werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je te maken met het helpen bij creatieve activiteiten. In de voorafgaande weken heb je competenties verworven om collega s te helpen bij het organiseren en uitvoeren van creatieve activiteiten bij ouderen of kinderen. In je werk/stage ga je onderstaande opdracht uitvoeren. Wat ga je laten zien? Je gaat op je werk/stage helpen bij het organiseren van activiteiten. Je biedt de doelgroep tenminste twee activiteiten aan. Van deze twee activiteiten is tenminste één een creatieve activiteit en één een spelactiviteit of één muzikale activiteit. Het is natuurlijk het leukst als je activiteiten bij elkaar passen. Denk bijvoorbeeld aan een creatieve opdracht waarbij liedjes worden gezongen, of een muzikaal spel erbij. Overleg goed met je collega s en vraag zo nodig om hulp. Je hoeft het niet alleen te doen. Zorg dat de activiteiten passen bij de doelgroep, en dat je voor een introductie zorgt die helpt om een gezellige en werkbare sfeer neer te zetten. Ga als volgt te werk: Voorbereiding: Je maakt samen met je begeleider een plan, waarin je activiteiten, tijdsplanning, materiaal, techniek, ruimte, indeling en doelgroep beschrijft. Je bespreekt dit plan met je crea- en dramadocent van school. Je helpt bij het in orde maken van de ruimte. (versiering, hapjes, drankjes, e.d.) Uitvoering: Je helpt bij het uitleggen van de activiteiten Je zorgt voor een prettige en veilige sfeer tijdens de activiteiten Je stimuleert en motiveert de deelnemers aan de activiteit Afronding: Je helpt bij het opruimen en schoon achterlaten van de ruimte. Tijdens deze opdrachten let je begeleider op: Veilig werken Hygiënisch werken Stimuleren en motiveren van de deelnemers aan de activiteit Beroepshouding (zie beroepshoudingenlijst) In het logboek beschrijf je deze punten 1
werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Hoe ga je evalueren? Je maakt, in overleg met je begeleider, tenminste 2 foto s van de activiteiten. Op sommige plaatsen mag je geen foto s maken van de doelgroep; je kunt dan wel foto s maken van de ruimte, de materialen, e.d. Bij deze opdracht horen twee beoordelingsformulieren. Op het eerste formulier wordt het helpen bij een creatieve activiteit afgetekend, op het tweede formulier wordt de beroepshouding met de hierbij behorende competenties afgetekend. Bespreek met je BPV-begeleider de opdracht na, met gebruik van deze formulieren. Dit stop je in je portfolio: De twee beoordelingsformulieren Het planningsformulier Het logboek 2 foto s van de activiteit 2
werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Planning voor de opdracht Welke acties ga ik doen (plan maken, tijd afspreken, materialen regelen enz) Wanneer ga ik dit doen Wie met wie ga ik dit doen Wat heb ik hiervoor nodig Waar ga ik dit doen Waarom doe ik deze actie 3
werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten 4
Logboek Deelnemer: Beoordeeld door STER opdracht: Helpen bij een creatieve activiteit Doelgroep Datum Terugkijken Waaruit blijkt dat je veilig werkt? Waaruit blijkt dat je Hygiënisch werkt? Waaruit blijkt dat je de deelnemers stimuleert en motiveert? 5
6
Beoordeling Student: STER opdracht: Helpen bij een creatieve activiteit Beoordeeld door: Datum: Doelgroep: - - Alle items moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Zo niet, dan wordt de opdracht overgedaan competentie R E L C R T Q Q Kwaliteitseis De activiteiten sluiten aan bij de doelgroep De werkzaamheden zijn afgestemd op die van de collega s: Overlegt Informeert Koppelt terug De juiste middelen en materialen zijn gebruikt De doelgroep wordt aangemoedigd om mee te doen aan de activiteiten: de deelnemer geeft zelf het voorbeeld door actief mee te doen De deelnemer levert een positieve bijdrage aan de sfeer: Stelt zich uitnodigend op Is goedgehumeurd De ruimte wordt na afloop schoongemaakt en opgeruimd De creatieve activiteit is voor besproken met de crea docent op school. De muzikale activiteit of de spelactiviteit is voorbereid met de drama docent van school. Voldoende Handtekening begeleider BPV: 7
8
Beroepshouding Beoordeling bij STER O = Onvoldoende V = Voldoende M = Matig G = Goed opdracht Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren O M V G Hoe neem ik beslissingen Hoe neem ik initiatieven Draag ik verantwoordelijkheid Durf ik op tijd om hulp te vragen Competentie C: Begeleiden O M V G Hoe motiveer ik Hoe stimuleer ik Hoe toon ik interesse? Hoe kan ik op een respectvolle manier met de zorgvrager omgaan Houd ik rekening met de privacy Competentie D: Aandacht en begrip tonen O M V G Hoe kan ik de zorgvrager steunen Hoe kan ik goed luisteren Hoe kan ik geduldig zijn Hoe kan ik bezorgdheid tonen Hoe kan ik mij inleven in de ander Hoe kan ik interesse tonen Competentie E: Samenwerken en overleggen O M V G Hoe maak ik kennis Hoe houd ik mij aan afspraken Kan ik anderen raadplegen Hoe kan ik actief informatie geven aan de ander kan ik openhartig en oprecht mijn probleem bespreekbaar maken Kan ik feedback geven Kan ik feedback ontvangen Kom ik op tijd kan ik mijn werk op een goede manier met anderen afstemmen Kan ik zelfstandig werken Hoe neem ik afscheid Competentie F:Ethisch en integer handelen O M V G Ben ik beleefd Kan ik op de goede manier met iedereen contact leggen Kan ik verschillen tussen mensen respecteren Houd ik mij aan de beroepscode Competentie J: Formuleren en rapporteren O M V G Kan ik signalen op de juiste manier doorgeven Hoe kan ik mijn mening of oordeel onderbouwen 9
Competentie L: Materialen en middelen inzetten O M V G Kies ik de juiste materialen Ga ik netjes om met de materialen Weet ik waar ik de materialen voor nodig heb Competentie Q: Plannen en organiseren O M V G Hoe kan ik activiteiten plannen Hoe kan ik het beste aan mijn (leer) doelen werken Hoe kan ik het beste mijn tijd indelen Hoe kan ik op een goede manier mensen en middelen organiseren Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten. O M V G Hoe kan ik de beginsituatie van de zorgvrager het beste inschatten Hoe kan ik goed observeren Hoe kan ik inleven in de ander Hoe kan ik de juiste vragen stellen Competentie T: instructiecties en procedures opvolgen O M V G Hoe volg ik instructies op Hoe kan ik de procedures kennen en hanteren Ken ik alle veiligheidsprocedures Houd ik rekening met de regels rondom veiligheid en uiterlijke verzorging Competentie V:Met druk en tegenslag omgaan O M V G Hoe kan ik effectief blijven presteren onder druk Hoe ga ik om met mijn emoties Hoe kan ik duidelijk mijn grenzen stellen Naam BPV begeleider: Handtekening BPV begeleider: 10