Ontwikkelingen in Welzijn en Gezondheid. Oordeel bewoners 2008

Vergelijkbare documenten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Wijk- en buurtmonitor 2016 Opzet

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

DISCRIMINATIE IN S-HERTOGENBOSCH Maart 2015, afdeling Onderzoek & Statistiek

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rapport kinderen en jongeren 2015

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Zorgmonitor. Januari 2019

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Regionale Wmo Monitor 2010

Stadsenquête Leiden 2010

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Sociale samenhang in Groningen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Begroting II. Digitaal Panel West, 5 e panelmeting. Projectnummer: In opdracht van: stadsdeel West

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Armoedemonitor Feiten en cijfers over armoede in de gemeente s-hertogenbosch

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

2014, peiling 1 maart 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Weinig mensen sociaal aan de kant

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Ouderenmonitor

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Sportparticipatie 2012 Volwassenen

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

Regionale Wmo Monitor

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Monitor armoede en schulden. gemeente s-hertogenbosch. Afdeling Onderzoek & Statistiek Oktober 2018

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Graafsepoort. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Preventief huisbezoek 75+

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Netwerk Buurtdemocratie MVO Historische en demografische achtergrond informatie Muntel, Vliert, Orthenpoort.

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Collegevoorstel. vrijwiligers, Participatie, Individuele voorzieningen, Ondersteuning bijzondere groepen. 1/3

Openingstijden Stadskantoor. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch

Transcriptie:

Ontwikkelingen in Welzijn en Gezondheid Oordeel bewoners 2008 Afdeling O&S Maart 2008

Samenvatting Onderzoek In het najaar van 2008 is de vijfde keer onderzoek gedaan naar welzijn en gezondheid, onder 2.650 inwoners van de gemeente s-hertogenbosch. De meeste onderwerpen zijn al vaker onderzocht. In dit onderzoek is voor de eerste keer onderzoek gedaan naar de bekendheid en de tevredenheid over het Wmo-loket. Bekendheid voorzieningen flink toegenomen De inwoners van de gemeente s-hertogenbosch weten sinds de opening van het Wmo-loket beter waar ze terecht kunnen met vragen over wonen zorg en welzijn. Ook de bekendheid met voorzieningen op dit gebied is in één jaar tijd flink toegenomen. Maar nog niet alle inwoners weten hun weg te vinden. Zo heeft iets meer dan 10% van de inwoners heeft behoefte aan informatie over sport en bewegen en ondersteuning voor vrijwilligers en mantelzorgers, maar ze weten het nog niet te vinden. Wmo-loket nog niet heel bekend Het Wmo-loket is nog niet heel bekend onder de inwoners van s-hertogenbosch. Van de bewoners is 17 % bekend met het Wmo-loket. Hiervan heeft bijna een kwart gebruik gemaakt van het loket. Een meerderheid is tevreden over het Wmo-loket. Van de individuele verstrekkingen wordt het meest gebruik gemaakt van een hulp in de huishouding (13%). Tachtig procent is tevreden over de hulp in de huishouding. Het minst tevreden is men over de deeltaxi: één op de vijf gebruikers is ontevreden. Aandeel inwoners zonder contacten neemt langzaam toe Het aandeel inwoners dat eenzaam is, neemt sinds 2004 toe. Ongeveer 2 procent van de bevolking heeft zelden of nooit contact met familie, vrienden of kennissen. Ongeveer 8 procent van de inwoners geeft aan te weinig sociale contacten te hebben. Dit aantal is sinds 2002 redelijk stabiel. Aangezien eenzaamheid vaker voorkomt onder ouderen, is de verwachting dat door de toenemende vergrijzing het aantal inwoners dat eenzaam is zal toenemen. Steeds meer culturele activiteiten De culturele participatie is toegenomen. De inwoners bezoeken vaker toneel, film, muziekconcerten en musea. Elk van deze culturele voorstellingen en activiteiten is door ongeveer zes op de tien inwoners bezocht. De inwoners van de aandachtgebieden bezoeken naar verhouding minder culturele activiteiten, behalve dance- en houseparty s waar zij juist vaker naar toegaan. Meer vrijwilligers, maar vaker incidenteel Het aandeel vrijwilligers is toegenomen van 29% in 2002 naar 34% in 2008. Het meeste vrijwilligerswerk wordt gedaan op het gebied van sport, en vervolgens doen de meeste inwoners vrijwilligerswerk op het gebied van onderwijs, kinderopvang, gezondheidszorg en welzijn. De manier waarop vrijwilligerswerk gedaan wordt verandert echter wel: steeds vaker doen de inwoners incidenteel en kortdurend vrijwilligerswerk. Weinig verandering in mantelzorg Het aantal mantelzorgers is toegenomen van 17 procent in 2006 naar 21 procent in 2008. Dit komt waarschijnlijk doordat de naamsbekendheid van mantelzorg is toegenomen. Net als in 2006 geeft ongeveer de helft mantelzorg aan de ouders, en zijn ze daar tussen de 1-5 uur mee bezig. Ongeveer 1 op de 12 mantelzorgers vindt de mantelzorg belastend. Ondanks de grotere bekendheid met het begrip mantelzorg, lijkt er net als in 2006 weinig behoefte aan ondersteuning bij mantelzorg: slechts 5% zegt hier zeker behoefte aan te hebben en 14% misschien.

Meeste inwoners gezond De inwoners van s-hertogenbosch hebben een goede gezondheid. Nog geen twee procent geeft aan een slechte gezondheid te hebben. Eén op de vijf inwoners geeft aan door de gezondheid beperkt te zijn op de dagelijkse bezigheden. Beperkingen door de gezondheid is in 2006 op een andere manier gemeten dan in 2008, waardoor we dit niet kunnen vergelijken met de vorige meting. Voor het eerst is gevraagd of de voorzieningen in de gemeente goed zijn afgestemd op mensen die minder goed ter been zijn. De stoepen en het busvervoer in de gemeente worden naar hun mening het slechtst afgestemd, en het Stadskantoor het beste. Wijkverschillen In onderstaande figuur zijn de verschillen tussen de wijken op een aantal kernindicatoren aangegeven. Opvallend is dat in de aandachtgebieden alle indicatoren minder goed scoren dan in de rest van de stad. Dat betekent dat de inwoners in deze buurten minder participeren aan de samenleving. Ook in West en Noord is de eenzaamheid groter en nemen minder mensen deel aan culturele activiteiten. Opvallend is dat in de Groote Wielen de inwoners minder vaak vrijwilligerswerk of mantelzorg doen. Daarmee leveren zij een minder grote bijdrage aan de samenleving dan de andere wijken. Binnenstad Zuidoost Graafsepoort Muntel / Vliert Rosmalen Zuid Rosmalen Noord Groote Wielen Empel Noord Maaspoort West Engelen Aandachtsgebieden Eenzaamheid Cultuurparticipatie Vrijwilligerswerk Mantelzorg Beperkt door gezondheid Wijk scoort beter dan het stadsgemiddelde Wijk scoort slechter dan het stadsgemiddelde 4

Inhoudsopgave Samenvatting...3 1. Inleiding...6 1.1 Aanleiding en doel...6 1.2 Respons...6 1.3 Leeswijzer...6 2. Eenzaamheid...7 3. Cultuurparticipatie...9 4. Vrijwillige inzet en mantelzorg...11 5. Gezondheid...16 6. Informatie, advies en ondersteuning...19 7. Individuele verstrekkingen...21

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In het najaar van 2008 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek voor de vijfde keer onderzoek gedaan naar welzijn en gezondheid onder de inwoners van de gemeente s-hertogenbosch. Hierbij wordt ingegaan op de onderwerpen eenzaamheid, culturele participatie, vrijwillige inzet en mantelzorg, gezondheid, informatie, advies en ondersteuning en individuele verstrekkingen. De twee laatstgenoemden zijn in 2008 voor het eerst opgenomen. 1.2 Respons In het najaar van 2008 zijn 8.950 enquêtes verstuurd: ongeveer 2.650 inwoners hebben de vragenlijst ingevuld. Dit betekent een responspercentage van ca. 30 procent. Voor het verzamelen van de gegevens is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een enquête die zowel schriftelijk als digitaal kon worden ingevuld. Deze enquêtes zijn aangevuld met telefonisch onderzoek onder ongeveer 200 nietwesterse allochtonen. 1.3 Leeswijzer In dit onderzoek worden verschillende aspecten met betrekking tot het onderwerp welzijn en gezondheid in s-hertogenbosch beschreven. Hierbij wordt per thema gekeken: - hoe de gemeente er voor staat - wat de ontwikkelingen zijn en - welke verschillen er bestaan tussen wijken. Over de verschillen tussen wijken en ontwikkelingen over de tijd is een significantietoets uitgevoerd. Met deze toets kan met een betrouwbaarheid van 95 procent gezegd worden dat deze verschillen bestaan. Als er significante verschillen bestaan, zijn deze in de rapportage beschreven. Dus als er geen tijds- of wijkverschillen worden beschreven, dan zijn er geen tijds- of wijkverschillen gevonden. 6

2. Eenzaamheid Het aandeel inwoners dat eenzaam is, neemt sinds 2004 toe. Ongeveer 2 procent van de bevolking is eenzaam. Zij hebben zelden of nooit contact met familie, vrienden of kennissen. Ongeveer 8 procent van de inwoners geeft aan te weinig sociale contacten te hebben. Dit aandeel is sinds 2002 redelijk stabiel. Aangezien eenzaamheid vaker voorkomt onder ouderen, is de verwachting dat door de toenemende vergrijzing het aandeel inwoners dat eenzaam is zal toenemen. In s-hertogenbosch wordt ernaar gestreefd dat het aantal sociale contacten wat bewoners hebben minstens gelijk blijft en dat het aandeel eenzame bewoners niet verder toeneemt. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk bewoners participeren. Bijna driekwart van de inwoners heeft voldoende contacten Acht procent van de inwoners vindt dat ze te weinig sociale contacten heeft. Nog eens 17 procent van de inwoners heeft voldoende sociale contacten, maar zou graag meer sociale contacten willen hebben. Tussen 2000 en 2002 is het aandeel personen dat vindt voldoende sociale contacten te hebben afgenomen, en sinds 2002 lijkt dit aandeel zich redelijk gestabiliseerd te hebben. Tussen de wijken zijn er enige verschillen zichtbaar. In Rosmalen Zuid, Empel en Zuidoost geven minder bewoners aan te weinig contacten te hebben dan gemiddeld in de gemeente. In de Muntel / Vliert en West geeft men juist vaker dan gemiddeld aan te weinig contacten te hebben. Figuur 1: Vindt u dat u voldoende sociale contacten heeft? (2008) s-hertogenbosch Rosmalen Zuid Zuidoost Engelen Rosmalen Noord Empel Binnenstad Graafsepoort Maaspoort De Groote Wielen Noord Muntel/Vliert West Aandachtsgebieden ja, zeker nee, ik vind dat ik te w einig contacten heb ja, maar ik zou er w el w at meer w illen w eet niet / geen mening 7

Figuur 2: Ontwikkelingen sociale contacten (2000-2008) Percentage dat vindt genoeg sociale contacten te hebben Percentage dat zelden of nooit familie ontmoet 100% 5% 95% 4% 90% 3% 2% 85% 1% 80% 2000 2002 2004 2006 2008 0% 2000 2002 2004 2006 2008 Eenzaamheid neemt toe Ruim de helft van de bevolking ontmoet minstens tweemaal in de week één of meer familieleden (die niet in hetzelfde huis wonen), vrienden of goede bekenden. Dit aandeel is sinds 2004 afgenomen. De eenzaamheid is sinds 2004 toegenomen. Ruim 2 procent van de bevolking ontmoet zelden of nooit familie, vrienden of goede bekenden. In sommige wijken speelt eenzaamheid een groter probleem dan in andere. In de wijken Muntel/Vliert, Noord en West zijn in verhouding meer mensen eenzaam. Met name in de aandachtsgebieden hebben meer bewoners zelden of nooit contact met familie, vrienden of goede bekenden. In Engelen, Empel, Zuidoost, Graafsepoort en Rosmalen Noord en Zuid hebben minder inwoners te kampen met eenzaamheid. Figuur 3: Hoe vaak ontmoet u familie, vrienden of goede bekenden? (2008) s-hertogenbosch Engelen Empel Zuidoost Rosmalen Noord De Groote Wielen Binnenstad West Graafsepoort Rosmalen Zuid Muntel/Vliert Noord Maaspoort Aandachtsgebieden minstens 2 keer per w eek vaker dan 1 keer per maand, maar niet w ekelijks minder dan 1 keer per maand 1 keer per w eek 1 keer per maand zelden of nooit 8

3. Cultuurparticipatie De culturele participatie is toegenomen. Men bezoekt vaker toneel, film, muziekconcerten en musea. Elk van deze culturele voorstellingen en activiteiten is door ongeveer zes op de tien inwoners bezocht. De culturele participatie is het hoogst in de Binnenstad. Bewoners uit de aandachtsgebieden bezoeken minder vaak het toneel en musea. Zij bezoeken in verhouding weer vaker dance- en houseparty s. Cultuur is een bindmiddel in de samenleving. Het culturele klimaat bepaalt in belangrijke mate het leefklimaat in de stad en levert een bijdrage aan het economische klimaat. Sport, sociaal cultureel werk en cultuur zijn belangrijk voor de sociale cohesie. De gemeente streeft naar een voorzieningenniveau dat iedereen wat te bieden heeft. Dat betekent dat er een breed en laagdrempelig cultuuraanbod moet zijn. Ze wil dat veel mensen met veel verschillende achtergronden meedoen aan culturele activiteiten. Met name jongeren en laag opgeleide mensen worden gestimuleerd om meer cultureel te participeren. Toename cultuurparticipatie Er is sinds 2004 een toename te zien in het bezoeken van film, toneel, musea en muziekconcerten. Het bezoeken van bioscopen en filmhuizen is het populairst: 64 procent van de bewoners is het afgelopen jaar naar de film geweest. Ook het toneel (62%), musea (60%) en muziekconcerten (56%) worden door een ruime meerderheid van de bevolking bezocht. De inwoners gaan het minst vaak naar dance- en houseparty s (11%). Deze laatste trekt een beperkter publiek voornamelijk jongeren dan de andere culturele activiteiten. Figuur 4: Percentage inwoners dat de afgelopen 12 maanden naar een culturele voorstelling of activiteit is geweest (2004-2008 ) Film in bioscoop of filmhuis 64% Toneel, cabaret, musical, dans- of balletvoorstelling Musea, galerieën, tentoonstellingen 62% 60% Muziekconcert (pop, klassieke muziek, jazz, blues, koor, opera, etc.) 56% Dance-/houseparty 11% 2004 2006 2008 9

Cultuurparticipatie het hoogst in de Binnenstad De cultuurparticipatie is het hoogst in de Binnenstad. Zij bezoeken in verhouding meer films, muziekconcerten, dance- en houseparty s en musea. Daarnaast is er in de Binnenstad sinds 2004 een positieve ontwikkeling zichtbaar bij het bezoeken van muziekconcerten en musea. Personen woonachtig in de aandachtsgebieden gaan minder vaak naar het toneel en musea. Wel bezoeken zij in verhouding vaker dance- en houseparty s. Ook zijn sinds 2004 meer bewoners uit de aandachtsgebieden muziekconcerten gaan bezoeken. De wijken Noord en West doen het minder goed op cultuurparticipatie dan gemiddeld in de stad. In West zijn minder mensen dan gemiddeld die toneelvoorstellingen en muziekconcerten bezoeken. In Noord gaan minder bewoners naar muziekconcerten en dance- en houseparty s. Positieve ontwikkelingen Er zijn positieve ontwikkelingen voor het bezoeken van culturele voorstellingen of activiteiten zichtbaar voor de Binnenstad en Empel. Sinds 2004 hebben meer bewoners van deze wijken muziekconcerten en musea bezocht. Met name voor het museabezoek is een positieve trend zichtbaar, want sinds 2004 zijn ook meer inwoners uit de wijken Graafsepoort en West naar het musea geweest. Figuur 5: Verschillen en ontwikkelingen culturele participatie op wijkniveau Binnenstad Zuidoost Graafsepoort Muntel / Vliert Rosmalen Zuid Rosmalen Noord Groote Wielen Empel Noord Maaspoort West Engelen Aandachtsgebieden s-hertogenbosch Toneel, cabaret, musical, dansof balletvoorstellingen + Film in bioscoop of filmhuis + Muziekconcert (pop, klassiek, jazz, blues, koor, opera, etc) + + + + Dance-/houseparty's Musea, galerieën, tentoonstellingen + + + + + +/- positieve/negatieve ontwikkelingen participatie ten opzichte van 2004 Meer participatie wijkbewoners ten opzichte van stedelijk gemiddelde Minder participatie wijkbewoners ten opzichte van stedelijk gemiddelde 10

4. Vrijwillige inzet en mantelzorg Sinds 2002 neemt het aantal vrijwilligers toe. Eenderde van de inwoners zet zich vrijwillig in voor de samenleving, vooral op het gebied van sport. De manier waarop vrijwilligerswerk gedaan wordt verandert echter wel: steeds vaker doen de inwoners incidenteel en kortdurend vrijwilligerswerk. Bewoners uit de aandachtsgebieden zijn minder vaak actief als vrijwilliger. Het aandeel mantelzorgers is toegenomen van 17 procent in 2006 naar 21 procent in 2008. Dit komt waarschijnlijk doordat de naamsbekendheid van mantelzorg is toegenomen. De helft van de mantelzorgers verleent zorg aan de ouders. Eén op de tien geeft deze zorg aan de partner en eenzelfde aandeel aan de kinderen. Een kwart van de mantelzorgers is hiermee meer dan 5 uur in de week belast. Driekwart verleent deze zorg al meer dan één jaar. Acht procent van de mantelzorgers ervaart het verlenen van mantelzorg als belastend. Bijna één op de vijf heeft (misschien) behoefte aan ondersteuning bij het verlenen van de mantelzorg. De gemeente vindt het steeds belangrijker dat mensen zich vrijwillig inzetten voor de samenleving of hun sociale omgeving. Het gaat dan niet alleen om vrijwilligerswerk in georganiseerd verband, maar ook om ongeorganiseerde vrijwillige inzet, zoals in de vorm van mantelzorg. Inwoners zetten zich vrijwillig in voor de samenleving en voor elkaar en voelen zich voldoende ondersteund. De doelstelling is dat het percentage inwoners in s-hertogenbosch dat zich vrijwillig inzet toeneemt of minstens gelijk blijft. In 2010 dient 70 procent van de vrijwilligers tevreden te zijn over de geboden ondersteuning. De ambitie ten aanzien van mantelzorg is dat tussen 2007 en 2010 het aandeel mantelzorgers dat tevreden is over de ondersteuning met 5 procent is toegenomen. Toename vrijwilligers en mantelzorgers Het aantal vrijwilligers en mantelzorgers is toegenomen. Voor de vrijwilligers is er sinds 2002 een stijging te zien in het aandeel mensen dat zich vrijwillig inzet voor anderen of voor bijvoorbeeld een school, vereniging of club. De mantelzorg is voor het eerst gemeten in 2006. Het aandeel mantelzorgers is van 17% in 2006 gestegen tot 21% in 2008. Hiermee is het aandeel mantelzorgers met 35% toegenomen. Dit komt waarschijnlijk door de groeiende naamsbekendheid van de mantelzorg. Figuur 6: Ontwikkelingen vrijwillige inzet en mantelzorg (2000-2008) Percentage dat actief is als vrijwilliger Percentage dat actief is als mantelzorger 40% 30% 35% 25% 30% 20% 25% 15% 20% 2000 2002 2004 2006 2008 10% 2004 2006 2008 Veel vrijwilligers actief In s-hertogenbosch doet 34 procent van de inwoners wel eens vrijwilligerswerk. In Rosmalen (Noord en Zuid) zijn meer mensen dan gemiddeld die zich bezighouden met vrijwilligerswerk. In de Groote Wielen en de aandachtsgebieden zijn minder vrijwilligers dan gemiddeld. 11

Figuur 7: Percentage inwoners dat aan vrijwilligerswerk doet (2004 2008) s-hertogenbosch Rosmalen Noord Rosmalen Zuid Engelen Zuidoost Binnenstad Graafsepoort Noord Muntel/Vliert Empel Maaspoort West De Groote Wielen Aandachtsgebieden 34% 46% 41% 39% 38% 34% 33% 32% 32% 32% 30% 30% 22% 27% 2004 2006 2008 Wekelijkse besteding voor helft vrijwilligers De helft van de vrijwilligers is elke week bezig met zijn taak. In de Groote Wielen besteedt men minder tijd dan gemiddeld aan het vrijwilligerswerk: 34 procent van de vrijwilligers is hier eenmaal in de week of vaker mee bezig. Het aandeel inwoners dat zich regelmatig bezighoudt met vrijwilligerswerk is sinds 2004 afgenomen. Het aandeel incidentele vrijwilligers is sindsdien toegenomen. Hierdoor is te zien dat de aard van het vrijwilligerswerk aan het veranderen is. Figuur 8: Indeling naar frequentie vrijwilligerswerk (2008) s-hertogenbosch Noord Zuidoost Graafsepoort Empel West Engelen Rosmalen Noord Binnenstad Maaspoort Rosmalen Zuid Muntel/Vliert De Groote Wielen Aandachtsgebieden minstens 2 keer per w eek vaker dan 1 keer per maand, maar niet w ekelijks minder dan 1 keer per maand 1 keer per w eek 1 keer per maand 12

Meeste vrijwilligers actief op sportief gebied Van de vrijwilligers doet eenderde vrijwilligerswerk op het gebied van sport. Vervolgens doen de meeste inwoners vrijwilligerswerk op scholen, kinderopvang en crèches (18%). Daarnaast zetten veel vrijwilligers zich in voor gezondheidszorg, bewonersorganisaties, kunst en cultuur, sociaal-cultureel werk, de kerk en maatschappelijke dienstverlening. Figuur 9: Indeling naar soort vrijwilligerswerk (2008) Sport 33% Onderw ijs/kinderopvang/crèche 18% Gezondheidszorg Bew onersorganisatie, buurtvereniging, w ijkvereniging, buurtactiegroep Kunst en cultuur Sociaal-cultureel w erk Kerk of levensbeschouw ende organisatie 15% 14% 14% 13% 13% Maatschappelijke dienstverlening 10% Politiek, beroeps- of vakorganisatie Organisatie tegen maatschappelijke misstanden Hobbyclub Organisatie ter bescherming van natuur en milieu 6% 5% 5% 4% Hulp aan bekenden Mantelzorg Anders / onbekend 2% 2% 2% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Eén op de vijf inwoners verleent mantelzorg Van de ondervraagden verricht 21 procent mantelzorg. Zij verlenen (meer dan gebruikelijke) zorg aan iemand die dat door ziekte of handicap zelf niet kan. In Rosmalen (Noord en Zuid) wonen in verhouding meer mantelzorgers. Inwoners uit de aandachtsgebieden, Empel, Maaspoort, Engelen en de Groote Wielen geven minder vaak aan mantelzorg te verlenen. Figuur 10: Percentage inwoners dat wel eens mantelzorg verleent (2006-2008) s-hertogenbosch Rosmalen Noord Rosmalen Zuid Muntel/Vliert Graafsepoort Noord Zuidoost Binnenstad West Empel Maaspoort Engelen De Groote Wielen Aandachtsgebieden 21% 31% 27% 23% 22% 22% 21% 21% 19% 18% 17% 16% 13% 17% 2006 2008 13

Helft mantelzorgverlening voor ouders De helft van de mantelzorgers verleent de zorg aan de ouders. Eén op de tien verleent mantelzorg aan de partner en eenzelfde aandeel aan hun kind(eren). Figuur 11: Aan wie geeft u mantelzorg (2006-2008) Partner Kind(eren) 11% 11% Vader, moeder 51% Ander familielid Vrienden, buren, kennissen 27% 27% 2006 2008 Tijdsbesteding mantelzorg Bijna de helft van de mantelzorgers verricht tussen de één en vijf uur mantelzorg per week. Een kwart van de mantelzorgers verricht meer dan vijf uur per week mantelzorg. Ruim driekwart van de mantelzorgers doet dit al langer dan een jaar. Figuur 12: Tijdsbesteding mantelzorg (2006-2008) Figuur 13: Tijdsduur mantelzorg (2006-2008) Meer dan 10 uur per w eek 12% Langer dan een jaar 77% 5 tot 10 uur per w eek 12% 6 maanden tot een jaar 8% 1 tot 5 uur per w eek 47% 3 tot 6 maanden 5% Minder dan 1 uur per w eek 29% Korter dan 3 maanden 10% 2006 2008 2006 2008 Mantelzorg niet of nauwelijks belastend Door de helft van de mantelzorgers wordt het geven van mantelzorg niet of nauwelijks als belastend ervaren. Acht procent ervaart het geven van mantelzorg als (zeer) belastend. Inwoners uit West en de Binnenstad ervaren het verlenen van mantelzorg vaker als belastend. In Noord, De Groote Wielen, Muntel/Vliert en Graafsepoort wordt het geven van mantelzorg minder vaak als belastend ervaren. 14

Figuur 14: Wordt de mantelzorg als belastend ervaren (2008) s-hertogenbosch Graafsepoort Muntel/Vliert De Groote Wielen Noord Zuidoost Rosmalen Noord Empel Engelen Rosmalen Zuid Maaspoort Binnenstad West Aandachtsgebieden Zeer belastend Belastend Soms w el, soms niet belastend Nauw elijks belastend Niet belastend Eén op de vijf behoefte aan ondersteuning mantelzorg De mantelzorgers is gevraagd of zij behoefte hebben aan ondersteuning bij het verlenen van de mantelzorg. Vier op de vijf mantelzorgers heeft hier geen behoefte aan. Vijf procent van de mantelzorgers geeft aan hier zeker behoefte aan te hebben en 14 procent misschien. Figuur 15: Behoefte aan ondersteuning bij mantelzorgverlening (2006-2008) Ja,zeker 5% Ja, misschien 14% Nee, geen interesse 81% 2006 2008 15

5. Gezondheid De inwoners van s-hertogenbosch hebben een goede gezondheid. Nog geen twee procent geeft aan een slechte gezondheid te hebben. Eén op de vijf inwoners geeft aan door de gezondheid beperkt te zijn op de dagelijkse bezigheden. Gemiddeld scoren de inwoners van de gemeente een 8,5 op de schaal voor zelfredzaamheid. Een positieve ontwikkeling is dat de bewoners sinds 2006 beter hun recht weten te halen. Met de gezondheid van de inwoners van s-hertogenbosch gaat het minder goed dan met de regio Hart voor Brabant. En in de regio Hart van Brabant is de gezondheid weer minder dan in de meeste andere regio s van Nederland. Het is dan ook belangrijk om het gezond zijn en gezond voelen in beeld te brengen. Twee procent inwoners ervaart slechte gezondheid De subjectieve ervaren gezondheid is een goede voorspeller van de algemene gezondheid van personen. In de gemeente s-hertogenbosch ervaart 87 procent de eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend. Nog geen twee procent van de bewoners geeft aan een slechte gezondheid te hebben. Dit is sinds 2004 stabiel. De bewoners uit de Groote Wielen, Engelen en Rosmalen Noord en Zuid beoordelen de gezondheid het minst slecht. Een matige of slechte gezondheid wordt gemiddeld vaker ondervonden in de Graafsepoort, West, Noord en door bewoners uit de aandachtsgebieden. Figuur 16: Percentage dat eigen gezondheid (zeer) goed of uitstekend noemt (2004-2008) s-hertogenbosch De Groote Wielen Engelen Rosmalen Noord Rosmalen Zuid Empel Binnenstad Muntel/Vliert Maaspoort Zuidoost Graafsepoort West Noord Aandachtsgebieden 87% 91% 90% 89% 89% 88% 88% 88% 87% 84% 82% 81% 80% 79% 2004 2006 2008 16

Eén op de vijf inwoners door gezondheid beperkt op dagelijkse bezigheden Vier op de vijf inwoners geeft aan niet of nauwelijks beperkt te zijn door de gezondheid. Eén op de vijf volwassenen geeft aan wel beperkt te worden bij de dagelijkse bezigheden zoals fietsen, traplopen, huishoudelijk werk of werk buitenshuis 1. Bij ongeveer anderhalf procent betreft het een ernstige beperking. In Noord, Zuidoost, Graafsepoort en de aandachtsgebieden geven meer bewoners aan (af en toe) beperkt te zijn op de dagelijkse bezigheden. In Rosmalen Noord, Engelen en de Groote Wielen geven minder mensen aan beperkt te zijn door de gezondheid. Figuur 17: Wel of geen beperking bij dagelijkse bezigheden (2008) s-hertogenbosch Noord Zuidoost Graafsepoort Muntel/Vliert West Maaspoort Empel Binnenstad Rosmalen Zuid Rosmalen Noord Engelen De Groote Wielen Aandachtsgebieden Ernstig beperkt Een beetje beperkt Af en toe beperkt Nauw elijks beperkt Niet beperkt Stoepen en busvervoer minst goed afgestemd op mensen met een beperking Aan de inwoners is gevraagd of ze voor een aantal stadsvoorzieningen kunnen aangeven hoe goed deze zijn afgestemd op mensen die minder goed ter been zijn. Een groot deel van de inwoners heeft geen mening over de afstemming van de genoemde stadsvoorzieningen op mensen met een beperking. De bewoners die de stadsvoorzieningen wel hebben beoordeeld op de afstemming op mensen met een beperking zijn het meest tevreden over het Stadskantoor. De stoepen en het busvervoer in de gemeente worden naar hun mening het slechtst op mensen met een beperking afgestemd. 1 In 2006 is ook gevraagd naar beperkingen door de gezondheid, alleen verschilt de vraagstelling met 2008. In 2006 is gevraagd in hoeverre men zich beperkt voelt door de gezondheid. In 2008 is gevraagd in hoeverre men beperkt is door de gezondheid, maar hierbij is gevraagd wat de invloed van de beperkte gezondheid is op het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden. Door dit verschil in vraagstelling zijn er minder personen die aangeven (af en toe) beperkt te zijn door de gezondheid. Vanwege de verschillende vraagstellingen zullen we geen tijdsvergelijking geven. 17

Figuur 18: Afstemming stadsvoorzieningen op mensen met een beperking (2008) Stadskantoor Wolvenhoek Het buurthuis in uw buurt Busvervoer in de gemeente Stoepen Bew egingscentrum 55plus zeer goed goed goed noch slecht slecht zeer slecht w eet niet/ geen mening Bewoners weten beter hun recht te halen Om de zelfredzaamheid te bepalen is een schaalscore berekend van een drietal stellingen. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe groter de zelfredzaamheid. De stellingen die aan de mensen zijn voorgelegd zijn de volgende: Ik kan alles goed aan, ik kan prima voor mezelf opkomen en ik weet goed mijn recht te halen. Gemiddeld scoren de inwoners van de gemeente een 8,5 op de schaal voor zelfredzaamheid. De zelfredzaamheid is sinds 2004 stabiel. Er zijn echter wel enkele kleinere trends zichtbaar. In Noord en de aandachtsgebieden zijn sinds 2004 minder mensen die zeggen alles goed aan te kunnen. Daarentegen weten de inwoners van s-hertogenbosch sinds 2006 wel beter hun recht te halen. Figuur 19: Mate van zelfredzaamheid (10=hoog, 0=laag) (2004-2008) s-hertogenbosch Rosmalen Zuid Binnenstad De Groote Wielen Engelen Maaspoort Empel Rosmalen Noord Graafsepoort Muntel/Vliert Noord Zuidoost West Aandachtsgebieden 8,5 8,8 8,7 8,7 8,6 8,6 8,5 8,5 8,5 8,4 8,3 8,3 8,1 8,2 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 2004 2006 2008 18

6. Informatie, advies en ondersteuning De bekendheid met voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn is in één jaar tijd flink toegenomen. De inwoners weten sinds de opening van het Wmo-loket beter waar ze terecht kunnen met vragen. Maar nog niet alle inwoners weten hun weg te vinden. De bewoners hebben vooral behoefte aan informatie over sport en bewegen en ondersteuning voor vrijwilligers en mantelzorgers, maar ze weten het nog niet te vinden. Alle inwoners van s-hertogenbosch hebben recht op informatie, advies en ondersteuning bij hun vragen over zorg, welzijn en woonvoorzieningen. s-hertogenbosch heeft in 2008 een centrale informatie-, advies- en regelvoorziening voor woon-, zorg- en welzijnsvragen van burgers. Aanvullend komen er satellieten in wijken waar men terecht kan voor informatie, advies en begeleiding. In bepaalde gevallen is op afspraak intensievere begeleiding mogelijk. Begin 2008 is onder regie van de gemeente het centrale stedelijk loket geopend. De doelstelling is dat in 2010 60 procent van de burgers weet waar hij terecht kan voor informatie en advies op woon-, zorg- en welzijnsgebied. Van de geholpen burgers is in 2010 85 procent tevreden met de geboden informatie en ondersteuning. Informatie en advies op woon-, zorg- en welzijnsgebied In 2007 is in de Omnibus gevraagd of bewoners weten waar ze in s-hertogenbosch terecht kunnen met bepaalde vragen. Dit is nu herhaald in het onderzoek Welzijn en Gezondheid. De inwoners weten sinds de opening van het Wmo-loket beter waar ze terecht kunnen met vragen. Ze weten het beste waar ze terecht kunnen voor informatie over sport en bewegen: 60 procent is hiervan op de hoogte. Het slechtst weet men de weg te vinden voor een luisterend oor bij eenzaamheid en activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan: slecht een kwart van de inwoners weet waar ze hiervoor terecht kunnen. Tabel 20: Bekendheid met de algemene maatschappelijke voorzieningen (2008) Informatie over sporten en bew egen 60% Ondersteuning van vrijw illigers en mensen die hulp of zorg bieden aan hulpbehoevende familie of bekenden 35% Een 'luisterend oor' bij eenzaamheid en activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan 25% Hulp in de huishouding i.v.m. lichamelijke of geestelijke beperkingen Woningaanpassingen i.v.m. lichamelijke of geestelijke beperkingen Het verkijgen van een rolstoel of scootmobiel 43% 39% 47% Opgroei- en opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen in de leeftijd 0-23 jaar 44% 2007 2008 19

Grootste behoefte aan informatie over sport en bewegen en vrijwillige inzet en mantelzorg Waar het merendeel van de inwoners weet waar men terecht kan met vragen over sport en bewegen, zijn voor deze maatschappelijke voorziening ook de meeste mensen die behoefte hebben aan informatie. Zij weten echter niet waar ze hiervoor terecht kunnen. Dit geldt voor 11 procent van de inwoners. Eveneens 11 procent heeft behoefte aan informatie over ondersteuning van vrijwilligers en mensen die hulp of zorg bieden aan hulpbehoevende familie of bekenden, maar weten niet waar ze hiervoor terecht kunnen. Bij de bekendheid van informatie en advies op woon-, zorg- en welzijnsgebied bleek dat slechts een kwart van de mensen wist waar ze terecht kunnen voor een luisterend oor bij eenzaamheid. De behoefte naar informatie over eenzaamheid blijkt redelijk groot te zijn: één op de twaalf mensen wil weten waar ze terecht kunnen voor informatie voor een luisterend oor bij eenzaamheid en activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan. Het aandeel inwoners dat onbekend is met de algemene maatschappelijke voorzieningen, maar wel behoefte heeft aan informatie, is sinds 2007 afgenomen. Dit komt waarschijnlijk doordat men sinds de opening van het Wmo-loket steeds beter weet waar men voor informatie terecht kan. Tabel 21: Onbekend met de algemene maatschappelijke voorzieningen, terwijl wel behoefte aan informatie over de algemene maatschappelijke voorzieningen (2008) Informatie over sporten en bew egen Ondersteuning van vrijw illigers en mensen die hulp of zorg bieden aan hulpbehoevende familie of bekenden Een 'luisterend oor' bij eenzaamheid en activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan Hulp in de huishouding i.v.m. lichamelijke of geestelijke beperkingen Woningaanpassingen i.v.m. lichamelijke of geestelijke beperkingen Het verkijgen van een rolstoel of scootmobiel Opgroei- en opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen in de leeftijd 0-23 jaar 11% 11% 8% 7% 7% 5% 5% 2007 2008 20

7. Individuele verstrekkingen Van de individuele verstrekkingen wordt het meest gebruik gemaakt van een hulp in de huishouding (13%). Tachtig procent is tevreden over de hulp in de huishouding. Het minst tevreden is men over de deeltaxi: één op de vijf gebruikers is ontevreden. Het Wmo-loket is nog niet heel bekend onder de inwoners van s-hertogenbosch. Van de bewoners is 17 procent bekend met het Wmo-loket. Hiervan heeft bijna een kwart gebruik gemaakt van het loket. Een meerderheid is tevreden over het Wmo-loket. De gemeente s-hertogenbosch streeft er naar dat mensen met een beperking deelnemen aan de samenleving en (langer) zelfstandig wonen door verstrekking van voorzieningen. Daarvoor zijn de voorzieningen voor iedereen toegankelijk en iedereen die recht heeft op een individuele voorziening maakt hiervan gebruik. Daarom willen we dat in 2010 meer inwoners weten waar ze terecht kunnen met vragen over individuele verstrekkingen, er meer nieuwe gebruikers zijn en dat de gebruikers tevreden zijn over de voorzieningen. Grootste behoefte aan hulp in de huishouding Het gebruik van en de vraag naar individuele verstrekkingen, zoals de deeltaxi, scootmobiel of aanpassingen aan de auto of woning zijn in 2008 voor het eerst onderzocht. De bewoners maken het minst gebruik van en hebben het minste behoefte aan speciale aanpassingen aan de auto en rolstoel. De meeste behoefte is er aan een hulp in de huishouding: 13 procent heeft een hulp in de huishouding en nog eens 7 procent heeft hier behoefte aan. Figuur 22: Gebruik individuele verstrekkingen (2008) speciale aanpassingen in uw auto rolstoel scootmobiel speciale aanpassingen in uw woning deeltaxi hulp in de huishouding nee, ik heb geen auto nee, heb ik niet nodig nee, maar ik zou het wel willen ja 21

Aan de personen die gebruik maken van de genoemde voorzieningen is gevraagd hoe tevreden men is over deze voorzieningen. Ruim 80 procent is tevreden over de hulp in de huishouding. Het minst tevreden is men over de deeltaxi. Eén op de vijf gebruikers van de deeltaxi is ontevreden. Figuur 23: Tevredenheid individuele verstrekkingen (2008) hulp in de huishouding speciale aanpassingen in uw woning rolstoel scootmobiel speciale aanpassingen in uw auto deeltaxi zeer tevreden tevreden niet tevreden, niet ontevreden ontevreden zeer ontevreden geen mening Invoering Wmo Op 1 januari 2007 is de wet Wmo ingevoerd. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. De gemeente moet zorgen dat mensen die (tijdelijk) niet mee kunnen doen en dus hulp en ondersteuning nodig hebben, deze krijgen. Hiervoor kan men terecht bij het Wmo-loket. Wmo-loket nog vrij onbekend De bekendheid van de Wmo is in 2008 voor het eerst in s-hertogenbosch onderzocht. Van de inwoners geeft 17 procent aan het Wmo-loket te kennen. Hiervan heeft bijna een kwart wel eens gebruik gemaakt van het Wmo-loket. Figuur 24: Bekendheid Wmo-loket (2008) Figuur 25: Gebruik Wmo-loket (2008) Kent u het Wmoloket van de gemeente 's- Hertogenbosch? 17% Hebt u w el eens gebruik gemaakt van het Wmoloket? 23% 0% 10% 20% 30% 0% 10% 20% 30% Van de bezoekers van het Wmo-loket is tweederde tevreden over de informatie die ze hebben gekregen. Ruim de helft is tevreden over de ondersteuning die het Wmo-loket hun geboden heeft. 22

Figuur 26: Tevredenheid over het Wmo-loket (2008) Hoe tevreden bent u over de informatie die het Wmo-loket u gegeven heeft? Hoe tevreden bent u over de ondersteuning die het Wmoloket u gegeven heeft? zeer tevreden tevreden niet tevreden, niet ontevreden ontevreden zeer ontevreden w eet niet/ geen mening 23