BURGERLIJK RECHT. Hoofdstuk VI. Wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten

BURGERLIJK RECHT Burgerlijk wetboek (Uittreksel).......... 3 Hoofdstuk III. (Akten van aangifte en akten van huwelijk)..... 3 Hoofdstuk IV. Akten van overlijden...................... 4 Hoofdstuk V. Akten van de burgerlijke stand betreffende militairen buiten het grondgebied van het rijk.................... 5 Hoofdstuk VI. Verbetering van de akten van de burgerlijke stand. 6 Titel III. Woonplaats.............................. 6 Titel IV. Afwezigen............................... 6 Hoofdstuk I. (Afwezigheid............................. 6 Afdeling I. Vermoeden van afwezigheid........... 6 Afdeling II. Verklaring van afwezigheid............ 8 Afdeling III. Gevolgen van de afwezigheid of van het vermoeden van afwezigheid voor de minderjarige kinderen..................................... 9 Hoofdstuk II. Gerechtelijke verklaring van overlijden......... 9 Titel V. Het huwelijk.............................. 10 Hoofdstuk I. Hoedanigheden en voorwaarden vereist om een huwelijk te mogen aangaan.............................. 10 Hoofdstuk V. Verplichtingen die uit het huwelijk (of de afstamming) ontstaan..................................... 10 Hoofdstuk VI. Wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten............................................ 11 Titel VI. Echtscheiding............................. 13 Hoofdstuk I. Gronden tot echtscheiding................... 13 Hoofdstuk II. Echtscheiding op grond van bepaalde feiten...... 13 Afdeling I. Vorm van de echtscheiding op grond van bepaalde feiten.............................. 13 Afdeling II. Voorlopige maatregelen waartoe de eis tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten aanleiding kan geven.............................. 13 Afdeling III. Gronden van niet-ontvankelijkheid tegen de vordering tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten..................................... 13 Hoofdstuk III. Echtscheiding door onderlinge toestemming...... 13 Hoofdstuk IV. Gevolgen van echtscheiding.................. 13 Hoofdstuk V. Scheiding van tafel en bed................... 14 Titel VIII. Adoptie................................ 15 Hoofdstuk I. Intern recht.............................. 15 Afdeling 1. Algemene bepaling................. 15 Titel IX. (Ouderlijk gezag).......................... 15 Titel X. Minderjarigheid, voogdij en ontvoogding.......... 17 Hoofdstuk I. Minderjarigheid........................... 17 Hoofdstuk II. Voogdij................................. 17 Afdeling I. Ontstaan van de voogdij.............. 17 Afdeling II. Organisatie van de voogdij............ 17 Afdeling III. Toeziende voogd................... 18 Afdeling IV. Werking van de voogdij.............. 18 Afdeling V. Voogdijrekeningen en voogdijverslag.... 20 Hoofdstuk IIbis. Pleegvoogdij........................... 20 Hoofdstuk III. Ontvoogding............................ 21 Hoofdstuk IV. Verlengde minderjarigheid.................. 22 Titel XI. (Meerderjarigheid, voorlopig bewind, onbekwaamverklaringen en bijstand van een gerechtelijk raadsman)...... 22 Hoofdstuk I. Meerderjarigheid......................... 22 Hoofdstuk Ibis. Voorlopig bewind over de goederen toebehorend aan een meerderjarige............................... 23 Hoofdstuk II. Onbekwaamverklaring..................... 26 Hoofdstuk III. Bijstand van een gerechtelijk raadsman........ 27 Titel I. Onderscheiding van de goederen................ 27 Hoofdstuk I. Onroerende goederen...................... 27 Hoofdstuk II. Roerende goederen........................ 27 Hoofdstuk III. Goederen met betrekking tot hun bezitters...... 28 Titel II. Eigendom................................ 28 Hoofdstuk I. Recht van natrekking op hetgeen door een zaak wordt voortgebracht...................................... 28 Hoofdstuk II. Recht van natrekking op hetgeen met de zaak verenigd wordt en een lichaam ermee uitmaakt................ 28 Afdeling I. Recht van natrekking betreffende onroerende zaken.................................. 28 Afdeling II. Recht van natrekking betreffende roerende zaken..................................... 29 Hoofdstuk III. Medeeigendom.......................... 30 Afdeling I. (Gewone medeeigendom en gedwongen medeeigendom in het algemeen)................ 30 Afdeling II. (Gedwongen medeeigendom van gebouwen of groepen van gebouwen)................ 30 Titel III. Vruchtgebruik, gebruik en bewoning............ 33 Hoofdstuk I. Vruchtgebruik............................ 33 Afdeling I. Rechten van de vruchtgebruiker........ 33 Afdeling II. Verplichtingen van de vruchtgebruiker... 34 Afdeling III. Hoe vruchtgebruik eindigt........... 35 Hoofdstuk II. Gebruik en bewoning...................... 35 Titel IV. Erfdienstbaarheden of grondlasten............. 35 Hoofdstuk I. Erfdienstbaarheden die ontstaan uit de ligging van de plaatsen.......................................... 36 Hoofdstuk II. Erfdienstbaarheden die door de wet gevestigd zijn. 36 Afdeling I. Gemene muur en gemene gracht....... 36 Afdeling II. Afstand en tussenwerken vereist bij bepaalde bouwwerken............................. 37 Afdeling III. Uitzichten op het eigendom van de nabuur..................................... 37 Afdeling IV. Dakdrop......................... 37 Afdeling V. Recht van uitweg................... 37 Hoofdstuk III. Erfdienstbaarheden die door 's mensen toedoen gevestigd worden..................................... 37 Afdeling I. Onderscheiden soorten van erfdienstbaarheden die op goederen kunnen worden gevestigd... 37 Afdeling II. Hoe erfdienstbaarheden gevestigd worden 38 Afdeling III. Rechten van de eigenaar van het erf waaraan de erfdienstbaarheid verschuldigd is.......... 38 Afdeling IV. Hoe erfdienstbaarheden teniet gaan.... 38 Titel I. Erfenissen................................ 39 Hoofdstuk I. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen............................................. 39 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...... 39 i

Hoofdstuk III. Onderscheiden orden in de erfopvolging........ 39 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 39 Afdeling II. Plaatsvervulling.................... 40 Afdeling III. Erfopvolging in de nederdalende lijn... 40 Afdeling IV. Erfopvolging van de langstlevende echtgenoot..................................... 40 Afdeling IVbis. Erfopvolging van de langstlevende wettelijk samenwonende........................ 41 Afdeling (V.) Erfopvolging in de opgaande lijn...... 41 Afdeling (VI.) Erfopvolging in de zijlijn........... 42 Hoofdstuk IV. Onregelmatige erfopvolging................. 42 Afdeling I. Rechten van natuurlijke kinderen op de goederen van hun vader of moeder, en erfopvolging in de nalatenschap van zonder nakomelingen overleden natuurlijke kinderen......................... 42 Afdeling II. Rechten van de staat................ 42 Hoofdstuk V. Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen. 42 Afdeling I. Aanvaarding....................... 42 Afdeling II. Verwerping van nalatenschappen...... 43 Afdeling III. Voorrecht van boedelbeschrijving, zijn gevolgen, en verplichtingen van de erfgenaam die onder voorrecht aanvaardt......................... 43 Afdeling IV. Onbeheerde nalatenschappen........ 44 Hoofdstuk VI. Verdeling en inbreng...................... 44 Afdeling I. De rechtsvordering tot verdeling en haar vorm..................................... 44 Afdeling II. Inbreng.......................... 46 Afdeling III. Betaling van de schulden............ 47 Afdeling IV. Gevolgen van de verdeling en vrijwaring van de kavels............................... 47 Afdeling V. Vernietiging van de verdeling.......... 47 Titel II. Schenkingen onder de levenden en testamenten...... 48 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 48 Hoofdstuk II. Bekwaamheid om te beschikken of te verkrijgen bij schenking onder de levenden of bij testament............... 48 Hoofdstuk III. Beschikbaar gedeelte der goederen en inkorting.. 49 Afdeling I. Beschikbaar gedeelte der goederen..... 49 Afdeling II. Inkorting van schenkingen en legaten... 49 Hoofdstuk IV. Schenkingen onder de levenden.............. 50 Afdeling I. Vorm van de schenkingen onder de levenden...................................... 50 Afdeling II. Uitzonderingen op de regel van de onherroepelijkheid der schenkingen onder de levenden... 51 Hoofdstuk V. Beschikkingen bij testament................. 51 Afdeling I. Algemene regels betreffende de vorm der testamenten............................... 51 Afdeling II. Bijzondere regels betreffende de vorm van bepaalde testamenten........................ 52 Afdeling III. Erfstellingen en legaten in het algemeen. 53 Afdeling IV. Algemeen legaat................... 53 Afdeling V. Legaat onder algemene titel.......... 53 Afdeling VI. Bijzondere legaten................. 53 Afdeling VII. Uitvoerders van uiterste wilsbeschikkingen...................................... 54 Afdeling VIII. Herroeping en verval van testamenten. 54 Hoofdstuk VI. Geoorloofde beschikkingen ten voordele van de kleinkinderen van de schenker of erflater, of ten voordele van de kinderen van zijn broeders en zusters..................... 54 Hoofdstuk VII. Verdelingen door de vader, de moeder of andere bloedverwanten in de opgaande lijn, tussen hun afstammelingen gemaakt.......................................... 56 Hoofdstuk VIII. Schenkingen bij huwelijkscontract aan de echtgenoten en aan de kinderen die uit het huwelijk zullen worden geboren.............................................. 56 Hoofdstuk IX. Beschikkingen tussen echtgenoten, hetzij bij huwelijkscontract, hetzij tijdens het huwelijk.................... 56 Titel III. Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen...................................... 57 Hoofdstuk I. Voorafgaande bepalingen.................... 57 Hoofdstuk II. Voorwaarden die tot de geldigheid van de overeenkomsten vereist zijn.................................. 57 Afdeling I. Toestemming...................... 57 Afdeling II. Bekwaamheid van de contracterende partijen...................................... 58 Afdeling III. Voorwerp en inhoud van de contracten. 58 Afdeling IV. Oorzaak......................... 58 Hoofdstuk III. Gevolgen van de verbintenissen............... 58 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 58 Afdeling II. Verbintenis om iets te geven........... 58 Afdeling III. Verbintenis om iets te doen of niet te doen 58 Afdeling IV. Schadevergoeding wegens niet-nakoming van de verbintenis........................... 59 Afdeling V. Uitlegging van de overeenkomsten...... 59 Afdeling VI. Gevolgen van de overeenkomsten ten aanzien van derden............................. 59 Hoofdstuk IV. Verschillende soorten van verbintenissen........ 59 Afdeling I. Voorwaardelijke verbintenissen......... 59 Afdeling II. Verbintenissen met tijdsbepaling....... 60 Afdeling III. Alternatieve verbintenissen........... 60 Afdeling IV. Hoofdelijke verbintenissen........... 61 Afdeling V. Deelbare en ondeelbare verbintenissen.. 61 Afdeling VI. Verbintenissen onder strafbeding...... 62 Hoofdstuk V. Tenietgaan van de verbintenissen.............. 62 Afdeling I. Betaling........................... 62 Afdeling II. Schuldvernieuwing.................. 64 Afdeling III. Kwijtschelding van schuld............ 65 Afdeling IV. Schuldvergelijking.................. 65 Afdeling V. Schuldvermenging.................. 65 Afdeling VI. Verlies van de verschuldigde zaak...... 65 Afdeling VII. Vordering tot nietigverklaring of tot vernietiging van de overeenkomsten................ 65 Hoofdstuk VI. Bewijs van de verbintenissen en bewijs van de betaling.............................................. 66 Afdeling I. Schriftelijk bewijs.................... 66 Afdeling II. Bewijs door getuigen................ 67 Afdeling III. Vermoedens...................... 68 Afdeling IV. Bekentenis van partijen.............. 68 Afdeling V. De eed........................... 68 Titel IV. Verbintenissen buiten overeenkomst............ 69 Hoofdstuk I. Oneigenlijke contracten..................... 69 Hoofdstuk II. Misdrijven en oneigenlijke misdrijven........... 69 Titel V. Huwelijksvermogensstelsels................... 69 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 69 Hoofdstuk II. Wettelijk stelsel.......................... 70 Afdeling I. Vermogens en wederbelegging.......... 70 ii

Afdeling II. Rechten van de schuldeisers........... 71 Afdeling III. Bestuur van het gemeenschappelijk vermogen.................................... 72 Afdeling IV. Bestuur van het eigen vermogen....... 72 Afdeling V. Ontbinding van het wettelijk stelsel..... 73 Hoofdstuk III. Overeenkomsten die het wettelijk stelsel kunnen wijzigen........................................... 74 Hoofdstuk IV. Scheiding van goederen.................... 75 Afdeling I. Bedongen scheiding van goederen....... 75 Afdeling II. Gerechtelijke scheiding van goederen.... 75 Titel Vbis. Wettelijke samenwoning.................... 75 Titel VI. Koop................................... 77 Hoofdstuk I. Aard en vorm van de koop................... 77 Hoofdstuk II. Wie kopen of verkopen kan.................. 77 Hoofdstuk III. Zaken die verkocht kunnen worden............ 77 Hoofdstuk IV. Verplichtingen van de verkoper............... 77 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 77 Afdeling II. Levering.......................... 77 Afdeling III. Vrijwaring........................ 78 Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten........................ 79 Hoofdstuk V. Verplichtingen van de koper................. 81 Hoofdstuk VI. Nietigheid en ontbinding van de koop.......... 81 Afdeling I. Recht van wederinkoop............... 81 Afdeling II. Vernietiging van de koop uit hoofde van benadeling................................. 81 Hoofdstuk VII. Veiling van onverdeelde goederen............ 82 Hoofdstuk VIII. Overdracht van schuldvorderingen en andere onlichamelijke rechten................................... 82 Titel VII. Ruil................................... 83 Titel VIII. Huur.................................. 83 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 83 Hoofdstuk II. Huur van goederen........................ 83 Afdeling I. (Algemene bepalingen betreffende de huur van onroerende goederen)..................... 83 Afdeling II. Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder....................... 86 Afdeling IIbis. Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder............................... 90 Afdeling III. Regels betreffende de pacht in het bijzonder....................................... 94 Hoofdstuk III. Huur van werk en van diensten............... 103 Afdeling I. Huur van dienstboden en werklieden..... 103 Afdeling II. Ondernemers van vervoer te land en te water........................................ 104 Afdeling III. Bestekken en aannemingen........... 104 Hoofdstuk IV. Veepacht............................... 104 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 104 Afdeling II. Eenvoudige veepacht................ 104 Afdeling III. Veepacht bij helften................. 105 Afdeling IV. Veepacht door de eigenaar toegestaan aan zijn pachter of zijn deelpachter.............. 105 Afdeling V. Contract oneigenlijk veepacht genoemd.. 105 Titel IX. (Vennootschappen)........................ 105 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 105 Hoofdstuk II. Verschillende soorten van vennootschappen...... 105 Afdeling I. Algemene vennootschappen........... 105 Afdeling II. Bijzondere vennootschap............. 105 Hoofdstuk III. Verplichtingen van de vennoten onderling en ten aanzien van derden.................................. 105 Afdeling I. Verplichtingen van de vennoten onderling 105 Afdeling II. Verplichtingen van de vennoten ten aanzien van derden............................. 105 Hoofdstuk IV. Verschillende wijzen waarop de vennootschap eindigt............................................. 106 Titel X. Lening.................................. 106 Hoofdstuk I. Bruiklening of commodaat................... 106 Afdeling I. Aard van de bruiklening.............. 106 Afdeling II. Verplichtingen van de lener........... 106 Afdeling III. Verplichtingen van degene die in bruikleen geeft..................................... 106 Hoofdstuk II. Verbruiklening of eenvoudige lening........... 106 Afdeling I. Aard van de verbruiklening............ 106 Afdeling II. Verplichtingen van de uitlener......... 106 Afdeling III. Verplichtingen van de lener........... 107 Hoofdstuk III. Lening op interest........................ 107 Titel XI. Bewaargeving en sekwester................... 107 Hoofdstuk I. Bewaargeving in het algemeen en verschillende soorten van bewaargeving................................ 107 Hoofdstuk II. Eigenlijke bewaargeving.................... 107 Afdeling I. Aard en wezen van het contract van bewaargeving................................ 107 Afdeling II. Vrijwillige bewaargeving.............. 107 Afdeling III. Verplichtingen van de bewaarnemer.... 108 Afdeling IV. Verplichtingen van de bewaargever..... 108 Afdeling V. Bewaargeving uit noodzaak........... 108 Hoofdstuk III. Sekwester.............................. 109 Afdeling I. Verschillende soorten van sekwester..... 109 Afdeling II. Bij overeenkomst bedongen sekwester... 109 Afdeling III. Gerechtelijk sekwester of gerechtelijke bewaargeving................................ 109 Titel XII. Kanscontracten........................... 109 Hoofdstuk II. Contract van lijfrente...................... 109 Afdeling I. Voorwaarden die voor de geldigheid van het contract vereist zijn.......................... 109 Afdeling II. Gevolgen van het contract tussen de contracterende partijen.......................... 110 Titel XIII. Lastgeving.............................. 110 Hoofdstuk I. Aard en vorm van de lastgeving............... 110 Hoofdstuk II. Verplichtingen van de lasthebber.............. 110 Hoofdstuk III. Verplichtingen van de lastgever.............. 110 Hoofdstuk IV. Verschillende wijzen waarop lastgeving eindigt... 111 Titel XIV. Borgtocht.............................. 111 Hoofdstuk I. Aard en omvang van de borgtocht............. 111 Hoofdstuk II. Gevolgen van borgtocht.................... 111 Afdeling I. Gevolgen van borgtocht tussen de schuldeiser en de borg............................. 111 Afdeling II. Gevolgen van borgtocht tussen de schuldenaar en de borg............................. 112 Afdeling III. Gevolgen van borgtocht tussen de borgen onderling.................................. 112 iii

Hoofdstuk III. Tenietgaan van borgtocht.................. 112 Hoofdstuk IV. Wettelijke borgtocht en gerechtelijke borgtocht.. 112 Hoofdstuk V. Kosteloze borgtocht....................... 112 Titel XV. Dading................................. 113 Titel XVI. Lijfsdwang in burgerlijke zaken................ 114 Titel XVII. Inpandgeving............................ 114 Hoofdstuk I. Pand.................................. 114 Hoofdstuk II. Genotspand............................. 114 Titel XVIII. Voorrechten en hypotheken................. 115 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 115 Hoofdstuk II. Voorrechten............................. 116 Afdeling I. Voorrechten op roerende en onroerende goederen.................................. 116 Afdeling II. Voorrechten op roerende goederen..... 116 Afdeling III. Voorrechten op onroerende goederen.. 118 Afdeling IV. Hoe voorrechten bewaard worden..... 118 Hoofdstuk III. Hypotheken............................ 119 Afdeling I. Wettelijke hypotheken............... 120 Afdeling II. Bedongen hypotheken.............. 120 Afdeling III. Rang van de hypotheken onderling.... 121 Hoofdstuk IV. Wijze van inschrijving van de voorrechten en hypotheken........................................... 121 Hoofdstuk V. Doorhaling en vermindering van de inschrijvingen. 122 Hoofdstuk VI. Gevolgen van de voorrechten en hypotheken tegen derden-bezitters.................................... 123 Hoofdstuk VII. Tenietgaan van de voorrechten en hypotheken... 123 Hoofdstuk VIII. Wijze waarop eigendommen van de voorrechten en hypotheken worden gezuiverd........................ 123 Hoofdstuk IX. Openbaarheid van de registers en verantwoordelijkheid van de bewaarders............................... 125 Hoofdstuk X. Wijze van houden en bewaren van de hypothecaire bescheiden........................................ 125 Hoofdstuk XI. Vermelding van de partijen en van de onroerende goederen......................................... 126 Hoofdstuk XII. Materiële vormen van de formaliteiten van openbaarmaking en van de aanvragen....................... 126 Titel XIX. Gerechtelijke uitwinning en rangregeling onder de schuldeisers..................................... 126 Titel XX. Verjaring................................ 126 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 126 Hoofdstuk II. Bezit.................................. 127 Hoofdstuk III. Oorzaken die de verjaring verhinderen......... 127 Hoofdstuk IV. Oorzaken die de verjaring stuiten of schorsen.... 127 Afdeling I. Oorzaken die de verjaring stuiten....... 127 Afdeling II. Oorzaken die de loop van de verjaring schorsen.................................. 127 Hoofdstuk V. Tijd die voor de verjaring vereist is............ 128 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 128 Afdeling II. (Algemene termijnen van verjaring)..... 128 Afdeling III. Tienjarige en twintigjarige verjaring.... 128 Afdeling IV. Enige bijzondere verjaringen.......... 128 Titel XXI. (Kennisgeving)........................... 129 Wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen.............. 129 Koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen............................ 131 Wet over het recht van opstal........... 132 Wet over het recht van erfpacht.......... 133 FISCAAL RECHT Wetboek van de inkomstenbelastingen (Uittreksel)............................. 137 Titel I. De verschillende inkomstenbelastingen - definities.... 137 Titel II. Personenbelasting.......................... 138 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen personen......... 138 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 138 Afdeling I. Algemene bepaling van het belastbare inkomen...................................... 138 Afdeling II. Inkomen van onroerende goederen...... 139 Afdeling III. Inkomen van roerende goederen en kapitalen...................................... 140 Afdeling IV. Beroepsinkomen................... 144 Afdeling V. Diverse inkomsten.................. 162 Afdeling VI. Aftrekbare bestedingen.............. 165 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting................. 170 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag............ 170 Afdeling II. Bijzondere stelsels van aanslag......... 184 Afdeling III. Bonificatie voor voorafbetaling van de belasting.................................... 187 Afdeling IV. Jaarlijkse indexatie.................. 187 Titel III. Vennootschapsbelasting..................... 188 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen vennootschappen... 188 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting.................. 189 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 189 Afdeling II. Belastinggrondslag.................. 189 Afdeling III. Vrijgestelde inkomsten.............. 191 Afdeling IV. Vaststelling van het netto-inkomen..... 194 Afdeling V. Ontbinding en vereffening............ 201 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting................. 203 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag............ 203 Afdeling II. Afzonderlijke aanslagen.............. 204 Titel VII. Vestiging en invordering van de belastingen....... 205 Hoofdstuk IV. Bewijsmiddelen van de administratie.......... 205 Hoofdstuk V. Aanslagprocedure......................... 206 Afdeling I. Wijziging van de aangifte............. 206 Afdeling II. Aanslag van ambtswege.............. 206 Hoofdstuk VI. Aanslag................................ 207 Afdeling I. Aanslagtermijnen................... 207 Afdeling II. Aanslagjaar en belastbaar tijdperk...... 209 iv

Hoofdstuk VII. Rechtsmiddelen......................... 210 Afdeling I. Administratief beroep................ 210 Hoofdstuk VIII. Invordering van de belasting................ 213 Afdeling I. Belastingschuldigen.................. 213 Afdeling II. Werkzaamheden waarvoor een beroep moet worden gedaan op een geregistreerde aannemer 214 Titel IX. Het kadastraal inkomen van onroerende goederen... 217 Hoofdstuk I. Bepaling van het kadastraal inkomen........... 217 Hoofdstuk II. Vaststelling van het kadastraal inkomen......... 217 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 217 Afdeling II. Aangifte van de belastingplichtigen en recht van onderzoek van de administratie......... 217 Afdeling III. Gebouwde onroerende goederen....... 217 Afdeling IV. Ongebouwde onroerende goederen.... 217 Afdeling V. Materieel en outillage................ 218 Afdeling VI. Referentietijdstip................... 218 Hoofdstuk III. Tijdstip van vaststelling en invoegetreding van de kadastrale inkomens................................... 218 Afdeling I.Algemene perekwatie van de kadastrale inkomens.................................... 218 Afdeling II. Herzieningen van de kadastrale inkomens 218 Afdeling III. Schatting en herschatting van de kadastrale inkomens........................... 219 Hoofdstuk IV. Betekening van de kadastrale inkomens........ 220 Hoofdstuk V. Bezwaar tegen het kadastraal inkomen......... 220 Afdeling I. Recht van bezwaar................... 220 Afdeling II. Voorwaarden van geldigheid van het bezwaar..................................... 220 Afdeling III. Procedure bij het onderzoek van de bezwaren.................................... 220 Afdeling IV. Uitwerking van de bezwaren.......... 220 Hoofdstuk VI. Bewaring en bijhouding van de kadastrale bescheiden.............................................. 220 Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (Uittreksel)............. 221 Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde........ 223 Hoofdstuk I. Uit te reiken of op te maken facturen en stukken... 223 Hoofdstuk II. De boekhouding........................... 227 Hoofdstuk III. Opeisbaarheid van de belasting. Aangifte. Schuldenaar van de belasting................................. 229 Hoofdstuk IV. Andere verplichtingen..................... 231 Koninklijk besluit nr. 3 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.... 235 Eerste afdeling. Voorwaarden waaraan het uitoefenen van het recht op aftrek onderworpen is........... 235 Afdeling II. Herziening van de aftrek ten aanzien van andere belasting dan die geheven van bedrijfsmiddelen....................................... 236 Afdeling III. Herziening van de aftrek ten aanzien van belasting geheven van bedrijfsmiddelen........... 236 Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de aftrek volgens het algemeen verhoudingsgetal........... 238 Afdeling V. Bepalingen met betrekking tot de aftrek volgens het werkelijk gebruik van de goederen en diensten...................................... 239 Koninklijk besluit nr. 5 met betrekking tot de diensten die verband houden met een uit zijn aard onroerend goed, inzake belasting over de toegevoegde waarde............ 239 Koninklijk besluit nr. 14 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, de vestigingen van een zakelijk recht op een gebouw en de overdrachten en wederoverdrachten van dergelijk recht overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 of in artikel 44, 3, 1, a, tweede streepje of b, tweede streepje, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde...................... 240 Koninklijk besluit nr. 15 tot regeling van de schattingsprocedure waarin artikel 59, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde voorziet............ 241 Eerste hoofdstuk. Door de administratie ingestelde vordering tot schatting.......................................... 241 Eerste afdeling. Vervreemdingen en onttrekkingen van gebouwen................................. 241 Afdeling 2. Werk in onroerende staat............ 242 Hoofdstuk II. Tegen de administratie ingestelde vordering tot schatting.......................................... 242 Koninklijk besluit nr. 20 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven........ 243 Eerste afdeling. Automobielen voor personenvervoer voor invaliden.............................. 246 Afdeling II. Onderdelen, uitrustingsstukken en toebehoren van voertuigen voor invaliden............. 247 Koninklijk besluit nr. 30 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur.......................... 252 Ministerieel besluit nr. 2 van 4 maart 1993 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde.... 253 Ministerieel besluit nr. 11 van 3 november 1972 met betrekking tot de controle op de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de facturen betreffende oprichting van gebouwen..... 253 v

Ministerieel besluit nr. 13 van 4 maart 1993 met betrekking tot de verplichtingen waartoe een belastingplichtige of een lid van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, eigenaar van een voor hypotheek vatbaar goed of van een gedeelte ervan of houder van een zakelijk recht op een dergelijk goed of op een gedeelte ervan, gehouden is......................... 253 Wetboek successierechten - Vlaams Gewest (Uittreksel).......................... 254 Hoofdstuk I. Vestiging van de rechten.................... 254 Afdeling I. Erfopvolging bij versterf en testamentaire erfopvolging............................... 254 Afdeling II. Overdrachten en beschikkingen gelijkgesteld met overgangen uit oorzaak van dood....... 254 Hoofdstuk II. Belastbaar actief......................... 255 Afdeling I. Successierecht..................... 255 Afdeling II. Recht van overgang bij overlijden...... 255 Hoofdstuk III. Waardering van het belastbaar actief......... 255 Afdeling I. Algemene regelen................... 255 Afdeling II. Bijzondere regelen.................. 255 Hoofdstuk IV. Aannemelijk passief...................... 256 Hoofdstuk V. Aangifte van nalatenschap.................. 257 Afdeling I. Verplichting tot aangifte............. 257 Afdeling II. Personen verplicht tot aangifte - Bevoegd kantoor................................... 257 Afdeling III. Aangiftetermijn................... 257 Afdeling IV. Vorm en inhoud................... 257 Afdeling V. Niet-inlevering van aangifte........... 258 Hoofdstuk VI. Tarief der rechten........................ 258 Afdeling I. Algemeen tarief.................... 258 Afdeling II. Bijzondere regelen.................. 259 Hoofdstuk XII. Bewijsmiddelen......................... 260 Afdeling I. Bewijsmiddelen van gemeen recht...... 260 Afdeling II. Bijzondere bewijsmiddelen........... 260 Afdeling III. Controle-schatting................. 260 Hoofdstuk XIII. Strafbepalingen........................ 261 Afdeling I. Fiscale boeten..................... 261 Afdeling II. Correctionele straffen............... 262 Hoofdstuk XIV. Teruggave van de rechten................. 262 Hoofdstuk XV. Verjaring.............................. 263 Hoofdstuk V. Diverse bepalingen........................ 263 Afdeling I. Algemene maatregelen............... 266 Wetboek successierechten - Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Uittreksel)............ 267 Hoofdstuk VI. Tarief der rechten........................ 267 Afdeling I. Algemeen tarief.................... 267 Afdeling II. Bijzondere regelen.................. 268 Wetboek registratierechten - Vlaams Gewest (Uittreksel)..................... 269 Titel I. Registratierecht............................. 269 Hoofdstuk II. Indeling van de rechten en algemene heffingsregels. 269 Hoofdstuk III. Registratieverplichting..................... 269 Afdeling I. Akten en verklaringen aan de formaliteit onderworpen................................. 269 Afdeling II. Termijnen voor de aanbieding ter registratie........................................ 270 Afdeling III. Personen verplicht tot aanbieding ter registratie................................... 271 Afdeling IV. Plaats der registratie................ 271 Afdeling V. Sanctiën.......................... 272 Hoofdstuk IV. Vaststelling van de rechten.................. 272 Afdeling I. Overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen......................... 272 Afdeling II. Openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen........................... 277 Afdeling III. (Opgeheven)...................... 277 Afdeling IV. Huurcontracten................... 277 Hoofdstuk X. Bewijsmiddelen........................... 277 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 277 Afdeling II. Controleschatting.................. 278 Hoofdstuk XI. Tekort in de waardering, bewimpeling en veinzing, sanctien........................................... 279 Hoofdstuk XII. Correctionele straffen..................... 279 Hoofdstuk XIII. Teruggaaf............................. 280 Hoofdstuk XIV. Verjaring.............................. 282 Hoofdstuk XV. Vervolgingen en gedingen.................. 282 Hoofdstuk XVI. Bijzondere bepalingen betreffende de openbare verkopingen van roerende goederen....................... 283 Hoofdstuk XVII. Inlichtingen te verstrekken door de ontvangers.. 284 Wetboek registratierechten - Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Uittreksel)....... 284 Titel I. Registratierecht............................ 284 Hoofdstuk IV. Vaststelling van de rechten.................. 284 Afdeling I. Overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen......................... 284 Koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.. 287 HANDELSPRAKTIJKEN Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument................ 295 Hoofdstuk I. Algemene definities........................ 295 Hoofdstuk II. Voorlichting van de consument................ 295 Afdeling 1. Prijsaanduiding.................... 295 Afdeling 2. Aanduiding van de hoeveelheid........ 295 Afdeling 3. Benaming, samenstelling en etikettering van de produkten en van de diensten............. 296 Hoofdstuk III. Benaming van oorsprong................... 297 Hoofdstuk IV. Reclame (opgeheven)..................... 297 vi

Hoofdstuk V. Algemene bepalingen betreffende de verkopen van produkten en diensten aan de consument.................. 298 Afdeling 1. Verplichting tot voorlichting van de consument...................................... 298 Afdeling 2. Onrechtmatige bedingen............. 298 Afdeling 3. Commissie voor Onrechtmatige Bedingen 299 Afdeling 4. Documenten betreffende de verkopen van produkten en van diensten..................... 299 Afdeling 5. Verlenging van de dienstenovereenkomst. 300....................................... Afdeling 5. Uitvoering van de overeenkomst....... 300 Hoofdstuk VI. Bepaalde handelspraktijken................. 300 Afdeling 1. Verkopen met verlies................. 300 Afdeling 2. Aankondigingen van prijsverminderingen en -vergelijkingen............................ 301 Afdeling 3. Uitverkopen....................... 301 Afdeling 4. Opruimingen of solden............... 302 Afdeling 5. Gezamenlijk aanbod van produkten en diensten................................... 302 Afdeling 6. Waardebonnen..................... 303 Afdeling 7. Openbare verkopen................. 304 Afdeling 8. Afgedwongen aankopen.............. 304 Afdeling 9. (Overeenkomsten op afstand)......... 304 Afdeling 10. Onwettige verkooppraktijken......... 308 Afdeling 11. Verkopen aan de consument gesloten buiten de onderneming van de verkoper........... 308 Hoofdstuk VII. (Reclame en oneerlijke handelspraktijken)...... 309 Afdeling 1. Definities......................... 309 Afdeling 2. Vergelijkende reclame............... 309 Afdeling 3. Reclame en praktijken strijdig met de eerlijke gebruiken onder verkopers................. 310 Afdeling 4. Oneerlijke handelspraktijken jegens de consumenten............................... 310 Afdeling 5. Gemeenschappelijke bepalingen....... 312 Hoofdstuk VIIbis. Consumentenakkoorden................ 313 Hoofdstuk VIII. Vordering tot staking..................... 314 Hoofdstuk IX. Waarschuwingsprocedure................... 315 Hoofdstuk X. Sancties................................ 316 Afdeling 1. Strafbepalingen.................... 316 Afdeling 2. Schrapping van de inschrijving......... 317 Hoofdstuk XI. Opsporing en vaststelling van de bij deze wet verboden daden......................................... 317 Hoofdstuk XII. Wijzigings-, opheffings- en overgangsbepalingen.. 318 Hoofdstuk XIII. Slotbepalingen.......................... 318 Koninklijk besluit van 12 januari 2007 betreffende het gebruik van bepaalde bedingen in de bemiddelingsovereenkomsten van vastgoedmakelaars................... 318 STEDENBOUW EN KWALITEITSNORMEN VAN WONINGEN Vlaanderen Decreet van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelijke ordening gecoordineerd op 22 oktober 1996 (Uittreksel)............... 323 Titel II. Bouwvergunning........................... 323 Hoofdstuk I. Afgifte van de vergunning.................... 323 Hoofdstuk II. Indiening en behandeling van de aanvragen en beroepen.............................................. 324 Titel III. Verkavelingsvergunning..................... 326 Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (Uittreksel)................................. 328 Titel I. Inleidende bepalingen........................ 328 Hoofdstuk I. Doelstellingen en begrippen.................. 328 Hoofdstuk II. Jaarverslag en jaarprogramma............... 328 Hoofdstuk III. Adviesorganen.......................... 328 Afdeling 1. De Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening.................................... 328 Afdeling 2. De provinciale commissie voor ruimtelijke ordening.................................. 329 Afdeling 3. De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening................................ 329 [Afdeling 4. De Hoge raad voor het herstelbeleid]... 330 Hoofdstuk IV. De ambtenaren van ruimtelijke ordening....... 330 Afdeling 1. De gedelegeerde planologische en stedenbouwkundige ambtenaren en de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs en stedenbouwkundige ambtenaren................................ 330 Afdeling 2. De provinciale stedenbouwkundige ambtenaren..................................... 330 Afdeling 3. De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren................................ 331 Titel II. Planning................................ 331 Hoofdstuk I. Ruimtelijke structuurplannen................. 331 Afdeling 1. Algemene bepalingen................ 331 Afdeling 2. Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. 332 Afdeling 3. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan. 333 Afdeling 4. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan 334 Hoofdstuk II. Ruimtelijke uitvoeringsplannen............... 335 Afdeling 1. Algemene bepalingen................ 335 Afdeling 2. Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen...................................... 335 Afdeling 3. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen 336 Afdeling 4. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen...................................... 338 [Hoofdstuk III. Stedenbouwkundige verordeningen].......... 339 Hoofdstuk IV. Het grondbeleidsplan..................... 341 Hoofdstuk V. Recht van voorkoop en onteigening............ 341 Afdeling 1. Het recht van voorkoop.............. 341 Afdeling 2. Onteigening....................... 342 Hoofdstuk VI. De rooilijnplannen....................... 343 vii

Hoofdstuk VII. Ruilverkaveling, herverkaveling en landinrichting. 343 Hoofdstuk VIII. Planschade en planbaten................. 344 Afdeling 1. Planschade....................... 344 Afdeling 2. De planbatenheffing................ 345 Titel III. Vergunningenbeleid......................... 347 Hoofdstuk I. Het plannenregister........................ 347 Hoofdstuk II. Het vergunningenregister................... 347 Hoofdstuk III. Vergunningen........................... 348 Afdeling 1. De stedenbouwkundige vergunning.... 348 Afdeling 2. De verkavelingsvergunning........... 349 Afdeling 3. Gemeenschappelijke bepalingen....... 349 Afdeling 4. Lasten en voorwaarden verbonden aan de vergunningen en tijdelijke vergunningen.......... 349 Afdeling 5. De procedureregels in eerste aanleg.... 350 Afdeling 6. De beroepen...................... 351 Afdeling 7. Bijzondere bepalingen betreffende bepaalde aanvragen.............................. 353 Afdeling 8. Verval van de stedenbouwkundige vergunningen.................................... 353 Afdeling 9. Verval van de verkavelingsvergunning... 353 Afdeling 10. Wijziging van de verkavelingsvergunningen...................................... 354 Afdeling 11. Bijzondere bepalingen betreffende verkavelingen................................... 354 Afdeling 12. Bijzondere bepalingen betreffende de verhouding met de milieuvergunning............... 354 Titel IV. Diverse bepalingen......................... 354 Hoofdstuk I. Informatieverplichtingen.................... 354 Afdeling 1. De algemene informatieverstrekking.... 354 Afdeling 2. Het stedenbouwkundig uittreksel en attest 355 Afdeling 3. Het planologisch attest.............. 355 Afdeling 4. Informatieplicht van de instrumenterende ambtenaar................................ 355 Afdeling 5. Informatieplicht met betrekking tot overeenkomsten............................... 356 Afdeling 6. Informatieplicht met betrekking tot publiciteit..................................... 356 Hoofdstuk IV. [Rechtszekerheid inzake vergunde woningen en gebouwen, die gelegen zijn buiten de geëigende bestemmingszone]. 356............................................. [Hoofdstuk V. Bijzondere bepalingen inzake gewestplanbestemmingen]......................................... 359 Titel V. Handhavingsmaatregelen..................... 359 Hoofdstuk I. Strafbepalingen........................... 359 Afdeling 1. Strafsancties...................... 359 Afdeling 2. Toezicht......................... 359 Afdeling 3. Herstelmaatregelen................. 360 Afdeling 4. Uitvoering van de rechterlijke uitspraak.. 360 Afdeling 5. Staking van de in overtreding verrichte werken of handelingen.......................... 360 Afdeling 6. [Transactie]...................... 361 [Afdeling 7. Herstelfonds..................... 361 Hoofdstuk II. Inschrijving op het hypotheekkantoor en in het vergunningenregister................................... 362 Hoofdstuk III. Vernietiging titel......................... 362 Titel VI. Wijzigingsbepalingen........................ 362 Titel VII. Slotbepalingen........................... 362 Hoofdstuk I. Opheffingsbepalingen....................... 362 Hoofdstuk II. Overgangsbepalingen...................... 363 Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (Uittreksel)......... 368 Titel I. Algemene bepalingen........................ 368 Titel II. Doelstellingen van het woonbeleid............... 369 Hoofdstuk I. Het recht op wonen........................ 369 Hoofdstuk II. Bijzondere doelstellingen van het woonbeleid..... 369 Titel III. Kwaliteitsbewaking......................... 370 Hoofdstuk I. De veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen............................................. 370 Hoofdstuk II. Het conformiteitsattest..................... 370 Hoofdstuk III. Ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring........ 371 Hoofdstuk IV. Overbewoonde woningen................... 371 Hoofdstuk V. Sancties................................ 371 Titel VI. Instrumenten van het woonbeleid.............. 373 Hoofdstuk V. Het recht van wederinkoop.................. 373 Hoofdstuk VI. Andere instrumenten...................... 373 Afdeling 1. Recht van voorkoop................. 373 Afdeling 2. Sociaal beheer van woningen.......... 374 Koninklijk besluit van 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.......... 375 Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/1/2002 en 25/10/ 2002................................ 376 Brussel Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004 houdende vaststelling van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (Uittreksel)........ 390 Titel I. Algemene bepalingen........................ 390 Hoofdstuk I. Doelstellingen............................ 390 Hoofdstuk II. Machtiging.............................. 390 Hoofdstuk III. Openbaar onderzoek...................... 390 Hoofdstuk IV. Adviescommissies......................... 391 Afdeling I. De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie. 391 Afdeling II. De overlegcommissies............... 391 Afdeling III. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen..................... 391 Hoofdstuk V. Stedenbouwkundig college................... 392 viii

Titel II. Planning................................. 392 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 392 Hoofdstuk II. Gewestelijk ontwikkelingsplan................ 392 Afdeling I. Algemeen.......................... 392 Afdeling II. Inhoud........................... 392 Hoofdstuk III. Gewestelijk bestemmingsplan................ 392 Afdeling I. Algemeen.......................... 392 Afdeling II. Inhoud........................... 392 Hoofdstuk IV. Gemeentelijk ontwikkelingsplan.............. 392 Afdeling I. Algemeen.......................... 392 Afdeling II. Inhoud........................... 392 Hoofdstuk V. Bijzonder bestemmingsplan.................. 393 Afdeling I. Algemeen.......................... 393 Afdeling II. Inhoud........................... 393 Hoofdstuk VI. Onteigening en vergoeding.................. 393 Afdeling I. Beginsel........................... 393 Afdeling II. Procedure......................... 393 Afdeling III. Vergoedingen..................... 394 Afdeling IV. Uitvoeringstermijn voor de onteigeningen 394 Afdeling V. Vergoeding van de waardeverminderingen 394 Titel III. Stedenbouwkundige verordeningen.............. 395 Hoofdstuk I. Algemeen............................... 395 Hoofdstuk II. Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen... 395 Hoofdstuk III. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen. 395 Hoofdstuk III. Gevolgen van de gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen......................... 396 Hoofdstuk IV. Wijziging van de gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen......................... 396 Titel IV. Vergunningen en attest...................... 396 Hoofdstuk I. Stedenbouwkundige vergunning............... 396 Afdeling I. Handelingen en werken onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning.............. 396 Afdeling II. Stedenbouwkundige lasten............ 397 Afdeling III. Verval en verlenging................. 397 Afdeling IV. Vergunning van beperkte duur......... 397 Hoofdstuk II. Verkavelingsvergunning..................... 398 Afdeling I. Handelingen onderworpen aan een verkavelingsvergunning............................ 398 Afdeling Il. Gevolgen van de verkavelingsvergunning.. 398 Afdeling III. Stedenbouwkundige lasten........... 398 Afdeling IV. Vervaltermijn...................... 399 Afdeling V. Wijziging van de verkavelingsvergunning.. 399 Hoofdstuk III. Indiening en behandeling van de vergunningsaanvragen en beroepen.................................. 400 Afdeling I. Indiening van de aanvraag............. 400 Afdeling II. Voorafgaande effectenbeoordeling van bepaalde projecten............................ 401 Afdeling III. Speciale regelen van openbaarmaking... 404 Afdeling IV. Beslissing van het college van burgemeester en schepenen............................. 404 Afdeling V. Schorsing en vernietiging van de vergunning...................................... 406 Afdeling VI. Aanhangigmaking van de gemachtigde ambtenaar................................. 406 Afdeling VII. - Beroep bij het Stedenbouwkundig College....................................... 406 Afdeling VIII. Beroep bij de Regering............. 407 Afdeling IX. Vergunningen aangevraagd door een publiekrechtelijk rechtspersoon voor werken van openbaar nut of voor een beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is of aangaande nietuitgebate bedrijfsruimte...................... 407 Afdeling X. Gezamenlijke bepalingen voor de beslissingen...................................... 409 Afdeling XI. Bijzondere bepalingen voor de verkavelingsvergunning............................. 410 Hoofdstuk IV. Stedenbouwkundig attest.................. 410 Afdeling I. Begrip............................ 410 Afdeling II. Afgifteprocedure................... 410 Afdeling III. Gevolgen van het stedenbouwkundig attest...................................... 411 Titel VII. Het voorkooprecht........................ 411 Hoofdstuk I. Algemeen............................... 411 Hoofdstuk II. De aan het voorkooprecht onderhevige perimeter.. 411 Hoofdstuk III. De houders van het voorkooprecht............ 411 Hoofdstuk IV. De uitoefening van het voorkooprecht......... 412 Afdeling I. De aan het voorkooprecht onderworpen vastgoedoperaties........................... 412 Afdeling II. De onderhandse overdracht.......... 412 Afdeling III. De openbare verkoop............... 412 Afdeling IV. De onteigening.................... 413 Hoofdstuk V. Formaliteiten en vordering tot nietigverklaring.... 413 Titel VIII. Inlichtingen en informatie................... 413 Hoofdstuk I. Stedenbouwkundige inlichtingen.............. 413 Hoofdstuk II. Mededeling van inlichtingen en documenten inzake planning en stedenbouw.............................. 413 Hoofdstuk III. De publiciteit voor de verkoop en de verhuring... 413 Titel X. Misdrijven en strafbepalingen................. 414 Hoofdstuk I. Misdrijven.............................. 414 Afdeling I. Handelingen die als misdrijf gelden..... 414 Afdeling II. Vaststelling van de misdrijven......... 414 Afdeling III. Vaststelling van de misdrijven......... 414 Afdeling IV. Ambtshalve uitvoering.............. 414 Hoofdstuk II. Strafbepalingen.......................... 414 Hoofdstuk III. Overschrijving........................... 415 Hoofdstuk IV. Dading................................ 415 Gewestelijke stedenbouwkundige verordening van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest van 11 april 2003 (Uittreksel)....... 416 Titel I. Kenmerken van de bouwwerken en hun naaste omgeving 416 Hoofdstuk I. Algemeen............................... 416 Hoofdstuk II. Vestiging en bouwprofiel.................... 416 Afdeling 1. Vestiging en bouwprofiel van de mandelige bouwwerken............................... 416 Afdeling 2. Vestiging en bouwprofiel van de vrijstaande bouwwerken............................. 417 Hoofdstuk III. Benedenverdieping, gevels.................. 417 Hoofdstuk IV. Naaste omgeving......................... 418 Hoofdstuk V. Nutsvoorzieningen........................ 418 Hoofdstuk VI. Slotbepalingen.......................... 418 ix

Titel II. Bewoonbaarheidsnormen voor woningen........... 418 Hoofdstuk I. Algemeen............................... 418 Hoofdstuk II. Minimumnormen voor oppervlakte en volume.... 418 Hoofdstuk III. Hygiëne............................... 419 Hoofdstuk IV. Voorzieningen........................... 419 Hoofdstuk V. Verplichte dienstlokalen in nieuwe gebouwen met meerdere woningen.................................. 419 Hoofdstuk VI. Verbodsbepalingen....................... 419 Hoofdstuk VII. Slotbepalingen.......................... 419 Ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode (Uittreksel)... 420 Titel I. Algemene bepalingen......................... 420 Titel II. Het recht op huisvesting...................... 420 Titel III. De instrumenten van het huisvestingsbeleid........ 420 Hoofdstuk I. Verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen.............................. 420 Hoofdstuk II. Het openbaar beheersrecht van woningen....... 423 Hoofdstuk III. Toezicht............................... 424 Titel IV. De instellingen bevoegd inzake huisvesting........ 424 Hoofdstuk I. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij 424 Afdeling 3. Opdrachten...................... 424 Hoofdstuk II. De openbare vastgoedmaatschappijen......... 425 Afdeling 4. Opdrachten...................... 425 Hoofdstuk III. Het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest........................................... 425 Afdeling 2. Opdrachten...................... 425 Hoofdstuk IV. De sociale verhuurkantoren................ 425 Hoofdstuk V. De Adviesraad voor huisvesting.............. 427 Afdeling 2. Opdrachten...................... 427 Hoofdstuk VI. De instellingen voor sociaal krediet........... 427 Hoofdstuk VII. De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest...................... 428 Hoofdstuk VIII. Het Observatiecentrum voor de Huisvesting.... 428 Hoofdstuk IX. Het Informatiecentrum voor de Huisvesting..... 428 Titel V. Toezicht en controle......................... 428 Titel VI. Actiemiddelen............................ 429 Hoofdstuk III. De sancties............................ 429 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen........................... 429 MILIEU Vlaanderen Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning....................... 435 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...................... 435 Hoofdstuk II. Vergunningsprocedure voor nieuwe inrichtingen... 435 Hoofdstuk III. Milieuvoorwaarden en verplichtingen van de exploitant............................................. 438 Hoofdstuk IV. Beroep................................ 439 Hoofdstuk V. Verandering van een vergunde inrichting........ 439 Hoofdstuk VI. Verval van de vergunning................... 440 Hoofdstuk VII. Toezicht en dwangmaatregelen.............. 440 Hoofdstuk VIII. Schorsing en opheffing van de vergunning...... 441 Hoofdstuk IV. Strafbepalingen.......................... 441 Hoofdstuk X. Wijzigings- en opheffingsbepalingen............ 441 Hoofdstuk XI. Overgangs- en slotbepalingen................ 442 Besluit van de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) (Uittreksel)......... 442 Hoofdstuk I. Definities................................ 442 Hoofdstuk II. De melding.............................. 444 Hoofdstuk III. De vergunningsaanvraag.................... 446 Hoofdstuk IIIBIS. Verandering van een vergunde inrichting van Klasse 1 of 2....................................... 450 Hoofdstuk V. Het openbaar onderzoek.................... 452 Hoofdstuk VI. De adviezen............................. 453 Hoofdstuk VII. De milieuvergunningscommissies............. 455 Afdeling I. De provinciale milieuvergunningscommissies....................................... 455 Afdeling II. De gewestelijke milieuvergunningscommissie....................................... 456 Hoofdstuk VIII. Beslissing over de vergunningsaanvraag........ 457 Hoofdstuk IX. Bekendmaking en toegang tot milieu-informatie.. 459 Hoofdstuk X. Procedures voor de behandeling van milieuvergunningsaanvragen..................................... 460 [Afdeling I.]................................ 460 Afdeling II. Milieuvergunningsaanvragen bedoeld in artikel 6, 1, 1............................. 460 Afdeling III. Milieuvergunningsaanvragen bedoeld in artikel 6, 1, 2............................. 461 Afdeling IV. Bijzondere bepalingen............... 462 Hoofdstuk XI. Exploitatievoorwaarden en verplichtingen van de exploitant........................................... 464 Hoofdstuk XII. Verval, schorsing en opheffing van de vergunning. 466 Hoofdstuk XIII. Beroepen.............................. 467 Afdeling I. Beroepen tegen in eerste aanleg door het college van burgemeester en schepenen genomen beslissingen over milieuvergunningsaanvragen en gedane aktenamen van mededelingen kleine veranderingen.. 467 Afdeling II. Beroepen tegen in eerste aanleg door de bestendige deputatie van de provincie getroffen beslissingen over milieuvergunningsaanvragen en gedane aktenamen van mededelingen kleine veranderingen.. 468 Afdeling III. Bijzondere bepalingen............... 469 Hoofdstuk XIV. Koppeling milieu- en bouwvergunning......... 470 Hoofdstuk XIVbis. Kennisgevings- en toelatingsprocedure voor het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde of pathogene organismen........................................... 470 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 470 x

Afdeling II. Aanvullende bepalingen per risiconiveau. 471 Afdeling III. Algemene beginselen en inperkings- en andere beschermingsmaatregelen.................. 472 Afdeling IV. Bijlagen.......................... 472 Hoofdstuk XV. Toezicht............................... 472 Hoofdstuk XVI. Dwangmaatregelen...................... 476 Hoofdstuk XVII. Overgangs- en slotbepalingen.............. 476 Bijlage 1. Lijst van als hinderlijk beschouwde inrichtingen.... 477 Brussel 486 Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen................... 486 Titel I. Definities en algemene bepalingen............... 486 Titel II. Indiening en onderzoek van de aanvragen om een milieuattest en een milieuvergunning....................... 488 Hoofdstuk I. Bepalingen die gelden voor alle inrichtingen of voor verschillende klassen van inrichtingen..................... 488 Afdeling 1. Aanvragen om een milieu-attest en een milieuvergunning.............................. 488 Afdeling 2. Vergunningen en attesten aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon of betreffende inrichtingen van openbaar nut............. 489 Hoofdstuk II. Bepalingen betreffende de inrichtingen van klasse I.A............................................... 489 Afdeling 1. Indiening van de aanvraag............ 489 Afdeling 2. Bestek van de effectenstudie........... 490 Afdeling 3. De effectenstudie................... 491 Afdeling 4. Speciale regelen van openbaarmaking... 491 Afdeling 4bis. Informatieverspreiding voor de omwonenden van Seveso-bedrijven................... 492 Afdeling 5. Afgifte van het attest of de vergunning... 492 Hoofdstuk III. Bepalingen betreffende de inrichtingen van klasse I.B............................................... 492 Afdeling 1. Indiening van de aanvraag............ 492 Afdeling 2. Speciale regelen van openbaarmaking... 493 Afdeling 3. Afgifte van het milieu-attest of van de milieuvergunning zonder voorafgaand attest......... 494 Afdeling 4. Aanvraag om een milieuvergunning ingevolge de toekenning van een milieu-attest......... 494 Hoofdstuk IV. Bepalingen betreffende de inrichtingen van klasse II en de tijdelijke inrichtingen............................. 494 Afdeling 1. Indiening en onderzoek van de aanvragen betreffende de inrichtingen van klasse II........... 494 Afdeling 2. Bepalingen betreffende de tijdelijke inrichtingen..................................... 495 Hoofdstuk V. Rechtsgeldigheid van de beslissingen en de voorwaarden voor de afgifte van milieu-attesten en milieuvergunningen... 495 Titel III. Activiteiten onderworpen aan voorafgaande aangifte. 498 Titel IV. Personen onderworpen aan de erkenning......... 498 Hoofdstuk I. Indiening van de aanvraag................... 498 Hoofdstuk II. Onderzoek van de aanvraag................. 499 Hoofdstuk III. Inhoud van de erkenning................... 499 Titel IVbis. Personen onderworpen aan registratie......... 499 Titel V. De administratieve rechtsmiddelen.............. 500 Titel VI. Openbaarmaking van de beslissingen........... 501 Titel VII. Toezicht, dwang- en strafmaatregelen.......... 501 Titel VIII. Slotbepalingen........................... 502 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.................... 503 Ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IA van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen....... 504 BODEMSANERING Vlaanderen Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Uittreksel).......................... 509 Titel I. Inleidende bepaling......................... 509 Titel II. Definities, doelstellingen en algemene bepalingen... 509 Hoofdstuk I. Definities............................... 509 Hoofdstuk II. Doelstellingen........................... 510 Hoofdstuk III. Algemene bepalingen..................... 510 Titel III. Bodemsanering........................... 510 Hoofdstuk I. Identificatie en inventarisatie van gronden....... 510 Afdeling I. Grondeninformatieregister............ 510 Afdeling II. Lijst van risico-inrichtingen........... 510 Afdeling III. Gemeentelijke inventaris............. 510 Hoofdstuk II. Erkenning als bodemsaneringsdeskundige....... 510 Hoofdstuk III. Verplichting om het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering uit te voeren en te (pre)financieren...... 510 Afdeling I. Nieuwe bodemverontreiniging......... 510 Afdeling II. Historische bodemverontreiniging...... 512 Afdeling III. Gemengde bodemverontreiniging...... 513 Hoofdstuk IV. Oriënterend bodemonderzoek en beschrijvend bodemonderzoek..................................... 513 Afdeling I. Oriënterend bodemonderzoek......... 513 Afdeling II. Beschrijvend bodemonderzoek........ 514 Afdeling III. Oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek................................... 514 Hoofdstuk V. Bodemsanering.......................... 514 Afdeling I. Bodemsaneringsproject.............. 514 Afdeling II. Beperkt bodemsaneringsproject....... 515 Afdeling III. Bodemsaneringswerken............. 515 Afdeling IV. Eindevaluatieonderzoek en eindverklaring 516 Hoofdstuk VII. Vrijwillige uitvoering van beschrijvend bodemonderzoek, bodemsanering of andere maatregelen............. 516 Afdeling I. Algemeen......................... 516 Afdeling II. Bodemsaneringsorganisaties.......... 516 xi

Hoofdstuk VIII. Overdrachten.......................... 517 Afdeling I. Overeenkomst betreffende de overdracht van gronden............................... 517 Afdeling II. Overdracht van risicogronden......... 517 Afdeling III. Nietigheid en niet-tegenstelbaarheid... 519 Afdeling IV. Afstand van eigendomsrecht......... 519 Hoofdstuk IX. Onteigening van gronden................... 519 Afdeling I. Bepalingen van toepassing op alle onteigeningen.................................... 519 Afdeling II. Bepalingen van toepassing op de onteigening van risicogronden....................... 519 Hoofdstuk X. Sluiting van een risico-inrichting.............. 519 Hoofdstuk XI. Faillissement en vereffening................. 519 Hoofdstuk XV. Administratief beroep.................... 520 Afdeling I. Beroep tegen beslissingen in verband met het bodemsaneringsproject, het beperkt bodemsaneringsproject en het risicobeheersplan............ 520 Afdeling II. Andere beroepen................... 520 Hoofdstuk XVI. Ambtshalve tussenkomst van de OVAM...... 520 Titel IV. Bodembescherming......................... 521 Hoofdstuk I. Maatregelen ter bescherming van de bodem...... 521 Hoofdstuk II. Instrumenten ter bescherming van de bodem..... 521 Afdeling I. Subsidieregeling.................... 521 Afdeling II. Steunregeling..................... 521 Afdeling III. Onteigening ten algemene nutte...... 521 Titel VI. Overgangs-, opheffings- en inwerkingtredingsbepalingen........................................... 521 Vlaams Reglement van 14 december 2007 (Vlarebo) (Uittreksel)................. 522 Titel II. Bodemsanering............................. 522 Hoofdstuk III. Verplichting om het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering uit te voeren en te (pre)financieren...... 522 Afdeling I. Saneringscriterium bij nieuwe bodemverontreiniging............................... 522 Afdeling II. Saneringsdoel..................... 522 Afdeling III. Vrijstelling van de verplichting om het beschrijvend bodemonderzoek................... 522 Hoofdstuk IV. Oriënterend bodemonderzoek en beschrijvend bodemonderzoek..................................... 523 Afdeling I. Oriënterend bodemonderzoek......... 523 Afdeling II. Beschrijvend bodemonderzoek........ 524 Afdeling III. Oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek................................... 524 Hoofdstuk V. Bodemsanering.......................... 524 Afdeling I. Bodemsaneringsproject.............. 524 Afdeling II. Beperkt bodemsaneringsproject....... 526 Afdeling III. Bodemsaneringswerken............. 527 Hoofdstuk VII. Vrijwillige uitvoering van beschrijvend bodemonderzoek, bodemsanering of andere maatregelen............. 528 Afdeling I. Bodemsaneringsorganisaties.......... 528 Hoofdstuk VIII. Overdrachten.......................... 531 Afdeling I. Melding van overdracht van een risicogrond 531 Afdeling II. Procedure tot vrijstelling van de saneringsplicht.................................... 531 Afdeling III. Overdracht van de vrijstelling van saneringsplicht................................. 531 Afdeling IV. Overname van de uitvoering van de verplichtingen................................. 532 Hoofdstuk IX. Onteigening van gronden................... 532 Hoofdstuk X. Sluiting van een risico-inrichting............... 532 Hoofdstuk XIII. Het gebruik van uitgegraven bodem.......... 532 Afdeling I. Definities.......................... 532 Afdeling II. Toepassingsgebied.................. 533 Afdeling III. Voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem.............................. 533 Afdeling IV. Traceerbaarheidsprocedure........... 534 Afdeling V. Bodembeheerorganisatie, tussentijdse opslagplaats en grondreinigingscentrum: erkenning in het kader van de regeling over het gebruik van uitgegraven bodem.............................. 537 Hoofdstuk XV. Administratief beroep..................... 539 Afdeling I. Ontvankelijkheid van het beroep........ 539 Afdeling II. Nota met opmerkingen en stavingsstukken 539 Hoofdstuk XVIII. Retributies........................... 539 Afdeling II. Ambtshalve optreden van de OVAM ten laste van een in gebreke blijvende plichtige........ 539 Bijlage I. Lijst van risico-inrichtingen...................... 539 Brussel 543 Ordonnantie Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems......... 543 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 543 Hoofdstuk II. Bepaling van de verontreinigde bodems......... 544 Afdeling I. Inventaris van de verontreinigde bodems of bodems waarvoor sterke aanwijzingen op verontreiniging bestaan................................ 544 Afdeling II. Verkennend hodemonderzoek......... 544 Hoofdstuk III. Risicostudie............................. 545 Hoofdstuk IV. Beheer van het terrein..................... 546 Afdeling 1. Beschermende, toezichts- waarborg- en behandelingsmaatregelen..................... 546 Afdeling II. Saneringsmiddelen.................. 546 Afdeling III. Saneringspeil...................... 546 Hoofdstuk V. Slotbepalingen........................... 547 Afdeling I. Strafbepalingen..................... 547 Afdeling II. Wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.......... 547 Afdeling III. Wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van de misdrijven inzake leefmilieu................................ 547 Afdeling IV. Wijziging van het koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, als bekrachtigd en vervolledigd door de wet van 16 juni 1989, gewijzigd door de ordonnanties van 30 juli 1992, 27 april 1995 en 29 maart 2001........... 547 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 december 2004 tot vaststelling van de risicoactiviteiten................ 547 xii

Omzendbrief van 20 januari 2005 - Toepassing van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems............................. 551 VERZEKERINGEN Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.................... 555 Titel I. De landsverzekeringsovereenkomst in het algemeen... 555 Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen....................... 555 Hoofdstuk II. Bepalingen betreffende alle verzekeringsovereenkomsten.......................................... 555 Afdeling I. Het sluiten van de overeenkomst........ 555 Afdeling II. Omvang van de dekking.............. 556 Afdeling III. Bewijs en inhoud van de overeenkomst.. 556 Afdeling IV. Uitvoering van de overeenkomst....... 556 Afdeling V. Beding ten behoeve van derden........ 557 Afdeling VI. Niet-bestaan en wijziging van het risico.. 557 Afdeling VII. Medeverzekering en taak van de eerste verzekeraar................................. 558 Afdeling VIII. Opzeggingswijzen................. 558 Afdeling IX. Duur en einde van de overeenkomst.... 558 Afdeling X. Verjaring.......................... 559 Afdeling XI. Scheidsrechterlijke uitspraken......... 559 Hoofdstuk III. Bepalingen eigen aan de verzekeringen tot vergoeding van schade..................................... 560 Hoofdstuk IV. Bepalingen eigen aan de verzekering tot uitkering van een vast bedrag.................................. 560 Titel II. Schadeverzekeringen........................ 561 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 561 Hoofdstuk II. Zaakverzekeringsovereenkomsten.............. 561 Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen betreffende alle zaakverzekeringen...................... 561 Afdeling II. Nadere bepalingen betreffende sommige zaakverzekeringen............................ 561 Hoofdstuk III. Aansprakelijkheidsverzekeringen............. 566 Hoofdstuk IV. Rechtsbijstandverzekeringen................. 567 Titel III. Persoonsverzekeringen....................... 568 Hoofdstuk I. Gemeenschappelijke bepalingen............... 568 Hoofdstuk II. Levensverzekeringsovereenkomsten............ 568 Afdeling I. Algemene bepalingen................ 568 Afdeling II. Verzekerd risico.................... 568 Afdeling III. Betaling van de premies en inwerkingtreding van de overeenkomst..................... 568 Afdeling IV. Rechten van de verzekeringnemer...... 568 Afdeling V. Rechten van de begunstigde........... 569 Afdeling VI. Verzekering tussen in gemeenschap van goederen getrouwde echtgenoten................ 570 Hoofdstuk III. Persoonsverzekeringsovereenkomsten andere dan levensverzekeringsovereenkomsten....................... 570 Hoofdstuk IV. Ziekteverzekeringsovereenkomsten............ 570 Afdeling I. Inleidende bepalingen................ 570 Afdeling II. Individuele ziekteverzekeringsovereenkomsten...................................... 571 Afdeling III. Individuele voortzetting van een collectieve ziekteverzekeringsovereenkomst.............. 572 Titel IV. Slotbepalingen............................ 573 Koninklijk besluit van 24 december 1992 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.......... 574 BEROEP VAN DE VASTGOEDMAKELAAR Kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen............... 579 Titel I. Aanvraag tot reglementering................... 579 Titel II. Bescherming van de titel en van het beroep........ 579 Titel III. Erkennings- en controleorganismen............. 580 Titel IV. Strafbepalingen........................... 581 Titel V. Slotbepalingen............................ 582 Koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar............................ 582 Koninklijk besluit van 27 september 2006 tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars.................... 584 Titel I. Gemeenschappelijke bepalingen................ 584 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen....................... 584 Hoofdstuk II. Definities............................... 585 Hoofdstuk III. De vastgoedmakelaar en zijn aansprakelijkheid: principes.......................................... 585 Hoofdstuk IV. De vastgoedmakelaar en het respect voor het privéleven............................................ 585 Hoofdstuk V. De vastgoedmakelaar en zijn overeenkomsten.... 585 Hoofdstuk VI. De vastgoedmakelaar in zijn relatie tot de opdrachtgever............................................ 586 Hoofdstuk VII. De vastgoedmakelaar..................... 586 Hoofdstuk VIII. De vastgoedmakelaar in zijn relatie met zijn collega's............................................. 586 Hoofdstuk IX. De vastgoedmakelaar, zijn honoraria en vergoedingen.............................................. 586 Hoofdstuk X. De vastgoedmakelaar en de financiële bewegingen. 586 Hoofdstuk XI. De vastgoedmakelaar en de discretieplicht...... 587 Hoofdstuk XII. De vastgoedmakelaar en zijn beroepsvervolmaking 587 Hoofdstuk XIII. Belangenconflicten - Onverenigbaarheden - Welvoeglijkheid....................................... 587 Hoofdstuk XIV. De vastgoedmakelaar en het Instituut........ 587 Titel II. Bijzondere verplichtingen voor de vastgoedmakelaar-bemiddelaar..................................... 588 xiii

Hoofdstuk I. De vastgoedmakelaar-bemiddelaar in zijn relatie tot de opdrachtgever................................... 588 Hoofdstuk II. De informatieverstrekking over de goederen..... 588 Hoofdstuk III. De vastgoedmakelaar-bemiddelaar in zijn relatie tot sommige derden en collega's........................ 588 Hoofdstuk IV. Honoraria............................. 588 Hoofdstuk V. Diverse bepalingen........................ 589 Titel III. Bijzondere verplichtingen voor de vastgoedmakelaarbeheerder...................................... 589 Hoofdstuk I. Gemeenschappelijke bepalingen voor alle vastgoedmakelaar-beheerders................................ 589 Hoofdstuk II. Bijzondere verplichtingen voor de vastgoedmakelaarsyndicus.......................................... 589 Hoofdstuk III. Bijzondere verplichting voor de vastgoedmakelaarrentmeester....................................... 589 Titel IV. Slotbepalingen............................. 589 Deontologische richtlijn van 27 september 2006 betreffende de burgerlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering en borgstelling hebbende tot voorwerp de artikelen 5 en 32 van de plichtenleer van het B.I.V................................ 590 Deontologische richtlijn van 27 september 2006 betreffende de derdenrekening van de vastgoedmakelaar hebbende tot voorwerp de artikelen 28, 67 en 69 van de plichtenleer van het B.I.V.......................... 591 Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars.... 591 xiv