Burgerinitiatief Ons Geld



Vergelijkbare documenten
Monetaire hervorming volgeld transitie

Rabobank en het Burgerinitiatief Ons Geld

Monetaire hervorming en de transitie

De "Ons Geld"-oplossing. Edgar Wortmann DeLaMar 18 juni 2017

Rabobank en het Burgerinitiatief Ons Geld

Ji6. Het financiële systeem is instabiel wat nadelige gevolgen heeft voor economie en samenleving. Die

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maak ons geld veilig, dienstbaar en democratisch. en Strategie. Visie en Strategie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

Maak ons geld stabiel, dienstbaar en democratisch. en Strategie. Visie en Strategie

Geld en krediet. De rol van banken en andere kredietverleners. Teunis Brosens. Tweede Kamer, 14 oktober 2015

Inleiding bank- en verzekeringswezen 4 INLEIDING BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN 4 (CBV10.4/CREBO:50168)

Aanvullend wordt opgemerkt dat het over de afgelopen decennia in Nederland om een (netto) bedrag gaat in de orde van 700 miljard euro.

UIT VWO geld en banken

Geld zonder schuld. Op weg naar een nieuw geldsysteem en een einde aan de crisis

UIT geld en banken

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Nieuw economisch denken

SAMENVATTING. Toepasselijk recht. Op het aanbod is Nederlands recht van toepassing. Rechten verbonden aan de certificaten van aandelen

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Lezing prof. dr. W.W. Boonstra op 3 juni 2014: Geld speelt (g)een rol

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

Coöperatieve Burgerbank

Hoe meer, hoe beter 2

7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sparen. Voor de actuele spaarrentes verwijzen wij u naar snsregiobank.nl. Snelsparen

GELD EN SCHULD DE PUBLIEKE ROL VAN BANKEN

Memorandum over het Geldstelsel

Is ons geldsysteem duurzaam en rechtvaardig? 21 november 2013 Eindhoven Martijn Jeroen van der Linden

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie

17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid

Hypotheek en levensverzekering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 20 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen lid Van Hijum

de besloten vennootschap Paerel Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Risicoprofielen voor Vermogensbeheer A la Carte

Triodos Bank Private Banking. Meer over duurzaam beleggen met Triodos Fondsadvies.

Rabo Groen Obligaties. Rabobank. Een bank met ideeën.

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Lenen binnen de familie voor de financiering van de woning

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets

Treasury reglement. 4 juni van 5

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

No.W /III 's-gravenhage, 7 december 2012

Triodos Bank. Dit zijn onze voorwaarden voor Triodos Advies op Maat.

Provincies als investeerders? Presentatie t.b.v. VNO-NCW dr Johan A.M. de Kruijf

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur. Beleggingsbeleid

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Lenen binnen de familie voor de financiering van de woning

Risk Control Strategy

Human Action voor Pensioenfondsen. Heiko de Boer

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Investeer nu in een duurzame toekomst.

1.2 Verweerder in beroep (hierna: belanghebbende) heeft een op 13 september 2011 gedateerd verweerschrift ingediend.

Alternatieve financieringsvormen voor bankkrediet. Bart P.M. Joosen

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Obligatielening II Windpark De Kookepan

Triodos Bank Private Banking Meer over duurzaam beleggen met Triodos Advies op Maat

Een veilige rekening voor iedereen

Stichting van Tuikwerd Fonds

BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken

Klant- en Risicoprofiel - Hypotheken Midden Nederland BV

Treasurystatuut Nordwin College

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Rapport aan CBL Vennootschap B.V. inzake de jaarrekening 2016

Jaarverslag van Claim Staat Vennootschap B.V., s-hertogenbosch

Afdeling Doorkiesnummer s-hertogenbosch Verenigingen & Stichtingen (073) september 2011

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Vermogensbeheerder particulier - Beleggingsproducten

Statuut middelenbeheer en betalingsverkeer

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

(R 1891) Wijzigingen van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds; Washington, 28 april 2008 en 5 mei 2008

Wie kopen er hypotheekloos?

Jaarrekening. Stichting Groenfonds. Midden-Delfland

Beleidsplan Stichting Dinamo Fonds

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

GELD EN SCHULD DE PUBLIEKE ROL VAN BANKEN

Jaarcijfers Persconferentie. 27 februari 2014

Kritiek op H. 3 Hoe werkt geldschepping

Beleidsregel aangaande de methodiek voor het berekenen van aandelen waarop financiële instrumenten betrekking hebben en de meldingsplicht bij indices

Wft PE-Actualiteiten 2016 Module Consumptief krediet

Vastgoed financieren. In een commerciële omgeving. Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus DE Den Haag

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

Transcriptie:

Burgerinitiatief Ons Geld Met meer dan 100.000 steunbetuigingen is in april 2015 het Burgerinitiatief Ons Geld aan de Tweede Kamer aangeboden. Op 2 juli 2015 werd het voor behandeling ontvankelijk verklaard. Dit burgerinitiatief stelt de regeling van het geldstelsel aan de orde en in het bijzonder de monetaire rol van banken. Het bepleit dat de overheid haar exclusieve recht op geldschepping herneemt. Initiatiefnemers van dit burgerinitiatief zijn de leden van theatergroep de Verleiders, econoom Ad Broere en de stichting Ons Geld. Zij menen tekortkomingen te zien in de regeling van het geldstelsel. Deze hangen volgens hen samen met verstrengeling van belangen en machten binnen het geldstelsel. De initiatiefnemers achten een gebalanceerd en democratisch verantwoord juridisch kader rond schepping van girale geldmiddelen thans afwezig. Geldschepping dient hierbij overigens anders te worden opgevat dan voor economen gebruikelijk is. Het gaat niet zozeer om de beschikbaarstelling (door MFIs) van geldmiddelen aan het publiek. Het gaat om de schepping van nieuw geld (Ons Geld, 2015, p. 5). De bevoegdheid hiertoe zou volgens de initiatiefnemers exclusief moeten berusten bij een publieke instelling. Scheiding van machten De initiatiefnemers maken onderscheidt tussen de schepping van geld en de initiële toedeling daarvan. Deze beide machten dienen volgens de initiatiefnemers gescheiden te worden (hierna: scheiding van machten ). De schepping zou louter moeten geschieden vanuit algemeen monetair belang (actieve sturing van de geldhoeveelheid) en dus los moeten staan van politieke en commerciële belangen. De toedeling van nieuw geschapen geld zou via de politiek moeten gaan lopen hetgeen niet uitsluit dat deze de (bestaande) bancaire kanalen daarbij betrekt. Deze scheiding van machten wordt door de initiatiefnemers afgezet tegen de huidige praktijk waarin banken in het proces van kredietverlening geld scheppen en tegelijkertijd ook toedelen. Commerciële belangen van banken zijn daarbij volgens de initiatiefnemers sturend. Zij menen echter dat politieke noch commerciële belangen de geldkwantiteit zouden moeten beheersen. Zij menen bovendien dat de initiële aanwending van nieuw geschapen geld een publieke aangelegenheid zou moeten zijn, die plaats grijpt binnen transparante en maatschappelijk verantwoorde kaders. In de initiatieftekst verwoorden zij dit als volgt. De geldschepping zelf dient ( ) te worden opgedragen aan een publiek instituut dat niet onderworpen is aan politieke invloed, noch aan invloed van het bankwezen. Deze instelling dient louter het algemeen belang en werkt vanuit vooraf bepaalde monetaire doelen. Het schept nieuw geld indien en voor zover dat monetair wenselijk is en niet omdat er commerciële of politieke voordelen mee kunnen worden behaald. De aanwending van het aldus geschapen geld mag juist wél onderworpen zijn aan de politiek. Dit burgerinitiatief roept ertoe op dat het wordt aangewend voor maatschappelijke doelen. Het is aan de politiek hier nadere invulling aan te geven. (Ons Geld, 2015, p. 9) Geldschepping uit algemeen belang De initiatiefnemers beogen de geldscheppende macht een afzonderlijke en toetsbare positie te geven in het publieke bestel. Ze formuleerden een aantal beginselen die dat zouden moeten borgen. Deze adresseren onder andere het voordeel uit geldschepping. De initiatiefnemers menen dat de geldscheppende instelling geen profijt behoort te hebben van de aanwending van het door haar geschapen geld. Dit impliceert volgens hen onder andere dat die geldscheppende instelling geen rente behoort te berekenen voor eigen profijt. Renteberekening als louter monetair instrument achten zij v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 1 van 7

overigens wel zinvol en onder omstandigheden geoorloofd. Afroming van het geldelijk voordeel ten gunste van het algemeen belang is volgens de initiatiefnemers één van die omstandigheden. Politieke en commerciële belangen zien de initiatiefnemers beide als particuliere belangen. De geldpers hoort volgens de initiatiefnemers aan geen van beide onderworpen te zijn. De initiatiefnemers willen dat geldschepping geheel dienstbaar wordt aan het algemeen belang. Dat impliceert volgens de initiatiefnemers dat politieke belangen de geldpers net zo min mogen beheersen als commerciële belangen. Ze stellen het als volgt. Heersend is de opinie dat de geldpers niet in handen moet zijn van politici. Deze zouden hem kunnen aanwenden voor hun eigen politieke belangen. Wij onderschrijven deze visie. Wij menen echter dat de geldpers net zo min in handen hoort van commerciële banken die hem aanwenden voor hun eigen gewin en dat van hun goede relaties. In onze ogen behoort de geldpers niet commercieel noch politiek te worden geëxploiteerd. Ze hoort dienstbaar te zijn aan het algemeen belang. Dit op een transparante en verantwoorde wijze. (Ons Geld, 2015, p. 8) Ontvlechting giraal geld en bankbedrijf De initiatiefnemers richten zich op de gehele girale geldomloop. Zij stellen voor om giraal geld en het bankbedrijf te ontvlechten. Ze borduren daarbij voort op werk van Benes en Kumhof (Benes et al., 2013) en Positive Money (Dyson, 2013). Deze ontvlechting zou vorm krijgen door convertering van al het girale geld in digitaal chartaal geld dat daartoe door een publiek instituut uitgegeven wordt (hierna: convertering ). Het bankwezen zou dit chartale geld (op krediet) van de overheid moeten kopen. Door de convertering verdwijnt giraal geld van de bankbalans en verschijnt digitaal chartaal geld in de elektronische portemonnee van de rechthebbende. In de plaats van het girale geld verschijnt op de bankbalans een schuld aan het Rijk (hierna: conversieschuld ). In ESB van 26 maart 2015 vestigde emeritus hoogleraar Hans Visser de aandacht op deze conversie. Hij nam daarbij aan dat het zou gaan om conversie van giraal geld in enge zin (op basis van M1), voor Nederland eind 2014 bijna 430 miljard euro. Het gaat echter om conversie van alle tegoeden van rekeninghouders die zonder koersrisico al dan niet op termijn kunnen worden opgevraagd. Dit zijn girale betaalgelden maar ook de spaargelden die voor langere tijd vast staan. M2 geeft derhalve een betere indicatie van de geldelijke omvang van deze conversie voor de Nederlandse situatie. Na aftrek van het chartale geld komt dat ultimo 2014 voor Nederland neer op circa 700 miljard euro. Door de conversie komt dit bedrag in de voorstelling van de initiatiefnemers beschikbaar voor reductie van publieke en particuliere schuldenlasten. Hun redenering is als volgt. Banken verkrijgen van de overheid de geldmiddelen benodigd voor de conversie. Dit gebeurt op krediet. Dat wil zeggen dat banken eenzelfde bedrag aan de overheid verschuldigd worden. Tot het beloop van dit bedrag worden ze bevrijd van hun schuld aan hun rekeninghouders die door conversie hun digitale chartale geld in eigen bezit krijgen. De conversie brengt geen wijziging in de omvang van de bankbalans maar wel in de kring van crediteuren van de bank. De overheid treedt in de plaats van de vele rekeninghouders als centrale schuldeiser van de bank. Staatsschuld in handen van het bankwezen kan volgens de initiatiefnemers vervolgens worden verrekend met de conversieschuld van het bankwezen aan het Rijk. Aldus worden de publieke schuldenlasten verminderd. Het grootste deel van het conversiebedrag is dan nog beschikbaar voor reductie van particuliere schuldenlasten. Dit zou volgens de initiatiefnemers kunnen gebeuren door uitkering van burgerdividend dat vooreerst dient te worden aangewend voor schuldafbetaling. v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 2 van 7

Reductie van particuliere schuldenlasten In zijn bespreking van het burgerinitiatief neemt Hans Visser aan dat na de conversie de gehele staatsschuld zou worden gesaneerd (Visser, 2015). In de uitwerking van Ons Geld blijft de staatsschuldreductie echter beperkt tot eerdergenoemde verrekening. De initiatiefnemers hechten meer waarde aan reductie van particuliere schuldenlasten. De reden hiervan is dat zij menen dat deze schuldenlasten de welvaartsontwikkeling begrenzen. In de toelichting op het burgerinitiatief stellen zij: De schuldenlast die drukt op de girale geldomloop limiteert de ontplooiing van veel welvaartspotentieel. Aldus begrenst het vigerend geldstelsel de economische ontwikkeling en de welvaartsgroei. Welvaarts- en welzijnspotenties zoals kennis, werkkracht, hulpbronnen en de wens tot verbetering van processen en vermindering van verspilling en vervuiling, blijven hierdoor onbenut. (...) Een goed geldstelsel zou bewerkstelligen dat alle wenselijke economische transacties kunnen worden voltrokken zodat alle welvaartspotentieel wordt gerealiseerd. Een geldstelsel dat hier beperkingen aanbrengt verstoort de markt. (Ons Geld, 2015, p. 6) De conversie, het burgerdividend en de reductie van particuliere schuldenlasten tezamen zouden volgens de initiatiefnemers erin resulteren dat er meer onbezwaarde welvaart (onbelast met zekerheidsrechten zoals pand en hypotheek) in handen komt van burgers, evenals meer vrij beschikbaar vermogen en aandelenkapitaal. (...) Schuldenlasten worden weggenomen waardoor welvaartspotentieel onbelemmerd tot bloei kan komen. Het model van Kumhof voorspelt dan ook een sterke toename van de productiviteit. (Ons Geld, 2015, p. 12) Met dit laatste doelen de initiatiefnemers op modelmatige beproeving van deze conversie door Benes en Kumhof (Benes et al., 2013). Hun model voorspelt inderdaad een toename van de productiviteit met bijna 10% als gevolg van de conversie en uitkering van burgerdividend. De ontvlechting van giraal geld en bankbedrijf is in de voorstelling van de initiatiefnemers niet alleen gewenst om de door hun gestelde inherente monetaire begrenzing van de welvaartsgroei weg te nemen. Het beoogt bovendien de maatschappelijke gevolgen van bankencrises te beperken. Door giraal geld van de bankbalans weg te halen is een bankfaillissement volgens de initiatiefnemers geen onoverkomelijk maatschappelijk probleem meer. Zij stellen: de geldomloop is dan niet meer afhankelijk van de gezondheid van banken. Deposito-garanties worden overbodig. Banken moeten zelf hun ultieme risico s gaan dragen. (Ons Geld, 2015, p. 4) Overheid gaat niet bankieren Ondanks haar prille bestaan doen rond Ons Geld veel misverstanden de ronde. Eén daarvan is de veronderstelling dat Ons Geld beoogt dat de rekening-courantsaldi verhuizen van de banken naar de overheid (Visser, 2015). Die veronderstelling is onjuist. Ons Geld beoogt conversie van deze saldi in bevoegdelijk door de overheid uit te geven digitaal chartaal geld. Dit geld hoeft enkel in de elektronische portemonnee van de rechthebbende te bestaan. Het is betaalmiddel en impliceert geen vordering. Het is dan ook niet nodig het als schuld op de balans te plaatsen van welke instelling dan ook, publiek noch privaat. Hierin verschilt het burgerinitiatief van eerdergenoemd werk van Benes en Kumhof en Positive Money. Bij Positive Money (Dyson, 2013) verschijnen de geconverteerde rekening courant saldi van rekeninghouders op de balans van de centrale bank. In deze voorstelling gaan alle rekeninghouders centraal bankieren waarbij commerciële banken de betaaldiensten blijven verlenen als beheerder van rekeningen bij de centrale bank. De uitwerking van Benes en Kumhof is anders. Zij enten haar op de notie van full reserve banking waarbij de girale saldi een vordering blijven op de bank die de v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 3 van 7

betaaldiensten verleent, zij het dat deze bank zich louter toelegt op betaaldienstverlening en dat de saldi geheel zijn gedekt door reserves bij de centrale bank. Het burgerinitiatief neemt geen van beide uitwerkingsvormen over. Zij opteert in plaats daarvan voor uitgifte van digitaal chartaal geld door de overheid. Digitaal chartaal geld Conversie van de girale geldhoeveelheid (M2) in digitaal chartaal geld is uiteraard een prille gedachte die niet zonder meer kan worden gerealiseerd. Nederland is niet soeverein in die zin dat ze deze conversie eigenmachtig binnen de Europese orde kan voorschrijven. Europees recht staat volgens Ons Geld echter niet in de weg aan uitgifte van digitaal chartaal geld op zich. De initiatiefnemers bevelen de overheid dan ook aan direct met die uitgifte te beginnen. Ze stellen het als volgt: Als zelfstandig geldmiddel zou het op korte termijn al een eigen plaats kunnen innemen in het geldstelsel. Het zou daarbij oplossing kunnen bieden voor leemtes in het huidige geldstelsel, bijvoorbeeld ten aanzien van armoedebestrijding en maatschappelijke participatie. Aldus kan direct liquiditeit worden geboden op plaatsen waar dit maatschappelijk gewenst en mobiliserend is. Dat is met name daar waar (latente) economische vraag onbediend en de benodigde werkkracht onbenut is wegens gebrek aan liquiditeit. (Ons Geld, 2015) De initiatiefnemers grijpen niet zozeer terug op historische literatuur, zoals 100% Money van Irving Fischer en het Chicago Plan, maar lijken vooral te anticiperen op verdere digitalisering van het geldwezen. Zij hanteren daarbij een specifiek geldbegrip. Zij zien geld niet als een verhandelbare schuldbekentenis. In hun ogen is geld geen belofte van geld of van betaling, maar betaalmiddel op zich. De voorstellen van de initiatiefnemers impliceren dat een digitaal geldmiddel tot ontwikkeling wordt gebracht dat geen vordering behelst op de uitgevende instelling. Dergelijk geld noemen de initiatiefnemers schuldvrij of volgeld. Dit geld verschilt wezenlijk van het bestaande girale geld dat enkel bestaat als een vordering op de bank. De initiatiefnemers willen dat de overheid dergelijk volgeld in digitale vorm gaat creëren en de kwantiteit ervan actief en centraal gaat beheren. Zij willen bovendien dat de bestaande girale geldhoeveelheid door dit volgeld wordt vervangen. Dat laatste behoeft volgens de initiatiefnemers afstemming binnen de EU; het eerste niet. Contractvrijheid Hans Visser stelt in ESB dat de voorstellen van het burgerinitiatief gepaard gaan met inbreuk op de contractvrijheid (Visser, 2015). Zo stelt hij: De aangedragen oplossing van monopolisering van de geldcreatie dwingt de samenleving ( ) in een keurslijf en vereist een sterke inperking van de contractvrijheid om te verhinderen dat het publiek uitwijkmogelijkheden zoekt en vindt buiten het reguliere en gereguleerde financiële systeem. Inperking van de contractvrijheid is voor de initiatiefnemers echter niet aan de orde. Het is ook allerminst vereist voor uitvoering van hun voorstellen. Belangrijker is dat het geldstelsel aan de maatschappelijke behoeften voldoet. Alsdan bestaat er geen behoefte om uit te wijken naar alternatieven. De initiatiefnemers willen dergelijke alternatieven allerminst blokkeren. Dominantie van het algemene geldstelsel komt volgens hen niet voort uit (wettelijke) dwang maar uit haar relatief goede functioneren. Beschikbaarheid van monetaire alternatieven en het gebruik dat daarvan wordt gemaakt kan daarbij gelden als valide graadmeter voor de kwaliteit van het algemene geldstelsel en het beheer daarvan. Blokkering van monetaire alternatieven vinden de initiatiefnemers dan ook ongewenst. v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 4 van 7

De regeling van het geldstelsel staat in de redenering van de initiatiefnemers centraal. Deze is aan de wetgever opgedragen (artikel 106 Grondwet). Betaalmiddelen die het algehele geldstelsel aanmerkelijk beïnvloeden moeten volgens Ons Geld aan maatschappelijk verantwoorde juridische kaders worden onderworpen. Dat is ook de achtergrond waarom Ons Geld beheer van de girale geldhoeveelheid in publieke hand wil leggen. Het gaat er niet om concurrentie uit te sluiten. Eerder beogen de initiatiefnemers gelijk speelveld te borgen. Marktwerking en vrije mededinging zijn volgens de initiatiefnemers illusoir zolang sommige marktpartijen (banken en hun goede relaties) beschikken over de geldpers en andere marktpartijen niet (Ons Geld, 2015, p. 7). Secundaire liquiditeiten Ons Geld ziet ook geen enkele reden om de contractvrijheid rond verhandelbare schuldtitels zoals aandelen in geldmarktfondsen, te beperken. De ontvlechting van het bankbedrijf en de algemene geldomloop is hiertoe de sleutel. Na deze ontvlechting is de solvabiliteit van financiële instellingen niet langer van direct belang voor het algemene geldstelsel. Het publieke belang van prudentieel toezicht wordt daardoor minder groot. De plannen van Ons Geld leiden derhalve eerder tot lagere regeldruk voor financiële instellingen. Beperking van de contractvrijheid is geheel niet aan de orde. De contractvrijheid rond secundaire liquiditeiten wordt in de ogen van de initiatiefnemers juist meer compleet in die zin dat het minder waarschijnlijk wordt dat partijen risico s die ze aangaan ongevraagd op derden, zoals de overheid en de belastingbetaler, kunnen afwentelen. Verhandelbare schuldtitels komen dan onverkort bloot te staan aan hun werkelijke risico s. Ze kunnen niet langer rekenen op overheidsgaranties. Zouden ze hierdoor verdwijnen dan hebben ze kennelijk geen bestaansrecht. Onder het hervormde geldstelsel kan de markt volgens de initiatiefnemers beter zijn werk doen. Sparen en beleggen De voorstellen van de initiatiefnemers hebben gevolgen voor het begrip sparen. In huidig bankjargon wordt met sparen gedoeld op de situatie waarin een spaarder zijn spaargeld uitleent aan zijn bank. In de voorstelling van de initiatiefnemers zal dat veranderen vanwege de door hun voorgestelde ontvlechting van geldomloop en bankbedrijf. Sparen wordt in hun voorstelling dan echt sparen, waarmee ze bedoelen dat de spaarder zijn betaalvermogen bewaart tot een later moment. Spaargeld is dan per definitie voor de rechthebbende altijd terstond beschikbaar maar ook inactief. Er wordt geen rente over ontvangen. Banken hebben spaar- en betaalgelden hooguit in bewaring ten behoeve van hun betaaldienstverlening. Depositogaranties worden daarbij volgens de initiatiefnemers overbodig. Wie binnen de voorstellen van de initiatiefnemers rendement wil over zijn betaalvermogen spaart dit niet, maar belegt of investeert het. Uitlening van geld valt dan, ook bij uitlening aan de bank, onder die laatste categorieën. Het wordt onmogelijk om geld tegelijkertijd als spaargeld aan te houden én uit te lenen. Het is het één of het ander. Dit is een gevolg van de door de initiatiefnemers voorgestelde ontvlechting van geldomloop en bankbedrijf. De initiatiefnemers verwachten dat er na de door hun voorgestelde monetaire hervorming meer en actiever belegd zal gaan worden. Beleggingsfondsen zullen aan belang winnen ten koste van spaarrekeningen. Ook zal er meer geld stromen naar peer-to-peer lending en crowdfunding. Met een grotere verscheidenheid aan beleggingen en beleggers zal meer ruimte komen voor sturende werking van the wisdom of the crowds ; marktwerking wordt meer perfect, ook wat betreft de allocatie van beschikbare geldmiddelen. v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 5 van 7

Het is goed denkbaar dat financiële diensten ontstaan voor de kleine belegger waarbij belegging en betaaldienst zijn geïntegreerd. In een dergelijke vorm zouden alsnog risicodragende en renderende betaalrekeningen kunnen ontstaan. Ook hier zien de initiatiefnemers geen reden om belemmeringen op te werpen. Eén hoofdregel staat voor hen echter wel voorop: beleggen en investeren (waaronder ook uitlenen) gaan gepaard met risico s die de overheid, na de voorgestelde hervorming, nimmer weer, op welke wijze dan ook, mag dragen. Het nemen van risico s is deel van de contractvrijheid. Instelling en instandhouding van een rechtsstelsel dat verhindert dat deze risico s ongevraagd op derden kunnen worden afgewenteld is randvoorwaardelijk voor behoud van die vrijheid. Daarop zal de overheid moeten toezien en dat zal haar regulerende verantwoordelijkheid in belangrijke mate moeten leiden. Eén en ander vereist ook goede educatie van het publiek over het geldwezen en een basaal stelsel voor consumentenbescherming. De voorgestelde hervorming resulteert naar de overtuiging van de initiatiefnemers in meer ruimte en gemak voor het publiek om te investeren én te financieren. De invloed van het publiek op de investeringen wordt daarbij groter. Ook is grotere concurrentie te verwachten in de financiële dienstverlening die dit ondersteunt. Aldus wordt het makkelijker om financiering te vinden en wordt de prijs ervan structureel lager. Dat contrasteert met de stelling van Hans Visser dat de voorstellen van Ons Geld voor financieringsproblemen en hogere transactiekosten zorgen (Visser, 2015). Grenzen aan bancaire geldcreatie Volgens de initiatiefnemers loopt bancaire geldschepping thans tegen inherente grenzen aan. Zij stellen dat schuldenlasten in de weg staan aan verdere monetaire groei op basis van bankkrediet. Aldus zou het vigerend geldstelsel zelfs de ontwikkeling van welvaart en welzijn limiteren. Iets dergelijks blijkt ook uit werk van Van Egmond en De Vries (2015) waarop Ons Geld zich beroept. Zij modelleerden de wisselwerking tussen het financiële bestel en de reële economie. Dit model blijkt de monetaire ontwikkeling van de afgelopen 50 jaar goed te repliceren. Voor de toekomst voorspelt het echter weinig goeds. Bij prolongatie van het vigerend geldstelsel volgt volgens Van Egmond en De Vries een lange periode van stagnatie. Volgens de initiatiefnemers is die stagnatie geen gevolg van gebrek aan welvaartspotentie maar gevolg van gebrek aan geldmiddelen op plaatsen waar daar economisch gezien wel behoefte aan is. (Ons Geld, 2015, p. 14). Met de introductie van digitaal chartaal geld zou de Nederlandse overheid daar volgens de initiatiefnemers op korte termijn en eigenmachtig al een kentering kunnen brengen. Van Egmond en De Vries (2015) onderzochten ook wat er zou gebeuren als de overheid de geldcreatie geheel naar zich zou toetrekken. Hun model voorspelt dan snel en volledig herstel van de welvaartsontwikkeling en langdurige stabiele groei. Tegen deze achtergrond lijkt bezinning op de huidige regeling van het geldstelsel zeer opportuun. Burgerinitiatief Ons Geld biedt daartoe een handreiking. Het inventariseert door haar gestelde gebreken van het huidige geldstelsel en doet aanbevelingen ter verbetering ervan. De onderwerpen die Ons Geld aan de orde stelt zijn concreet en opbouwend. Tegelijkertijd lokken ze fundamentele gedachten uit over geld, het geldstelsel en de digitalisering daarvan. Ons Geld thematiseert een onderwerp dat zich internationaal in groeiende belangstelling kan verheugen en geeft de Tweede Kamer thans de kans haar standpunt erover te bepalen. Tekst en toelichting van dit burgerinitiatief zijn beschikbaar op: http://onsgeld.nu/burgerinitiatief.pdf. Edgar Wortmann Zelfstandig specialist vermogensrecht en adviseur van Stichting Ons Geld. v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 6 van 7

Literatuur Benes, J., M. Kumhof (2013), The Chicago Plan Revisited. IMF Research Department Working Paper, revised Draft of February 7, 2013. Beschikbaar op: http://web.stanford.edu/~kumhof/chicago.pdf Dyson, B., A. Jackson (2013), Modernising Money. Why Our Monetary System Is Broken and How It Can Be Fixed. London: Positive Money Egmond, N.D. van, B.J.M. de Vries (2015), Werkdocument Duurzaam financieel-economisch systeem (Universiteit van Utrecht in het kader van het Sustainable Finance Lab). Beschikbaar via: http://sustainablefinancelab.nl/2015/04/01/publicatie-working-paper-sustainable-finance-model/ Ons Geld, E. Wortmann (2015), Burgerinitiatief Ons Geld, tekst en toelichting. Beschikbaar via: http://onsgeld.nu/burgerinitiatief.pdf. Visser H. (2015), Economisch Statistische Berichten, Jaargang 100 (4706) 26 maart 2015. v. 0.2 opgesteld door mr Edgar Wortmann pagina 7 van 7