geschiedenis Tweede wereldoorlog: Auto s en wegen Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Tweede Wereldoorlog: auto s en wegen Introduceren thema Tweede Wereldoorlog: auto s en wegen In dit thema staat de volgende hogere orde denkvraag centraal: In dit thema maken kinderen kennis met de Tweede Wereldoorlog. Ze leren wat de invloed van Hitler geweest is op Hoe zouden ons wegenstelsel en/of onze auto s eruit zien als de aanleg van wegen en het gebruik van auto s. Hitler er niet geweest was? Startopdracht Eisen Laat de kinderen het volgende filmpje zien over het ontstaan Stel een hypothese op hoe de wegen en de auto s eruit hadden van de Volkswagen Kever. Dit filmpje komt niet uit een gezien als Hitler er niet geweest was. Onderzoek vervolgens kinderprogramma, maar van Discovery Channel en is wie Hitler was en welke invloed Hitler op het wegelstelsel / Nederlands ondertiteld. auto s heeft gehad; wat heeft hij ontwikkeld / opgezet? Geef op http://www.youtube.com/watch?v=d1sq-yd3d5y basis van deze informatie jouw mening over Hitler en geef aan wat er met het wegenstelsel / de auto s gebeurd zou zijn als Bekijk ook dit filmpje waarin Hitler de eerste autobahn Hitler er niet geweest was. Onderbouw beide onderdelen met (snelweg) laat bouwen. Dit filmpje is in het Duits, maar geeft minimaal drie argumenten. een goede sfeerimpressie. http://www.youtube.com/watch?v=ayhy0rxyyle De kinderen werken hun uitgekozen vraag uit in een presentatie. 1
Verkennen De vorm (Prezi, PowerPoint, muurkrant) mogen ze zelf kiezen. Laat de kinderen een vorm van presenteren kiezen die goed bij hen en bij de gekozen vraag past. Aanrommelen Voorkennis activeren Trechteren Bespreek met de kinderen wat ze gezien hebben. Wat valt op? Waar hebben ze vragen over? Aanrommelen Laat de kinderen in verschillende bronnen (boeken, filmpjes, internet) het onderwerp verkennen. Laat de kinderen zo breed mogelijk denken. In welke context werden de auto s en snelwegen aangelegd? Welke oorzaken lagen hier achter? Voorkennis activeren Stel dat je straks wordt geïnterviewd op televisie over je kennis van auto s en het wegenstelsel. Bedenk in tweetallen 5 vragen die ze je op de televisie kunnen stellen over dit onderwerp. Op welke vragen zou je het antwoord weten en op welke niet? Trechteren De leerkracht helpt de kinderen zich te richten op de hogere orde denkvraag. Laat hen die onderdelen uit het interview omcirkelen die te maken hebben met de vraag. Als kinderen goede eigen hogere orde denkvragen stellen, worden deze gehonoreerd. Wel moet de leerkracht kritisch kijken of deze vragen onderzoekbaar zijn. 2
Opzetten onderzoek / Concepten uitwerken en selecteren Kiezen hogere orde denkvraag Bedenken deelvragen Maken van de planning 1. Kiezen hogere orde denkvraag De kinderen verkennen de hogere orde denkvraag. De kinderen kunnen er voor kiezen om in tweetallen of in een groepje te gaan werken. 2. Invullen planningsdocument (zie bijlage) en opstellen deelvragen De kinderen vullen het planningsdocument van hun onderzoek in. Ze bedenken deelvragen die bij hun hogere orde denkvraag passen en formuleren een hypothese. De leerkracht loopt rond en begeleidt de kinderen bij het invullen van het planningsdocument en het bedenken van deelvragen. Mogelijke deelvragen om de hogere orde denkvraag te beantwoorden: Hoe zag het wegenstelsel er voor Hitler uit? Wie was Hitler? Wat heeft hij gedaan? Wanneer werd de eerste snelweg in Nederland gebouwd? Waarom werd er een snelweg gebouwd? Wanneer bouwde Hitler de eerste reichsautobahn? Waarom bouwde hij een autobahn? Wat hebben Hitler en Porsche met elkaar te maken? Welke auto s maakte Porsche voor Hitler? Waarom liet Hitler de Volkswagen Kever maken? Waarom bleef de Volkswagen Kever na de oorlog nog populair? 3
Uitvoeren onderzoek / Prototype maken Concluderen/ Testen en optimaliseren Presenteren Nadat de groepjes hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek Zoeken naar antwoorden op de deelvragen Deelvragen beantwoorden Werken aan de presentatie Mogelijke bronnen Methodeboeken, internet, boeken uit de bibliotheek Knutsel- en tekenmaterialen Geschiedenis Canon Mogelijke zoektermen: - Porsche - Hitler - Volkswagen Kever - Reichsautobahn Samenvatten en uitwerken van de hogere orde denkvraag De kinderen presenteren wat ze hebben gedaan aan de rest van de groep. Nadat de kinderen hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. De leerkracht begeleidt de kinderen door regelmatig langs te lopen en door gerichte vragen te stellen. Hij geeft tussentijds feedback en laat kinderen samen nadenken en discussiëren of ideeën te onderzoeken en uit te voeren zijn. De leerkracht spreekt met de kinderen af dat hij tussentijds regelmatig het werk wil zien om feedback te geven. Een optie is om vaste momenten in te plannen voor de kinderen. Spreek af wat de kinderen laten zien. Houden ze zich aan de planning? Waar lopen ze tegenaan? Aan het einde van het onderzoeksproces verwerken de kinderen hun bevindingen en antwoorden op hun deelvragen. Vanuit de beantwoording van de deelvragen zoeken ze naar het antwoord op de overkoepelende hogere orde denkvraag. Dit antwoord wordt uitgewerkt in een presentatie (met onderbouwing vanuit de beantwoording van de deelvragen). De presentatie wordt beoordeeld op: Het maken van een haalbare planning Het beantwoorden van de hogere orde denkvraag De samenwerking 4
Verdiepen verbreden Nabespreking Het presenteren en beantwoorden van de vragen van andere kinderen Doorzetten en omgaan met iets wat moeilijk of lastig was. Als kinderen hebben samengewerkt moet de input van beide zichtbaar zijn tijdens de presentatie. De presentatie wordt aan de hele klas gegeven, zodat opgedane kennis wordt gedeeld. De presentatie mag maximaal 5 á 10 minuten duren. Na de presentatie kunnen de andere kinderen nog vragen stellen. Vervolgens geven ze de kinderen tips en tops. Houd samen met de kinderen een nabespreking, waarin de volgende vragen terugkomen: Hoe vinden ze dat ze deze opdracht gedaan hebben? Hoe was de samenwerking? Was de planning haalbaar? Hoe is het eindresultaat? Wat ging er goed en waar zijn ze dus tevreden over of trots op? Waar liepen ze tegenaan waar ze een les uit kunnen leren voor een volgende keer? Ook de leerkracht geeft een korte reflectie vanuit zijn/ haar perspectief op het proces en product. Eventueel een beoordeling/cijfer. 5