5. Vergelijkingen. 5.1. Vergelijkingen met één variabele. 5.1.1. Oplossen van een lineaire vergelijking



Vergelijkbare documenten
8. Differentiaal- en integraalrekening

12. Uitwerkingen van de opgaven

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

Het oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden:

3. Lineaire vergelijkingen

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Vergelijkingen met breuken

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

4. Vereenvoudigen expressies

1.1 Rekenen met letters [1]

2. Een eerste kennismaking met Maxima

3.4. Antwoorden door N woorden 24 januari keer beoordeeld. Wiskunde B. wi vwo B1 H1 Vergelijkingen en ongelijkheden 1.

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Samenvatting Wiskunde B

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

wiskunde B pilot havo 2015-II

Korte handleiding Maple bij de cursus Meetkunde voor B

6.0 Voorkennis [1] Algemeen: u n = u n-1 + u n-2 met u 0 = 1 en u 1 = 1. Bereken de 12 de term van deze rij

Blokmatrices. , I 21 = ( 0 0 ) en I 22 = 1.

Uitgewerkte oefeningen

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

Beknopte handleiding voor Derive 5.0 for Windows

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Hoofdstuk 3. Matrices en stelsels. 3.1 Matrices. [[1,7]],[[12,8] ] of [ 1, 7; 12,8 ] bepaalt de matrix

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen?

maplev 2010/7/12 14:02 page 55 #57 lhs, rhs, assign, isolate, solve, identity, RootOf, allvalues, fsolve, avoid Module 3, 8, 14 en 25.

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

2.1 Lineaire formules [1]

Wiskunde D vwo Lineaire algebra. Presentatie Noordhoff wiskunde Tweede Fase congres 19 november 2015 Harm Houwing en John Romkes

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

Uitwerking voorbeeld 2

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Geven we decimale getallen als invoer, dan past Maxima zich onmiddellijk aan en geeft ook decimale getallen als resultaat:

6 - Geschiedenis van het getal Pi

xxii Handleiding Maple 10

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Uitwerkingen Mei Eindexamen HAVO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

14.0 Voorkennis. De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie.

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

3.1 Kwadratische functies[1]

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3

Meergraadsvergelijkingen

Antwoorden Differentievergelijkingen 1

Vergelijkingen en hun oplossingen

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

1. Orthogonale Hyperbolen

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

8.0 Voorkennis ,93 NIEUW

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen!

a) Bereken het middelpunt van van cirkel C, door omzetting van de gegeven formule.

Grafieken 1. a) de snijpunten met de x-as. b) het snijpunt met de y-as. c) de coördinaten van de top.

Lineaire afbeeldingen

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

2.1 Lineaire functies [1]

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

Steeds betere benadering voor het getal π

wiskunde B havo 2015-II

9.1 Recursieve en directe formules [1]

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

Het installatiepakket haal je af van de website

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Computerrekenpakket Maple zesde jaar

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

11.0 Voorkennis V

Monitoraatssessie Wiskunde

2.0 Voorkennis. Rekenregels machten: 5) a 0 = 1. p p q p q a p q q. p q pq p p p. Willem-Jan van der Zanden

Uitleg van de Hough transformatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 3

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo I

Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen

Transcriptie:

5. Vergelijkingen 5.1. Vergelijkingen met één variabele 5.1.1. Oplossen van een lineaire vergelijking Probleem : We willen x oplossen uit de lineaire vergelijking p x+q=r met p. Maxima biedt daartoe in principe twee mogelijkheden : 1) oplossen via eenvoudige herleidingen door middel van de operaties +, -, * en /. 2) oplossen via de opdracht solve ad 1) oplossen via eenvoudige herleidingen ad 2) oplossen via de solve-opdracht De SOLVE-opdracht vraagt naar de op te lossen vergelijking en naar de variabele waarin de oplossing moet worden uitgedrukt. De oplossingen worden gegeven in de vorm van een lijst. 1

Opgave 5.1 Bereken de variabele k uit de vergelijking k a s= m via herleiden en via de SOLVE- k + a opdracht. 5.1.2. Solve en algss-opdrachten Het eerste argument van SOLVE is de vergelijking (of ongelijkheid) die moet worden opgelost. Het tweede argument is de variabele waarnaar de vergelijking wordt opgelost. solve(verg, x) retourneert als resultaat een lijst, waarvan de afzonderlijke elementen vergelijkingen zijn. algss ([verg], [x]) retourneert een lijst van oplossingen, waarbij elke oplossing wordt weergegeven als een lijst van vergelijkingen in de variabele x ; verg dient hierbij een veeltermvergelijking te zijn. In een volgende paragraf zullen we zien dat deze opdracht vooral handig werkt bij het oplossen van stelsels met meer dan één onbekende. Opmerking: De opdracht solve is ook te gebruiken via het menu Equations Solve en eveneens via de knop Solve in de buttonlijst voor opdrachten met een dialoogvenster. Via het menu Equations Solve krijgen we het volgende dialoogvenster: Opgave 5.2 3 2 4 167x 73x 59x 1 Bepaal de oplossingen van de vergelijking 2x + + + =. 15 15 15 3 Controleer de antwoorden door substitutie ervan in de oorspronkelijke vergelijking. 2

Opgave 5.3 Bepaal de oplossingen van de vergelijking 3 2 x x x 3 + 19 17=. 5.1.3. Numeriek oplossen van vergelijkingen Niet elke vergelijking kan exact worden opgelost. Veeltermvergelijkingen van hogere orde 5 (bijv. x 1= ), trigonometrische vergelijkingen (bijv. cos( x ) =.25), exponentiële vergelijkingen (bijv. 2 x = 3) kunnen slechts numeriek worden opgelost. Dat betekent dat we slechts benaderingen voor de exacte oplossingen kunnen geven. Maxima geeft hiertoe de volgende mogelijkheden : Via het menu Equations Solve numericall wordt middels de opdracht find_root een nulpunt van een functie numeriek bepaald; hierbij dient een interval te worden vermeld waarbinnen het gezocht nulpunt ligt allroots resp. realroots voor veeltermen of wel de meer krachtige opdracht algss (welke ook voor het oplossen van stelsels vergelijkingen wordt gebruikt). We bepalen nu de numeriek de reële oplossing van deze vergelijking in 8 decimalen nauwkeurig: We zien hieruit dat er 3 reële oplossingen zijn. De vergelijking heeft dus 3 reële en 2 complexe oplossingen. We bepalen vervolgens een nulpunt van de functie f ( x) = x cos( x) op het interval [,π ]: 3

5.1.4. Numeriek oplossen via een recurrente formule Vergelijkingen van de vorm = F( ) kunnen we soms numeriek oplossen door gebruik te maken van de recurrente betrekking n+ 1 = F( n) waarbij een geschikte startwaarde is. Bij de wiskunde van het VO heeft u hiermee kennis gemaakt bij de onderwerpen differentievergelijkingen of dnamische sstemen. Laten we ter illustratie het volgende voorbeeld nemen: = n+ 1 cos( n) voor n =, 1, 2,.. met als startwaarde = 1. Door successieve substitutie krijgen we dan de volgende rij getallen : = 1 1 =.543236 2 =.857553216 3 =.65428979 4 =.79348359 5 =.71368774 6 =.763959683 7 =.72212425 Deze rij getallen kan in Maxima ook via een for opdracht als volgt gegenereerd worden: 4

Als deze rij convergeert naar een bepaalde waarde dan zal die waarde een oplossing zijn van de vergelijking = cos( ). Uit de tabel blijkt dat de oplossing ongeveer.74 is. Om de grafiek van de eerste 15 termen te tekenen, gebruiken we de volgende opdrachten: De grafiek van verkregen uit opdracht (%i9) staat in figuur 4.1 Fig. 4.1 Grafiek van = n+ 1 cos( n) met = 1 Dit proces van successieve substitutie kan meetkundig fraai geïllustreerd worden door een webdiagram met behulp van de opdracht staircase (F,, n, ) : Fig. 4.2 Webgrafiek van = n+ 1 cos( n) met = 1 5

Opgave 5.4 Voor het numeriek oplossen van de vergelijking 1 2 = + 2 gebruiken we het volgende iteratieproces 1 2 n+ 1 = n +. 2 n a. Als het iteratieproces convergeert, naar welke waarde zal het dan convergeren? b. Bepaal via een for-loop de waarden 1 t/m 8 ; neem als startwaarde =.5 c. Plot de grafiek van n als functie van n voor n = 1,2,..,8 1 2 d. Teken de webgrafiek van n+ 1 = n + 2 n ; neem als startwaarde =.5 5.2. Stelsels vergelijkingen In deze paragraaf zullen we op verschillende manieren stelsels vergelijkingen leren oplossen. We nemen daarbij steeds het volgende stelsel van 2 vergelijkingen met 2 onbekenden als voorbeeld : I : 3x - = 5 II : 2x + 3 = 7 5.2.1. Oplossen via solve/algss/linsolve De beide vergelijkingen worden tussen vierkante haken en gescheiden door een komma ingevoerd. De namen van de onbekenden worden weer als een lijst ingevoerd ( tussen vierkante haken). Met LINSOLVE (voor lineaire stelsels), SOLVE of ALGSYS wordt het stelsel opgelost. De uitvoer bestaat uit een lijst van oplossingen in de vorm van Maximavergelijkingen : [[x=1, =2], ] Het is handig om de oplossingen in een variabele op te slaan ( bijvoorbeeld als volgt oplos : solve ([ vergelijkingen ], [ var ]) ), om vervolgens makkelijk met het resultaat te kunnen manipuleren. Opmerking: Hint: Directe toegang tot het resultaat gebeurt via het lijstelement en de opdracht RHS. Bijvoorbeeld oplos[1][1] is het eerste element van de tweedimensionale lijst oplos. In dit geval 1 rij en 2 kolommen. Hiermee wordt dus de betreffende oplossingsvergelijking geselecteerd. Met rhs(oplos[1][1]) wordt de oplossing zelf geselecteerd (een getalwaarde). Een andere variant is het gebruik van de opdracht ev (evaluation), bijv. ev (x, oplos) geeft de waarde van x. 6

Deze methode kan natuurlijk ook worden gebruikt bij stelsels vergelijkingen met meer dan 2 variabelen. 5.2.2. Oplossen via gelijkstellen Uit beide vergelijkingen wordt met solve een variabele berekend. Vervolgens worden de rechter zijden van deze vergelijkingen aan elkaar gelijkgesteld. 7

5.2.3. Eliminatiemethode (na vermenigvuldiging) De eerste vergelijking 3x-=5 wordt met 2 vermenigvuldigd en de tweede vergelijking 2x+3=7 wordt met 3 vermenigvuldigd. Daarna trekken we de tweede vergelijking van de eerste af, waardoor we alleen een vergelijking in overhouden (x is geëlimineerd). 5.2.4. Oplossen lineair stelsel via menu Maxima biedt ook de mogelijkheid via een dialoog gestuurd menu een stelsel op te lossen. Wij kiezen hier voor de optie Equations Solve linear sstem uit het menu. We gebruiken weer onze beide oorspronkelijke vergelijkingen. Na afloop van de dialoog wordt de gebruikte opdracht in het algebravenster zichtbaar. 8

Uiteraard is het verstandig om het antwoord te controleren: Opgave 5.5 Los het volgende lineaire stelsel met 4 onbekenden op I: a + b - 2c + d = 2 II: -2a -2b + c + d = 2 III: a - b + c + 2d = 1 IV: a + b - 4c + 5d = 12 9

Opgave 5.6 Bepaal de snijpunten van de rechte r: x = 4 met de cirkel c: Controleer de gevonden antwoorden. 2 2 ( x+ 2) + ( 2) = 36 Opgave 5.7 Los het volgende stelsel op en geef een interpretatie van de parameter %r1 3x+ 2 = 5 x + + z = 3 1