Syllabus zorgstage 2014-2015. Bachelor Geneeskunde Jaar 1



Vergelijkbare documenten
Syllabus zorgstage Bachelor Geneeskunde Jaar 1

Syllabus zorgstage Bachelor Geneeskunde Jaar 1

Syllabus zorgstage G2020 Bachelor Geneeskunde Jaar 1

Syllabus zorgstage G2020 Bachelor Geneeskunde Jaar 1

Het gebruik van het digitale beoordelingsformulier van de zorgstage

Jaar 1 Studiejaar

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Zorgstage in het kort Bachelorjaar 2

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Toetsregeling Zorgstage (MED-B1ZST)

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

BPV Styling Design 3e jaars cohort

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde

Stagewijzer. Stagiairs

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

maatschappij.nl

Cursus werkbegeleiding

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

MAATSCHAPPELIJKESTAGE

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Stage 1. Klaar voor de start...

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Werkboek LINTSTAGE NAAM: KLAS:

: Astrid Groeneveld-Oosterwaal. BPV-periode : September 2008 t/m December 2008

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

BPV Styling Design 1e jaars

Maatschappelijke Stages

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Leerplaatsprofiel Noorderbreedte. Welkom bij Noorderbreedte!

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Zorgstage in het kort Bachelorjaar 2

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

De Beroepsgerichte Stage.

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Duaal opleidings traject tot verpleegkundige

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

Zorgstage in het kort Bachelorjaar 2

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Helpt u mee onze zorg nog persoonsgerichter te maken?

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Begeleide interne stage

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Stageopdracht oriëntatiestage week 1 propedeuse

Modulebeschrijving FINSLC0108

Een Persoonsgebonden Budget (PGB) in de Zorgverzekeringswet

Hartrevalidatie. Informatie

Beoordeling en evaluatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

De stagiair praktijkondersteuner somatiek en GGZ in de huisartsenzorg: praktische informatie

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

Begeleidingsdocument

Lesbrief: Zorg verlenen in een woonvorm Thema: Wat is er?

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Gedragscode. Gewoon goed doen

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Beargumenteer je beoordeling met minimaal één voorbeeld uit je stage Is je motivatie voor het werk toegenomen of afgenomen? Leg uit waarom.

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

Basisinformatie Opleiding

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Mevrouw Van der Heuvel heeft haar PGB goed geregeld. En jij? Lees op defriesland.nl/pgb hoe PGB bij De Friesland voor u wordt geregeld

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Stage handleiding ACW Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)

Maatschappelijke Stage

School voor. gezondheidszorg. Doktersassistent. Tandartsassistent. Verpleegkundige. Verzorgende-IG. Helpende Zorg & Welzijn

Inhoud en competenties leer-werkboeken

Beroepspraktijkvorming (BPV)

Stagegids Beroeps Opleidende Leerweg Zorg

Zo zijn onze manieren. Gedragscode Coloriet

MBO-HBO DOORSTROOMASSESSMENT

LINT STAGEBOEK VAN ZORG EN WELZIJN

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Maatschappelijke Stages

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

Transcriptie:

Bachelor Geneeskunde Jaar 1 Syllabus zorgstage 2014-2015 November 2014 Coördinator Zorgstage: Jaap Schrijvers Gebouw 3219, kamer 0.146 Telefoon 050 363 2638 E-mail: zorgstage@umcg.nl 1

Inhoudsopgave Data zorgstage: instructie en de stageperiodes 2 1. Inleiding 3 Overzicht procedure zorgstage 2. Zorgstage en opleiding tot basisarts 4 Zorgen voor een ander staat centraal Leerdoelen bij de zorgstage 5 3. Opbouw zorgstage 6 fase 1. voorbereiding, stageplan fase 2. stage 7 fase 3. afronding 8 4. Praktische zaken 9 Coördinatie; Regels, procedures en aansprakelijkheid; Werkkleding; Medische aanstellingseisen; Literatuursuggesties Bijlagen Bijlage 1: Stageplan, zorgstage, verslag 11 Bijlage 2: Instructie Zorgstage 13 Bijlage 3: Declaratie extra reiskosten 14 Bijlage 4: Model beoordelingsformulier 15 Bijlage 5: Artikel De wereld achter de wasbeurt 17 Bijlage 6: Reflective learning 21 Data zorgstage: instructie en stageperiodes Introductie zorgstage: Woensdag 18 februari om 15.00 uur in 061. Instructie zorgstage: 9 maart dag, 10 maart ochtend, 11 maart middag, 23 maart ochtend Tijden 9.00 10.30 uur, 10.45 12.15 uur, 13.00 14.30 uur, 14.45 16.15 uur. Een complete zorgstage is 10 werkdagen Stageperiodes Shift 1: - stage van woensdag 25 Maart t/m dinsdag 7 April 2015 Shift 2: - stage van woensdag 8 April t/m dinsdag 21 April 2015 Het dienstrooster voor je stage wordt gemaakt door de instelling. 2

1. Inleiding De syllabus is een handleiding voor de bachelor student Geneeskunde en een naslagwerk voor de praktijkopleiders en werkbegeleiders van de instellingen. Hij gaat in op het belang van de zorgstage, de plaats van de stage in de professionele ontwikkeling van de student tijdens de opleiding en bevat de doelstellingen van de zorgstage. De drie fasen van de stage worden beschreven met de daarbij behorende opdracht. Praktische zaken en tips zijn te vinden in het laatste hoofdstuk. De zorgstage is een intensieve kennismaking met patiëntenzorg en met de institutionele intramurale gezondheidszorg. Dat maakt het een belangrijke stap in de ontwikkeling tot geneeskundig professional. Tijdens de stage werk je negen dagen samen met de discipline verpleging en verzorging van een afdeling in een zieken- of verpleeghuis. Je werkt op het niveau van een student verpleegkunde die een oriënterende stage loopt. N.B. De zorgstage bestaat uit 3 fasen: voorbereiding, de stage zelf en de afronding. Voor de afronding heb je het emailadres van je stagebegeleider nodig om haar/hem het beoordelingsformulier digitaal te kunnen laten invullen. Regel dit in je eerste week! De zorgstage Fase 1: De voorbereiding: - oriëntatie: syllabus, college, Nestor, literatuur, internet - opstellen stageplan - instructie zorgstage Fase 2: De stage: - bespreking stageplan met werkbegeleider - werkzaamheden - schrijven stageverslag Fase 3: Afronding: - beoordeling verslag en invullen het beoordelingsformulier (met stagebegeleider) Een onvoldoende voor de zorgstage meteen melden bij de coördinator zorgstage zorgstage@umcg.nl Als je te lang wacht is repareren niet meer mogelijk. In principe repareer je in een onderwijsvrije periode. 3

2. Zorgstage en de opleiding tot basisarts Leren door te zien, te doen en te ervaren wat er in de praktijk van de zorgverlening gebeurt is wat de zorgstage biedt. De stage is een geïntegreerde taak met vooral aandacht voor de competenties communiceren, samenwerken, gezondheid bevorderen en professionaliteit. Dat de focus ligt op deze competenties wil niet zeggen dat je ook niet kunt groeien in andere competenties. Reflective learning (het leren van ervaringen in de praktijk door er op te reflecteren gebeurt met de cyclus van Korthagen (bijlage 6). De stage geeft je de gelegenheid om geleerde zaken in de praktijk te toetsen. In de patiëntenzorg kun je je gedrag spiegelen aan andere zorgprofessionals en ervaren hoe patiënten daar op reageren. In colleges, studieopdrachten en practica besteedt je aandacht aan het geneeskundig proces, aan ethische vraagstukken (geheimhoudingsplicht), de organisatie van de gezondheidszorg en de professional in die zorg (o.a. de goede dokter). Deze kennis kun je in de zorgstage in een nieuw perspectief plaatsen en verder uitdiepen. Je ervaart hoe het is om in een authentieke context met patiënten te communiceren, hoe ethische vraagstukken de praktijk beïnvloeden (of andersom) en je leert hoe werkers en organisaties daarmee omgegaan. Ook kun je inzicht krijgen in de effecten van (overheids)beleid op de dagelijkse praktijk en in hoe een ziekenhuis of verpleegafdeling georganiseerd kan zijn. Theorie krijgt zo tijdens de zorgstage praktische betekenis. Je doet nieuwe indrukken en ervaringen op. Want je komt in aanraking met de zorg voor nieuw leven, voor ernstig zieke kinderen, voor patiënten met een acute of chronische aandoening, voor ouderen en dementerenden of voor mensen aan hun levenseinde. Deze ervaringen beïnvloeden je kijk op de gezondheidszorg en zijn van waarde voor het ontwikkelen van je professionele houding. Soms is de stage een startpunt waarin je je bewust wordt van je toekomstige rol als zorgverlener. Of je beziet mogelijk eerdere persoonlijke ervaringen (eigen opname, opname van familie) nu vanuit de professionele positie. De stage is verder een goed moment om bevestiging te krijgen van je studiekeuze. Zorg voor anderen staat centraal Het leren kennen van bekwaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van zorg aan zieke en/of afhankelijke mensen, is de belangrijkste doelstelling van de zorgstage. De zorg voor patiënten is een essentieel kenmerk van alle patiëntgeoriënteerde beroepen. Het beroep van verpleegkundige wordt vaak gelijkgesteld met handelingen en vaardigheden die de basiszorg vormen voor zieke mensen. Deze opvatting is te beperkt. Basiszorg is een belangrijke deel van de dagelijkse taak van verpleegkundigen en verzorgenden, maar het is niet de handeling lichamelijke verzorging die maakt dat er sprake is van beroepsmatig verplegen. Partners of mantelzorgers verzorgen immers ook zieken, maar zijn geen verpleegkundigen. Van professionele verpleegkunde is pas sprake als het geheel van handelingen is geplaatst in een professionele context. Waarnemen, interpreteren, doelbepaling, handelen en evalueren zijn daarbij activiteiten die tegelijkertijd én gestructureerd plaatsvinden. Handelingen die een specifieke deskundigheid en bekwaamheid vereisen. Deze context van taken maakt dat er sprake is van een professionele beroepsuitoefening. Onderdelen van deze basiszorg komen ook voor in een medische context en zijn daarom onderdeel van het professionele handelen van een arts. Tijdens de stage leer je vaardigheden die onmisbaar zijn bij een goede patiëntenzorg. Voorbeelden zijn: het omgaan met de integriteit van de patiënt. Ben ik respectvol en doe ik de goede handelingen op de juiste manier en op het juiste moment? het omgaan met eigen gevoelens tijdens het aanschouwen, aanraken en verzorgen van het ontblote lichaam van een patiënt.(professionaliteit); het observeren van het lichaam (verkleuring of beschadiging van de huid waarnemen). (Medical expert); 4

het observeren van reacties van de patiënt (pijn, angst). (Communicatie); handvaardigheid (handig en zorgzaam te werk gaan tijdens wassen, tillen of mobiliseren). (Professionaliteit); communiceren met de patiënt: o relatie opbouwen en onderhouden (praatje maken en belangstelling tonen); o basis communicatieve vaardigheden o empathie ontwikkelen en tonen; o omgaan met beleving en zingeving van ziekte en gezondheid. Wat betekent het om ziek te zijn of afhankelijk te zijn? o begrijpen van het patiënten perspectief in de onderlinge relatie en in de relatie met de zorgverleners op de afdeling. Deze competenties zijn voor een arts van belang omdat ze onderdeel uitmaken van het verkrijgen van een vertrouwensrelatie met een patiënt. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor het kunnen uitvoeren van goede medische consultvoering. Leerdoelen bij de zorgstage In de zorgstage maak je kennis met patiëntgerichte leerdoelen enerzijds: het ontwikkelen van inzicht in de zorgbehoefte van zorg vragende mensen. (Health Advocate). op een professionele wijze tegemoet te komen aan deze zorgbehoefte van een patiënt. (Professionaliteit). het toepassen van communicatievormen in de relatie met patiënten en in relatie met overige medewerkers in de zorg Anderzijds heeft de zorgstage leerdoelen gericht zijn op de ontwikkeling van de beginnend beroepsbeoefenaar. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van je inzicht of vaardigheid in: het multidisciplinair samenwerken het functioneren van een zorgorganisatie, en daar deel van uit maken. (Organiseren). het dragen van professionele verantwoordelijkheid het aangaan van collegiale relaties. (Samenwerken). De leerdoelen zijn ontwikkelingsgericht, wat inhoudt dat ze niet volledig worden bereikt in twee weken. De bedoeling is dat je je bewust wordt van competenties die nodig zijn voor het verlenen van patiëntgerichte zorg en bij het zijn van een teamspeler. Tijdens je stage laat je zien dat deze vaardigheden in potentie bij jou aanwezig zijn. Je ontwikkelt ze verder in de loop van de studie. Er word je gevraagd zelf te reflecteren op je eigen opvattingen over je competentie ontwikkeling (bijlage 6 Cycle of Kortenhagen). De doelstelling van de zorgstage is bereikt als je aan het eind van de stage: * Enige kennis en inzicht hebt in: - de belasting die een opname in een zieken- of verpleeghuis met zich meebrengt voor een patiënt; - de inhoud van de verpleegkundige zorgverlening aan patiënten; - het functioneren van verschillende disciplines binnen de verpleegafdeling. * Enige vaardigheid hebt opgedaan met: - het leggen van contact met patiënten en het toepassen van enkele gespreksvormen; - de lichamelijke verzorging van de patiënt; - het verrichten van eenvoudige verzorgende handelingen; - het functioneren in teamverband. * Een empatische houding hebt ontwikkeld ten aanzien van: - de afhankelijke positie waarin de patiënt verkeert; - de wijze van samenwerking binnen een beroepsgroep en tussen verschillende beroepsgroepen in de instelling; - het eigen functioneren op de verpleegafdeling; 5

- de eigen studiemotivatie. * In staat bent de opgedane ervaringen te verwerken in een verslag. 3. Opbouw zorgstage Fase één. De voorbereiding De doelen van de stage zijn alleen te bereiken met een actieve voorbereiding waarin een aantal stappen wordt gevolgd. Die stappen zijn: het lezen van de syllabus, het volgen van een inleidend college, je verdiepen in de instelling en de zorg die daar wordt gegeven via internet, literatuur en brochures, het schrijven van een stageplan en het volgen van de voorbereidende instructie. Syllabus Deze syllabus beschrijft de doelstellingen van de stage in algemene zin. De doelen zijn te realiseren op iedere zorgafdeling, maar het werk en de procedures kunnen per stage heel verschillend zijn. Het is zaak om de leerdoelen te vertalen naar het specifieke karakter van de afdeling of instelling waar je stage loopt. Inleidend college Ter voorbereiding op de zorgstage wordt er een inleidend college een beeld geschetst van de zorgpraktijk en van wat je kunt verwachten tijdens de zorgstage. Algemene kenmerken van de zorg en zorgpraktijk worden aangestipt. De verscheidenheid aan stageplaatsen is groot. Het zijn afdelingen van een somatisch of psychogeriatrisch verpleeghuis, ziekenhuisafdelingen zoals interne geneeskunde of chirurgie, neurologie, gynaecologie, kinderen, oncologie of revalidatie. Het college geeft een globaal beeld van de stage en behandelt enkele praktische en procedurele zaken. Stageplan Voor een zo groot mogelijk rendement van de stage is het noodzakelijk dat je jezelf een aantal vragen stelt. Een en ander is beschreven in de bijlage1 Na het bestuderen van alle informatie vorm je voor jezelf een beeld van de stage en beschrijft dat in je stageplan. Het plan maakt zichtbaar wat het doel van de zorgstage is, wat jij denkt daar te leren en hoe jij denkt dit te bereiken. Het plan is uitgangspunt voor een gesprek met de begeleider op, bij voorkeur, de eerste dag van je stage. Instructie zorgstage Als voorbereiding op de stage met zorgtaken krijg je van ouderejaars HBO-studenten verpleegkunde instructie in het Wenckebach skillscenter UMCG. Tijdens de instructie ben je zelf actief en oefen je op elkaar. Aan de orde komen: o lichaamsverzorging: - helpen met wassen, bed opmaken met patiënt in bed, - haren kammen, tandenpoetsen, nagels knippen, scheren, - helpen met aan- en uitkleden, in- en uit bed helpen, mobiliseren, - helpen bij eten en drinken. o interactie met patiënt en collega. o communicatie tijdens de zorgverlening. Deze instructie laat je kennismaken met dagelijkse zorghandelingen rondom patiënten. Het doel is niet handelingsbekwaam te worden. Het is belangrijk dat je leert zorgend om te gaan met patiënten en daarbij observeert wat het effect is dat je acties hebben. Je krijgt feedback op foutief handelen. lees je het artikel De Wereld achter de Wasbeurt van G.A.M. Rensen (Bijlage 2.) Het aanmelden voor de instructiebijeenkomsten op een bepaalde datum gaat op inschrijving via Nestor. 6

Fase twee. De zorgstage Leren van ervaringen Stagelopen is een bijzondere vorm van leren waarin je levensechte ervaring kunt opdoen. Als nieuwkomer aan het bed en in een nieuwe werkomgeving word je je bewust van je aanwezigheid, van lichamelijke reacties, van je houding en je lichaamstaal. Bijvoorbeeld door: Houding: - Hoe gedraag ik me als gast (leerling)? Hoe stel ik me voor? Hoe voorkom ik dat ik mensen voor de voeten loop? Wennen aan werkdiscipline, werktijden en afhankelijkheidsrelatie. Aanvaarden van opdrachten. Confrontatie met eigen beeldvorming en verwachting. Ogen: - Leren observeren. In het begin kijk je veel maar zie je weinig: de patiënt, verpleegkundigen, artsen; interacties tussen patiënt en zorgverleners, tussen patiënt en familie, tussen zorgverleners onderling. Leren selecteren: wat is belangrijk om waar te nemen? Hart en buik: - Wat voel of ervaar ik hier? Signalen van een bonzend hart: wat betekent dat? Gevoelens van schaamte, ongemak. Transpiratie. Inspiratie. Hoofd: - Wat is mijn opvatting? Wat vind ik hiervan? Maken van eigen keuzes. Wat zijn mijn eigen normatieve, ethische standpunten en beslissingen? Wanneer toon ik initiatief, wanneer wacht ik af? Handen: - Waar laat ik mijn handen: wanneer uit de mouwen, wanneer op de rug, in de zak? Luisteren: - Hoe geef ik aandacht aan mensen? Waar vraag ik wel of niet over door? Wat is adequaat aandacht geven? Spreken: - Hoe spreek ik mensen aan? Waarop? Wanneer ben ik actief en wanneer afwachtend in mijn verbale aandacht voor mensen? Wanneer is het gepast om iets uit te leggen? Schrijven: - Leren noteren van ervaringen en observaties tijdens en tussen het werk door; bijhouden van stagelogboek; Kleding/verzorging: - Hoe kleed ik me correct? Wat geldt hier als correct? Wat vind ik correct? In welke mate pas ik me aan? Haardracht. Schone nagels. Beroepskleding. Het is de kunst om zoveel mogelijk op te steken en te leren van de rijke mogelijkheden van het stagelopen, iets dat je tijdens de geneeskundige opleiding nog vaak gaat doen. Stagewerkzaamheden In de stageinstelling is de coördinator van de praktijkopleidingen in algemene zin verantwoordelijk voor de stages. Bij de zorgstage is je werkbegeleider de belangrijkste persoon. Dit is de verpleegkundige of verzorgende die jou begeleidt; en waarmee je samenwerkt. Dit houdt in dat je samen verschillende werkzaamheden verricht in de dagelijkse zorg van patiënten. De afspraak is dat een student niet op eigen houtje dingen doet, maar altijd handelt in overleg met de werkbegeleider. Geef zelf aan wanneer je vindt dat er een te groot beroep op je wordt gedaan en bespreek dit met je begeleider. Voorbeelden van activiteiten van een stagiaire op een afdeling zijn: Dagelijkse zorg onder leiding; - lichamelijke verzorging: (helpen met) wassen, aankleden, eten en drinken; - bed opmaken, met of zonder patiënt; - toezien of assisteren bij wondverzorging en het verstrekken van medicijnen; - hulp bieden bij uitscheiding o.a. mictie en defaecatie; - vervoer van en naar onderzoek- en behandelafdeling; 7

- vervoer naar dag- of ontspanningsactiviteit. Het bijwonen van een opname - verpleegkundige anamnese, achtergronden hiervan toegelicht krijgen; - opstellen van een verpleegplan of zorgplan, achtergronden hiervan toegelicht krijgen. Het bijwonen van een rapportage - het observatieverslag, de dagrapportage, de dienstoverdracht; - een enkele visite meelopen (eventueel gekoppeld aan een systeem van patiëntentoewijzing); - bijwonen van werkbespreking en/of -overleg. De voorbereiding en nazorg bij medische ingrepen - pré- en postoperatieve zorg meemaken; - voorbereiding en informatie diagnostische handelingen meemaken. Het voeren van gesprekken - dagelijkse communicatie met de patiënt voeren; - patiëntenvoorlichting of -informatie bijwonen; - gesprek bijwonen met familie van patiënt. Met nadruk wordt gesteld dat studenten geen medische en geen verpleegtechnische handelingen mogen verrichten. Je bent niet bevoegd en niet bekwaam volgens de wet Beroepen in de Gezondheidszorg (BIG). Ook dient de werkbegeleider met de student te waken voor 'medisch toerisme': het her en der meekijken bij medische activiteiten. Het bijwonen van medische handelingen gekoppeld aan de directe patiëntenzorg (= de begeleiding van jouw patiënt) is wel toegestaan. Werkbegeleiding Om de doelstelling van de stage te bereiken maken student en werkbegeleider afspraken over vorm en inhoud van de stage. Aan het begin van de stage worden afspraken gemaakt over wederzijdse verwachtingen, werkwijze, begeleiding en evaluatie van de stage. Daarvoor dient het stageplan. Een goede voorbereiding en een goed stageplan zorgen ervoor dat je serieus wordt genomen. Op zich is het mogelijk tijdens de stage een avond- of weekenddienst te doen, of dit in de praktijk mogelijk is verschilt per instelling. Afspraken hierover worden aan het begin van de stage gemaakt tijdens de planning van je werktijden. Het meelopen in de nachtdienst wordt ontraden. Uit ervaring is bekend dat deze twee weken zowel lichamelijk als geestelijk erg inspannend kunnen zijn. Het is belangrijk om voldoende te ontspannen en rust te nemen Fase drie. De afronding Stageverslag Je schrijft een verslag over de leerervaringen. Het verslag maakt duidelijk hoe je gewerkt hebt aan het bereiken van de leerdoelen. Je stageplan vormt het uitgangspunt voor het verslag. Aan het eind van de stage leest de begeleider het verslag en gebruikt dit bij het evaluatiegesprek. Tip! Begin tijdig met je verslag! Probeer in overleg met de werkbegeleider per dag tijd (+ 1/2 uur) te reserveren om aantekeningen te maken of te werken aan het stageverslag. Professioneel Gedrag en evaluatiegesprek Bij de evaluatie worden de ervaringen van de afgelopen twee weken nabesproken. Samen met de bespreking van je stageverslag mondt dit uit in een beoordeling aan de hand van het digitale beoordelingsformulier. Ter voorbereiding van dit gesprek heb je in de eerse week van de stage het emailadres van je begeleider gevraagd en het formulier ook toegestuurd. 8

Houding en inzet zijn belangrijke criteria bij de beoordeling van de stage. Deze komen onder meer tot uitdrukking in: betrokkenheid en belangstelling, bejegening patiënt, contact met patiënten en eventueel hun familie, samenwerking met collega s, reflectie op eigen functioneren en leerproces, werkhouding, afspraken nakomen en procedures volgen. Beoordeling Er vinden twee beoordelingen plaats: 1. de stagebegeleider beoordeelt of het stageverslag correct is, dit moet worden aangevinkt op het beoordelingsformulier. 2. de stagebegeleider beoordeelt het functioneren tijdens de stage. Op het beoordelingsformulier wordt dit samengebracht tot de volgende vier competenties (zie voorbeeld beoordelingsformulier in bijlage 4): 1. Communiceren 2. Samenwerken 3. Gezondheid bevorderen 4. Professionaliteit De beoordeling is op een driepuntsschaal: Fast on track, On track en Not on track. Bij iedere competentie kan de werkbegeleider een sterk punt van de student benoemen of een punt aangeven waaraan nog gewerkt moet worden. De student geeft ook een reflectie op zijn functioneren tijdens de stage. De begeleider stuurt met het invullen van het beoordelingsformulier de gegevens naar het Onderwijsinstituut daar komt het terecht in je portfolio. Als één of meer competenties zijn beoordeeld met Not on track neem je contact op met de coördinator zorgstage. Let op: Met het verzenden van dit formulier geeft de werkbegeleider aan dat je stage beoordeeld is. Zonder een volledig ingevuld formulier kan er geen beoordeling van de zorgstage plaatsvinden. Regel dit direct aan het begin van je stage. Na je stage maak je nog het reflectieverslag (bijlage 1.). Voorkom studievertraging: Heb je een onvoldoende voor je zorgstage meldt dit dan direct bij de coördinator zorgstage. Als je wacht tot de beoordeling van je portfolio dan loop je studievertraging op omdat de onvoldoende niet meer gerepareerd kan worden in het lopende studiejaar. 4. Praktische zaken Coördinatie van de zorgstage Vanuit de faculteit der Medische Wetenschappen is Jaap Schrijvers coördinator van de zorgstage. Hij werkt bij het Onderwijsinstituut van de faculteit, adres: A. Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen. Voor informatie en/of vragen over de zorgstage is hij per e-mail bereikbaar: zorgstage@umcg.nl of telefonisch via 050-3632638. Regels, procedures en aansprakelijkheid Door ziekenhuizen en verpleeghuizen zijn regels en procedures geformuleerd waarin de rechten en plichten van de werknemer en de werkgever zijn opgenomen. Een stagiaire wordt gezien als een tijdelijke werknemer waarvoor geen loon verschuldigd is maar waarvoor wel de rechten en plichten gelden. Omdat de stagiaire gezien wordt als een werknemer dient hij/zij zich te houden aan de regels en procedures die ook voor andere werknemers in de instelling gelden. Regels en procedures hebben betrekking op o.a.: - hygiëne, kleding, haardracht, ringen en piercings; - werktijden en ziekmelding; 9

- beroepsgeheim en zwijgplicht; - identificatieplicht. Als stagiaire ben je aansprakelijk voor alle handelingen die je zelfstandig doet. Het ziekenhuis is als werkgever wettelijk aansprakelijk voor de (beroepsmatige) handelingen van zijn werknemers, ook van stagiaires die hun stage daar vervullen, en heeft hiervoor een verzekering afgesloten. Voor het geval dat er onverhoopt iets gebeurt kan een beroep gedaan worden op de verzekering en rechtsbijstand van de instelling. Echter, de verzekeringsmaatschappij kan gebruik maken van het recht op regressie (schade verhalen op de veroorzaker), daarom is het verstandig zelf een persoonlijke WA-verzekering te hebben. Studenten zijn veelal via hun ouders meeverzekerd of kunnen voor de duur van de stage een WA-verzekering afsluiten. Werkkleding Medewerkers in de gezondheidszorg zijn over het algemeen gekleed in het wit, zij dragen uniforme kleding. Dit wordt ook verwacht van stagiaires, het verhoogt de herkenbaarheid, beschermt je eigen kleding en beschermt de patiënt. De meeste instellingen hebben voor stagiaires kleding beschikbaar. Door logistieke problemen kan het echter voorkomen dat deze kleding niet beschikbaar is. In dat geval is het verzoek om een wit T-shirt en een witte (of lichte) broek te dragen. Het dragen van een doktersjas is ongewenst. Medische aanstellingseisen De meeste instellingen voor Gezondheidszorg verlangen van medewerkers en stagiaires dat zij geen onnodig risico vormen voor de patiënten. Daarom ben je de afgelopen periode gevaccineerd tegen hepatitis B en gescreend op TBC en MRSA. Dit moet afgerond zijn. De uitslag van de hepatitis B titerbepaling (vaccinatiepaspoort), TBC en MRSA moet je meenemen op de eerste dag van de stage. Vergeet je dit dan kun je worden teruggestuurd en loopt het vervolg van de stage gevaar. Suggesties voor de voorbereiding Ter voorbereiding op de stage kun je verschillende bronnen raadplegen. In de bibliotheek en op internet zijn tal van boeken en artikelen te vinden over verpleegkunde en/of specifieke gevolgen van gezondheidsproblemen (kinderen en ziekte, oncologie, verwerken van verlies, de ouder wordende mens en dementie, enz.). Aanbevolen wordt om hieruit een gerichte keus te maken als voorbereiding op de zorgstage. Ook folders die worden uitgegeven door instellingen kunnen een bron van relevante informatie zijn. In deze syllabus is als bijlage nr. 2 een artikel van Rensen uit het TVZ van 1997 opgenomen. Dit artikel geeft een goed beeld van de inhoud en betekenis van zorgverlening. 10

Bijlage 1. Opdrachten in de zorgstage Deze bijlage volgt de drie fasen van de zorgstage, in elke fase wordt een deel van de opdracht uitgevoerd. Ten eerste wordt een stageplan gemaakt voorafgaand aan de zorgstage. Dit plan wordt op de eerste stagedag overhandigd aan de stagebegeleider. Ten tweede wordt gedurende de stage gewerkt aan een stageverslag dat ook tijdens het beoordelingsgesprek aan de orde komt. Ten derde is er het laatste, reflectieve, deel van de opdracht na de zorgstage. 1. Stageplan Besteed bij het schrijven van een stageplan aandacht aan de volgende punten: Verwachtingen over de stageplek: a. Bij wat voor soort organisatie kom ik terecht? b. Welk beeld heb ik van de patiënten die daar verpleegd en verzorgd worden? c. Welk beeld heb ik van het type zorg dat wordt verleend? d. Welk beeld heb ik van de zorgverleners die daar werken? e. Hoe denk ik dat de verschillende zorgverleners met elkaar omgaan en samenwerken? Verwachtingen over mezelf: f. Wat verwacht ik tijdens de zorgstage te gaan doen? g. Wat wil ik leren tijdens de zorgstage? h. Wat zijn verwacht ik over mijn functioneren als verzorgende? Welke aspecten van zorg gaan mij zoals ik nu denk goed of juist minder goed af? i. Waar heb ik zin in en waar zie ik tegen op tijdens de stage? Vorm: Het plan moet een omvang hebben van maximaal één A4. Deadline: Ruim voor de stage ter bespreking met de stagebegeleider op de eerste stagedag. Toets: Neem het stageplan op in het stageverslag. 2. Stageverslag Raadpleeg het stageplan en besteed bij het schrijven van het verslag aandacht aan de volgende punten: a. Geef een impressie van de werkzaamheden: wat heb ik zoal gedaan, waar en met wie? Wat waren mijn verantwoordelijkheden? b. Geef een impressie van de afdeling en organisatie waar je werkzaam was: In welke afdeling / organisatie was ik werkzaam? Welk(e) doel(en) wil men met de zorg bereiken? Welke patiënten werden er op mijn afdeling verpleegd? Hoe verhoudt deze afdeling zich tot andere afdelingen in het zorgproces? Welke zorgverleners zijn er werkzaam? Wat is hun positie, wat zijn (kort weergegeven) hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden? a. In hoeverre klopten mijn verwachtingen over de werkzaamheden tijdens de zorgstage met de werkelijkheid? b. Heb ik kunnen leren wat ik wilde leren? Heb ik meer of juist minder geleerd dan verwacht? Zijn er zaken aan het licht gekomen die ik moet bijleren? Hoe ga ik dat aanpakken? c. Ging het verzorgen mij goed af? Wat liep er minder goed? Waar moet ik in de toekomst op letten? d. Welke aspecten van de stage spraken mij aan? Welke minder? Waarom? e. Welke competenties heb ik kunnen ontwikkelen en hoe is dat verlopen. Wat kreeg ik voor feed back tijdens de stage. Wat heb ik daar aan gehad? Vorm: Bundel stageplan én stageverslag tot één document, en voorzie dit van een titelblad, een inhoudsopgave 11

en een eventuele literatuurlijst. Op het titelblad moeten naast de titel, ook naam en studentnummer worden genoemd. Verder de naam van de stage-instelling, de afdeling en de stageperiode. Indicatie voor de omvang: het inhoudelijke gedeelte van het verslag moet ongeveer 4 tot 7 pagina s beslaan. Deadline: Het stageverslag dient uiterlijk op de laatste ochtend van de stage bij de begeleider te worden ingeleverd (of op een ander tijdstip, als dat bij het begin van de stage is afgesproken). Toets: De stagebegeleider beoordeelt het verslag met name op feitelijke correctheid. Een verslag is goed, als het zich in positieve zin onderscheidt door de wijze waarop de ervaringen zijn beschreven. Het is voldoende als het beantwoordt aan de gestelde eisen. Daarnaast wordt het digitale beoordelingsformulier ingevuld en besproken. Naast de competenties wordt ook de beoordeling van het stageverslag aangegeven op dit formulier. Zorg dat je werkbegeleider er ruim van te voren over het formulier kan beschikken. 12

Bijlage 2: Instructie Zorgstage De instructie voor de Zorgstage wordt gegeven in het Wenckebach Skills Center UMCG, Ingang 21 op het UMCGterrein. Bij de instructie geldt het volgende: o draag zwemkleding onder de bovenkleding, studenten oefenen in kleine groepen met en op elkaar o Iedereen neemt deel aan de praktijkinstructie: of in de rol van verzorgende, of in de rol van patiënt o tandenborstel, tandpasta en haarkam/borstel meenemen o heren: scheergerei (nat of droog) Onderstaande vaardigheden maken deel uit van de vaardigheidsinstructie. De instructeur maakt daarin een keuze: Hygiëne - het geven van een volledige wasbeurt op het bed - het reinigen van het gebit en de gebitsprothese - het verzorgen van de mondholte - het scheren van de baard - het verzorgen van de nagels - het verzorgen van de haren - het verzorgen van het uiterlijk: make-up en kledingkeuze Voeding en uitscheiding - het geven van het ontbijt en drinken aan een bedlegerige patiënt - het bijhouden van een vochtbalans van een patiënt - het geven van een ondersteek of urinaal aan een bedlegerige patiënt Bed - het afhalen en opmaken van een bed met patiënt Houding en beweging - het comfortabel positioneren van een pijnlijke patiënt in bed - het uit bed halen van een hulpbehoevende patiënt - het ondersteunen van een hulpbehoevende patiënt tijdens het lopen 13

Bijlage 3: Declaratie extra gemaakte reiskosten zorgstage Reiskosten Indien je extra reiskosten moet maken om de stageplaats per openbaar vervoer te bereiken kom je in aanmerking voor een reiskostenvergoeding. Dit gaat om kosten die niet door de OV-studentenkaart worden gedekt. Wil je de gemaakte reiskosten terugkrijgen dan moet je het declaratieformulier gebruiken. Dit formulier is verkrijgbaar via de Studiegids Geneeskunde het infonet voor studenten (inloggen met je S-nummer). Onder Formulieren, Reiskosten, Aanvraagformulier Bachelor. Let er op dat je dit laat tekenen op je stageplaats ter controle dat je inderdaad op die dagen aanwezig was. Het formulier kan bij de Geneeskunde balie worden ingeleverd. Het moet voorzien zijn van handtekening en de trein-, strippenkaart of het transactieoverzicht van OV-chipkaart moet worden bijgevoegd. (De mogelijkheid voor een transactieoverzicht moet je apart activeren op mijn OV-kaart ). De vergoeding vind plaats op basis van 2e-klasse openbaarvervoer, rekeninghoudend met kortingen op basis van de OV-studentenkaart. Wees prijsbewust, kijk naar de goedkoopste reismethode, maak gebruik van kortingsmogelijkheden of koop een 5 rittenkaart. Reizen per auto is toegestaan. De vergoeding daarvoor is echter op basis van reiskosten openbaar vervoer. Lees de toelichting op het formulier over de voorwaarden voor declareren! N.B. Een zelf geregelde stageplaats geeft geen recht op reiskostenvergoeding. Toelichting Reiskostendeclaratie Voor de berekening van de reiskostenvergoeding worden de reizen geacht te zijn begonnen in Groningen, tenzij daadwerkelijk is gereisd over een kortere afstand, te rekenen vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming. Gereisd dient te worden op de voor de universiteit voordeligste wijze, hetgeen inhoudt dat eventueel gebruik dient te worden gemaakt van: a. maand- en/of weektrajectkaarten in geval dagelijks heen en weer wordt gereisd tussen Groningen en de plaats van bestemming; b. een door de Nederlandse Spoorwegen af te geven vastrechtkaart. Controleer bij inlevering het formulier op de volgende punten. Declaraties dienen binnen drie maanden na de stage te worden ingeleverd. Alleen volledig ingevulde formulieren worden in behandeling genomen Declaraties zonder handtekening van een begeleider worden NIET in behandeling genomen. Voor de zorgstage dient uw begeleider in de zorginstelling te tekenen. Als reiskosten worden aangemerkt de interlokale bus-/treinkosten tweede klasse. Indien u met de auto heeft gereisd, een verklaring hiervoor en een specificatie gemaakte kilometers bijvoegen. Originele treinkaarten en/of een print van het reis-, en transactie overzicht ven de OV-chipkaart-account + een overzicht ven het persoonlijke account (bijvoorbeeld mijn-ib of een overzicht van de Dienst Uitvoering Onderwijs) dient te worden bijgevoegd. Op het overzicht van het persoonlijk account moet uw naam en kaartsoort (week- of weekend OV) staan vermeld. Zonder deze uitdraai wordt de declaratie niet in behandeling genomen. Indien de student niet in het bezit is van een OV kaart moet een kopie ID worden bijgevoegd. U kunt het formulier inleveren bij de Geneeskunde balie in het Onderwijsinstituut. Openingstijden: maandag-donderdag van 10.00 16.00 uur vrijdag van 10.00-13.00 uur Nadere informatie over de regels met betrekking tot de reiskosten kunt u vinden in de geneeskunde gids op de website 14

15

16

17

18

19

20

Bijlage 6. Reflective learning. The cycle of Kortenhagen 21