STICHTING METRO PENSIOENFONDS



Vergelijkbare documenten
Herstel beleggingen teniet gedaan, maar Metro pensioenen niet gekort

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2017

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

STICHTING METRO PENSIOENFONDS

Terugblik 2011 in cijfers

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Verkort jaarverslag 2013

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

stichting pensioenfonds wonen

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Bijlage 17 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. 20 juni 2013

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

Financieel crisisplan

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Vijftiende nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda Juli 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

STICHTING METRO PENSIOENFONDS

Verkort jaarverslag 2016

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

Extra informatie pensioenverlaging

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad

Pensioenbijeenkomst. 11 maart 2019

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Deelnemersvergadering 17 september 2009

Verkort jaarverslag 2015

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

STICHTING METRO PENSIOENFONDS

27 september Deelnemersvergadering

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Verkort jaarverslag : Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten?

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Het jaarverslag 2014 samengevat

Jaarverslag verkorte versie STICHTING BEROEPSPENSIOENFONDS LOODSEN

Transcriptie:

STICHTING METRO PENSIOENFONDS Jaarverslag 2011 7 juni 2012 Stichting Metro Pensioenfonds Spaklerweg 50-52 1096 BA Amsterdam Postbus 22579 1100 DB Amsterdam-Zuidoost

INHOUD Meerjarenoverzicht van Kerncijfers en kengetallen... 4 Karakteristieken van het pensioenfonds... 5 Bestuursverslag... 9 Algemeen... 10 Goed pensioenfondsbestuur... 11 Pensioenbeleid... 14 Beleggingsbeleid... 17 Financiële en actuariële aspecten... 20 Risico s... 23 Vooruitblik op 2012... 26 Verslag van het Verantwoordingsorgaan... 27 Verslag intern toezicht... 28 Jaarrekening... 29 Balans per 31 december 2011... 30 Staat van baten en lasten over 2011... 31 Kasstroomoverzicht over 2011... 32 Toelichting... 33 Toelichting balans... 39 Risicobeheer en derivaten... 46 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen... 53 Toelichting staat van baten en lasten... 54

Overige gegevens... 59 Actuariële verklaring... 61 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant... 63

MEERJARENOVERZICHT VAN KERNCIJFERS EN KENGETALLEN Per 31 december 2011 2010 2009 2008 2007 Aantal verzekerden Actieve deelnemers 4.131 4.212 4.418 4.465 3.876 Gewezen deelnemers ('slapers') 4.238 4.067 4.070* 5.071 4.513 Gepensioneerden 1.644 1.549 1.520 1.433 1.335 Totaal 10.013 9.828 10.008 10.969 9.724 Pensioenen Kostendekkende premie 12.822 12.203 14.592 10.877 10.338 Gedempte premie 11.428 11.914 13.332 12.598 11.629 Feitelijke premie 18.145 18.672 18.945 18.651 16.658 Uitvoeringskosten 1.096 1.129 1.472 1.239 1.085 Uitkeringen 9.780 9.685 9.197* 7.314 6.681 Toeslagverlening (%) Actieve deelnemers 0,00 0,00 0,00 0,00 2,77 Inactieve deelnemers 0,00 0,00 1,16 0,00 1,63 Vermogen en solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen 3.396 23.931 18.549 -/- 8.019 62.177 Minimaal vereist eigen vermogen 13.106 11.471 10.418 10.166 8.472 Voorziening pensioenverplichtingen e.r. 297.857 254.903 226.479 220.990 169.440 Dekkingsgraad (%) 101,1 109,4 108,2 96,4 136,7 Benodigde dekkingsgraad (%) 115,1 117,0 117,0 120,4 121,4 Beleggingen Balanswaarde 300.319 277.007 243.246 217.059 227.695 Beleggingsopbrengsten 16.150 25.656 23.961 -/-30.051 7.115 Beleggingsrendement (%) Totale portefeuille 6,1 10,5 11,2 -/- 12,3 3,70 Benchmarkrendement portefeuille 7,1 11,4 12,0 -/- 8,4 2,10 Alle bedragen x duizend euro. * Sterke daling (van het aantal) en stijging (van het bedrag) als gevolg van de afkoop van kleine pensioenen in 2009. 4

KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS Profiel De Stichting Metro Pensioenfonds is opgericht in 1982 en statutair gevestigd in Amsterdam, en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41179463. Metro Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds. Metro Pensioenfonds heeft ten doel het uitvoeren van pensioenovereenkomsten en in het kader daarvan het uitkeren of doen uitkeren van pensioen en andere uitkeringen aan deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden, alsmede de eventueel daarop toegekende toelagen. Metro Pensioenfonds voert deze taken uit in opdracht van Metro Cash & Carry Nederland B.V. en zijn aangesloten ondernemingen. Organisatie Bestuur Metro Pensioenfonds staat onder leiding van een bestuur dat is samengesteld uit (vaste) vertegenwoordigers van de werkgever en (periodiek aftredende) vertegenwoordigers van de werknemers en een (periodiek aftredende ) vertegenwoordiger van de gepensioneerden. Op 31 december 2011 was het bestuur als volgt samengesteld: NAMENS WERKGEVER Functie Naam Dagelijkse functie Vanuit Aftredend Voorzitter H. Langeveld Directeur Personeel & Organisatie Metro Cash & Carry Nederland Vast lid Algemeen lid W. Griffioen Directeur IS Metro Cash & Carry Nederland Vast lid Algemeen lid N. Mol Raadgevend actuaris Extern Vast lid NAMENS WERKNEMERS EN PENSIOENGERECHTIGDEN Functie Naam Dagelijkse functie Vanuit Aftredend Secretaris P. Dijkstra Medewerker pensioenen Metro Cash & Carry Nederland 2012 Algemeen lid F.T. Duijst Manager Finance & Accounting Metro Cash & Carry Nederland 2014 Algemeen lid C.W. Ittmann Gepensioneerd Pensioengerechtigden 2013 5

De drie vaste bestuursleden zijn benoemd door de directie; twee periodiek aftredende bestuursleden door de Groepsondernemingsraad (GOR). De raad streeft bij de benoemingen naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de verschillende groepen belanghebbenden. Het derde bestuurslid is met een aanbeveling van de GOR gekozen door en uit de pensioengerechtigden. De vacature die in het bestuur was ontstaan aan werkgeverszijde is in 2011 opgevuld door benoeming van een extern deskundige. Hiermee sorteert Metro Pensioenfonds voor op nieuwe wetgeving inzake versterking pensioenfondsbestuur. Bestuursmanagement In verband met de toenemende complexiteit heeft het bestuur expertise aan het pensioenfonds toegevoegd, in de vorm van professionele bestuursondersteuning. Sinds mei 2011 voert Mol & Pensioen het bestuursmanagement van het fonds en verzorgt samen met de secretaris en de intern administrateur alle dagelijkse operationele zaken. Het bestuursmanagement ondersteunt het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij hun beleidsvoorbereidende en -uitvoerende taken. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van Metro Pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan ten minste één medebestuurslid. Het dagelijks bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden die zijn vastgelegd in de statuten en reglementen. Bestuurscommissies De werkzaamheden zijn binnen het bestuur verdeeld over drie commissies: de administratiecommissie, de beleggingscommissie en de commissie financiën. De commissies hebben zowel een beleidsvoorbereidende als een beleidsuitvoerende taak. De beleggingscommissie bestaat uit de heren Dijkstra, Griffioen en M. Richrath (financieel directeur Metro Cash & Carry). De heren Duijst en Griffioen vormen samen de commissie financiën, die onder meer de begroting bewaakt en het jaarverslag voorbereidt. De heer Ittmann vormt samen met de heer R. Smit (intern administrateur) en P. Peerboom (vanuit bestuursmanagement) de administratiecommissie, die vooral verantwoordelijk is voor het toezicht op de correcte uitvoering van de pensioenregeling. 6

Verantwoordingsorgaan De samenstelling van het Verantwoordingsorgaan is als volgt: Naam Namens S. Stipdonk (tot 1-1-2012) Deelnemers H. Pluk (v/a 1-1-2012) Deelnemers F.Repko J.Platteel Werkgever Pensioengerechtigden De belangrijkste taak van het verantwoordingsorgaan is een oordeel geven over het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden adviesrecht. Intern toezicht Het intern toezicht beoordeelt of het bestuur procedures juist volgt en zorgvuldig tot besluitvorming komt. Het intern toezicht wordt bij Metro Pensioenfonds verzorgd in de vorm van een audit-commissie: Naam S.v.d.Valk R.Mous (tot 1-3-2012) N.Mol (tot 1-5-2011) Namens Intern Intern Extern R. Klein Heerenbrink (v/a 1-1-2012) Intern De heer Mol is op 1 mei tot het bestuur toegetreden; zijn deelname aan de audit-commissie is per gelijke datum beëindigd. De heer Mous is bij Metro uit dienst. De leden van de auditcommissie hebben verder geen banden met het pensioenfonds. Compliance officer Metro Pensioenfonds heeft geen compliance officer. 7

Externe dienstverleners Het bestuur van Metro Pensioenfonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een aantal uitvoeringsorganisaties. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het bestuur verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het voeren van de deelnemers-, financiële en uitkeringsadministratie is uitbesteed aan ACS HR Solutions Nederland (ACS). De vermogensbeheerders zijn Vanguard voor vastrentende beleggingen, Fidelity voor aandelenbeleggingen en Altera voor vastgoedbeleggingen. De beleggingsadministratie wordt gedaan door KasBank. Het bestuur heeft Towers Watson aangesteld als actuaris van het fonds en KPMG Accountants N.V. als accountant. 8

BESTUURSVERSLAG Algemeen Goed Pensioenfondsbestuur Pensioenbeleid Beleggingsbeleid Financiële en actuariële aspecten Risico s Vooruitblik op 2012 9

Algemeen In 2011 werd het pensioenbewustzijn van de Nederlandse bevolking enorm vergroot. Hier was helaas wel slecht nieuws voor nodig. De kolommen van de kranten en de actualiteitenrubrieken op televisie werden regelmatig gevuld met malaiseberichten over pensioen. De ellende begon natuurlijk met de financiële crisis in 2008, waarvan de pensioenwereld in 2009 juist van hersteld leek te zijn. Leek inderdaad, want het zware weer kwam dubbel zo hard terug. Een belangrijke negatieve ontwikkeling was de dalende rente, vooral vanaf augustus. Al snel bereikte de rente een (bijna historisch) dieptepunt. Pensioenfondsen varen wel bij een hoge rentestand; in dat geval mogen zij hun verplichtingen lager inschatten. Bij een dalende rente, gaan verplichtingen dus juist omhoog. Met als gevolg een dalende dekkingsgraad. Daar kwam nog eens bij dat de aandelenbeurzen niet goed presteerden. Het aanvankelijk herstel werd in de loop van het jaar teniet gedaan. Hierdoor eindigden veel pensioenfondsen 2011 met een dekkingsgraad die behoorlijk lager was dan aan het begin van het jaar. Korten op pensioenen? Voor meer dan honderd pensioenfondsen was de situatie op een geven moment zo nijpend dat zij een korting op de (opgebouwde) pensioenen moesten aankondigen. Het eventuele korten op de pensioenen als laatste redmiddel in tijden van crisis was natuurlijk wel bekend. Maar niemand had serieus rekening gehouden met de mogelijkheid dit ooit mee te maken. En nu gebeurt het alsnog. Ondanks de aanhoudende crisis en de lage rente heeft Metro Pensioenfonds nog geen aanvullende maatregelen hoeven nemen. De dekkingsgraad herstelde zich aan het einde van het jaar nog net tot boven de 100%. 10

Goed pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Elk Nederlands pensioenfonds moet maatregelen treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Dit volgt uit de principes voor goed pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid, die zijn verankerd in de pensioenwet. De principes behandelen de volgende onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid en verantwoording en intern toezicht. Het beleid van Metro Pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing Analyse en beheersing van integriteitrisico s Voorkomen van belangenverstrengeling Duurzame beheersing van (financiële) risico s Statuten In 2011 zijn de statuten aangepast om de bestuursbenoeming van een extern deskundige mogelijk te maken. Daarnaast zijn er enkele technische aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van een integrale toets van de fondsdocumenten door De Nederlandsche Bank. De algehele statutenwijziging is op 28 december bij de notaris verleden. Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van de wet- en regelgeving. Gedragscode De bestuursleden ondertekenen ieder jaar de gedragscode. Bestuursvergaderingen Het bestuur van Metro Pensioenfonds heeft in 2011 vijf maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen in de bestuursvergaderingen waren: De evaluatie van het herstelplan De jaarstukken 2010 De actualisering van de statuten, reglementen en de abtn De ontwikkeling van de financiële positie gedurende het jaar Het communicatiebeleid Monitoring van het beleggingsbeleid en herallocatie van middelen 11

Het opstellen van een crisisplan Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van Metro Pensioenfonds besteedt veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is vastgelegd hoe het bestuur omgaat met zijn rol en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Dit heeft er toe geleid dat zowel het verantwoordingsorgaan als de audit-commissie heeft deelgenomen aan de deskundigheidscursus van het bestuur. Naast kennisverrijking droeg dit ook bij aan de samenwerking tussen de verschillende organen, voor met name het verantwoordingsorgaan en de audit-commissie was er tevens de gelegenheid voor onderlinge afstemming. De audit-commissie heeft zich bij zijn onderzoek over 2011 geconcentreerd op de organisatie en processen rond het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. De commissie heeft zijn bevindingen aan het bestuur gepresenteerd. Het verantwoordingsorgaan heeft over 2011 aan het bestuur verslag uitgebracht. De aanbevelingen die het verantwoordingsorgaan doet, zullen alle aandacht van het bestuur krijgen. Uitbesteding Het bestuur heeft diverse malen overleg gevoerd met de uitvoeringsorganisatie over de dienstverlening, zoals vastgelegd in de Service Level Agreement. Communicatie UPO Evenals voorgaande jaren verstuurde Metro Pensioenfonds in 2011 het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) naar zijn deelnemers. Het belangrijkste doel van het UPO is deelnemers op een toegankelijke manier meer inzicht in hun opgebouwde pensioen te geven. Medewerkers kunnen met de pensioenplanner op onze website www.metropensioenfonds.nl ook een proefberekening maken van hun pensioen. Elke deelnemer heeft hiervoor een unieke login ontvangen. Toeslagenmatrix Pensioenfondsen moeten voorgeschreven teksten gebruiken bij het informeren van deelnemers over voorwaardelijke toeslagen (indexatie). Hierbij zijn pensioenfondsen verplicht de tekst van de voorwaardelijkheidsverklaring in zijn geheel over te nemen. De tekst van de toeslagenmatrix wordt consequent gebruikt in verschillende communicatiemiddelen van Metro Pensioenfonds. 12

Metro Pensioenfonds gebruikt het toeslagenlabel niet meer in zijn communicatie. Het label riep meer vragen op dan dat het verduidelijkte, waardoor het aan zijn doel voorbij schoot. Toezichthouder Uit het voor de Autoriteit Financiële Markten ingevulde self-assessment over communicatie blijkt voor Metro Pensioenfonds een score van 88%. Dit is precies het gemiddelde van alle pensioenfondsen. Op enkele punten betreffende de wettelijke informatieverstrekking aan deelnemers heeft AFM nog wat verbeterpunten geconstateerd. DNB heeft de fondsdocumenten in 2011 integraal getoetst aan wet- en regelgeving. Dit heeft geleid tot beperkte aanpassingen van statuten, pensioenreglementen en actuariële en bedrijfstechnische nota. Deskundigheid Elk pensioenfondsbestuur moet deskundig zijn op alle zeven door DNB geformuleerde deskundigheidsgebieden. De pensioenkoepels maakten de deskundigheidseisen meer concreet door een onderverdeling in kennisniveau 1 en 2. Het bestuur van Metro Pensioenfonds bewaakt de deskundigheid van zijn leden door hen minimaal eenmaal per drie jaar te evalueren. Het bestuur heeft in 2011 twee dagen training gevolgd, samen met het verantwoordingsorgaan en de audit-commissie. De training was op maat samengesteld en voorzag in kennisniveau 2. Behandelde onderwerpen waren onder meer bestuursmodellen, wet- en regelgeving, financieel technische en actuariële aspecten en administratieve en organisatorische aspecten. De deskundigheid van het bestuur in zijn geheel is mede bevorderd door in de vacature te voorzien met een benoeming van een extern deskundige. 13

Pensioenbeleid Als gevolg van de wet VUT, Prepensioen en Levensloop (VPL) wordt binnen de pensioenregeling onderscheid gemaakt tussen deelnemers geboren vóór 1 januari 1950 (en die in dienst waren vóór 1 januari 2006) en deelnemers die óp of ná deze datum zijn geboren (of ná 1 januari 2006 in dienst zijn getreden). De pensioenregeling biedt dekking ingeval van pensionering, overlijden of arbeidsongeschiktheid tijdens het dienstverband bij Metro: Een ouderdomspensioen dat wordt uitgekeerd vanaf de pensioendatum, Een partnerpensioen dat wordt uitgekeerd na het overlijden van de deelnemer; Een wezenpensioen dat wordt uitgekeerd na het overlijden van de deelnemer; Voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid; Aanvulling op de WIA-uitkering boven het wettelijk maximumbedrag. Kenmerken pensioenregeling Voor medewerkers geboren op of na 1 januari 1950 dan wel in dienst ná 1 januari 2006, gelden de volgende voorwaarden: Pensioenregeling 55-min Pensioensysteem Pensioenleeftijd Pensioengevend salaris Toeslagverlening Middelloonregeling 65 jaar Jaarsalaris, plus uitbetaald variabel inkomen en vaste werkvenstertoeslag Voor actieven: maximaal het percentage van de algemene loonsverhoging conform CAO voor Groothandel in Levensmiddelen Franchise 11.546 voor 2011 Pensioengrondslag Vakantietoeslag pensioengevend Pensioengevend salaris verminderd met de franchise Ja Opbouwpercentage vast salaris 1,75% Partnerpensioen Eigen bijdrage 70% van ouderdomspensioen 6,25% over de pensioengrondslag tot de WIA-grens (2010; 48.716 en 8,4% van het pensioengevend salaris daarboven 14

Voor medewerkers geboren vóór 1 januari 1950 én in dienst vóór 1 januari 2006, gelden de volgende voorwaarden: Pensioenregeling 55-plus Pensioensysteem Pensioenleeftijd Pensioengevend salaris Toeslagverlening Middelloonregeling 62 jaar Jaarsalaris, plus uitbetaald variabel inkomen en vaste werkvenstertoeslag Voor actieven: maximaal het percentage van de algemene loonsverhoging conform CAO voor Groothandel in Levensmiddelen Franchise 14.019 voor 2011 Pensioengrondslag Vakantietoeslag pensioengevend Pensioengevend salaris verminderd met de franchise Ja Opbouwpercentage vast salaris 1,75% Opbouwpercentage ploegentoeslag - Partnerpensioen Eigen bijdrage 70% van ouderdomspensioen 6,1% over de pensioengrondslag tot de WIA-grens (2010; 48.716) en 9,15% van het pensioengevend salaris daarboven Indexatiebeleid Metro Pensioenfonds kent een voorwaardelijk toeslagenbeleid op basis van een vooraf bepaalde maatstaf (categorie D1 toeslagenmatrix). De ambitie is om de pensioenen jaarlijks te verhogen aan de hand van de loon- en prijsinflatie. De indexatie van de pensioenen is altijd voorwaardelijk, waarbij wordt gekeken naar de financiële positie van Metro Pensioenfonds. Het bestuur van Metro Pensioenfonds neemt het uiteindelijke besluit om wel of niet te indexeren, en met welk percentage. Het voorwaardelijke toeslagbeleid is overeenkomstig categorie D1 van de toeslagenmatrix die De Nederlandsche Bank hanteert. De dekkingsgraad moet minimaal 115% (was 110%) bedragen voor een normale volledige indexatie. Vanwege het herstelplan heeft het bestuur deze grens in 2011 met 5%-punt verhoogd. Bij indexering neemt Metro Pensioenfonds voor de actieve deelnemers de loonstijging in de CAO voor de Groothandel in Levensmiddelen als maatstaf. Deze stijging bedroeg in 2011 per 1 mei 1,5%. De financiële positie laat een verhoging per 1 januari 2012 niet toe. Voor de indexatie van 15

de ingegane pensioenen en de pensioenen van gewezen deelnemers kijken wij naar de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens. Voor 2011 kwam deze uit op 2,33 %. Ook op de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers is per 1 januari 2012 geen indexatie toegepast. Ontwikkelingen deelnemersbestand In bijgaand overzicht is de ontwikkeling van het deelnemersbestand in aantallen weergegeven. In de kolom Percentage VPV staat de procentuele verhouding van de groep deelnemers in de VPV. Per 31 december 2011 Per 31 december 2010 Aantal verzekerden Bedrag VPV in 1.000 Percentage VPV Aantal verzekerden Bedrag VPV in 1.000 Percentage Actieve deelnemers 4.131 130.214 44% 4.212 110.878 44% Gewezen deelnemers 4.238 49.671 17% 4.067 38.139 15% Gepensioneerden 1.644 117.309 39% 1.549 105.019 41% Subtotaal 10.013 297.194 100% 9.828 254.036 100% Voorziening invaliditeit 676 871 Totale VPV 297.870 254.907 Aandeel herverzekeraar in VPV Totale VPV eigen rekening (13) (4) 297.857 254.903 VPV 16

Beleggingsbeleid Het pensioenfonds belegt het vermogen voor 55% in vastrentende waarden, 35% in aandelen en 10% in onroerend goed. Er wordt naar een minimale cash-positie gestreefd voor te verrichten betalingen. Het totale risiconiveau van het vermogen, in termen van potentiële koersfluctuaties, wordt gegeven de rendementsdoelstelling zo laag mogelijk gehouden. Dit wordt bereikt door onder meer spreiding van het vermogen over verschillende beleggingscategorieën, zorgvuldige beheersing van de risico s, nadruk leggen op behoud van vermogen en stabiele groei boven kortetermijnwinsten en afdekken van risicoposities met behulp van afgeleide beleggingsinstrumenten. Vastrentende waarden De vastrentende-waardenportefeuille bestaat grotendeels uit twee fondsbeleggingen bij Vanguard, en enkele credits die resteren na de transitie van Aberdeen naar Vanguard. De fondsbeleggingen zijn een staatsobligatiefonds en een swapfonds. Het staatsobligatiefonds belegt in euro s uitgegeven staatsobligaties met een minimale rating van AA- en heeft de grootste posities in Duitsland en Frankrijk. De looptijd van de staatsobligaties is meer dan 20 jaar. Het swapfonds bestaat uit geldmarktpapier in combinatie met verschillende langlopende swaps. De looptijd van de swaps ligt hierbij tussen de 30 en 40 jaar. De portefeuilles bij Vanguard worden passief beheerd, wat inhoudt dat getracht wordt een opbrengst te halen die zo dicht mogelijk bij de benchmark ligt. Met de verschillende looptijden van de beleggingen wordt de duur van de verplichtingen zoveel mogelijk benaderd. Hiermee wordt bereikt dat het renterisico wordt afgedekt. Het renterisico is het risico dat door rentedaling de dekkingsgraad naar beneden gaat. Dit komt doordat de bezittingen minder hard toenemen dan de voorziening pensioenverplichtingen (VPV). Door in belegging met verschillende op de verplichtingen afgestemde looptijden te beleggen wordt het verschil kleiner. Het beleid is om 70% van het renterisico af te dekken. Hierdoor heeft het pensioenfonds minder last van rentedaling; daarentegen profiteert het ook minder van rentestijging. Het resultaat is een minder volatiele dekkingsgraad. Aandelen De aandelenbelegging bestaan uit participaties in één aandelenfonds; er wordt belegd in het Fidelity Select Global Equity Fund. De beleggingen worden wereldwijd gespreid over ontwikkelde markten. Door middel van licht actief beheer gebaseerd op fundamentele analyse en een gestructureerde portefeuilleconstructie wordt getracht de benchmark (MSCI World) te verslaan. Dit gebeurt door een eigen aandelenselectie zonder noemenswaardige afwijkingen van de benchmark-karakteristieken. Fidelity maakt zijn keuzes met behulp van kwantitatieve modellen. 17

Vastgoed De vastgoedbeleggingen bestaan uit niet-beursgenoteerd Nederlands vastgoed en worden beheerd door Altera Vastgoed. De portefeuille is belegd in kantoren, woningen, winkels en bedrijfsruimten. De doelstelling is in alle beschikbare sectoren voor 25% te beleggen. Overige categorieën De overige beleggingen bestaan uit een kleine participatie in een hedgefonds, het Topiary Fund II plc. Dit fonds is sinds de kredietcrisis in liquidatie. De verkopen gebeuren volgens een afloopschema. Samenstelling beleggingsportefeuille De verdeling van het belegd vermogen aan het einde van het jaar was als volgt: Belegd vermogen (in 1.000) Categorie Norm Bandbreedte Ultimo 2011 Ultimo 2010 Vastrentende waarden 55% 45% - 65% 171.784 (57,2%) 141.078 (50,9%) Aandelen 35% 25% - 45% 100.927 (33,6%) 102.015 (36,9%) Onroerend goed 10% - 24.067 (8,0%) 24.982 (9,0%) Hedgefondsen 0% - 660 (0,2%) 1.142 (0,4%) Liquiditeiten 0% 0% - 10% 2.881 (1,0%) 7.790 (2,8%) Totaal 100% 300.319 (100%) 277.007 (100%) Door de daling van de aandelenmarkten is de waarde van de aandelen gedaald. De rentedaling heeft geleid tot een toename van de vastrentende waarden. De daling van koopprijzen van woningen en de herwaardering van kantoren en bedrijfsruimten zijn de belangrijkste oorzaken van de afname van het onroerend goed. De afname van het hedgefonds komt voor het grootste deel door verkopen en voor een klein deel door waardevermindering. In verband met de instabiele financiële markten had het bestuur in 2010 besloten om tijdelijk cash geld aan te houden. In de loop van 2011 is dit weer in beleggingen geïnvesteerd. Rendement In het derde kwartaal is de marktrente hard gedaald. Hierdoor zijn de vastrentende waarden in waarde gestegen. Dit verklaart het hoge rendement op de vastrentende-waardenportefeuille. De 18

aandelen hebben het daarentegen slecht gedaan, net als het onroerend goed. Over de totale portefeuille bedraagt het rendement 6,1% in 2011. Echter, als gevolg van de rentedaling is de marktwaarde van de voorziening pensioenverplichtingen beduidend sterker toegenomen. De rendementen voor de verschillende beleggingscategorieën hebben als volgt bedragen: Rendementen beleggingen 2011 Categorie Realisatie Benchmark Aandelen 5,1% 3,3% Vastrentende waarden 14,9% 15,7% Onroerend Goed 1,8% 4,0% Gehele portefeuille 6,1% 7,1% De underperformance van de vastrentende waarden komt vooral door de losse niet-liquide credit-beleggingen die nog in portefeuille zijn. De waarden hiervan zijn nauwelijks rentegevoelig, en ze zijn niet opgenomen in de benchmark. Voor het overige ligt de afwijking van de benchmark binnen aanvaardbare grenzen. 19

Financiële en actuariële aspecten De financiële positie van Metro Pensioenfonds ontwikkelde zich in 2011 als volgt (bedragen in 1.000): Vermogen Voorziening pensioenverplichtingen Dekkingsgraad Stand per 1 januari 278.838 254.907 109,4% Premies 18.145 9.754 2,3% Uitkeringen 9.780 10.238 0,4% Indexering 27 0,0% Wijziging rentetermijnstructuur 40.547 15,0% Beleggingsopbrengsten 16.150 3.405 5,2% Overig 2.087 532 1,2% Stand per 31 december 301.266 297.870 101,1% De dekkingsgraad is gelijk aan de waarde van het vermogen gedeeld door de waarde van de pensioenverplichtingen. Door de daling van de marktrente (rentetermijnstructuur) nam de voorziening pensioenverplichtingen hard toe. Dit werd slechts ten dele gecompenseerd door een toename van het vermogen. Dit is de oorzaak geweest van de verslechtering van de dekkingsgraad. Per 31 december 2011 voldoet Metro Pensioenfonds niet meer aan de wettelijke norm voor het minimaal vereiste eigen vermogen, en verkeert het in een situatie van onderdekking. De minimaal vereiste dekkingsgraad is 104,4%; de onderdekking bedraagt 9,7 miljoen. De voor Metro Pensioenfonds vereiste dekkingsgraad op grond van de solvabiliteitseisen volgens de Pensioenwet bedraagt 115,1%. Het reservetekort bedraagt bijna 42 miljoen. Herstelplan Metro Pensioenfonds verkeert in een situatie van onderdekking. Dientengevolge is er een kortetermijnherstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). Jaarlijks per 31 december moet het herstelplan worden geëvalueerd en gerapporteerd aan DNB. Het kortetermijnherstelplan van Metro loopt vanaf 31 december 2008 en geldt voor vijf jaar, dus tot 31 december 2013. Aan de hand van de evaluatie moet het bestuur beoordelen of het herstel van de vermogenspositie volgens verwachting verloopt. Als het feitelijk herstel achterloopt bij het herstelplan, moet worden nagegaan of met het bestaande beleid nog voldoende herstelkracht aanwezig is om tijdig uit onderdekking te komen, of dat extra maatregelen nodig zijn. De extra maatregelen kunnen bestaan uit extra (eenmalige) premiebetaling door de werkgever of deelnemers en korten van pensioenen. 20

De dekkingsgraad ultimo 2011 bedraagt 101,1%. Het verloop van de dekkingsgraad is sinds de start van het herstelplan als volgt geweest: Nadat de dekkingsgraad vanaf 31 december 2010 drie kwartalen boven het minimum vereiste niveau was, daalde deze in het derde kwartaal van 2011 hier weer onder. Het herstel blijkt niet robuust genoeg te zijn geweest, waardoor het oorspronkelijke kortetermijnherstelplan weer van kracht werd. Vanaf augustus daalde de markrente zodanig, dat gevreesd werd dat de pensioenen gekort zouden moeten worden. Echter, Metro Pensioenfonds verkeert wel in onderdekking en achter op het herstelplan, maar boven het kritische pad. Ofwel, er wordt voldoende herstelkracht verwacht uit premie en overrendement om tijdig te herstellen. Extra maatregelen zijn daardoor op dit moment niet nodig. Het langetermijnherstelplan eindigt ultimo 2023. De Nederlandsche Bank is met ons van mening dat, ondanks dat het feitelijk herstel achterloopt op het herstelplan, de herstelkracht voor de korte termijn en voor de lange termijn onder normale omstandigheden voldoende groot is. 21

Waardeoverdracht De lagere dekkingsgraden hadden ook gevolgen voor waardeoverdrachten en de afkoop van kleine pensioenen. Het overdragende of ontvangende pensioenfonds hoeft niet mee te werken aan een individuele wettelijke waardeoverdracht als de dekkingsgraad van het overdragende of het ontvangende pensioenfonds lager dan 100% is. Stijgen beide dekkingsgraden weer boven dit niveau, dan kan de waardeoverdracht alsnog plaatsvinden. In 2011 was waardeoverdracht gedurende augustus t/m december bij het Metro Pensioenfonds ten gevolge van een te lage dekkingsgraad niet mogelijk. Kostendekkende premie De Pensioenwet schrijft voor dat de door een pensioenfonds te ontvangen premie ten minste gelijk dient te zijn aan de kostendekkende premie. De ontvangen premie over boekjaar 2011 bedraagt 18.145.000, de kostendekkende premie 12.822.000 en de gedempte premie 11.428.000. De ontvangen premie was hoger dan de kostendekkende premie. Het meerdere wordt gebruikt voor herstel van de vermogenspositie. Analyse van het resultaat In 2011 is een negatief resultaat behaald van 20.535.000. Om de verschillende winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid inzichtelijk te maken, is een analyse uitgevoerd: Analyse resultaat (in 1.000) Winstbron 2011 2010 Premie (feitelijke -/- kostendekkende) 5.323 6.469 Toeslagverlening (lasten voor indexatie) 0 0 Wijziging marktrente (toename VPV) 40.547 22.521 Beleggingsopbrengsten (boven benodigd) 12.745 22.726 Overige 1.944-1.292 Resultaat 20.535 5.382 Oordeel actuaris Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel van de actuaris. De actuaris is van oordeel dat voldaan is aan alle vereisten van de Pensioenwet, met uitzondering van de dekkingseis. Het fonds verkeert eind 2011 in onderdekking. 22

Risico s Risico s zijn nooit helemaal uit te sluiten. Door een actief risicobeheerbeleid probeert Metro Pensioenfonds de kans op ongelukken te verminderen en ervoor te zorgen dat de grootste risico s niet tegelijk kunnen voorkomen. We onderscheiden financiële risico s en niet-financiële risico s: Risicocategorieën Financieel Matching-/renterisico Marktrisico (beleggingsrisico) Kredietrisico Verzekeringstechnisch risico (actuarieel risico) Liquiditeitsrisico Niet-financieel Operationeel risico Uitbestedingsrisico IT-risico Integriteitsrisico Juridisch risico Concentratierisico Een van de belangrijkste risico s is de mismatch tussen verplichtingen en beleggingen. Dit risico ontstaat doordat de verplichtingen zich anders ontwikkelen dan de beleggingen. Het mismatchrisico behoort tot de risico s met betrekking tot de pensioenverplichtingen. Risico s met betrekking tot de pensioenverplichtingen De waardering van de pensioenvoorziening is gebaseerd op een berekening van benodigd kapitaal in de toekomst. Dit toekomstige bedrag wordt vertaald naar de huidige waarde door gebruik te maken van huidige renteniveaus. Dat leidt tot een renterisico en een actuarieel risico. Renterisico Een daling van het renteniveau leidt tot een stijging van de waarde van de pensioenverplichtingen. Een belangrijke risicomaatstaf hierbij is de duration, ofwel de rentegevoeligheid van de verplichtingen. Metro Pensioenfonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente, omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en de nadelen (minder rendement) van het meer of minder in lijn brengen van de duration. Hierbij wordt ook gekeken naar alternatieve strategieën. Metro Pensioenfonds streeft ernaar om 70% van het renterisico af te dekken. 23

Actuariële risico s De actuariële risico s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld. Als gevolg hiervan zou het pensioenvermogen niet toereikend zijn voor de levenslange uitkering van de pensioenen. Door bij de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen al rekening te houden met een toekomstige stijging van de levensverwachting (sterftetrend) reduceert Metro Pensioenfonds het langlevenrisico. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen ( schadereserve ). Het fonds heeft het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico door middel van een stop-loss contract herverzekerd bij Zwitserleven. Risico s met betrekking tot de beleggingen De beleggingen worden waar mogelijk gewaardeerd op actuele marktwaarde. Dit betekent dat de waarde van de beleggingen afhankelijk is van bewegingen op financiële markten. Hierbij moet vooral gedacht worden aan risico s die samenhangen met veranderingen in beurskoersen, rentetarieven, wisselkoersen, debiteurenkwaliteit en liquiditeit. In het kader van de beperking van deze risico s kunnen derivaten en andere instrumenten worden aangewend. Om de gevoeligheid voor verandering in beurskoersen (markt- of prijsrisico) te beperken worden de beleggingen gespreid over meerdere categorieën en regio s. Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past, maakt het fonds gebruik van financiële derivaten bij het afdekken van het valutarisico en bij het afdekken van het renterisico. Het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen) dat hiermee wordt binnengehaald, wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand. Operationele risico s De operationele risico s zijn het risico van onder andere een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, het opstellen van onjuiste rapportages en fraude. Metro Pensioenfonds beheerst deze risico s door het stellen van kwaliteitseisen aan de eigen organisatie en de andere organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken. Afspraken met externe organisaties worden periodiek geëvalueerd, en waar nodig bijgesteld. Dit is ook conform de beleidsregel uitbesteding van DNB. 24

ACS verzorgt voor meerdere pensioenfondsen de administratie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gecertificeerd kwaliteitssysteem overeenkomstig de ISO9001:2008-normen. Eenmaal per jaar wordt dit kwaliteitssysteem door een onafhankelijke instelling beoordeeld op het voldoen aan de gestelde normen. Belangrijke kenmerken van het door ACS gebruikte kwaliteitssysteem zijn dat alle verrichte werkzaamheden aantoonbaar gecontroleerd worden en dat er duidelijke functiescheidingen zijn. Periodiek worden interne audits verricht door de Quality Assurance Officer van ACS. De resultaten van de audits worden besproken met het management; indien noodzakelijk worden acties ondernomen om de processen te verbeteren. Het voeren van de beleggingsadministratie is uitbesteed aan KasBank te Amsterdam. KasBank heeft een ISAE-3402-verklaring (type 2) overlegd, die wordt afgegeven door een onafhankelijke instantie. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een organisatie alle relevante processen plus maatregelen om die te beheersen beschreven hebben en moet uit onderzoek blijken dat een organisatie die maatregelen in de praktijk ook effectief toepast. Feitelijk wordt daarmee de administratieve dienstverlening van KasBank gecertificeerd. Uit het controlerapport over 2011 blijkt dat KasBank bijna alle processen in overeenstemming met de omschreven procedure uitvoert. Slechts op een enkel punt zijn wat afwijkingen geconstateerd. Bij de dienstverlening heeft Metro Pensioenfonds hiervan geen nadelige effecten ervaren. Andere niet-financiële risico s Andere niet-financiële risico s beheerst Metro Pensioenfonds door professioneel gedrag van het bestuur en uitvoerende partijen, met individuele verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Bestuursbesluiten worden zorgvuldig voorbereid en genomen, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van alle groepen deelnemers en werkgevers. Daarnaast streeft Metro Pensioenfonds naar transparantie in zijn beleid. Metro Pensioenfonds is voornemens om in 2012 een nadere risicoanalyse uit te voeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van FOCUS!, de vernieuwde toezichtsaanpak van De Nederlandsche Bank. 25

Vooruitblik op 2012 Ingangsdatum AOW wijzigt Vanaf 1 april wordt de ingangsdatum van de AOW gewijzigd. Iedereen die voor die datum 65 jaar wordt, ontvangt AOW vanaf de eerste van de maand waarin de 65-ste verjaardag valt. Voor degenen die na 1 april 65 jaar wordt gaat de AOW pas op de verjaardag in. In de desbetreffende wetswijziging werd het aanvullende pensioenterrein ongemoeid gelaten. Vastgesteld moet worden dat het door de betreffende maatregel veroorzaakte AOW -gat niet tot de verantwoordelijkheid van de pensioenfondsen kan worden gerekend en dat buiten hen om naar eventuele compenserende maatregelen moet worden gezocht. De gepensioneerde deelnemer die nog jonger is dan 65, zal maximaal een maand een lager inkomen hebben omdat het tijdelijk ouderdomspensioen op de eerste van de maand stopt. Crisisplan Een nieuw fondsdocument dat door pensioenfondsen moet worden ontwikkeld, is een financieel crisisplan. Nieuwe regelgeving verplicht pensioenfondsen om uiterlijk 1 mei 2012 een dergelijk plan te hebben vastgesteld. In het plan is vastgelegd hoe het bestuur denkt te gaan handelen als het pensioenfonds niet tijdig kan herstellen uit een situatie van dekkingstekort. Het bestuur van Metro Pensioenfonds heeft dit crisisplan inmiddels vastgesteld. Uitvoeringskosten De werkgever brengt geen kosten in rekening bij het fonds. De kosten van administratie, advies, controle en vermogensbeheer staan vermeld in de staat van baten en lasten. In de toelichting erop worden ze nader uitgesplitst. Aangezien het beschikbaar krijgen van de benodigde gegevens behoorlijke inspanningen vraagt, is het nog niet mogelijk om niet-zichtbare vermogensbeheerkosten, die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement worden gebracht, en transactiekosten inzichtelijk te maken. Metro Pensioenfonds zal in gesprek gaan met de vermogensbeheerders om ook deze kosten inzichtelijk te maken. 7 juni 2012 Het bestuur H. Langeveld, voorzitter W. Griffioen N. Mol P. Dijkstra, secretaris F.T. Duijst C.W. Ittmann 26

VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN In het kader van goed pensioenfondsbestuur heeft Metro Pensioenfonds een verantwoordingsorgaan ingesteld, bestaande uit drie personen, een vertegenwoordiger van de deelnemers, van de gepensioneerden en van de werkgever. Het bestuur heeft verantwoording aan het verantwoordingsorgaan afgelegd over het gevoerde beleid in 2011. Het verantwoordingsorgaan heeft kennisgenomen van het jaarverslag, de jaarrekening, het actuarieel rapport en de bevindingen van het intern toezicht. Op basis van deze gegevens en de overige informatie die het bestuur heeft verstrekt in het periodiek overleg, heeft het verantwoordingsorgaan zich een adequaat beeld kunnen vormen van de financiële situatie van het pensioenfonds, van het gevoerde beleid en van de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst. Op basis van de beschikbare informatie is het verantwoordingsorgaan van oordeel dat het bestuur zijn taken naar behoren heeft uitgevoerd. Het verantwoordingsorgaan concludeert dat het bestuur bij het gevoerde beleid en het maken van zijn beleidskeuzes voor alle betrokken partijen een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt. 7 juni 2012 Het verantwoordingsorgaan Reactie bestuur Het verantwoordingsorgaan heeft over 2011 aan het bestuur verslag uitgebracht. De aanbevelingen die het verantwoordingsorgaan doet, zullen alle aandacht van het bestuur krijgen. 27

VERSLAG INTERN TOEZICHT Over 2011 heeft de audit-commissie zich geconcentreerd op de organisatie en processen van het beleggingsbeleid van Metro Pensioenfonds en de uitvoering daarvan. Wij hebben in voldoende mate inzicht kunnen krijgen in de organisatie en processen. Wij hebben onze bevindingen in een uitgebreid rapport aan het bestuur gepresenteerd. Het bestuur neemt onze aanbevelingen in overweging. De audit-commissie heeft geconcludeerd dat: De beleggingsstrategie bepaald is maar de risicobereidheid onvoldoende is beschreven. Door het ontbreken van een duidelijke omschrijving van de risicobereidheid kan niet worden vastgesteld of de daadwerkelijke invulling van de beleggingsportefeuille overeenkomt met de beslissingen van het bestuur (de strategie). De structuur van invulling van de beleggingsportefeuille is duidelijk gedocumenteerd in de ABTN (incl. Beleggingscategorieën, benchmark fondsen en normen beleggingsportefeuille). Door de goede en duidelijke rapportages heeft het bestuur goed inzicht in het functioneren van de beleggingsfondsen. Afwijkingen worden gesignaleerd en waar nodig bijgestuurd. Metro Pensioenfonds heeft al veel controlemaatregelen ingebouwd om risico s te beperken. Niettemin kan een objectief inzicht in de risico s die voortvloeien uit de uitvoering van het beleggingsbeleid worden verbeterd. Vooral de risico s bij het uitbesteden van taken en mandaten (Kasbank en vermogensbeheerders) zijn niet bepaald en worden niet gemonitord. Hierdoor kan bij het ontstaan van het risico mogelijk niet vroegtijdig worden bijgestuurd.. 7 juni 2012 De audit-commissie 28

JAARREKENING Balans per 31 december 2011 Staat van baten en lasten over 2011 Kasstroomoverzicht over 2011 Toelichting 29

Balans per 31 december 2011 (bedragen in duizenden ) (na bestemming van het saldo van baten en lasten) 31-12-2011 31-12-2010 ACTIVA Beleggingen voor risico pensioenfonds Aandelen (1) 100.927 102.015 Vastrentende waarden (2) 171.784 141.070 Vastgoed (3) 24.067 24.982 Overige beleggingen (4) 660 1.142 Derivaten (5) 0 8 Beleggingsdebiteuren 5 5 Liquide middelen 2.876 7.785 300.319 277.007 Herverzekerde pensioenverplichtingen 13 4 Vorderingen en overlopende activa Verzekeringsmaatschappijen (6) 17 206 Rekening-courant werkgever premie (7) 1.597 2.022 Interest 5 3 Overige vorderingen (8) 801 629 Overlopende activa (9) 0 3 2.420 2.863 Liquide middelen (10) 1.487 1.060 PASSIVA 304.239 280.934 Reserves Stichtingskapitaal en reserves (11) 3.396 23.931 3.396 23.931 Voorziening pensioenverplichtingen (12) 297.870 254.907 Kortlopende schulden Derivaten (13) 2.038 1.113 Overige schulden (14) 501 551 Overlopende passiva (15) 434 432 2.973 2.096 304.239 280.934 30

Staat van baten en lasten over 2011 (bedragen in duizenden ) 2011 2010 Baten Beleggingsresultaten risico pensioenfonds (16) 16.150 25.656 Bijdragen van werkgevers en werknemers (17) 18.145 18.672 Overige baten (18) - 23 34.295 44.351 Lasten Saldo overdrachten van rechten (19) -777 204 Pensioenuitkeringen (20) -9.780-9.685 Herverzekeringen (21) -196 65 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten (22) -1.096-1.129 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen (23) Pensioenopbouw -9.754-9.497 Toeslagverlening -27-110 Rentetoevoeging -3.405-2.945 Onttrekking voor uitkeringen en kosten 10.131 10.179 Wijziging marktrente -40.547-22.521 Wijziging door overdracht van rechten 791-273 Overige mutaties -152 534 Aanpassing actuariële uitgangspunten 0-3.791-42.963-28.424 Overige lasten (24) -18 - -54.830-38.969 Saldo van baten en lasten -20.535 5.382 Bestemming saldo: Reserve solvabiliteit 1.844 4.620 Overige reserves -22.379 762-20.535 5.382 31

Kasstroomoverzicht over 2011 (bedragen in duizenden ) 2011 2010 Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen bijdragen van werkgevers en werknemers 18.567 19.290 Ontvangen waardeoverdrachten 208 608 Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars 208 - Betaalde premies herverzekering -218-150 Betaalde pensioenuitkeringen -9.787-9.765 Betaalde pensioenuitvoerings- en administratiekosten -1.060-1.102 Betaalde waardeoverdrachten -998-438 Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten 6.920 8.443 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen 42.581 1.494 Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 2.670 2.405 Overige ontvangsten 42 1 Aankopen en verstrekkingen beleggingen -56.536-7.634 Betaalde kosten van vermogensbeheer -159-127 Overige uitgaven - -5 Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten -11.402-3.866 Mutatie liquide middelen (netto kasstroom) -4.482 4.577 Liquide middelen Saldo liquide middelen 1 januari 8.845 4.268 Saldo liquide middelen 31 december 4.363 8.845 Mutatie liquide middelen -4.482 4.577 Het kasstroomoverzicht is volgens de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioensactiviteiten en beleggingsactiviteiten. 32

Toelichting 1. Grondslagen voor waardering van activa en passiva 1.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met in achtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 7 juni 2012 de jaarrekening opgemaakt. Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro s, tenzij anders is vermeld. De jaarrekening is opgesteld na bestemming van het saldo van baten en lasten. 1.2 Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. Indien voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. 1.3 Opname van een actiefpost of een verplichting Een actiefpost wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen het pensioenfonds toebehoren en de waarde van deze voordelen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. 33

1.4 Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten. 31 december 2011 31 december 2010 USD 0,77036 0,74538 GBP 1,19717 1,16707 JPN 0,01001 0,00919 1.5 Beleggingen Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Aandelen De participaties in beursgenoteerde aandelenbeleggingsfondsen zijn gewaardeerd op de per balansdatum geldende beurskoers. Bij het ontbreken daarvan is dit de geschatte netto vermogenswaarde. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarde en participaties in beursgenoteerde beleggingsfondsen zijn gewaardeerd tegen de per de balansdatum geldende beurskoersen. Bij het ontbreken daarvan is dit de geschatte netto vermogenswaarde. Vastgoed De reële waarde voor deze vastgoedfondsen wordt bepaald op basis van de zichtbare netto vermogenswaarde per participatie, zoals afgeleid uit de jaarrekeningen van deze fondsen. Overige beleggingen De overige beleggingen worden gewaardeerd op basis van reële waarde, met inachtneming van de voor de belegging gangbare maatstaven. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. 34

Classificatie beleggingsfondsen Indien er sprake is van beleggingen in beleggingsfondsen worden deze beleggingsfondsen geclassificeerd onder de rubriek waarin beoogd wordt te beleggen. Securities lending Het fonds participeert niet direct in securities lending programma s. Via de beleggingen in het Vanguard 20+ Treasury Euro fonds en Fidelity fonds kan indirect worden deelgenomen aan securities lending. Het bestuur heeft de prospectus van beide beleggingsfondsen laten beoordelen. Dezegeven aan dat securities lending is toegestaan, maar in de praktijk niet of nauwelijks wordt uitgevoerd. 1.6 Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van de verwachte oninbaarheid. 1.7 Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen de kas en banktegoeden. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. 1.8 Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op de tot balansdatum verkregen aanspraken op pensioen, met inbegrip van de toeslagen die zijn toegekend per 1 januari volgend op balansdatum. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB. Overlevingskansen: Op basis van de AG Prognosetafels 2010-2060. Er wordt rekening gehouden met het verschil in overlevingskansen tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van de Towers Watson 2010 ervaringssterfte. Voor kinderen wordt een sterfte van nihil verondersteld. 35