Toetsregeling Zorgstage (MED-B1ZST)

Transcriptie

1 Toetsregeling Zorgstage (MED-B1ZST) Bacheloropleiding Geneeskunde Radboudumc Deze regeling is van kracht 30 januari Begripsbepaling De Zorgstage bestaat uit een stage van tien dagen bij een instelling voor intramurale zorg en werkgroeponderwijs tijdens de terugkomdagen. De student werkt daarbij in een inter-professionele context aan leerdoelen met betrekking tot contact met patiënten en professioneel gedrag. De Zorgstage is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Geneeskunde. Dit betekent dat niet alleen toetsing maar ook deelname aan het onderwijs behorende bij de Zorgstage verplicht is. 1.1 Verplicht onderwijs Het verplichte onderwijs van de Zorgstage houdt in: een stage van twee weken bij een instelling voor intramurale zorg; een praktijktraining Verzorgende Vaardigheden ; werkgroeponderwijs tijdens de terugkomdagen. 2. Doel van de toetsing De toetsing van de Zorgstage hoort bij de bacheloropleiding Geneeskunde (GNK). Het doel is om de ontwikkeling in reflectie, communicatie en professioneel gedrag te toetsen. 3. Examinator De coördinator van de Zorgstage, drs. Martin Gerhardus, is tevens examinator. Plaatsvervangend coördinator en examinator is mw. drs. Ellemieke Rasenberg. 4. Leerdoelen en beoordeling 4.1 Leerdoelen De leerdoelen voor de Zorgstage worden gegroepeerd in drie categorieën. Samenwerking binnen zorginstellingen Je bent in staat om de sfeer en de cultuur binnen de stageverlenende instelling te beschrijven. Je kunt de rol, de positie en het belang van multidisciplinair samenwerkende zorgteams beschrijven. Je maakt een start met inter-professioneel (samen)werken en leren in een zorgteam en kunt daarop reflecteren. Contact met de patiënt Je kunt je inleven in en weet hoe je begrip kunt tonen aan mensen die in een intramurale setting in een zorgafhankelijke positie verkeren (e.e.a. met respect voor autonomie en privacy). Je bent in staat emoties van patiënten te signaleren en hier op te reageren, waardoor je patiënten op enigerlei wijze tot steun kunt zijn. Je kunt, gebruikmakend van enkele eenvoudige verzorgende taken (zoals wassen, helpen met eten, tillen, in en uit bed helpen, aankleden, etc.), contact maken met de patiënt.

2 Professioneel Gedrag Je kunt reflecteren op je gevoelens bij lichamelijk contact en kunt hier mee omgaan bij de directe verzorging van een patiënt. Je kunt situaties waarin macht en onmacht een rol spelen herkennen en benoemen en leert om te gaan met situaties waaruit je niet zomaar weg kunt lopen. Je kunt beschrijven hoe andere hulpverleners omgaan met werkgerelateerde problemen en of je dit een professionele wijze van handelen vindt. Je bent je bewust van je eigen grenzen en kunt deze daar waar nodig goed aangeven. 4.2 Beoordeling Stage De beoordeling van de stage vindt in eerste instantie plaats door de coördinator (of diens plaatsvervanger) van de stageverlenende intramurale instelling waaraan de student is toegewezen. Tijdens een evaluatiegesprek aan het einde van de stage wordt hiertoe een beoordelingsformulier ingevuld en ondertekend door stagecoördinator en student. Het beoordelingsformulier is beschikbaar via Blackboard en als bijlage bijgevoegd bij deze regeling. De beoordeling bestaat uit een geheel cijfer tussen de 1 en 10. Bij de beoordeling wordt ook de aanwezigheid meegenomen. Een onvoldoende aanwezigheid (richtlijn 90%) leidt automatisch tot het resultaat 4. Ook afwezigheid door ziekte wordt hiertoe gerekend. De beoordeling die door de coördinator van de stageverlenende instelling is gegeven, wordt overgenomen door de examinator onder de voorwaarde dat de student heeft deelgenomen aan de overige verplichte onderwijsonderdelen van de Zorgstage (zie 1.1). Praktijktraining en werkgroeponderwijs Presentie en voldoende actieve deelname aan beide onderdelen zijn obligaat om een uitslag voor de Module Zorgstage te krijgen. Als dit voor één of beide onderdelen ontbreekt wordt voor de Module Zorgstage geen uitslag (GU) toegekend. 4.3 Herhaalmogelijkheden Studenten die bij de beoordeling voor de Zorgstage een onvoldoende of geen uitslag gekregen hebben, worden in de gelegenheid gesteld om de stage te herhalen. Deze herhaling vindt plaats tijdens de onderwijsvrije periode in de zomer, bij één of meerdere door de opleiding aangewezen stageverlenende instellingen. Wanneer er voor de stage zelf een voldoende beoordeling is behaald, zal door middel van een vervangende opdracht aan de eisen van de Zorgstage moeten worden voldaan. De vorm van deze vervangende opdracht is ter beoordeling van de examinator en zal veelal een aanvullend toetsgesprek, al dan niet in combinatie met een aanvullende opdracht, inhouden. 5. Vaststelling en bekendmaking van de uitslag De examinator stelt de uitslag vast op basis van de beoordelingsformulieren van de stagecoördinator en de aanwezigheid bij de verplichte onderdelen en maakt deze uiterlijk 4 weken na het beëindigen van de Zorgstage bekend. 6. Regels voor onderwijsvrijstelling Vrijstelling van het verplichte onderwijs in de module van de Zorgstage wordt uitsluitend verleend aan studenten die: het HBO-bachelordiploma in de Verpleegkunde bezitten; op grond van 2 jaar studie Geneeskunde in Diepenbeek of Leuven (België) bepaalde vrijstellingen krijgen: zij hebben een soortgelijke zorgstage reeds doorlopen; het bachelordiploma Technische Geneeskunde (TU Enschede) bezitten.

3 de verpleegstage (5PKOV) van het curriculum 1995 of de Module Zorgstage van het bachelorcurriculum 2015 met goed gevolg hebben doorlopen. Studenten die op grond van het bovenstaande menen voor onderwijsvrijstelling in aanmerking te komen, dienen uiterlijk 6 weken voorafgaand aan het begin van de module bij de coördinator van de zorgstage hiertoe een schriftelijk verzoek in. Dit verzoek dient te worden vergezeld van bewijsstukken van diploma of getuigschrift en evaluatie van stages. Na ontvangst van het verzoek en toetsing van de bewijsstukken, krijgt de student zo nodig een uitnodiging voor een toetsgesprek. Na succesvolle afronding van deze procedure krijgt de student een zeven als beoordeling voor de module Zorgstage.

4 Beoordeling Zorgstage (Q3, Praktijk en Principes van de Geneeskunde, studiejaar 1617) Toelichting: Deze beoordeling dient op de laatste stagedag volledig te worden ingevuld, gedateerd en te worden voorzien van handtekeningen van student en stagebegeleider. De student levert het origineel in bij de administratie van de coordinatie van de module Zorgstage en neemt een kopie (scan) ervan op in het portfolio. Student (naam) : Studentnummer : Stage-instelling / -afdeling : Stagecoördinator/-begeleider (naam) : Stageperiode Van t/m Aanwezigheid * Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7 Dag 8 Dag 9 Dag 10 * Hiervoor geldt als leidraad dat een aanwezigheid van (ongeveer) 90% benodigd is om voor een voldoende eindcijfer in aanmerking te komen. Een beperktere aanwezigheid dan 90% leidt altijd tot een onvoldoende beoordeling of tot 'geen uitslag' (GU). Beoordeling van de stage (Eindcijfer)** ** Afronden op HEEL cijfer. Hierbij moet als uitgangspunt dienen dat de student bij gemiddeld normaal goed functioneren het cijfer 7 krijgt. Handvat bij de beoordeling is een korte toetsing gebaseerd op de leerdoelstellingen. Zie hiervoor het schema op de achterzijde van dit formulier. Bij afwijken van het eindcijfer graag de reden waarom hieronder vermelden. Ook hierbij dient het schema op de achterzijde als leidraad. Reden waarom wordt afgeweken van het cijfer 7 ** Handtekening voor gezien en akkoord Student Stagebegeleider Datum:

5 Algemene leerdoelstellingen van de Zorgstage Nog niet voldoende Voldoende Goed Vgl. met rapportcijfer 5 of lager Rapportcijfer 6 of 7 Vgl. met rapportcijfer 8 of hoger Samenwerking binnen zorginstellingen Heeft kennis gemaakt met interprofessioneel (samen)werken en leren in een zorgteam en kan daarop reflecteren. Contact met de patiënt Kan zich inleven in en weet hoe begrip getoond kan worden aan mensen die in een intramurale setting in een zorgafhankelijke positie verkeren (e.e.a. met respect voor autonomie en privacy). Is in staat om emoties van patiënten te signaleren en hier op te reageren, waardoor patiënten op enigerlei wijze gesteund worden. Kan gebruikmakend van enkele eenvoudige verzorgende taken (zoals wassen, helpen met eten, tillen, in en uit bed helpen, aankleden, etc.), contact maken met de patiënt. Professioneel Gedrag Reflecteert op gevoelens bij lichamelijk contact en kan hier mee omgaan bij de directe verzorging van een patiënt. Kan situaties waarin macht en onmacht een rol spelen herkennen/benoemen en leert om te gaan met situaties waaruit je niet zomaar weg kunt lopen. Kan beschrijven hoe andere hulpverleners omgaan met werkgerelateerde problemen en of ze dit een professionele wijze van handelen vinden. Is zich bewust van eigen grenzen en kan deze daar waar nodig goed aangeven. Persoonlijke leerdoelstellingen van de student..