deel 2 Tussenstand V&V 2020 We zijn niet achter onze bureaus gaan zitten Johan Lambregts is projectleider van V&V 2020, dat afkoerst op een heldere toekomstvisie op het beroep van verpleegkundige. Op 8 maart 2012 worden de resultaten gepresenteerd tijdens een congres in Nieuwegein. Een gesprek over de weg die al is afgelegd en de cruciale eindfase die voor de deur staat. Toine de Graaf, interviews in kaders door Brenda Kluijver We gaan de komende tijd het verzamelde materiaal vertalen in nieuwe bese. Voordat we het eindresultaat in roepsprofielen. Dat wordt onze synthe- maart presenteren, zullen we het eerst met partijen in het veld bespreken. We gaan met iedereen om tafel zitten: Dit is de visie van V&VN op het beroep. Het beroepsprofiel was jarenlang een boekje in de kast. Wat hebben we daaraan gehad met z n allen? Wij willen bereiken dat de beroepsgroep veel meer gaat denken: dit is niet alleen een boekje in de kast, nee dat gaat over míj, over mijn vak. Het moet gaan leven in de praktijk. Dat willen we bewerkstelligen met onze aanpak. Ik vind dat dit gelukt is. Wat maakt jullie aanpak zo bijzonder? Johan Lambregts projectleider van V&V 2020: Je ziet in De bottom-up benadering, in plaats van top- een keer allemaal gemotiveerde mensen die graag in dat vak verdergaan down. Dat is een breuk met het verleden. We zijn niet achter onze bureaus gaan zitten, met de boodschap: dit moet het allemaal worden. Neen: de beroepsgroep is aan zet. Wij vonden dat de beroepsgroep zelf in de benen moest komen: hoe zien verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten de toekomst van hun vak? We hebben rondetafelgesprekken gevoerd met ruim vijfhonderd verpleegkundigen, honderd verpleegkundig specialisten en honderdvijftig verzorgenden. Het beroep is van de beroepsgroep zelf. Die gesprekken hebben geleid tot uitwisseling, betrokkenheid en veel enthousiasme. Er ligt een geweldig resultaat, als je kijkt naar de opbrengst van die gesprekken. Hoe praat je met vijfhonderd verpleegkundigen? Het was heel arbeidsintensief. We hebben veel middagen en avonden aan vier, vijf tafels met zes mensen zo n drie uur gesproken. Aan elke tafel zat een gespreksleider en een verslaggever. Zelf ben ik bij veel van die gesprekken geweest, in de rol van verslaggever of gespreksleider. We hadden daarvoor ook veel mensen van het bureau van V&VN gemobiliseerd. De gesprekken gingen over de toekomst en waar beroepsbeoefenaars mee te maken krijgen. Hoe ze hun rollen zien, maar ook over de spanningsvelden. Zoals die tussen 18 TvZ_11_05.indd Sec1:18 10/4/2011 6:29:15 PM
Marieke de Vet, wijkverpleegkundige bij Zichtbare Schakels Rotterdam Binnen nu en korte tijd verwacht ik veel veranderingen in de thuiszorg, door de bezuinigingsplannen op de AWBZ en WMO. Mantelzorg bijvoorbeeld: de overheid wil meer verantwoordelijkheid bij mantelzorgers neerleggen. Als Zichtbare Schakels houden wij ons veel bezig met preventie van overbelasting van die groep. Daar hebben we binnen dit project de ruimte voor, maar in veel andere vormen van zorgverlening is dat niet het geval. Ik hoop dan ook dat de overheid wil investeren in preventie van overbelasting, om zo in de toekomst kosten te besparen. Ik weet alleen niet of de overheid dat ook zo ziet. Uiteraard hoop ik ook op voortzetting en uitbreiding van projecten als Zichtbare Schakels en Buurtzorg. Wij merken dat Zichtbare Schakels enorm aanslaat. Mensen zien ons weer als ouderwetse wijkverpleegkundige, als netwerker. Dat vind ik een positieve ontwikkeling, die we verder uit moet blijven bouwen in de toekomst. Wij zijn als wijkverpleegkundige een aanspreekpunt voor iedereen, indicatie of niet, bewoner of zorgprofessional. We wijzen mensen de weg in het aanbod van zorg- en hulpverlening en werken holistisch; we voldoen duidelijk aan een grote vraag. In deze tijden van verzakelijking van zorg en bezuinigingen, vind ik Zichtbare Schakels een voorbeeld van hoe het ook kan en zou moeten blijven. mensgerichte zorg en standaardisering, tussen generalistische en specialistische verpleegkunde, tussen mondige en minder mondige zorgvragers. We begonnen de gesprekken steeds met een warming-up, zodat de deelnemers zich gemakkelijker in de toekomst konden verplaatsen. Niet uitgaan van de huidige situatie, maar: hoe ziet jouw beroep eruit in 2020? Precies, daar hebben we de mensen naartoe proberen te brengen in die gesprekken. Dat was niet gemakkelijk. We hebben ze ontzettend doorgezaagd soms, tot vervelens toe: Wat denk je, wat zie je, hoe gaat het worden? Tijdens die gesprekken zag je dat mensen zó enthousiast zijn over hun beroep. Dat geeft een ander beeld dan wat je leest in de kranten. Je ziet in een keer allemaal gemotiveerde mensen die graag in dat vak verdergaan. We hadden eerst bedacht om mensen rond een bepaald soort zorg bij elkaar te brengen: GGZ, acute en intensieve zorg, chronische zorg, preventieve zorg, enzovoort. Maar dat lukte niet. De deelnemers kwamen allemaal door elkaar. Een van de mooie opbrengsten daarvan was de onderlinge herkenning. Ze gingen helemaal niet naar de verschillen kijken, maar meer naar de overeenkomsten: Oh, is dat bij jullie ook zo? Bijvoorbeeld de spanning tussen vraaggerichte zorg en bedrijfsvoering. Dat herkent iedereen. Overal draait het om productie. Op basis van de rondetafelgesprekken met verpleegkundigen is een eerste rapport gemaakt. Met die versie zijn we naar zes regionale bijeenkomsten gegaan, met steeds vijftien tot veertig verpleegkundigen uit onder meer de ggz, ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, thuiszorg. Het bleek dat ze de resultaten van het rapport herkenden en onderschreven. Na de laatste bijeenkomst kwam er geen nieuwe informatie meer los. Dus dit is wel de grote lijn. Wat levert dat concreet op? Een document met de beschrijving van wat de verpleegkundige discipline in 2020 doet. Dus alle verpleegkundig beroepsbeoefenaars samen. Je herkent er een stevige verpleegkundige beroepsgroep in waar ook hoge eisen aan gesteld worden. Wij gaan hier nu de beroepsprofielen van afleiden. De spanningsvelden zul je terugzien in rollen, kennis en vaardigheden. Neem het 19 TvZ_11_05.indd Sec1:19 10/4/2011 6:29:22 PM
kwalificatieniveau 4 of 5 bent: organisaties vragen om een verpleegkundidaan, dat is in Nederland ook nodig. In de VS is daar onderzoek naar gege. Dat moeten we beter gaan positioneren. Het zal niet nodig zijn om Waar haal je de mensen vandaan? alleen maar hbo-v opgeleide verpleegkundigen binnen te halen. Maar als je ter wordt, het besef bij beslissers zal Ik denk dat naarmate de schaarste gro- Kennis en wetenschap zijn straks belangrijk ze hebt, geef ze dan een rol die past bij toenemen dat ze daar wat mee moeten. wat ze kunnen. En kijk goed hoe ze Het beeld van het beroep zoals dat nu samen met anderen de gewenste zorg bestaat, is niet erg aantrekkelijk voor kunnen verlenen. Bijvoorbeeld in een jongeren. Er is echt een upgrading van combinatie van een verpleegkundig de te bieden zorg en het beroep nodig. specialist met een verpleegkundige en Kijk naar de knelpunten waarover je een verzorgende. Eigenlijk weten we leest in de kranten, zoals de verpleeghuisproblematiek. Daar zullen we wat veel te weinig over die combinaties en wat hiervan de effecten zijn op de zorg, aan moeten doen. De zorgvraag zal wat slim is en een strategische manier complexer worden en toenemen. Daar om je professionals goed in te zetten. zal antwoord op gegeven moeten wordeel 2 Heidi de Kam, verpleegkundig specialist i.o bij GGZ Centraal Voor de toekomst vind ik het belangrijk dat verpleegkundigen in de GGZ een sterke beroepsgroep vormen. De verpleegkundig specialisten in de GGZ kunnen een centrale rol hebben, gezien de behandelpositie die zij innemen als het gaat om het observeren, diagnosticeren, behandelen en evalueren van de gevolgen van de stoornis in het dagelijkse leven van de patiënt. Er moet een basis ontstaan waarin we met elkaar aan professionalisering kunnen werken, nieuwe technologieën zoals ICT en domotica benut worden en meer aandacht is voor verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek in de psychiatrie. Er is behoefte aan onderzochte interventies, evidence based informatie, de beschrijving van best practices en heldere toepasbare richtlijnen op basis van wetenschappelijk onderzoek. Daar ontbreekt het nu soms aan in de psychiatrie. Ook hoop ik dat in 2020 meer GGZ-instellingen de verbinding hebben gemaakt tussen somatiek en psychiatrie. Met de komst van verpleegkundig specialisten binnen de GGZ is er al een verbetering zichtbaar: er is meer aandacht voor lichaam en geest tegelijkertijd. Zelf ben ik sinds begin 2010 betrokken bij het opzetten van een palliatieve unit voor de regio Amersfoort en omgeving, speciaal voor psychiatrische patiënten die hun leven in een instelling hebben gewoond. Zij kunnen vaak niet terecht in gewone hospices. De palliatieve unit is recent geopend en meerdere instellingen hebben al belangstelling getoond om het concept over te nemen. Hoe het uitpakt moet nog blijken, maar het is een goede start. spanningsveld tussen schaarste en toch goede zorg moeten bieden. Daar zullen verpleegkundigen tools voor moeten hebben: hoe doe ik dat elke dag goed? Hoe werk ik samen met artsen? Met paramedici? Kennis en wetenschap zijn straks belangrijk bij de onderbouwing van keuzes waarom die ene patiënt nú niet wordt opgenomen, of juist ergens anders. Er wordt veel deskundigheid gevraagd in 2020. Betekent dit ook veel meer hbo-v ers? Ik denk dat de zorgvraag van patiënten beter beantwoord moet worden. Of dit ook veel meer hbo-v ers betekent, weet ik niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat het anders neergezet kan worden. Nu maakt het niet uit of je 20 TvZ_11_05.indd Sec1:20 10/4/2011 6:29:24 PM
Pauline Nieuwenhuizen-Berkovits, O&G-verpleegkundige en voorzitter V&VN Voortplanting, Obstetrie en Gynaecologie Voorlichting geven en het managen van verwachtingen: dat worden in de toekomst dé taken van verpleegkundigen in mijn vakgebied. Patiënten lezen zich tegenwoordig in op internet en denken alles te weten, zijn soms veeleisend. Het is steeds meer de taak van de O&G-verpleegkundigen om hen te vertellen hoe het daadwerkelijk allemaal zit, en wat ze kunnen verwachten van een bepaalde behandeling of bijvoorbeeld bevalling. Ik verwacht dat de verpleegkundige in de toekomst meer en meer de aannemer van de zorg is, zoals je nu een aannemer in de arm neemt als je een huis gaat verbouwen. De term casemanager komt steeds meer op, en die geeft goed weer hoe ik de rol van O&G-verpleegkundige in de toekomst zie. De verpleegkundige als spil, opkomend voor de patiënt en wat zij nodig heeft. Als O&G-verpleegkundige in het ziekenhuis zul je steeds meer over de muren van dat ziekenhuis moeten reiken om samenwerking te zoeken met andere zorgverleners, zodat de patiënt eventueel ook thuis goede zorg krijgt of weet waar zij moet zijn. Patiënten weten met al die instellingen en hulpverleners niet meer waar ze terecht kunnen: het is aan ons om daarin een verbindende rol te spelen. Daarnaast vind ik het van belang dat verpleegkundigen zich nog verder gaan specialiseren. Dat is goed voor de zorg. Specialisatie brengt taakverschuiving met zich mee. Zo lang verpleegkundigen hun grenzen bewaken en risico s op tijd signaleren, zie ik dat als een positieve ontwikkeling voor de toekomst. den, met minder mensen. Dat zal gevolgen hebben voor de beroepsuitoefening en de vaardigheden om hiermee om te gaan. Als je hier nú wat aan doet, zijn mensen straks beter toegerust om verantwoorde keuzes te kunnen maken met minder personeel. Het moet anders, om verpleegkundigen te kunnen behouden. Er zal echt meer ruimte gecreëerd moeten worden voor professionals die verantwoordelijkheid nemen en kunnen doen wat patiënten nodig hebben. Over de patiënt gesproken: waarom zijn die niet met honderden bevraagd in rondetafelgesprekken? Patiëntenorganisaties zullen ook worden bevraagd. Er komt nog een rondetafelgesprek met onder andere Consumentenbond, LOC, LPGGZ, NPCF en specifieke patiëntenorganisaties. Trouwens ook nog met artsen en paramedici. Maar aan de andere kant moet je dat ook niet overschatten. Dit project gaat over hoe we als verpleegkundigen ons eigen beroep zien. Patiënten kunnen goed verwoorden wat hun zorgvragen zijn, maar geen schets geven van het beroep van verpleegkundige. De patiënt is portefeuillehouder van de vraag, niet van het beroep. Het project omvat méér dan alleen rondetafelgesprekken? Ja. De rondetafelgesprekken vormen één van de onderdelen van het project, dat heel veelzijdig van opzet is. In oktober verwachten we bijvoorbeeld twee NIVEL-onderzoeken, die voor ons ook heel belangrijk zijn. Het ene onderzoek richt zich op de situatie in het buitenland. De meeste westerse landen hebben dezelfde problemen als Nederland: hoe houd je de zorg op niveau bij toenemende vergrijzing, dreigende tekorten aan gekwalificeerd personeel en krappe financiering? Het is interessant te kijken welke oplossingen wereldwijd bedacht worden. Daarvoor heeft het NIVEL een uitgebreide literatuurstudie gedaan. Ook is een internationaal netwerk van deskundigen bevraagd. Bijvoorbeeld over de indeling in beroepen in andere landen, de opleidingseisen, de taken en verantwoordelijkheden van verpleegkundigen en verzorgenden daar. Het andere NIVEL-onderzoek betreft een kennissynthese van de twintig meest gezaghebbende rapporten rond toekomstige ontwikkelingen in vraag en 21 TvZ_11_05.indd Sec1:21 10/4/2011 6:29:31 PM
deel 2 Bas van Oort, revalidatieverpleegkundige (sinds kort werkzaam op een chirurgische verpleegafdeling in het Diakonessen Ziekenhuis Utrecht) Er is een aantal trends waarvan ik verwacht dat ze zich zeker zullen voortzetten. Je ziet bijvoorbeeld dat er binnen de revalidatie meer professionalisering plaatsvindt. Meer lessen, examens, praktijktoetsing op de afdeling. VIG ers die zich laten omscholen tot verpleegkundigen, het niveau gaat omhoog. Dwarslaesiepatiënten die aan de beademing liggen of een tracheostoma hebben: het vraagt kennis en verpleegtechnische vaardigheden. Er is dan ook duidelijk behoefte aan hbo-v ers in de revalidatie, maar die zijn er bijna niet. Jammer, want juist de hbo-v er krijgt binnen zijn opleiding extra kennis en vaardigheden mee die hij kan delen op zijn afdeling. Dit is essentieel om stagiaires en leerlingen kritisch op te leiden binnen de praktijk. Verder denk ik dat men in de revalidatie in de toekomst nog meer te maken krijgt met het dilemma s op het gebied van ethiek en financiën. Je merkt nu al dat mensen vaak revalidatietechnisch uitbehandeld zijn, maar dat de middelen thuis er nog niet zijn door WMO- en PGB-issues. Revalidanten blijven dan eigenlijk te lang in het centrum. Daar is al een omslag in gaande: het team werkt meer toe naar een sneller ontslag, ongeacht of de thuissituatie al klaar is. Ik heb al eens revalidanten gezien die bijna aan het kamperen waren thuis. Met alle bezuinigingen denk ik dat zulke situaties vaker zullen voorkomen en dat is niet wenselijk natuurlijk. Ik ben nog maar anderhalf jaar verpleegkundige en merk dat ik die toenemende productiedrang best lastig vind. aanbod in de zorg. Zij analyseren de gevolgen daarvan voor de verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden. Daarnaast gebruiken we nog tal van andere data. We hebben de afgelopen driekwart jaar ook met allerlei deskundigen gesproken, zoals lectoren en hoogleraren. En met veldpartijen zoals Zorgverzekeraars Nederland, NVZ vereniging van ziekenhuizen, GGZ Nederland en Actiz. Zij zullen straks opnieuw geconsulteerd worden. Tot nu toe merken we dat er veel waardering is voor het project en de aanpak. Is V&V 2020 geen luchtkasteel? Het geld is op, om maar te zwijgen van de eurocrisis. Ik vind het geen fantasie. We maken geen idealistische wensenlijstjes. Het gaat om de visie die mensen hebben op hun beroep in de toekomst, gebaseerd op ervaring en natuurlijk geredeneerd vanuit de huidige praktijk. De ondertitel luidt: Leren van de toekomst. Die toekomst zie je nu al om je heen ontstaan. Datgene wat wij beschrijven, is nu al in allerlei ontwikkelingen gaande. Het is goed daar nu al op in te spelen. MEER INFORMATIE www.venvn.nl/vakdossiers/ VerpleegkundigenVerzorgenden2020.aspx 22 TvZ_11_05.indd Sec1:22 10/4/2011 6:29:40 PM