Samenvatting Volwassenen en hun gezondheid



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Jong; dus gezond!?

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Samenvatting Valongevallen en eenzaamheid bij ouderen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

V O LW A S S E N E N

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Gezondheid in beeld:

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Gezondheidsenquête 2008

Gezondheid in beeld:

Gezondheid in beeld: Gemeente Nuenen.

Gezondheidsenquête 2008

ROS-Wijkscan gemeente Ridderkerk

Ouderenmonitor

Zuidoost gezond en wel?

Gezondheid in beeld: Gemeente Deurne

Gezondheidsenquête 2008

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Najaar Voorbeeldrapportage Wijkscan

Omgevingsanalyse Urk

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Ouderenonderzoek Kennemerland

Gezondheid in beeld: Gemeente Bergeijk

Gezondheid in beeld:

Gezondheid in beeld:

Samenvatting en Beschouwing jaar

Noord gezond en wel?

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Met zorg gezond leven

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Gezondheid in beeld:

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Lichamelijke gezondheid (19-64 jaar)

Centrum gezond en wel?

Gezondheidsenquête 2008

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

Gezondheidsenquête 2008

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Nieuw-West gezond en wel?

Lichamelijke gezondheid

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Utrecht gezond!

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen

Gezondheid en welzijn van 19-plussers in Zoetermeer. Gezondheidsenquête 2016

Gezondheidsenquête 2008

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Gezondheidsenquête 2008

Gezondheid in beeld:

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BERGEN. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Gezondheid in beeld: Gemeente Laarbeek

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE GENNEP

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Gezondheid in beeld:

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENLO

Gezondheidsenquête 2008

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERMOND

Gezondheidsenquête 2008

Gezondheidsenquête 2008

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Gezondheid in beeld:

Inleiding. Meer informatie of vragen?

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april

Gezondheid in beeld:

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Dorpsprofielen gemeente Bunnik. Carolien Plevier 29 september 2017

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BEESEL

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE WEERT

30 Gezondheid van volwassenen en ouderen in de regio Noord- en Oost-Gelderland

OUDERENMONITOR GEZONDHEID VAN OUDEREN IN ZALTBOMMEL

Transcriptie:

Samenvatting Volwassenen en hun gezondheid

Deel IV Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Volwassenen en hun gezondheid in de regio Nieuwe Waterweg Noord Vergelijking 2005 met 2000, met landelijk en met de provincie Zuid-Holland ISBN-10: 90-811472-1-8 ISBN-13: 978-90-811472-1-7 Uitgever: GGD Nieuwe Waterweg Noord*, Vlaardingen Datum: December 2006 Auteurs: Drs. B. Christiaanse (onderzoeker) Ir. B.E. Stam (epidemioloog) Drs. A.E. van den Berg- de Ruiter (epidemioloog) Dr. ir. F.G. de Waart (senior epidemioloog) Afdeling Gezondheidsbevordering, GGD Nieuwe Waterweg Noord,* Vlaardingen * Vanaf 1 januari 2007 GGD Rotterdam-Rijnmond

VOORWOORD In de regio Nieuwe Waterweg Noord brengt de GGD de gezondheidssituatie van de totale bevolking in kaart en legt deze elke vier jaar vast in een gezondheidsprofiel. Daarbij besteedt zij speciale aandacht aan o.a. groepen die een achterstand in gezondheid hebben. In het 1 e gezondheidsprofiel over de periode 2001 tot 2004 zijn onder andere onderzoeken uitgevoerd onder chronisch zieken en gehandicapten, niet-westerse allochtonen, ouderen en groepen met een lage sociaal economische status (SES). In het 2 e gezondheidsprofiel zijn tot nu toe onderzoeken gedaan naar valongelukken en eenzaamheid bij ouderen en naar de gezondheidssituatie van kinderen en jongeren met een chronische ziekte en met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Dit deel van het 2 e gezondheidsprofiel regio NWN 2005-2008 geeft de gezondheidssituatie van de algemene bevolking van de regio NWN in de leeftijd van 18 tot 65 jaar in 2005. Deze gezondheidssituatie, gemeten met de gezondheidsenquête 2005, wordt vergeleken met de situatie van 2000. Daarnaast zijn regionale gegevens verzameld door zeven GGD-en in de provincie Zuid Holland, zodat de gezondheidssituatie van de regio NWN met dit provinciale referentiebestand kan worden vergeleken. Ook wordt vergeleken met landelijk beschikbare gegevens van onder andere het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM). Dit rapport heeft tot doel om richting te geven aan het gezondheidsbeleid in de regio. Om het regionale gezondheidsbeleid gericht op de gehele bevolking goed te kunnen onderbouwen, is het belangrijk informatie te hebben over de gezondheidssituatie en de veranderingen hierin, over de factoren die de gezondheidssituatie beïnvloeden en over de demografische ontwikkeling van de bevolking. Door de regionale gegevens uit 2005 te vergelijken met de gegevens uit 2000 komen er veranderingen in de gezondheidssituatie van de inwoners van de regio Nieuwe Waterweg Noord in beeld. Bovendien kunnen door vergelijking met de landelijke en provinciale bestanden, lokale gegevens in een breder licht geplaatst worden en kan de samenhang tussen determinanten en gezondheidssituatie betrouwbaarder onderzocht worden. Dit is een beknopte samenvatting van het rapport. Voor gedetailleerde informatie wordt u verwezen naar het rapport zelf. 3

SAMENVATTING EN AANDACHTSPUNTEN Algemeen In dit deel van het gezondheidsprofiel regio NWN 2005-2008 wordt de gezondheidssituatie van de algemene bevolking weergegeven. Hiervoor zijn de gegevens uit de gezondheidsenquêtes van 2005 en 2000, gegevens van een provinciaal referentiebestand van Zuid-Holland (gezamenlijke GGD-en) en landelijke gegevens van onder andere het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM) gebruikt. Door de regionale gegevens uit 2005 te vergelijken met de gegevens uit 2000 komen er veranderingen in de gezondheidssituatie van de inwoners van de regio Nieuwe waterweg Noord in beeld. Om het regionale gezondheidsbeleid goed te kunnen onderbouwen, is het belangrijk informatie te hebben over de gezondheidssituatie van de bevolking, de factoren die deze gezondheidssituatie beïnvloeden en de demografische ontwikkelingen in de bevolking. Demografische ontwikkeling in de regio Nieuwe Waterweg Noord Bevolkingsgroei Demografische ontwikkelingen hebben invloed op de gezondheidssituatie van een populatie. Op korte termijn (tot 2010) is de prognose dat alleen de bevolkingsomvang van Maassluis echt afneemt (- 3,5%). Op lange termijn (tot 2030) zal de bevolkingsomvang van Schiedam naar verwachting met 4% toenemen. De verwachting is dat de relatieve bevolkingsgroei in de regio NWN op korte en lange termijn achter zal blijven bij de relatieve bevolkingsgroei in Nederland (tabel). Absoluut aantal inwoners in 2000, 2005 en 2030 en de bevolkingsgroei (procenten) tussen 2000 en 2030 en tussen 2005 en 2030 in de regio NWN en Nederland (Primos 2005 en CBS 2004). Absoluut aantal inwoners Bevolkingsgroei 2000 2005 2030 2000 2005 2005 2010 2005 2030 Schiedam 75.589 75.487 78.517 0,1% -0,1% 4,0% Maassluis 33.110 32.451 32.566-2,0% -3,5% 0,4% Vlaardingen 73.535 73.394 74.163-0,2% 0,9% 1,0% Nederland 15.863.950 16.305.526 17.021.880 2,8% 1,0% 4,4% 4

Bevolkingsopbouw De verwachting voor geheel Nederland is dat er een duidelijke verschuiving zal plaatsvinden in de verdeling van de leeftijdscategorieën. Deze verschuiving is echter in de regio NWN minder groot. In Nederland zal het aandeel jongeren de komende kwart eeuw dalen, terwijl dit in de regio NWN naar verwachting niet het geval zal zijn. Een tweede trend is dat het aandeel ouderen in 2030 in Nederland flink gestegen zal zijn (van 14% in 2005 naar 22 % in 2030) terwijl deze stijging in de regio minder snel (van 16% naar 21%) zal gaan. Vergrijzing De komende jaren wordt er in de regio een grote toename van 55-plussers verwacht, dit is een gevolg van het bereiken van de oudere leeftijd van de groep babyboomers van na de tweede wereldoorlog. Ook het aantal 65-plussers neemt in alle drie de gemeenten toe. Vlaardingen en in mindere mate Schiedam zijn op dit moment al grijze gemeenten. Op korte termijn (tot 2011) zal met name in Vlaardingen en Maassluis het aandeel 65-plussers in de bevolking toenemen (vergrijzing). Binnen de groep 65-plussers is de verwachting dat op korte termijn het aandeel 85-plussers in Vlaardingen en Schiedam zal toenemen (dubbele vergrijzing), maar in Maassluis niet. Vanaf 2011 stopt deze ontwikkeling en neemt het aandeel 85-plussers binnen de groep 65-plussers geleidelijk weer af. Onder demografische druk verstaan we de verhouding van jongeren (0-19 jaar, groene druk) en ouderen (65+, grijzedruk), ten opzichte van het aantal inwoners in de zogenaamde potentieel productieve leeftijdsgroep' van 20-64 jaar. De groene druk is naar verwachting in Vlaardingen en Maassluis gelijk aan die van Nelderland, terwijl deze in Schiedam waarschijnlijk gunstiger zal zijn. De verwachting is dat de grijze druk voor Maassluis het sterkst zal toenemen (boven de 45) en voor Schiedam het minst sterk (bijna 32) ten opzichte van Nederland en Vlaardingen (bijna 40). Schiedam zal naar verwachting in 2030 een gunstige positie ten opzichte van Nederland en de andere twee gemeenten hebben; de laagste totale druk, met een gunstige groene en een relatief lage grijze druk. Niet-westerse allochtonen De autochtone bevolking is zowel in de regio NWN als in Nederland afgenomen tussen 1996 en 2006. Het aandeel westerse allochtonen in de drie gemeenten is vanaf 1996 tot heden stabiel gebleven. Landelijk ligt het aandeel iets hoger. Het aandeel niet-westerse allochtonen daarentegen is in de regio NWN hoger dan in Nederland als geheel. Het aandeel niet-westerse allochtonen is sinds 1996 flink gestegen. Prognosecijfers zijn momenteel alleen beschikbaar voor Nederland en voorspellen dat deze stijging nog tot 2030 zal doorzetten. De totale bevolkingsgroei wordt dus in stand gehouden door de toename van de niet-westerse allochtone bevolkingsgroepen. Hierbij gaat het met name om de vier grootste groepen: Turken, Marokkanen, Surinamers en Arubanen/Antillianen. 5

De gezondheidssituatie van de algemene bevolking in de regio Nieuwe Waterweg Noord in 2005 (waar mogelijk in vergelijking met 2000, met Zuid Holland of met Nederland in zijn geheel). De gezondheidssituatie van de bevolking in de regio Nieuwe Waterweg Noord is hier beschreven aan de hand van een aantal indicatoren en determinanten. De belangrijkste veranderingen in de gezondheidssituatie in de regio NWN van 2000 tot 2005 zijn samengevat in de tabel achteraan deze samenvatting. Eveneens zullen de verschillen tussen de regio NWN, Zuid-Holland en de rest van Nederland worden samengevat in deze tabel. Nadere uitleg vindt u hieronder. Chronische aandoeningen Bij veertig procent van de inwoners van 18 tot en met 64 jaar in de regio NWN is minimaal één chronische aandoening vastgesteld door een arts. Van hen geeft 62% aan belemmeringen te ervaren in de dagelijkse bezigheden door de aandoening(en). Vrouwen rapporteren significant vaker minimaal één door een arts vastgestelde chronische aandoening dan mannen, 44 versus 36%. Vrouwen rapporteren ook vaker meer dan één vastgestelde chronische aandoening. Ook ervaren vrouwen significant vaker belemmeringen in de dagelijkse bezigheden door de chronische aandoening(en). De rapportage van minimaal één chronische aandoening neemt toe met de leeftijd, evenals de ervaren belemmeringen in de dagelijkse bezigheden. Hoge bloeddruk, ernstige aandoeningen van de rug, nek of schouder en gewrichtsslijtage van heupen of knieën komt bij 1 op de 10 mannen en vrouwen in de hoogste leeftijdsklasse voor. Migraine en ernstige hoofdpijn komt bij 1 op de 10 vrouwen in de leeftijdsklassen van 35-49 en van 50 tot en met 64 jaar voor. In vergelijking met de hele provincie Zuid-Holland zijn de percentages voor alle gerapporteerde chronische aandoeningen iets hoger in de regio NWN. Voor Astma en COPD is dit verschil significant (tabel). Functioneren en kwaliteit van leven Als definitie voor functioneren en kwaliteit van leven wordt vaak de algemene definitie van de WHO (World Health Organisation) voor gezondheid of algemeen welbevinden gebruikt. Hierbij worden een lichamelijke, psychische en sociale component onderscheiden. De sociale component komt verderop bij sociale omgeving aan bod. In 2005 beoordeelde ruim 84% van de inwoners van de regio Nieuwe Waterweg Noord de eigen gezondheid als goed, zeer goed of uitstekend. Dit is slechter dan in 2000; in dat jaar beoordeelde bijna 88% van de inwoners de eigengezondheid als goed, zeer goed of uitstekend. In de provincie Zuid-Holland zijn significant meer mensen (88,3%) tevreden over de eigen gezondheid dan in de regio NWN (tabel). 6

Alleen in Maassluis is het verschil tussen mannen en vrouwen significant, meer mannen beoordeelden de eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend. De goede tot uitstekende beoordeling van de gezondheid neemt af met de leeftijd. Lichamelijk functioneren is gemeten door middel van vragen over, beperkingen in het horen, in het zien en in de mobiliteit. Inwoners van de regio NWN in de leeftijd van 18-65 jaar hebben het vaakst een beperking in mobiliteit (8%). Ruim 1 op de 20 inwoners van Maassluis van 18-65 geeft aan een beperking te hebben in het gehoor. Drie procent van de inwoners in de regio NWN is beperkt in het uitvoeren van de algemene dagelijkse levensverrichtingen (tabel). Tussen mannen en vrouwen is er regionaal op het gebied van lichamelijke beperkingen alleen een verschil in mobiliteit. Mensen met een hogere leeftijd hebben vaker mobiliteitsproblemen. Met behulp van een generieke gezondheidsmaat (SF-12) is een samenvattende maat voor fysieke en psychische gezondheid samengesteld. De scores voor de regio zijn op fysiek gebied iets lager dan in Nederland voor 18-64 jarigen en op psychisch gebied iets hoger. De gemiddelde score, gemeten met een internationale standaard (MHI-5) voor psychische gezondheid is echter voor inwoners in de regio NWN, in vergelijking met landelijke leeftijdsgenoten iets ongezonder. Het merendeel van de regionale bevolking is psychisch gezond (ruim 80%). Slechts 2,6% is psychisch ernstig ongezond. Leefstijl In 2005 rookte 32,2% van de bevolking van 18 tot 65 jaar in de regio Nieuwe Waterweg Noord (tabel). Dit percentage is iets lager (niet statistisch significant) dan in 2000, toen rookte nog bijna 35% van de mensen. In de provincie Zuid-Holland rookten in 2005 significant minder mensen dan in de regio (tabel). Het percentage rokers in de regio lijkt ook iets hoger dan het landelijke percentage, maar hierbij moet rekening gehouden worden dat de landelijke cijfers zoals die bij het CBS worden bijgehouden gaan over alle inwoners van 12 jaar en ouder. Bijna één op de 3 inwoners van de regio NWN in de leeftijd van 18-64 jaar rookt. Dit is een groep waar veel gezondheidswinst op te halen is. De regio Nieuwe Waterweg Noord is namelijk de regio met de meeste ziekenhuisopnames met als ontslagdiagnose longkanker (16 per 10.000 inwoners terwijl het landelijk 10 is). De sterfte aan longkanker is met name onder vrouwen in deze regio ook aanzienlijk hoger (+25%) dan landelijk (van Lier, 2005). Het aantal mensen dat wel eens alcohol drinkt is afgenomen van 84% in 2000 tot 76% in 2005. In de provincie Zuid holland is dit percentage significant hoger. In het aandeel zware drinkers (15,5%) is geen significant verschil tussen de regio NWN en Zuid holland in zijn geheel. Met de voedingsgewoonten van de bevolking in de regio NWN is het, evenals van de Nederlandse bevolking, niet goed gesteld. Ruim driekwart van de bevolking in de regio NWN ontbeet in 2005 minstens 5 dagen in de week. Slechts 28% van de inwoners van de regio NWN at dagelijks minstens 7

200 gram gekookte groente of rauwkost en nog geen 30% at de aanbevolen hoeveelheid van 2 stuks fruit of fruitsap per dag (tabel). Vrouwen zijn beter in fruit, maar qua groente verschillen zii niet van mannen. Een disbalans tussen energie-inname en lichamelijke activiteit kan leiden tot overgewicht, het sterkst groeiende gezondheidsprobleem in Nederland. In 2005 is meer dan de helft van de regionale bevolking te zwaar en heeft dus een verhoogd risico op tal van chronische aandoeningen zoals suikerziekte, verschillende vormen van kanker, gewrichtsslijtage, onvruchtbaarheid et cetera. Vergelijking met 2000 laat zien dat het voorkomen van overgewicht en obesitas beiden significant zijn toegenomen, ook is dit probleem in vergelijking met Zuid Holland en Nederland groter in de regio NWN. In de regio zijn er meer mannen dan vrouwen met overgewicht en meer vrouwen dan mannen met obesitas. Dit beeld is landelijk iets minder gedifferentieerd. Onvoldoende lichamelijke activiteit is dus een belangrijke determinant van overgewicht, maar verhoogt ook de kans op vroegtijdig overlijden en kan het risico op het ontstaan van ziekten verhogen, zoals coronaire hartziekten (CHZ), suikerziekte en botontkalking (osteoporose), en mogelijk ook beroerte (CVA), borstkanker en dikke darmkanker. Matig intensieve activiteit heeft een gunstig effect op de gezondheid, mits deze regelmatig wordt verricht. In de regio NWN bewoog ruim twee derde van de bevolking tussen 18 en 65 jaar onvoldoende volgens de Nederlandse Norm gezond Bewegen (NNGB). In 2000 was dit nog maar 57%. Het regionale percentage van onvoldoende actieve inwoners ligt veel hoger (niet getoetst) dan het landelijke van 45% in 2005 (CBS Statline, 2006). De grote verschillen tussen de regionale cijfers en de Nederlandse cijfers zou te maken kunnen hebben met verschillen in vraagstelling voor lichamelijke activiteit. Er is regionaal geen verschil tussen mannen en vrouwen die niet voldoen aan de NNGB. In de regio en in Maassluis en Vlaardingen was er ook een verschil in leeftijdscategorieën; het aandeel onvoldoende actieve mensen neemt af met de leeftijd. Fysieke omgeving Het leven in een prettige woonomgeving is van invloed op het welzijn van mensen. In de regio voelt 11% van de bevolking zich overdag wel eens onveilig, terwijl s avonds of s nachts ruim 28% zich wel eens onveilig voelt. Er zijn meer vrouwen dan mannen die zich wel eens onveilig voelen. Het zijn vooral de jongeren die zich s avonds en s nachts wel eens onveilig voelen. Overdag zijn het meer de mensen in de leeftijd van 50 tot 64 die zich wel eens onveilig voelen. Verder ondervinden inwoners van de regio NWN in vergelijking met 2000 in toegenomen mate hinder van lawaai, vuil en stank. De meeste hinder hebben de inwoners van de regio NWN van lawaai (ruim 15% heeft hier vaak last van). Vrouwen hebben niet significant vaker last van lawaai, vuil of stank dan mannen. Ook het verschil tussen de leeftijdsgroepen is niet significant. 8

Het gevoel van veiligheid hangt samen met de woonsituatie en woonomgeving. In de regio NWN is 6% ontevreden met de woning en 9% ontevreden met de woonomgeving. Van degenen die in een eengezinswoning, twee onder een kap, vrijstaande woning of iets dergelijks wonen is in de regio slechts 1 % ontevreden met de woning, bij bewoners van een flat, appartement, maisonnette, portiekwoning of iets dergelijks, ligt dit percentage significant hoger, namelijk 12%. De tevredenheid met de woonomgeving geeft een dergelijk beeld te zien 5%, respectievelijk 14%. Van alle inwoners in de regio vindt 11% dat de buurt er op vooruit is gegaan, vindt 63% dat de buurt gelijk is gebleven en vindt 25% dat de buurt er in het afgelopen jaar op achteruit is gegaan Sociale omgeving Sociale relaties zijn van invloed op de gezondheid. Daarentegen speelt de gezondheid ook een rol bij het aangaan of onderhouden van sociale relaties. Om subjectieve eenzaamheid te meten is de eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld gebruikt. Deze schaal maakt onderscheid tussen emotionele eenzaamheid (het missen van intieme relaties leidt tot gevoelens van verlatenheid en intens verdriet) en sociale eenzaamheid (waarbij vooral een ondersteunend netwerk wordt gemist, met als gevolg gevoelens van verveling en doelloosheid). In de regio NWN is 9% van de inwoners ernstig sociaal eenzaam, en 5% ernstig emotioneel eenzaam. Vrouwen verschillen niet van mannen als het om eenzaamheid in het algemeen of om sociale eenzaamheid gaat. Echter als het gaat om emotionele eenzaamheid zien we in de regio NWN wel een verschil. Meer vrouwen dan mannen voelen zich emotioneel eenzaam. Er zijn geen significante verschillen voor leeftijd gevonden. Gebruik van de zorg In de regio Nieuwe Waterweg Noord had 37% van de bevolking in de leeftijd van 18-64 jaar in de 2 maanden voor het onderzoek contact met de huisarts (tabel). Vrouwen hadden significant meer contact met de huisarts dan mannen (43 versus 31%). Met toenemende leeftijd hebben meer mensen contact gehad met de huisarts in de 2 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Wat de overige zorgverleners betreft, hadden vrouwen vaker contact met specialist (36 versus 26%) alternatieve behandelaars (6 versus 3%), de fysiotherapeut (21 versus 16) dan mannen. Het contact met de fysiotherapeut neemt toe met de leeftijd. Voor wat betreft het contact met de overige zorgverleners is geen verband met geslacht of leeftijd gevonden. In 2005 verleende 10% van de mensen in de regio NWN informele zorg (onbetaalde zorg, ook wel mantelzorg genoemd) (tabel). Vrouwen verleenden vaker informele zorg dan mannen. De jongste groep van 18-34 jaar verleende het minst vaak informele zorg. Vijftien procent van de mensen die informele zorg verleende in 2005 voelde zich tamelijk zwaar tot zwaar hierdoor belast. 9

De mensen zorgden het meest voor (schoon)ouders, maar ook aan de partner, kinderen of andere familieleden verleenden zij zorg. Een kwart van de mensen die informele zorg verleende, deed dit incidenteel. Veertig procent van de mantelzorgers besteedt meer dan 6 uur per week aan het geven van informele zorg en 11 procent van deze groep besteedde meer dan 21 uur per week aan het geven van mantelzorg. Zeventien procent van de mensen die mantelzorg gaven, had behoefte aan hulp in verband met hun werkzaamheden als mantelzorger. Verschillen in de gezondheidssituatie van de algemene bevolking tussen de gemeenten in de regio Nieuwe Waterweg Noord in 2005 De gezondheidssituatie van de inwoners in de leeftijd van 18-64 jaar van Maassluis, Schiedam en Vlaardingen in 2005 is samengevat in de tabel achteraan deze samenvatting. Nadere uitleg vindt u hieronder. Chronische aandoeningen In verband met de kleine aantallen bij de meeste chronische aandoeningen zijn de drie regiogemeenten alleen met elkaar vergeleken op het gebied van astma en COPD, hoge bloeddruk en diabetes. Voor deze chronische aandoeningen verschilden de drie gemeenten niet van elkaar. Functioneren en kwaliteit van leven In 2005 werd de eigen gezondheid in alle drie de gemeenten gelijk gewaardeerd. Voor wat betreft lichamelijk functioneren (horen, zien, mobiliteit en ADL -het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen-) was er één significant verschil tussen de drie gemeenten. De inwoners van Vlaardingen hebben vaker een beperking in het gezichtsvermogen dan de inwoners van Schiedam (tabel) Tussen de drie gemeenten loopt het percentage psychisch ernstig ongezonde inwoners sterk uiteen: Schiedam heeft de meeste ernstig psychische ongezonde inwoners, Maassluis de minste. Leefstijl Voor roken en het gebruik van alcohol is er geen verschil tussen de gemeenten. Schiedammers en Vlaardingers ontbijten minder vaak minstens 5 maal in de week dan de inwoners van Maassluis. Voor de groente en fruitconsumptie zijn er geen verschillen tussen de gemeenten. Op het terrein van overgewicht en obesitas zijn er ook geen verschillen tussen de gemeenten onderling. In 2005 was het aandeel onvoldoende actieve inwoners volgens de NNGB in Maassluis significant hoger dan in Vlaardingen en in Schiedam. Vlaardingen heeft de minste onvoldoende actieve inwoners, echter, ook hier is nog bijna 65% van de inwoners van 18-64 jaar onvoldoende actief. Fysieke omgeving Er zijn geen significante verschillen in gevoelens van veiligheid tussen de drie gemeenten onderling. Tevredenheid met de woonomgeving hangt samen met het gevoel van veiligheid, maar ook hierin verschillen de gemeenten afzonderlijk niet significant van elkaar. In 2005 hadden de inwoners van 10

Maassluis en Vlaardingen minder vaak hinder van lawaai en vuil dan de inwoners van Schiedam. De drie gemeenten verschilden in 2005 niet significant van elkaar voor wat betreft hinder van stank. Sociale omgeving Gevoelens van eenzaamheid komen niet vaker voor in een bepaalde gemeente (tabel). Zorg- en medicijngebruik Schiedammers, Vlaardingers en Maassluizenaren verschilden niet in de frequentie van contact met de huisarts. Er was wel een significant verschil tussen de gemeenten Maassluis en Schiedam in het specialistencontact (Maassluis 26%, Schiedam 34%). De andere gemeenten verschilden in dit opzicht niet significant van elkaar (Vlaardingen 30%). In de 12 maanden voor het onderzoek was er eveneens een verschil tussen de gemeenten Maassluis 1% en Vlaardingen 4% in het bezoek aan de diëtist. Schiedam (3%) verschilde in dit opzicht niet van de andere gemeenten. Voor wat betreft de contacten met de overige zorgverleners waren er geen verschillen tussen de gemeenten. 11

Indicatoren en determinanten van de gezondheid voor de regio Nieuwe Waterweg Noord in 2000 en 2005 en de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen in 2005. Indicatoren van de gezondheidssituatie Jaren regio ZH Gemeenten in 2005 2000 2005 2005 Msl Sdm Vld (%) (%) (%) (%) (%) (%) Chronische aandoeningen Astma/COPD 8,1 8,1 5,7* 6,3 8,8 8,1 Ernstige hartaandoening -- 1,2 1,1 0,4 1,5 1,2 Hartinfarct -- 0,8 0,6 0,8 0,7 1,0 Hoge bloeddruk 10,0 9,5 8,5 9,6 9,7 9,3 Diabetes mellitus 2,3 3,2 2,6 3,0 2,2 4,6 Functioneren en kwaliteit van leven Goede tot uitstekende indruk gezondheid 87,7 84,4* 88,3* 85,3 82,0 86,5 Fysieke gezondheid (waarden < 50 minder goed dan normpopulatie) -- 50,1 51,1 50,2 50,0 50,1 Psychische gezondheid Psychisch gezond 76,9 80,1* -- 81,9 80,4 80,5 Psychisch licht ongezond 18,8 12,8* -- 14,7 12,9 11,6 Psychisch matig ongezond 3,1 4,0* -- 2,5 4,7 3,9* Psychisch ernstig ongezond 1,1 2,6* -- 0,8 2,0 3,9* Determinanten van de gezondheidssituatie Leefstijl Rokers 34,9 32,2 28,8* 32,1 31,3 33,1 Zware drinkers -- 15,5 16,0 14,0 15,5 16,4 Ontbijt minstens 5 dgn p/w 75,5 77,5 -- 84,2 75,0 77,2* Overgewicht (quetelet-index 25,0-29,9 kg/m2) 33,8 38,3* 34,5* 39,7 37,6 38,3 Obesitas (quetelet-index >= 30,0 kg/m2) 9,0 14,0* 11,5* 12,2 15,2 13,5 Onvoldoende actief volgens NNGB 56,8 67,4* -- 77,3 66,0* 64,5* Fysieke omgeving Voelt zich overdag wel eens onveilig -- 10,8 9,6 12,8 9,9 10,8 Vaak hinder van lawaai 12,5 15.2* -- 11.2 # 19.9 12.4 # Vaak hinder van vuil 8,3 10,6 -- 5,3 # 16,6 7,2 # Vaak hinder van stank 6,3 7,3 -- 5,5 8,7 7,1 Ontevreden met woonomgeving -- 8,9 -- 6,3 9,8 9,1 Vindt dat buurt erop achteruit is gegaan -- 25,8 -- 21,3 32,6 20,7 Sociale omgeving Zeer ernstig eenzaam -- 2,7 -- 3,8 2,5 2,5 Zorggebruik Huisarts bezocht (afgelopen 2 maanden) 48,7 36,8* 35,0 36,3 36,9 37,1 * # Percentages gemarkeerd met een asterix (*) wijken significant (p<0,05) af van 2000 bij jaren, van de regio NWN bij ZH of van Maassluis bij gemeenten. Percentages gemarkeerd met een hekje (#) wijken significant (p<0,05) af van Schiedam bij gemeenten. 12

Monitoring Voor het volgen van de veranderingen in de gezondheidssituatie zijn meerdere periodieke metingen noodzakelijk. Waargenomen veranderingen in de gezondheidssituatie kunnen namelijk veroorzaakt zijn door toevalsfluctuaties. Door het volgen van de gezondheidssituatie (monitoring) komt naar voren of stijgingen of dalingen doorzetten. De gezondheidsenquête 2005 was de derde enquête op rij. Uiteindelijk wil men natuurlijk komen tot een landelijk uniforme wijze van verzamelen en analyseren van gezondheidsgegevens. Een consequentie hiervan is dat de vraagstelling aan verandering onderhevig is waardoor een aantal vragen niet meer goed met elkaar te vergelijken is. Een voordeel hiervan is echter wel dat er steeds beter kan worden vergeleken met de landelijke populatie of zoals reeds in dit rapport is gedaan, met de provincie Zuid Holland in zijn geheel. Voor bijvoorbeeld astma en COPD geldt bijvoorbeeld dat het aantal mensen in de regio die deze klachten heeft niet stijgt maar wel een stuk hoger is dan in de rest van Zuid Holland. Ook wordt bijvoorbeeld duidelijk dat het percentage mensen met overgewicht niet alleen blijft stijgen, maar ook in vergelijking met de hele provincie significant hoger is. Hoewel de respons van met name Turkse en Marokkaanse bevolkingsgroepen in vergelijking met andere schriftelijke enquêtes best goed is (Turkse bevolking 5,7 terwijl er volgens CBS 7,2% van de bevolking in de regio NWN tussen de 18 en 64 jaar in de regio Turks is en Marokkaanse bevolking 1,8 terwijl 2,4% van de bevolking in de regio NWN de Marokkaanse etniciteit heeft), betekend dit, dat de resultaten van dit onderzoek een minder goede afspiegeling zijn van de Turkse of Marokkaanse bevolkingsgroepen dan deze van de bevolking met de Nederlandse etniciteit zijn. 13

AANDACHTSPUNTEN In dit rapport is de gezondheidssituatie van de algemene bevolking in de leeftijd van 18-64 jaar in kaart gebracht. Hierbij is waar mogelijk vergeleken met het jaar 2000 en met de provincie Zuid- Holland zodat veranderingen in de gezondheidssituatie in kaart kunnen worden gebracht en duidelijk wordt op welke punten de regio NWN verschilt van de rest van de provincie. De aandachtspunten in dit rapport sluiten bij de opmerkelijkste veranderingen en constateringen aan. Aandachtspunt 1 (Beleids)aandacht is nodig om de gezondheidssituatie en kwaliteit van leven van de algemene bevolking in de regio NWN te bewaken, te bevorderen en te beschermen. Hierbij valt te denken aan: Het organiseren van een discussiebijeenkomst naar aanleiding van de uitkomsten van dit rapport met de volksgezondheidambtenaren uit de regio NWN. Doel van deze bijeenkomst is om de resultaten/ bevindingen uit het rapport onder de aandacht te brengen en een plek te laten krijgen in de nota s volksgezondheid. Aandachtspunt 2 Aandacht voor een gezonde leefwijze onder de algemene bevolking is nodig zodat er relevante gezondheidswinst geboekt wordt en de kwaliteit van leven verbeterd wordt. Hierbij valt te denken aan: Inspelen op de toekomstige demografische ontwikkelingen in de regio NWN door rekening te houden met de toename van ouderen en niet-westerse allochtonen met hun gezondheidssituatie en zorgvraag. Aandacht voor: astma en COPD (ernstig) overgewicht en onvoldoende beweging voedingsgewoonten suikerziekte en hart- en vaatziekten Roken veiligheid de hinder van lawaai, vuil (met name in Schiedam) en stank eenzaamheid mantelzorgers 14

Aandachtspunt 3 Gezondheidssituatie van de algemene bevolking in de regio Nieuwe Waterweg Noord blijven monitoren, zodat veranderingen in de gezondheidssituatie gesignaleerd kunnen worden en eventuele beleidsmaatregelen geëvalueerd kunnen worden. Hierbij valt te denken aan: De resultaten van toekomstige gezondheidsenquêtes blijven vergelijken met voorgaande enquêtes, zodat veranderingen in de gezondheidssituatie van de algemene bevolking in kaart kunnen worden gebracht en vastgesteld kan worden of veranderingen doorzetten, stand houden of berusten op toevalsfluctuaties. Aansluiten bij landelijke ontwikkelingen die streven naar een uniforme afname van de gezondheidsenquête, zodat gegevens uit de regio NWN ook met landelijke gegevens en gegevens uit andere regio s vergeleken kunnen worden. 15