo 2016-II

Eindexamen Filosofie vwo I

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil?

Eindexamen filosofie vwo I

Geloven en redeneren. Samenvatting

Opgave 3 De gewapende overval

Onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Jac Christis, 11 september 2013

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut

50MB5 Ethiek en Filosofie van BMW 25 oktober uur

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT

O n s e xua l r e p roduction

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 1 13 PART 1: BACKGROUND TO QUALITATIVE METHODS IN PSYCHOLOGY

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Correctievoorschrift VWO. Filosofie (nieuwe stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV39 Begin

Theorieën en hoofdfiguren uit de sociologie?

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)

Ruimte creëren. kennis, p. 17). De oplettende lezer ziet dat in het schema van deze negen aspecten deze ruimte wordt aangeduid met de woorden

Filosofie voor de Wetenschappen

Proeftentamen deel Wetenschapsfilosofie proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden !!

Onderzoeksontwerp. Module 3 (wo 30 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

De essentie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek

Methoden Week 1, 2, 4. College 2. Eerst: stukje wetenschapsfilosofie. Empirisch-analytisch onderzoek. Onderzoeksbenaderingen (wetenschapsparadigma s)

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

wetenschap die werkt voor de bedrijfsarts 31 mei 2018 Papendal

TI1300: Redeneren en Logica. TI1300 Redeneren en Logica College 1: Inleiding en Bewijstechnieken. Blackboard: enroll!

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eindtermen centraal examen filosofie vwo 2008 en 2009

Onderzoeksontwerp. (wo 16 sept 2015) Jac Christis

MISSIE & VISIE STICHTING WIFINN

Rationaliteit binnen en buiten wetenschap: verantwoording op mensenmaat

Eindexamen filosofie vwo I

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Wat is een basis? Voorbeeld. Voorbeeld KRITISCH DENKEN. Bases zijn geïdentificeerd.. maar zijn ze ook goed? 17 Evalueren van Bases

Zin en onzin van LED

Don t be fooled by your own wisdom. (Witold Gombrowicz) Inhoud van deze presentatie

Wetenschapsfilosofie, groei of breuken in kennis

Overzicht van benaderingen FILOSOFIE VAN DE EMPIRISCHE WETENSCHAPPEN. Logisch positivisme. Het logisch positivisme. Zinvolle uitspraken

Het lichaam-geest probleem

Wim Lintsen. Cursus De grote vragen van de Kosmos. Deel 2 De methode van de wetenschap

Covey. Introductie Covey. TRAINING: LEIDINGGEVEN IN DE 21ste EEUW

Praktische Numerieke Wiskunde

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

ALS DE PROBLEMEN ONOPLOSBAAR ZIJN

Realisatie eindtermen binnen de bachelor Biologie

PROCESDOEL 4 VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE GENERATIES

Sociaal wetenschappelijk onderzoek. Lezing voor het congres juridisch onderzoek in het hbo op 15 juni 2010 Peter Geurts

slides2.pdf 2 nov

Wie zijn wij? Effectief sturen in een wendbare organisatie

Over de noodzaak het sociale en het conceptuele tegen elkaar uit te spelen

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Eindexamen filosofie vwo 2003-I

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Houdingen rondom dierenwelzijn 'Hoe (kunnen) mensen over (de omgang met) dieren denken'

tudievragen voor het vak TCO-2B

Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Bestuurskunde

1 Kettingbreuken van rationale getallen

Logica op het Leonardo. Een inleiding

Inhoud. Verder lezen 60

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme

Eindexamen filosofie vwo I

College Week 1 Grondprincipes van de Wetenschap

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

n filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college

Minor Ethiek en sociale filosofie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

En de hemel als dak boven je hoofd... Ruimte maken voor geloof in christelijk onderwijs. Jan Marten Praamsma Utrecht 1999

Samenvatting. Bijlage B

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

Minor Ethiek en sociale filosofie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Over nut en noodzaak van praktijkgericht onderzoek. Congres Focus op onderzoek - Oogsten en verbinden 1 en 2 december 2011, Galgenwaard, Utrecht

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

Beoordeling van het PWS

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018

Theorie in de praktijk: een kader voor zelfinzicht

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Transcriptie:

KLEIN PROEFTENTAMEN WETENSCHAPSLEER Let op: Het tentamen bestaat straks uit 20 multiple choice vragen en 2 open vragen. In totaal zijn dus 100 punten te verdienen (= cijfer: 10). In het multiple choice gedeelte kunt u maximaal 60 punten scoren; met de open vragen kunnen maximaal 40 punten worden verdiend. In onderstaand klein proeftentamen zijn minder vragen opgenomen dan in het echte tentamen straks. Bovendien is dit proeftentamen beperkt tot de multiple choice vragen (geen open vragen) Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is! Let op: Tijdens het tentamen mag alleen het boek van Hollis, The Philosophy of Social Science worden gebruikt. Alle overige artikelen, collegedictaten, handouts of sheets mogen niet worden gebruikt. n het boek van Hollis mogen alleen kleine aantekeningen zijn gemaakt ter vertaling of verduidelijking van Engelstalige begrippen MULTIPLE CHOICE VRAGEN (totaal 60 punten) 1. Wat is het verschil tussen alledaagse kennis en wetenschappelijke kennis? a. Wetenschappelijke kennis is veel abstracter dan alledaagse kennis en bovendien altijd gebaseerd op experimenteel onderzoek. b. Wetenschappelijke kennis is niet alleen gestructureerder, maar heeft vooral grotere ambities dan alledaagse kennis: het wil de echte werkelijkheid beschrijven, onafhankelijk van allerlei individuele perspectieven op die werkelijkheid. c. Wetenschappelijke kennis is in hoge mate kwantitatief, het wil de werkelijkheid zoveel mogelijk op getal brengen en geen kwalitatieve uitspraken doen.. 2.Wat is het verschil tussen een correspondentie en een coherentietheorie van de waarheid? a. Een correpondentietheorie zegt dat een uitspraak waar is als die een getrouwe afbeelding biedt van de werkelijkheid, een coherentietheorie zegt dat een uitspraak waar is wanneer deze wordt ondersteund door een netwerk van andere uitspraken. b. Een correpondentietheorie zegt dat een uitspraak waar is wanneer deze wordt ondersteund door een netwerk van andere uitspraken, een coherentietheorie zegt dat een uitspraak waar is wanneer deze een getrouwe afbeelding biedt van de werkelijkheid. c. Er is geen verschil tussen een correspondentie en een coherentietheorie van de waarheid

3. Welke van de volgende uitspraken is een analytische uitspraak (in tegenstelling tot een synthetische uitspraak)? a. Zwanen zijn wit b. Tentamens zijn saai c. Vrijgezellen zijn ongetrouwd 4. Het Logisch-Positivisme had de ambitie a. een metafysisch antwoord te geven op de maatschappelijke problemen van vlak na de b. een wetenschappelijk antwoord te geven op de maatschappelijke problemen van vlak na de c. in het geheel geen antwoord te geven op de maatschappelijke problemen van vlak na de 5. Welk van de onderstaande begrippen is een dispositiebegrip? a. Snelheid b. Oplosbaarheid c. Gewicht 6. Karl Popper heeft fundamentele kritiek geuit op het aangepaste logisch-positivistische wetenschapsmodel zoals dat door middel van de empirische cyclus wordt voorgesteld, Een van die kritiekpunten betreft de onwenselijkheid van het streven naar zo zeker mogelijke theorieën, omdat zulke theorieën een minimale empirische inhoud zullen hebben. Wat bedoelt Popper? a. Het streven naar zekerheid zal er toe leiden dat theorieën zich zullen trachten te baseren op zo min mogelijk empirisch bewijs om op deze manier het inductieprobleem te omzeilen. b. Het streven naar zekerheid zal er toe leiden dat theorieëen steeds minder zullen beweren en in het uiterste geval inhoudsloos en dus nietzeggend zullen zijn, want daarmee verkleinen zij hun kwetsbaarheid. c. Het streven naar zo waarschijnlijk mogelijke theorieëen zal betekenen dat er door die theorieën alleen nog maar analytische (niet-empirische) uitspraken zullen worden gedaan. 7. Welke van de hieronder volgende uitspraken heeft volgens Popper de kleinste empirische inhoud? a. dit tentamen is van goed niveau b. dit tentamen is van goed niveau en niet te lang c. dit tentamen is van goed niveau of niet te lang

8. Volgens Popper is a. waarneming altijd met theorie besmet b. waarneming altijd theoretisch neutraal c. waarneming theoretisch irrelevant 9. Volgens Thomas Kuhn ontwikkelt wetenschap zich niet geleidelijk maar schoksgewijs. Periodes van normale wetenschap worden afgewisseld met periodes van revolutionaire wetenschap. Wat betekent dat? a. Wetenschap moet het hebben van grote denkers en revolutionaire ontdekkingen (zoals de ontdekking van het DNA). b. Wetenschap wordt beoefend binnen een bepaald paradigma en wanneer er sprake is van een paradigmawisseling dan gaat dat gepaard met een vaak radicale breuk waarbij allerlei vanzelfsprekenheden achter worden gelaten waardoor er hele nieuwe inzichten kunnen ontstaan. c. Wetenschap wordt beoefend binnen een bepaald paradigma en alleen wetenschappers die aan dat knellende keurslijf van een paradigma weten te ontsnappen zullen iets nieuws kunnen ontdekken. 10. Met betrekking tot de Phlogiston theorie van de verbranding vormde de ontdekking dat sommige metalen zwaarder werden na verbranding volgens Kuhn een voorbeeld van een: a. exemplar b. anomalie c. wetenschappelijke revolutie 11. Welke van de volgende uitspraken is onwaar? 1. Systeem-analyse is een analyse die verschijnselen tracht te verklaren op holistisch niveau. 2. Actor-analyse is een analyse die verschijnselen tracht te begrijpen op individueel niveau. 3. Een analyse in termen van spellen of games is een analyse die verschijnselen tracht te begrijpen op holistisch niveau. 4. Een analyse van het gedrag van de agent is een analyse die verschijnselen tracht te verklaren op individueel niveau. a. 3 is onwaar b. Geen enkele van deze vier uitspraken is onwaar c. Alle vier deze uitspraken zijn onwaar.

12. Een functionele verklaring is pas geldig als: a. de aanwezigheid van een functie als latente eigenschap kan worden bewezen b. een functionele relatie empirisch kan worden aangetoond c, als een causaal mechanisme kan worden blootgelegd dat het schijnbaar functionele effect kan verklaren 13. Wat voor type verklaring van verschijnselen biedt het functionalisme? a. Het functionalisme biedt hermeneutisch begrip op holistisch niveau b. Het functionalisme biedt hermeneutische begrip op individualistisch niveau. c. Het functionalisme biedt een systeem-verklaring op holistisch niveau. 14. Wanneer we sociale verschijnselen op wetenschappelijke wijze willen analyseren moeten we ons bewust zijn van de aard van de analyse: is het een analyse vanuit deelnemersperspectief of vanuit toeschouwersperspectief? Wat is het verschil tussen beiden? a. Een analyse vanuit toeschouwersperspectief probeert in tegenstelling tot een analyse vanuit deelnemersperspectief een bepaald niveau van abstractie te bereiken, zodat de analyse ook van toepassing is op andere soortgelijke verschijnselen. b. Een analyse vanuit toeschouwerperspectief is neutraler en daardoor ook objectiever dan een analyse vanuit deelnemersperspectief. c. Een analyse vanuit toeschouwersperspectief probeert een verklaring te bieden voor sociale verschijnselen in termen van oorzakelijkheden, een analyse vanuit deelnemersperspectief probeert door middel van interpretatie te begrijpen wat de redenen zijn van mensen en groepen mensen voor hun gedrag. 15. Bij de wetenschappelijke analyse van sociale verschijnselen spelen twee problemen een rol: het probleem van de aard van die analyse ( character of analysis problem ) en het probleem van het niveau van de analyse ( level of analysis problem ). Wat wordt bedoeld met het level of analysis problem? a) Het probleem is of de analyse moet starten bij het individu (bij de eenheden ) of bij het sociale systeem ( het geheel ) b) Het probleem is of de analyse voldoende abstractieniveau zal kunnen bereiken c) Het probleem is of we een verschijnsel van binnen uit (deelnemersperspectief) moeten proberen te begrijpen of van buiten af (toeschouwersperspectief) moeten proberen te verklaren.

16. Een verschijnsel verklaren kan iets heel anders zijn dan het verschijnsel proberen te begrijpen. Max Weber maakte in dit verband een onderscheid tussen Erklären en Verstehen. Welke van de volgende analyses hoort thuis onder de noemer Erklären? Willem heeft zich erg goed voorbereid op het tentamen, a) omdat Willem het onderwerp van dit tentamen belangrijk vindt, b) omdat Willem een persoon is met weinig zelfvertrouwen en daarom altijd hard werkt c) omdat Willem (hij zei dat gisteren nog tegen me) bang is dat het tentamen erg moeilijk zal uitvallen. () 17. Volgens veel wetenschappers is wetenschappelijk onderzoek wel waarden-relevant, maar dient het onderzoek zelf waarden-vrij te zijn. Wat wordt daarmee bedoeld? a) Bij de selectie van onderzoeksonderwerpen en bij het gebruik van onderzoeksresultaten spelen normatieve keuzes wel degelijk een rol, maar het proces van onderzoek zelf moet waarden-vrij zijn. b) Onderzoek laat vaak zien dat bepaalde waarden belangrijk worden gevonden door de respondenten in het onderzoek. Wetenschappers doen echter geen uitspraak over de morele aanvaardbaarheid van die waarden. c) Bedoeld wordt dat wetenschap niet zonder ethiek kan. ()