BLOK 1 LES 1 DOEL 1 Je leert getallen tot en met 1 miljoen in cijfers schrijven Je leert de waarde van de cijfers in getallen tot en met 1 miljoen Je leert betekenis verlenen aan getallen tot en met 1 miljoen HULP zeshonderdvierentachtigduizend zevenhonderdvijfentwintig M HD TD D Ht ht de 684725 6 8 4 7 2 5 1 Zet de getallen in het schema M HD TD D t h d H T E 3 8 4 4 0 0 7 5 5 0 0 0 3 5 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 2 Schrijf in cijfers honderdzestienduizend tweehonderdeenenzeventigduizend 116000 271000 negenhonderdvierenvijftigduizend vijfhonderd 954500 720050 zevenhonderdtwintigduizend vijftig 4
3 Schrijf in cijfers Er keken ruim negenhonderdvijftigduizend mensen naar het journaal tweehonderdvijfenzeventigduizend euro 950000 mensen 275000,- Iedere dag worden er ongeveer zevenhonderdtachtigduizend kranten gedrukt 780000 kranten 400000,- 4 Hoeveel is het gekleurde cijfer waard? 459345 9000 176483 70000 521632 1000 279317 10 945108 40000 67129 7000 603240 600000 23579 20000 943751 1 463078 3000 380922 20 743109 40000 800956 900 489137 400000 18975 8000 GA VERDER 5
5 Vul het schema in M HD TD D Ht Th Ed 60000 300 100000 20 1 6 0 3 2 0 900 70000 60 1000 500000 5 7 1 9 6 0 900000 500 6 80000 3000 9 8 3 5 0 6 40000 6000 90 200000 8 2 4 6 0 9 8 700 50 8000 400000 1 20000 4 2 8 7 5 1 6 Maak 5 getallen Gebruik steeds minstens 4 kaartjes Schrijf in cijfers bijvoorbeeld: vijfennegentig dertigduizend tachtig zestienduizend honderd zestig negenduizend twaalf vijfduizend zevenhonderd zes tweehonderdduizend duizend tachtigduizend zeshonderdduizend zevenhonderdvijftigduizend vijfhonderdduizend honderdtwintigduizend 121760 235095 689012 750786 516195 7 Welk getal ligt het dichtst bij 1 miljoen? Omcirkel 900009 of 900090 90000 of 1001000 909000 of 990000 999990 of 1000100 990990 of 1100000 909909 of 1090000 799000 of 1199999 750075 of 1250025 KIJK TERUG Schrijf iets wat past bij het getal bijvoorbeeld: 10000 100000 1000000 10000 jaar geleden leefden de mensen in stammen Delft heeft ongeveer 100000 inwoners Als je 1000000,- hebt, ben je miljonair 6
BLOK 1 LES 2 DOEL 1 Je leert getallen tot en met 1 miljoen op volgorde zetten Je leert getallen tot en met 1 miljoen aflezen, en schattend plaatsen en aflezen op een getallenlijn HULP 0 500000 1000000 Dit getal ligt tussen 300000 en 400000 360000 630000 Dit getal ligt tussen 600000 en 700000 1 Welk getal? Maak vast festival 210000 bezoekers woonboulevard 125000 bezoekers per jaar Amsterdam 940000 bezoekers per kwartaal museum 560000 bezoekers per jaar pretpark 780000 bezoekers per halfjaar speeltuin 2000 bezoekers per jaar 0 500000 1000000 2000 125000 210000 560000 780000 940000 2 Van klein naar groot 610000 930000 130000 750000 450000 390000 130000 390000 450000 610000 750000 930000 820000 240000 560000 50000 1000000 825000 50000 240000 560000 820000 825000 1000000 250000 890000 520000 740000 25000 460000 25000 250000 460000 520000 740000 890000 GA VERDER 7
BLOK 1 LES 2 3 Maak vast 0 1000000 10000 100000 660000 850000 910000 4 Maak vast 100000 900000 190000 250000 310000 540000 750000 5 Welk getal? Maak vast stad aantal bezoekers stad aantal bezoekers Aantal bezoekers bij Eindhoven 566000 Venlo 115000 voetbalwedstrijden per seizoen Amsterdam 844000 Tilburg 212000 Rotterdam 775000 Groningen 351000 Breda 312000 Utrecht 322000 0 1000000 115000 212000 312000 322000 351000 566000 775000 844000 8
6 Welk getal ligt het dichtstbij? Omcirkel 1000000 1100000 1000100 999999 150000 149000 125000 185000 725000 699000 707000 775000 7 Zet de 12 getallen op volgorde, van klein naar groot 149000 707000 999999 185000 1000000 775000 699000 150000 1000010 199000 725000 125000 125000 149000 150000 185000 199000 699000 707000 725000 775000 999999 1000000 1000010 8 Hoe groot is elke sprong? 250000 200000 850000 625000 50000 775000 180000 140000 600000 235000 255000 1000000 KIJK TERUG Plaats 1000, 10000 en 100000 op de lijn Plaats ook 900000, 990000 en 999999 0 500000 1000000 1000 10000 100000 900000 990000 999999 9
BLOK 1 LES 3 DOEL 2 Je leert sommen als 35400 + 3500 en 56700 2400 uitrekenen HULP 300 + 700 = 1000 45300 + 3700 = 49000 1000 800 = 200 56000 2800 = 53200 1 Reken uit 67300 + 6500 = 73800 67300 + 6700 = 74000 70000 2500 = 67500 70000 250 = 69750 2 Reken uit bedrag A bedrag B samen verschil 50000 7500 57500,- 42500,- 113000 4000 117000,- 109000,- 346000 6500 352500,- 339500,- 600000 400000 1000000,- 200000,- 10
3 Reken uit bedrag A bedrag B samen verschil 60800 40200 101000,- 20600,- 80200 7500 87700,- 72700,- 315000 1500 316500,- 313500,- 222500 4500 227000,- 218000,- 650000 350000 1000000,- 300000,- 4 Reken uit 48600 + 5400 = 54000 48300 + 3500 = 51800 48600 + 6500 = 55100 48000 + 15000 = 63000 48500 + 16500 = 65000 86000 4500 = 81500 86600 3500 = 83100 86200 7200 = 79000 86000 33200 = 52800 86500 45900 = 40600 5 Welke som hoort erbij? Bedenk de som en reken uit Vorig jaar zijn er 62700 e-bikes verkocht Dit jaar zijn er 5800 meer verkocht Hoeveel e-bikes zijn er dit jaar verkocht? som: 62700 + 5800 antwoord: 68500 e-bikes Vorig jaar zijn er 935000 nieuwe fietsen verkocht Vier jaar eerder waren dat er 913000 Wat is het verschil? som: 935000 913000 antwoord: 22000 fietsen GA VERDER 11
6 Reken uit + 400 41400 1500 7000 41000 42500 48000 26600 27000 28100 33600 58800 59200 60300 65800 400 40600 41000 39500 34000 27400 27000 25900 20400 58800 58400 57300 1500 7000 51800 7 Wat staat er onder de vlek? 36900 + 600 = 37500 42500 + 5200 = 47700 17900 25600 + 400 = 18300 + 4400 = 30000 52000 300 = 51700 39300 19000 = 20300 66600 2400 = 64200 78500 4600 = 73900 8 Bedenk zelf Bedenk zelf grote sommen met 3 getallen Er moeten honderdtallen in de getallen zitten bijvoorbeeld: antwoord: precies 50000 antwoord: precies 60500 antwoord: precies 75750 15300 + 15300 + 19400 = 50000 KIJK TERUG 28300 5500 = 22800 Welke stappen neem je? 28000 5000 = 23000, 23000 200 = 22800 12
BLOK 1 LES 4 DOEL 2 Je leert sommen als 50 7000 en 24000 : 600 uitrekenen met de kleine som HULP 50 7000 =? kleine som: volgende stap: 5 7 = 35 of meteen 5 7000 = 35000 50 7000 = 350000 1000 zoveel 10 zoveel 24000 : 600 =? kleine som: volgende stap: 24 : 6 = 4 of meteen 24000 : 6 = 4000 24000 : 600 = 40 1000 zoveel zo weinig 100 zoveel zo weinig 1 Reken uit met de kleine som Schrijf de stappen op die je nodig hebt 60 3000 = 180000 kleine som: stap 1: stap 2: 400 900 = 360000 kleine som: stap 1: stap 2: 6 3 = 18 6 3000 = 18000 60 3000 = 180000 4 9 = 36 4 900 = 3600 400 900 = 360000 1000 zoveel 10 zoveel 100 zoveel 100 zoveel 2 Reken uit met de kleine som Omcirkel het goede antwoord Schrijf de stappen op die je nodig hebt 21000 : 300 = 70 kleine som: stap 1: stap 2: 4000 : 80 = 50 kleine som: stap 1: stap 2: 21 : 3 = 7 21000 : 3 = 7000 21000 : 300 = 70 40 : 8 = 5 4000 : 8 = 500 4000 : 80 = 50 1000 zoveel zo weinig 100 zoveel zo weinig 100 zoveel zo weinig 10 zoveel zo weinig GA VERDER 13
BLOK 1 LES 4 3 Welke som hoort erbij? Reken uit en vul in Een aantal mensen verdeelt een geldbedrag Hoeveel geld krijgt ieder? bedrag aantal mensen som hoeveel krijgt ieder? 6300 700 6300 : 700 = 9 9,- 630000 7 630000 : 7 = 90000 90000,- 63000 70 63000 : 70 = 900 900,- bedrag aantal mensen som hoeveel krijgt ieder? 48000 8000 48000 : 8000 = 6 6,- 4800 8 4800 : 8 = 600 600,- 480000 80 480000 : 80 = 6000 6000,- 4 Reken uit met de kleine som 900 5000 = 4500000 300 2500 = 750000 400 800 = 320000 700 8000 = 5600000 500 1200 = 600000 36000 : 40 = 900 2400 : 300 = 8 4200 : 60 = 70 72000 : 800 = 90 49000 : 7000 = 7 5 Bedenk zelf Maak zelf grote sommen bij de kleine som Voorbeeld: 3 6 = 18 3 6000 = 18000 30 6000 = 180000 kleine som meer dan 10000 meer dan 100000 4 8 = 32 4 8000 = 32000 40 8000 = 320000 7 8 = 56 7 8000 = 56000 70 8000 = 560000 2 8 = 16 20 800 = 16000 200 800 = 160000 7 7 = 49 70 700 = 49000 700 700 = 490000 2 9 = 18 20 900 = 18000 2000 9000 = 18000000 14
6 Welke som hoort erbij? Bedenk de som en reken uit Kinderen fietsen gemiddeld 200 kilometer per jaar om naar school te gaan Onze school heeft 800 leerlingen die op de fiets komen Hoeveel kilometer fietsen zij per jaar in totaal? som: 800 200 antwoord: 160000 kilometer De leerlingen van 3 scholen fietsen bij elkaar 480000 kilometer per jaar Een fietsritje is gemiddeld 4 kilometer Hoeveel ritjes worden er gefietst per jaar? som: 480000 : 4 antwoord: 120000 ritjes 7 Reken uit : 1200 24000 240000 30 40 400 40 30 3 800 600 60 8000 6000 600 : 1500 30000 450000 30 50 150 50 30 10 1000 600 200 15000 9000 3000 KIJK TERUG 28000 : 700 = 40 Welke stappen neem je? De kleine som is 28 : 7 = 4, 28000 : 7 = 4000 (1000 zoveel), 28000 : 700 = 40 (100 zo weinig) 15
BLOK 1 LES 5 DOEL 1 1 Maak vast 0 1000000 220000 380000 600000 750000 810000 990000 200000 800000 250000 300000 380000 450000 610000 790000 2 Hoeveel is het cijfer waard? 6 7 601302 600000 785014 700000 23641 600 831742 700 364000 60000 109847 7 316521 6000 127681 7000 149016 6 973459 70000 3 Vul in en maak vast achthonderdduizend tweehonderdzeventigduizend vierhonderddertigduizend zeshonderdvijfenvijftigduizend 0 1000000 80000 270000 430000 655000 800000 1000000 TUSSENSTAND Kun je de waarde aangeven van cijfers in getallen tot en met 1 miljoen? Kun je getallen tot en met 1 miljoen schattend plaatsen en aflezen op een getallenlijn? 16
DOEL 2 1 Reken uit bedrag A bedrag B samen verschil 78800 4200 83000,- 74600,- 52500 7500 60000,- 45000,- 236500 5000 241500,- 231500,- 342500 4500 347000,- 338000,- 552000 450000 1002000,- 102000,- 2 Reken uit met de kleine som 400 600 = 240000 90 6000 = 540000 30 50000 = 1500000 700 9000 = 6300000 400 70000 = 28000000 7200 : 80 = 90 30000 : 60 = 500 560000 : 80 = 7000 18000 : 300 = 60 810000 : 9000 = 90 3 Reken uit Hoeveel gram weegt het? 1 cake 2 cakes 40 cakes 100 cakes 140 cakes 300 gram 600 g 12000 g 30000 g 42000 g 1 brood 2 broden 5 broden 30 broden 200 broden 800 gram 1600 g 4000 g 24000 g 160000 g TUSSENSTAND Kun je sommen als 35400 + 3500 en 56700 2400 en 50 7000 en 24000 : 600 uitrekenen? 17
BLOK 1 LES 13 REKENPLEIN Zet de steden op volgorde van meeste inwoners naar minste inwoners Legenda: 100000 inwoners 10000 inwoners 1000 inwoners Amsterdam Eindhoven Utrecht Middelburg Arnhem Rotterdam Leeuwarden Lelystad Maastricht Zwolle stad aantal inwoners 1 Amsterdam 821000 2 Rotterdam 623000 3 Utrecht 334000 4 Eindhoven 223000 5 Arnhem 152000 6 Zwolle 123000 7 Maastricht 122000 8 Leeuwarden 107000 9 Lelystad 76000 10 Middelburg 47000 Waar of niet waar? Omcirkel het goede antwoord Amsterdam heeft meer dan achthonderdtwintigduizend inwoners waar niet waar Rotterdam heeft vierhonderdduizend inwoners meer dan Eindhoven waar niet waar Arnhem heeft zeventienduizend inwoners minder dan Eindhoven waar niet waar Maastricht heeft honderdduizend inwoners minder dan Zwolle waar niet waar Er zijn 3 steden met een inwoneraantal tussen hondervijftigduizend en driehonderdvijftigduizend waar niet waar Bedenk zelf ook 2 zinnen bijvoorbeeld: Lelystad heeft minder dan honderdduizend inwoners waar niet waar Leeuwarden heeft zeventigduizend inwoners meer dan Middelburg waar niet waar De fluitketel is kapot, ik ga een nieuwe kopen Wat is het geheime getal? Maak tweetallen Speel dit spel met getallen tussen 100000 en 1000000 _ Dit cijfer zit in het getal, maar op een andere plek Dit cijfer zit in het getal, op deze plek Het getal is hoger Het getal is lager In een getal staan geen dubbele cijfers 36
Vul de lege plekken in 45000,- 1000000,- 36000,- 900000,- Eerlijk delen met Eerlijk delen met Eerlijk delen met 6 Eerlijk delen met 90 mensen 1000 mensen mensen 100 mensen 500,- 1000,- 6000,- 9000,- 7200,- 18000,- 7200,- 63000,- Eerlijk delen met 4 Eerlijk delen met Eerlijk delen met Eerlijk delen met 90 mensen 300 mensen 600 mensen mensen 1800,- 60,- 12,- 700,- Kruis aan Wat win je liever? Leg het ook uit bijvoorbeeld: 4 jaar lang elke dag 1,- 75000 eerlijk delen met 50 mensen want, bij 75000,- eerlijk delen krijg je 1500,- Bij iedere dag 1,- krijg je in totaal 1460,- (zonder schrikkeldag) Vul het nieuwe aantal inwoners in Gebruik de inwoneraantallen uit het beelddiagram bij de eerste opgave stad aantal inwoners erbij aantal inwoners eraf aantal inwoners Leeuwarden 9800 97200 Lelystad 5750 81750 Amsterdam 8950 829950 Arnhem 4250 147750 Rotterdam 9400 632400 Maastricht 7100 129100 Zwolle 6600 129600 Middelburg 4900 51900 Utrecht 7800 341800 Eindhoven 5500 217500 Welke som kan het zijn? Vul in bijvoorbeeld: 500 6000 = 3000000 80 900 = 72000 3000 40 = 120000 70 40000 = 2800000 1400000 : 7000 = 200 90000 : 1000 = 90 3200 : 400 = 8 2100 : 70 = 30 Dat is toch zonde van het geld? Als jij zegt wanneer het water kookt, zal ik wel fluiten 37