Reactie op het Groenboek migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen. Ontwerp



Vergelijkbare documenten
Reactie op het Groenboek migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

Pedagogisch Project van het Stedelijk Onderwijs

Onderwijscentrum Gent. Raakpunten GSIW

Reactie op het Groenboek interne staatshervorming

Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld

Advies over de implementatie van ISCED 2011 in Vlaanderen

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Solidariteit in superdiversiteit: kijken vanuit het hier en nu

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Diverse school, diverse kansen

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

In het partijprogramma en de congresteksten van CD&V staat: Niets specifiek over diversiteit in het lerarenkorps.

Land Focus: Nederland

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Kwetsbare jongeren versterken door onderwijs. Christiane Timmerman CeMIS USAB 22 februari 2016

Advies over de openbaarheid van financieringskenmerken van leerlingen

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

Themanieuwsbrief VN-verdrag en hoger onderwijs

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Verklaring : Rechten en verantwoordelijkheden van ouders in het onderwijs Ouders en school bondgenoten in de opvoeding

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs?

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Addendum Tewerkstelling van kansengroepen bij lokale besturen

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Leerzorg in het onderwijsbeleid. Wim Van Rompu raadgever kabinet onderwijs

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

organisaties instellingen lokale overheden diversiteit

DIVERSITEIT IN het onderwijs. Ondersteuning op maat van. onderwijs initiatieven

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober

Intentieverklaring. inzake onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit!

1. ICT in de Beleidsnota van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke

Netwerking kleuterleidsters SG Sint-Nicolaas BaO

Gedifferentieerde leertrajecten

TUTORING: EEN LEERSCHOOL IN DIVERSITEIT

Aanvullend advies over onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers

VISIETEKST TAALSCREENING TAALTRAJECT - TAALBAD BASISONDERWIJS TAALONTWIKKELING IN BEELD BRENGEN EN ONDERSTEUNEN IN FUNCTIE VAN SCHOOLSUCCES JUNI 2014

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2008 (01.12) (OR. en) 16207/08 EDUC 273 SOC 718 CULT 138

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BELEIDSPLAN LOP GERAARDSBERGEN BASIS

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen

Rapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen

DIVERSITEIT IS HET NIEUWE NORMAAL. Sandra Rosvelds Hoofd studiedienst

Werken aan vaardigheden van de 21 ste eeuw. 23 maart 2016

Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie. Lies Sercu KU Leuven

Advies over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4

Internationale beleidskaders voor onderwijs. Vlaams onderwijsbeleid

Toelichting competenties

Inspiratiemoment NEET jongeren

Doel: Creativiteit. Middel: ICT onderbenut (bij voorbeeld Sociale media, faceboekgroepen

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Samenwerkingskansen ter versterking van de optimale ontwikkeling en gezondheid van kleuters

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

Onze vraag: CD&V antwoordde ons:

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan Vorselaar 014/ / /

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Onverwachte en moeilijk beheersbare instroom van personen uit Midden- en Oost-Europa in steden van de Benelux en aangrenzende regio s

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 23 oktober 2003 PE /1-29 AMENDEMENTEN 1-29

PIAAC daagt het Plan Geletterdheid uit! Workshop Studiedag PIAAC 20 maart 2014

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Transcriptie:

Vlaamse Onderwijsraad Algemene Raad Kunstlaan 6 bus 6 18 december 2008 1210 Brussel AR/PCA/DOC/018 Reactie op het Groenboek migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen Ontwerp 1 Situering In haar Groenboek Migratie en mobiliteit, uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen ( 1 ) nodigt de Commissie alle belanghebbenden uit tot reflectie over de toekomst van de richtlijn 77/486/EEG, over de rol die deze zou kunnen spelen bij het realiseren van de doelstelling die oorspronkelijk aan de goedkeuring ervan ten grondslag lag het versterken van het onderwijs aan kinderen van migrerende werknemers uit EU-landen en aldus bij te dragen aan een van de vier vrijheden die door het Verdrag worden gewaarborgd. Zij vraagt of de richtlijn waarde toevoegt aan de beleidsinspanningen van de lidstaten op dit gebied en of dit de beste manier voor de EU vormt om dergelijke inspanningen te ondersteunen en schetst een kader om het geheel van uitdagingen te bekijken waarmee het onderwijs aan migrantenkinderen omgeven is. Zij nodigt belanghebbende partijen ook uit om ideeën aan te dragen over hoe de EU in de toekomst de lidstaten zou kunnen ondersteunen bij het formuleren van hun onderwijsbeleid op dit gebied. De raadpleging werd gelanceerd op 3 juli 2008, zij duurt tot 31 december 2008. De Europese Commissie zal de resultaten van deze raadpleging analyseren en haar conclusies begin 2009 publiceren. De Vlaamse Onderwijsraad gaat in op deze uitnodiging. Hij onthoudt zich daarbij van punctuele commentaar op de situatie en het beleid in Vlaanderen, maar focust zich - zoals trouwens gevraagd door de commissie - op eigen aanvullingen en reflecties bij de beleidsuitdagingen en mogelijke beleidsreacties uit het Groenboek. Hij gaat in op de vragen uit het Groenboek over de toekomst van de richtlijn over het onderwijs aan de kinderen van migrerende werknemers.( 2 ) De Vlor verwijst in dit verband ook naar zijn reactie op de Europese consultatie Scholen voor de 21 ste eeuw ( 3 ) en het advies Naar een sterkere internationalisering van het Vlaamse onderwijs ( 4 ). De Algemene Raad van de Vlor formuleerde deze reactie op 18 december 2008, (uitslag stemming). 1 2 3 4 Commissie van de Europese gemeenschappen, Groenboek, Migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen, Brussel, 3 juli 2008, COM(2008)423, definitief, 16 bladzijden De Raad van de Europese Gemeenschappen, Richtlijn 77/486/EEG van de Raad van 25 juli 1977 inzake het onderwijs aan de kinderen van migrerende werknemers Vlaamse Onderwijsraad, Reactie op de Europese consultatie Scholen voor de 21 ste eeuw, Vast Bureau, Brussel, 13 december 2007, AR/VB/RHE-WVA/END/001, 11 bladzijden Vlaamse Onderwijsraad, Naar een sterkere internationalisering van het Vlaamse onderwijs, advies, Algemene Raad, Brussel, 20 december 2007, AR/RHE-WVA/ADV/006, 21 bladzijden 1

2 Beleidsuitdagingen 2.1 Diversiteit in de diversiteit De Vlor pleit voor een brede en positieve invulling van het begrip diversiteit. Volgens de Vlor is de grote uitdaging voor het onderwijs om de aanwezige diversiteit te benutten, zonder problemen onder de mat te vegen op het niveau van de analyse. Ook het Groenboek wijst er op dat diversiteit voor scholen van onschatbare waarde kan zijn. De diversiteit in scholen kan een belangrijk aangrijpingspunt zijn om jongeren te leren omgaan met de grote diversiteit in de maatschappij. Toch wil de Vlor hierbij aanvullen dat er te weinig aandacht blijft voor de waarde van diversiteit. Omgaan met deze diversiteit is voor de overgrote meerderheid van de scholen en leraren nog eerder een probleem en een uitdaging. Zij vinden het moeilijk om de aanwezige diversiteit te benutten, zo blijft bijvoorbeeld op een positieve manier omgaan met minderheidstalen een moeilijke opdracht. Diversiteit gaat volgens de Vlor bovendien niet alleen over de etnisch culturele achtergrond, maar ook over diversiteit op het vlak van religie. Het is niet altijd evident om in de schoolcontext rekening te houden met, of recht te doen aan, die toenemende religieuze diversiteit. De Vlor vraagt niet alleen aandacht voor legale migratie, maar ook voor illegale migratie, waardoor veel kinderen zonder legale verblijfsvergunning, vooral nieuwkomers, op de scholen terechtkomen. Ook kinderen en jongeren zonder legale verblijfsvergunning hebben recht op onderwijs. Deze groep komt in het Groenboek niet aan bod en wordt ook niet gevat door de richtlijn. Het Groenboek besteedt volgens de Vlor ook te weinig aandacht aan de groeiende diversiteit tussen en binnen de verschillende groepen van etnische culturele minderheden. ( 5 ) Diversiteit is een dynamisch begrip waarbij de samenstelling en de kenmerken van de etnisch culturele minderheden zelf en de subgroepen binnen die etnisch culturele minderheden voortdurend wijzigt vooral in wisselwerking met de context waarin deze groepen leven. Daarbij verloopt bijvoorbeeld de gemeenschapsvorming binnen etnisch culturele minderheden steeds meer over de grenzen van de afzonderlijke lidstaten heen. Volgens de Vlor is het voor het onderwijssysteem een enorme uitdaging om al die verschillen tussen wij en zij te overstijgen in een groeiproces naar een nieuwe wij en zo bij te dragen tot meer sociale cohesie. 2.2 Diversiteit in diverse contexten De context waarin leerlingen uit etnisch culturele minderheden moeten functioneren is erg verschillend. Het Groenboek wijst op de groeiende aanwezigheid van leerlingen uit etnisch culturele minderheden in de steden. De prominente aanwezigheid van grote groepen leerlingen uit etnisch culturele minderheden betekent een enorme uitdaging voor de onderwijsinstellingen in die steden. De Vlor onderschrijft deze vaststelling en beaamt de enorme uitdaging die dit stelt voor het onderwijs in de grote steden. Hij wijst er echter op dat ook buiten de steden het aantal 5 De Vlor spreekt niet meer over kinderen van migrerende werknemers, maar over kinderen en jongeren uit etnisch culturele minderheden. 2

leerlingen uit etnisch culturele minderheden groeit en dat hun aanwezigheid buiten de steden de onderwijsinstellingen voor specifieke uitdagingen stelt. De Vlor sluit zich aan bij de vaststelling in het Groenboek dat de toenemende diversiteit, vooral in een grootstedelijke context, een bijkomende druk legt op de leraren. Hij beaamt dat dit een groot verloop van leraren veroorzaakt en negatieve gevolgen heeft voor de aantrekkingskracht van het beroep van leraar. Het beroep van leraar moet attractief blijven om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. 2.3 Segregatie Het Groenboek stelt vast dat kinderen uit etnische culturele minderheden vaker terecht komen in het beroepsonderwijs en in het buitengewoon onderwijs. De Vlor beaamt deze vaststelling en voegt daaraan toe dat uit de schoolkeuze blijkt dat ouders en leerlingen diversiteit niet als een rijkdom percipiëren. Schoolkeuzeprocessen leiden bijna onvermijdelijk tot segregatie tussen verschillende sociaal economische groepen. Omdat etnisch culturele minderheden vaak behoren tot minder bevoorrechte sociaal economische groepen, leidt dit ook tot segregatie op basis van de etnisch culturele achtergrond. 2.4 Doorstroming en oriëntering De Vlor vindt het, net als het Groenboek, bijzonder problematisch dat jongeren uit etnisch culturele minderheden het onderwijs vaak verlaten zonder een kwalificatie die reële kansen biedt op de arbeidsmarkt. Het Groenboek vestigt er de aandacht op dat in bepaalde landen de prestatiekloof kleiner is voor de eerste generatie migrantenleerlingen, dan voor de tweede generatie. Volgens het Groenboek betekent dit dat onderwijs in deze landen niet fungeert als een kracht om migranten in te sluiten, maar dat de groter wordenden prestatiekloof veeleer hun sociale uitsluiting versterkt en intensiveert.( 6 ) De Vlor vindt dit een zeer verontrustende vaststeling. Zij zou meer systematisch moeten onderzocht worden in de verschillende landen. Dit onderzoek moet nagaan welke factoren hierbij een rol spelen. De Vlor voegt daar specifiek voor Vlaanderen aan toe dat jongeren uit etnische culturele minderheden in Vlaanderen goed presteren in internationale vergelijkingen met jongeren uit etnisch culturele minderheden in andere landen. Maar de prestatiekloof tussen jongeren uit etnisch culturele minderheden en andere jongeren blijft te groot omdat die laatste groep bijzonder goed presteert. De uitdaging voor Vlaanderen is om even goed te blijven presteren en tegelijkertijd die kloof te verkleinen. Het Groenboek geeft aan dat jongeren uit etnisch culturele minderheden te weinig doorstromen naar het hoger onderwijs. De Vlor voegt daaraan toe dat jongeren uit etnisch culturele minderheden die toch doorstromen naar het hoger onderwijs minder slaagkansen hebben dan andere jongeren. De Vlor wenst daarbij de vaststelling in het Groenboek te onderstrepen dat van de jongeren uit etnisch culturele minderheden die doorstromen naar het hoger onderwijs er bovendien 6 Commissie van de Europese gemeenschappen, Groenboek, Migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen, Brussel, 3 juli 2008, COM(2008)423, definitief, blz. 7 nr.15 3

relatief weinig kiezen voor een opleiding tot leraar. Daardoor blijven leraren uit etnisch culturele minderheden zeldzaam. De Vlor wenst aan de uitdagingen geformuleerd in het Groenboek uitdrukkelijk toe te voegen dat het moeilijk blijft om ouders uit etnisch culturele minderheden te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen, zowel op het niveau van de individuele leerling als op het niveau van de gewenste ontwikkelingen in het onderwijsbeleid. 2.5 Taal Het Groenboek wijst er op dat vaardigheid in de onderwijstaal een struikelblok blijft bij de doorstroming van etnisch culturele minderheden in het onderwijs. Ook in Vlaanderen blijven leerlingen uit etnisch culturele minderheden bij het einde van de leerplicht op 18 jaar het Nederlands nog op een onvoldoende abstract niveau beheersen om hoger onderwijs aan te vatten. Dit ondanks de integratie van taalvaardigheidsonderwijs, dat tot stand kwam op basis van wetenschappelijke inzichten, in de eindtermen. Volgens de Vlor kan dat een gevolg zijn van de lange duur van implementatieprocessen in een onderwijssysteem, maar het kan ook een gevolg zijn van de verwevenheid van taalverwerving op een abstract niveau en de context van kansarmoede waarin vele jongeren uit etnisch culturele minderheden opgroeien. Ook het hoger onderwijs moet de uitdaging aangaan om jongeren die nog een probleem hebben met Nederlands op een hoger niveau van abstractie, verder te ondersteunen. 3 Beleidsreacties 3.1 Diversiteit in de diversiteit De Vlor beaamt de vaststelling uit het Groenboek dat leraren uit etnisch culturele minderheden belangrijk zijn als rolmodel voor jongeren uit etnisch culturele minderheden. De Vlor vindt dat op middellange termijn de aanwezige diversiteit zich beter moet weerspiegelen in de samenstelling van het lerarencorps en dat meer leerkrachten uit etnisch culturele minderheden voor de klas moeten staan. De Vlor vindt dat naast de andere mogelijke beleidsreacties die opgenomen zijn in het Groenboek, ook op alle niveaus van het onderwijs werk moet gemaakt worden van competentieverwerving en competentieverhoging op het vlak van omgaan met diversiteit. De aanwezige diversiteit kan niet zonder gevolgen zijn voor het onderwijssysteem tot op het niveau van de inhoud van de curricula. 3.2 Diversiteit in verschillende contexten De aanpak van leerlingen uit etnisch culturele minderheden, en van de diversiteit in de schoolcontext die daaruit voortvloeit, moet rekening houden met de grote verschillen in context waarin jongeren uit etnisch culturele minderheden opgroeien. 3.3 Segregatie Segregatie is volgens de Vlor niet alleen het probleem van onderwijs. Segregatie vermijden is ook een opdracht voor andere sectoren zoals welzijn, sociaal beleid, woonbeleid, 4

mobiliteit, vrije ruimte, De Vlor pleit hier voor een gecoördineerde aanpak vanuit de verschillende sectoren die een minderhedenbeleid voeren. Een beleid voor minder segregatie op school, mag volgens de Vlor echter niet blind zijn voor de kwaliteit van het onderwijs in gesegregeerde scholen. Ook scholen met een prominente aanwezigheid van leerlingen uit etnisch culturele minderheden met een minder bevoorrechte sociaal economische achtergrond moeten de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om kwaliteitsvolle diploma s af te leveren. 3.4 Doorstroming en oriëntering Voor de Vlor zijn een goede studiekeuzebegeleiding, trajectbegeleiding en uitstel van studiekeuze nodig om de talenten bij etnische culturele minderheden beter aan bod te laten komen. Op die manier zullen zij vaker uitstromen met een kwalificatie op zak die hen reële kansen biedt op de arbeidsmarkt. Voor nieuwkomers moet daarbij specifieke aandacht en waardering zijn voor competenties verworven in het land van herkomst. Daarbij vindt de Vlor dat het voor jongeren die uitstromen uit het onderwijs zonder kwalificatie op zak, mogelijk moet zijn om te kiezen voor alternatieve en flexibele leerwegen die passen in het arbeidsmarktbeleid en waarvoor zij ook kunnen rekenen op studiekeuzebegeleiding en trajectbegeleiding. De kostprijs van een opleiding mag voor de Vlor nooit een drempel zijn om een kwalificatie te behalen. Goede oriëntering en doorstroming van leerlingen uit etnisch culturele minderheden is volgens de Vlor alleen mogelijk als ze ondersteund wordt door professionele leerkrachten die voortdurend mogelijkheden krijgen om hun competenties verder te ontwikkelen. Het beroep van leraar moet ook in een grootstedelijke context aantrekkelijk blijven. 3.5 Taal Om meer gelijke onderwijskansen te realiseren blijkt een rigoureus beleid op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal onontbeerlijk. Dit beleid moet volgens de Vlor de hele aanpak van het onderwijs omvatten. Taalvaardigheidsonderwijs moet tot stand komen op basis van wetenschappelijk onderzoek over de wijze waarop de verwerving van een tweede taal als onderwijstaal bij kinderen en jongeren verloopt. Niet alleen het onderwijs in de onderwijstaal moet taalvaardigheidsonderwijs zijn, maar ook de andere vakken moeten voortdurend aandacht besteden aan de vaardigheid van de leerlingen in de onderwijstaal. 4 Reflecties over de inhoud van de richtlijn 4.1 Het toepassingsgebied Het toepassingsgebied van de richtlijn beperkt zich tot leerplichtige kinderen die ten laste zijn van een werknemer die onderdaan is van een andere lidstaat. De beperking tot kinderen die ten laste zijn van een werknemer die onderdaan is van een andere lidstaat strookt niet met de reële diversiteit in de Vlaamse scholen. Een beleid dat gericht is op meer gelijke onderwijskansen voor leerlingen uit etnisch culturele minderheden 5

moet aansluiten bij die diversiteit. Het moet niet alleen betrekking hebben op kinderen van migranten uit andere lidstaten van de Europese Unie, maar ook op kinderen van migranten uit andere landen, ook van nieuwkomers die (nog) niet over de nodige verblijfvergunningen beschikken of illegaal in Vlaanderen verblijven. Het streven naar meer gelijke onderwijskansen voor etnisch culturele minderheden kan zich niet beperken tot leerplichtigen. De participatie aan, doorstroming doorheen en het verwerven van een kwalificatie in het hoger onderwijs hebben belangrijke gevolgen voor de sociaal economische positie van personen uit etnisch culturele minderheden. Een onderwijsbeleid dat gericht is op de verbetering van de sociaal economische positie van etnisch culturele minderheden biedt ook aan volwassenen uit etnisch culturele minderheden mogelijkheden om via alternatieve en flexibele leerwegen hun kwalificatieniveau te verbeteren. De Vlor vraagt daarbij aandacht voor de problemen van mensen die niet over een wettelijke verblijfsvergunning beschikken om in te schrijven in het volwassenenonderwijs. 4.2 Onderwijs in eigen taal en cultuur De richtlijn bepaalt dat de lidstaten passende maatregelen moeten nemen om in samenwerking met de landen van oorsprong en in coördinatie met het normale onderwijs, het onderwijs in de moedertaal en de taal van het land van oorsprong te versterken. Ondanks vele inspanningen is het de Vlaamse gemeenschap niet gelukt een structurele oplossing te bieden voor het onderwijs in eigen taal en cultuur (OETC) aan leerlingen uit etnisch culturele minderheden. Toch blijft de Vlor overtuigd van het belang van de kennis van de thuistaal voor deze leerlingen. Leerlingen die thuis een andere taal spreken, moeten die ook kunnen gebruiken en goed kunnen gebruiken. Sinds de goedkeuring van de richtlijn zijn er echter belangrijke maatschappelijke evoluties die volgens de Vlor aanleiding moeten geven tot een herdenken van de wijze waarop een lidstaat het onderwijs in eigen taal en cultuur kan organiseren. De richtlijn werd geschreven vanuit de gedachte dat kinderen uit etnisch culturele minderheden vroeg of laat zouden kunnen terugkeren naar hun land van oorsprong. Het onderwijs in eigen taal en cultuur moest die terugkeer mogelijk maken. Intussen blijkt dat die jongeren zelden of nooit terugkeren naar het land van oorsprong van hun ouders. Bovendien vormen migrantengroepen vandaag niet alleen meer gemeenschap met landgenoten die in het land van oorsprong zijn gebleven, maar ook en vooral met landgenoten die geëmigreerd zijn naar andere landen. Deze nieuwe omstandigheden kunnen de lidstaten aanzetten tot creatief nadenken over omgaan met eigen taal en cultuur van etnisch culturele minderheden, omgaan met meertaligheid in de klas en de ontwikkeling van meertaligheid. Nu schrijft de richtlijn voor dat de lidstaten in samenwerking met de landen van oorsprong en in coördinatie met het normale onderwijs aan deze kinderen onderwijs in de moedertaal en de cultuur van het land van oorsprong verstrekt. De Vlor denkt dat als gevolg van deze nieuwe ontwikkelingen beter andere sectoren dan het onderwijs de ontwikkeling van de eigen taal en cultuur opnemen, eventueel in samenwerking met andere landen waar dezelfde etnisch culturele minderheden wonen. Een nieuwe vorm van Europees beleid op het vlak van onderwijs in eigen taal en cultuur moet aan de lidstaten meer vrijheid bieden om op een eigen manier vorm te geven aan dit onderwijs in eigen taal en cultuur. 6

5 Een richtlijn als instrument voor Europees onderwijsbeleid Europese initiatieven moeten ruimte laten voor een eigen Vlaamse visie op de opdrachten van onderwijs en de eigen kenmerken van een onderwijssysteem zoals de onderwijsvrijheid. Het beleid van de Europese Unie inzake gelijke onderwijskansen moet passen in het subsidiariteitsprincipe dat geldt voor de Europese besluitvorming op het vlak van onderwijs. Om die reden is een richtlijn over gelijke onderwijskansen voor de Vlor onaanvaardbaar omdat zij dwingende regels oplegt aan het onderwijs, zeker als die regels betrekking hebben op terreinen die behoren tot de pedagogische vrijheid van de inrichtende machten. Het Europees beleid kan wel inspirerende gemeenschappelijke referentiekaders ontwikkelen en lidstaten in staat stellen om te leren van elkaar door goede praktijkvoorbeelden en comparatief materiaal ter beschikking te stellen. Het kan ook waardevolle initiatieven ondersteunen die lidstaten ontwikkelen om meer gelijke onderwijskansen te realiseren. 6 Een beleid voor meer gelijke onderwijskansen op basis van de open coördinatiemethode De Vlor pleit voor een vervanging van de richtlijn over het onderwijs aan de kinderen van migrerende werknemers door bij de herziening van de Lissabonstrategie veel aandacht te besteden aan de realisatie van meer gelijke onderwijskansen en bij de opvolging van de herziene strategie via de open coördinatiemethode een aantal benchmarks in te schrijven die aansluiten bij de realisatie van meer gelijke onderwijskansen. De Europese Unie moet volgens de Vlor de lidstaten vrij laten een eigen beleid te ontwikkelen en dat af te toetsen aan referentiekaders. Daarbij moet de Unie de lidstaten ondersteunen door een rigoureus proces op te zetten van wederzijds leren voor al wie op de verschillende niveaus betrokken is: leerkrachten, schoolleiders en beleidsmakers op de verschillende niveaus waarop het onderwijsbeleid van de lidstaten vorm krijgt. Mogelijke benchmarks zijn bijvoorbeeld: - verhoging van het kwalificatieniveau van jongeren uit etnisch culturele minderheden - taalvaardigheid van jongeren uit etnisch culturele minderheden in de onderwijstaal - het aantal leerkrachten uit etnisch culturele minderheden *************************** 7