COBM Helpende Zorg en Welzijn Niveau

Vergelijkbare documenten
Competentiegericht Opdrachten- en BeoordelingsMagazijn Helpende Zorg en Welzijn niveau /2009

COBM HZW Competentie-Opdrachten en BeoordelingsMagazijn Helpende Zorg en Welzijn

Ondersteunen bij huishouden en wonen

OVERZICHT OPLEIDING HELPENDE ZORG & WELZIJN

Inkijk pdf Competentiegericht Opdrachten- en BeoordelingsMagazijn Zorghulp /2011

Ondersteunen bij Huishouden en wonen

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn. BBL-traject 2012

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

Ondersteunen bij huishouden en wonen

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

In verschillende onvoorziene situaties reageren. Wat onvoorziene situaties zijn. Inzicht krijgen in je eigen reactie tijdens onvoorziene situaties.

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht huishoudkunde

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

STER opdracht huishoudkunde

Opdracht Rapporteren goed en vlot

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Beroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau

Voorwoord 6 Over de auteurs 8 Redactionele verantwoording 10 Kwalifi catiedossier helpende zorg en welzijn, niveau Werkplanning

Dit stop je in je portfolio: Het onderzoek (vragen en antwoorden) Het beoordelingsformulier

Schema 2a: Beroepsprestaties en beroepstaken met beknopte inhoud

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Wat is de opdracht? Kijk van te voren in je boek. Geef de juiste informatie over hoe je de verzorging hoort te geven.

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Examenplan 1.Overzicht

Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau

Opdracht Soorten plannen

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 4. Mw De Vries

Beroepsopdracht Beroepstaak A Helpende Gevorderd niveau

Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau

Werkproces 1.4 Ondersteunen bij (sociale) activiteiten en recreëren Fase 2 Opdracht 86 Veiligheid

Werken aan zelfredzaamheid in huis

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier

Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid observeren

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging

COBM Sociaal-Cultureel Werk; SAW

Beroepsopdracht Beroepstaak A zorghulp startbekwaam niveau

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID

Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam

Opdracht Stimuleren helpt!

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

Praktijkkaart basisfase MZ Woonbegeleiding

Opdracht Voorkomen is beter.

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

Beroepsopdracht Beroepstaak A zorghulp gevorderd niveau

Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden

Casus 2 Dhr. Spannenburg

Opdracht Klachten, en wat nu?

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2011 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

Ondersteunen bij activiteiten

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Lesbrief Hygiene op het werk

Examenplan 1.Overzicht

Hulpmiddelen. Voor het invulschema is gebruik gemaakt van de 11 domeinen uit de zelfredzaamheidmatrix.

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

maandag 11 mei inleveren!

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4

Hoe werk je met het projectenboek?

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE STUDENT

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Een huishoudplan opstellen in overleg met een kraamvrouw

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Marijke Willems. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Competentiegericht Opdrachten- en BeoordelingsMagazijn Onderwijsassistent /2009

QuickScan Zelfredzaamheid Wonen bij langdurige zorg QuickScan: een instrument dat de zelfredzaamheid van de cliënt inzichtelijk maakt

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 3 Mw. Niemeijer

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Training. Ondersteuning bij bereiden van maaltijd en eten

Transcriptie:

COBM Helpende Zorg en Welzijn Niveau 2 2014-2015 In verband met de vernieuwing van de kwalificatiestructuren per 1 augustus 2015 zijn er geen aanpassingen in de kwalificatiedossiers voor 2014-2015 ten opzichte van die van 2013-2014. Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522 235 235 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Niets uit dit magazijn mag worden bewerkt, verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm, elektronisch dataverkeer, elektronische vermenigvuldiging, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 1

Overzicht opdrachten Werkproces 1.1, kerntaak 1 Werkproces 1.2, kerntaak 1 Werkproces 1.3, kerntaak 1 Werkproces 1.5, kerntaak 1 Werkproces 1.4, kerntaak 1 Eindopdracht kerntaak 1 Werkproces 2.1, kerntaak 2 Werkproces 2.2, kerntaak 2 Eindopdracht kerntaak 2 Werkproces 3.3, kerntaak 3 Werkproces 3.2, kerntaak 3 Werkproces 3.1, kerntaak 3 Eindopdracht kerntaak 3 Inhoudsopgave: In het COBM 2013-2014 zijn na elke kerntaak eindopdrachten toegevoegd. In het Kwalificatiedossier HZW 2010/2011 zijn - in vergelijking met 2008/2009 - de werkprocessen 3.1 en 3.3 omgedraaid. Om onnodige administratieve rompslomp voor ontwikkelaars te voorkomen, hebben we de opdrachten gewoon door laten lopen, maar 3.3 en 3.1 omgedraaid. In het Kwalificatiedossier HZW 2011/2012 zijn - in vergelijking met 2010/2011 - de werkprocessen 1.4 en 1.5 omgedraaid. Om onnodige administratieve rompslomp voor ontwikkelaars te voorkomen, hebben we de opdrachten gewoon door laten lopen, maar 1.4 en 1.5 omgedraaid.. 2

1.1 Hoe werkt dit magazijn? Dit boek is gebaseerd op de drie kerntaken, tien werkprocessen en de competentiebeschrijvingen kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn, 2013/2014. Hieronder staat een verkorte weergave van de taken, waar in dit magazijn de opdrachten op gebaseerd zijn. Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Een werkplanning maken op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan Taken: vastgesteld zorg-, leef-, activiteiten-, of begeleidingsplan lezen, planning maken en werkzaamheden uitvoeren; overleggen met cliënten, naasten, mantelzorgers; vragen naar wensen, behoeften, gewoonten enzovoort; aandacht en begrip tonen; prioriteiten stellen, volgorde plannen, tijd indelen; materialen en middelen kiezen. Ondersteunen bij huishouden en woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Taken: ondersteunen bij en tips geven ten aanzien van ruimte opruimen en schoonhouden, textiel verzorgen, bedden opmaken, maaltijden verzorgen, dieren en planten verzorgen, ruimte inrichten, boodschappen doen; werkzaamheden afstemmen op ondersteuningsbehoefte en veranderingen hierin signaleren. Ondersteunen bij persoonlijke verzorging/adl Taken: ondersteunen bij ADL: wassen, aan- en uitkleden, uiterlijke verzorging, toiletgang, bewegen, verplaatsen, eten en drinken en algemeen welbevinden; veranderingen in gezondheid, welbevinden en ondersteuningsbehoefte constateren en doorgeven aan leidnggevende; cliënt en naasten informeren over ADL. Ondersteunen bij (sociale) activiteiten en recreëren Taken: stimuleren tot en ondersteunen bij sociale, recreatieve, sportieve en educatieve activiteiten, i.r.t. dagbesteding/werk; assisteren bij vervoer naar activiteiten en bij uitvoering van activiteiten; creëren van prettige sfeer en vermijden van onveilige situaties Handelen in onvoorziene situaties Taken: onvoorziene situaties overzien en aandacht tonen voor betrokkenen; in onvoorziene situaties contact opnemen met bevoegde personen en handelen volgens protocol. Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Een cliënt/zorgvrager ondersteunen op emotioneel gebied Taken: ondersteunen bij emotionele problemen. Een cliënt/zorgvrager ondersteunen bij zelfredzaamheid Taken: ondersteunen bij en stimuleren tot zelfredzaamheid; waar nodig werkzaamheden overnemen; cliënt adviseren over en uitnodigen tot regie houden over eigen leven. Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werken aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering Taken: deelnemen aan deskundigheidsbevordering door vakbladen te lezen, bijscholing te volgen; feedback vragen over eigen functioneren en anderen feedback geven; POP opstellen met leidinggevende en uitvoeren; met collega s inhoudelijke discussies voeren over beroep en ontwikkelingen hierin. Werkzaamheden afstemmen Taken: werkzaamheden rapporteren en overdragen; werkzaamheden afstemmen met collega s, onder andere door werk- en teamoverleg; werkafspraken maken, collegiaal zijn en bijdrage leveren aan activeringsdoelen. Werkzaamheden evalueren Taken: werkafspraken evalueren met cliënt, mantelzorgers, naasten en leidinggevende; 3

klanttevredenheid checken, klachten serieus nemen en eventueel werk, werkplanning bijstellen. Twee fasen We gaan in dit magazijn uit van twee fasen: - fase 1 het oriënteren op en oefenen met de kerntaak en werkprocessen; - fase 2 het beheersen van de kerntaken en werkprocessen. Competentieopdrachten Wat is van belang bij het snel doorgronden van de 126 opdrachten? - De 126 opdrachten sluiten aan bij de werkprocessen uit het HZW2 2013-2014. - De opdrachten zijn uit voeren op de eigen school en/of de BPV-instelling. - Bij iedere opdracht staat wat de context is, wat je moet doen, wat het leerdoel is, waar je de opdracht kunt uitvoeren (eigen school en/of BPV), hoe je de opdracht uitvoert, waar je op wordt beoordeeld, en wat het gewenste resultaat is. - Bij iedere opdracht staat welke thema s uit het HZW-boek als naslag kunnen dienen. - In het beoordelingsformulier wordt gebruikt gemaakt van de competenties en prestatie-indicatoren uit het KD HZW2. Uiteraard worden deze algemene formuleringen vertaald naar HZW-situaties. Deze beoordelingsformulieren kunnen als bewijsmateriaal dienen in een portfolio, of als basis dienen voor een portfoliogesprek. Moet de leerling alles doen uit dit magazijn? Nee, de opleiding en/of de onderwijsdeelnemer maken een keuze uit de opdrachten uit dit magazijn. Deze keuze hangt af van het POP van de onderwijsdeelnemer. Inspectie-proof? Een betere aansluiting bij de competenties en werkprocessen uit het KD HZW2 is eigenlijk niet denkbaar, doordat én de prestatie-indicatoren voor relevante competenties gevolgd worden. Echter, of de toetsing van de opleiding inspectie-proof is hangt van veel meer af dan alleen dit toetsproduct. Hoe de opleiding het toetsproduct gebruikt, hoe de opleiding relaties met het werkveld borgt etc. etc. Ons doel is: wij bieden valide, betaalbare ingrediënten, die de opleiding inpast in het toetsbeleid. De opleider maakt het inspectieproof. Waarom deze werkwijze? Als wij als opleider een inspectie-proof toetsinstrument aanbieden, moet u dit instrument 1 op 1 ook zo gebruiken. Wij weten inmiddels dat opleiders daar niet om vragen. De school/deelnemer maakt een keuze en kan bovendien aanpassingen uitvoeren als de school een digitale licentie heeft voor dit document. 4

1.2 Overzicht opdrachten en verwijzingen naar het boek HZW2. behorend bij Kerntaak 1 Zorg en ondersteuning bieden op basis van een werkplanning Fase Opdracht 1 1 Wat gebeurt hier? Boek HZW, thema s 1, 7 en 8 1 2 Zorg kun je plannen: in het huishouden Boek HZW, thema s 5, 6 en 7 1 3 Zorg kun je plannen: de persoonlijke verzorging van top tot teen Boek HZW, thema s 12 en 15 1 4 Zorg kun je plannen: het organiseren van activiteiten Boek HZW, thema s 23 en 24 1 5 In de juiste volgorde en op tijd Boek HZW, thema s 7, 12, 13, 17 en 24 1 6 Het werk van mijn collega s Boek HZW, thema s 1, 29 en 30 1 7 Wensen van cliënten en mijn taak Boek HZW, thema s 5, 25, 26, 30 en 36 2 8 Het zorgplan Boek HZW, thema s 6 en 7 2 9 Wie doet wat? Boek HZW, thema 1 2 10 Mijn werkplan Boek HZW, thema 7 2 11 Overleg met collega s, cliënten en mantelzorgers Boek HZW, thema s 29, 30, 31, 35 en 36 2 12 Plannen en rapporteren Boek HZW, thema 34 Werkproces 1.2 Ondersteunen bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie behorend bij Kerntaak 1 Zorg en ondersteuning bieden op basis van een werkplanning Fase Opdracht 1 13 De was sorteren Boek HZW, thema 9 1 14 De wasmachine en de wasmiddelen Boek HZW, thema 9 1 15 Drogen, strijken, vouwen en opruimen Boek HZW, thema 9 1 16 Kameronderhoud start met een plan Boek HZW, thema s 7, 8 en 11 1 17 Vloeren, meubels, ramen: hoe en welke middelen Boek HZW, thema 8 1 18 Schoonmaakmiddelen Boek HZW, thema 8 1 19 De slaapkamer onderhouden Boek HZW, thema s 8, 9 en 11 1 20 Badkamer en toilet onderhouden Boek HZW, thema s 5, 6, 7 en 8 1 21 De keuken en keukenapparaten Boek HZW, thema 10 1 22 Hygiëne: een vak apart Boek HZW, thema s 8, 11 en 12 1 23 Voedingstoffen en de voedingswijzer 5

Boek HZW, thema s 10 en 17 1 24 Het boodschappenlijstje Boek HZW, thema s 2, 3, 10 en 17 1 25 Voorraadbeheer Boek HZW, thema 10 1 26 De koude maaltijd verzorgen Boek HZW, thema s 10 en 17 1 27 Koken en hulpmiddelen Boek HZW, thema 10 1 28 Koken, een receptenboek Boek HZW, thema 17 1 29 Sfeer en gezelligheid Boek HZW, thema 11 1 30 Afruimen en bewaren Boek HZW, thema s 5, 7 en 8 1 31 Letten op veranderingen Boek HZW, thema s 3, 4, 18, 25 en 26 1 32 Groepsruimtes en inrichting Boek HZW, thema 11 1 33 Beheren van spelmateriaal Boek HZW, thema s 11 en 20 1 34 Planten en dieren 2 35 De was doen Boek HZW, thema 9 2 36 Drogen, strijken, vouwen en opruimen Boek HZW, thema s 9 en 27 2 37 Snel en goed schoon, hulpmiddelen en materialen Boek HZW, thema s 7, 8 en 11 2 38 Poetsen op de juiste manier Boek HZW, thema s 4, 5, 6, 7, 8, 27 en 34 2 39 Boodschappen Boek HZW, thema 2, 10, 17 en 27 2 40 Voorraadbeheer Boek HZW, thema s 27 en 32 2 41 Koken Boek HZW, thema s 7, 10, 17 en 27 2 42 Serveren Boek HZW, thema 17 2 43 Afruimen en bewaren Boek HZW, thema s 10 en 27 2 44 Hulpmiddelen en zelfredzaamheid Boek HZW, thema s 23, 24, 27, 28 2 45 Veranderingen signaleren Boek HZW, thema s 5, 18, 2 en 26 2 46 Het onderhouden van groepsruimtes Boek HZW, thema s 4, 5, 6, 7 en 8 2 47 Het onderhoud en beheer van spelmateriaal Boek HZW, thema 20 Werkproces 1.3 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging ADL behorend bij Kerntaak 1 Zorg en ondersteuning bieden op basis van een werkplanning Fase Opdracht 1 48 Bevorderen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid Boek HZW, thema s 27 en 28 6

1 49 Luiers verschonen Boek HZW, thema s 3, 12, 13 en 14 1 50 Hulp bij aan- en uitkleden Boek HZW, thema s 1,3, 4, 12 en 13 1 51 Aan- en uitkleden in bijzondere situaties Boek HZW, thema s 5 en 13 1 52 Uiterlijke verzorging a. huid en scheren, b. haren, c. ogen, d. oren, e. mond en tanden poetsen, f. genitaal Boek HZW, thema s 12, 15 en 30 1 53 Bewegen doe je zo Boek HZW, thema 16 1 54 Verplaatsen, hulpmiddelen en basistechnieken Boek HZW, thema s 9 en 16 1 55 Eten en drinken, waar let ik op? Boek HZW, thema s 10, 17, 26 en 27 1 56 Zelfredzaam met hulpmiddelen bij het eten Boek HZW, thema s 1, 19 en 28 1 57 Slaap- en waakritme Boek HZW, thema s 1, 18, 19 en 21 1 58 Ademhaling, temperatuur, circulatie Boek HZW, thema s 8, 9 en 11 1 59 Veranderingen in gezondheid: waar let ik op? Boek HZW, thema s 18, 19 en 21 1 60 Veranderingen in hulpbehoeften: waar let ik op? Boek HZW, thema s 18 en 19 2 61 Bevorderen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid Boek HZW, thema s 27 en 28 2 62 Van opstaan tot ontbijt Boek HZW, thema s 1 t/m 6, 12 t/m 16 en 18 t/m 20, 25 t/m 28, 32 t/m 34 2 63 Uiterlijke verzorging: vriendelijk en nauwkeurig Boek HZW, thema s 3, 4 en 15 2 64 Verzorging van top tot teen Boek HZW, thema s 3, 4, 5, 6, 12, 27, 28 en 32 2 65 Toiletgang Boek HZW, thema 3, 4, 14 en 16 2 66 Verplaatsen: veilig en goed. Transfertechnieken Boek HZW, thema 16 2 67 Verplaatsen: veilig en goed. Transferhulpmiddelen Boek HZW, thema 16 2 68 Eten en drinken: zelfstandig en met hulp Boek HZW, thema s 17, 27 en 28 2 69 Eten en drinken: de juiste porties Boek HZW, thema s 5, 17 en 18 2 70 Naar bed: zo slaap je lekker Boek HZW, thema s 3, 9, 19 en 34 2 71 Veranderingen in gezondheid constateren Boek HZW, thema 18 2 72 Veranderingen in hulpbehoeften constateren Boek HZW, thema s 27 en 28 Werkproces 1.5 Handelen in onvoorziene situaties Behorend bij Kerntaak 1 Zorg en ondersteuning bieden op basis van een werkplanning Fase Opdracht 1 73 Mijn eerste reactie 7

Boek HZW, thema 20 1 74 Veiligheid, kijk eens om je heen Boek HZW, thema 20 1 75 Niet leuk, wel de realiteit Boek HZW, thema s 4, 21, 22, 25, 26, 31, 32 en 33 2 76 Reageren en rapporteren Boek HZW, thema s 20,21, 22, 31, 33 en 34 2 77 Fout herstellen Boek HZW, thema s 2, 3, 4, 29, 30, 31 en 36 2 78 Dit vraagt om ingrijpen Boek HZW, thema s 7, 20 en 34 Werkproces 1.4 Ondersteunen bij (sociale) activiteiten en recreëren behorend bij Kerntaak 1 Zorg en ondersteuning bieden op basis van een werkplanning Fase Opdracht Omschrijving 1 79 Cliënten leren kennen Boek HZW, thema s 1, 2, 25 en 33 1 80 Waar let je allemaal op Boek HZW, thema s 23, 24 en 30 1 81 Meehelpen bij activiteiten Boek HZW, thema s 23, 24 en 27 1 82 Opruimen hoort erbij Boek HZW, thema s 24 2 83 De deelnemers Boek HZW, thema s 2, 3, 4, 23 en 24 2 84 Het werkplan en mijn taken Boek HZW, thema s 1, 2, 23, 24 en 27 2 85 De ruimte en materialen Boek HZW, thema s 11 2 86 Veiligheid Boek HZW, thema 20 2 87 Wat kan anders Boek HZW, thema s 24 en 36 Eindopdracht kerntaak 1 8

Werkproces 2.1 Een cliënt/zorgvrager ondersteunen op emotioneel gebied Behorend bij Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Fase Opdracht 1 88 Met mijn cliënten kennismaken Boek HZW, thema s 25 en 26 1 89 Een dag uit het leven van mijn cliënten Boek HZW, thema s 1, 2, 25, 26 en 33 1 90 Emoties, hoe herken je die? Boek HZW, thema s 25 en 26 1 91 Bij wie kan ik terecht? Boek HZW, thema s 25, 26, 27, 28, 29,30, 32 en 36 2 92 Mijn cliënten, iedereen is anders Boek HZW, thema s 1, 2, 3, 4, 29 en 30 2 93 Mijn cliënten, wat vinden ze fijn Boek HZW, thema s 25, 26, 29, 30, 32 en 33 2 94 Omgaan met emoties Boek HZW, thema 26 2 95 Steun en hulp van anderen (collega s, mantelzorg, familie) Boek HZW, thema 32 2 96 Signaleren van (gedrags)veranderingen en rapporteren Boek HZW, thema s 5, 18, 19, 21 en 34 Werkproces 2.2 Een cliënt/zorgvrager ondersteunen bij de zelfredzaamheid Behorend bij Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Fase Opdracht 1 97 Observeren, hoe werkt dat? Boek HZW, thema 5 1 98 Stimuleren, hoe doe je dat? Boek HZW, thema s 27 en 28 1 99 Welke hulpmiddelen zijn er? Boek HZW, thema s 27, 28 en 32 1 100 Ondersteunen doe je niet alleen Boek HZW, thema 28 1 101 Bij wie meld ik wat? Boek HZW, thema s 29 t/m 36 2 102 Mijn cliënten, wat kunnen ze zelf? Boek HZW, thema s 5 en 34 2 103 Mijn cliënten en hun wensen (interviews) Boek HZW, thema s 30 en 32 2 104 Stimuleren helpt Boek HZW, thema s 27 en 28 2 105 Hulpmiddelen Boek HZW, thema s 1, 9, 13, 14 en 16 2 106 Overleg met mantelzorg en familie Boek HZW, thema s 28, 29, 30 en 32 2 107 Signaleren van nieuwe hulpvragen en rapporteren Boek HZW, thema s 5 en 34 Eindopdracht kerntaak 2 9

Werkproces 3.3 Werkzaamheden evalueren behorend bij Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Fase Opdracht 1 108 Tevreden, hoe ontdek je dat? Boek HZW, thema s 30 en 33 1 109 Klachten en wat nu? Boek HZW, thema 33 1 110 Bij wie meld ik wat? Boek HZW, thema s 1 en 30 2 111 Tevredenheid kun je vragen en zien Boek HZW, thema s 30 en 33 2 112 Checklist: deed ik het goed? Boek HZW, thema s 5, 6, 7 en 32 113 Omgaan met klachten Boek HZW, thema s 30, 31 en 36 2 114 Rapporteren en werk aanpassen Boek HZW, thema 34 Werkproces 3.2 Werkzaamheden afstemmen behorend bij Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Fase Opdracht 1 115 Mijn collega s en hun werk Boek HZW, thema 1 1 116 Vergaderen, wat komt erbij kijken? Boek HZW, thema s 29 en 30 1 117 Samenwerken en mijn taken Boek HZW, thema s 32 en 35 2 118 Overleg, wat wordt er van mij verwacht? Boek HZW, thema s 29, 30, 31 en 36 2 119 Rapporteren goed en vlot Boek HZW thema 34 2 120 Werkplanning maak je samen Boek HZW, thema s 5, 6, 7, 32 en 35 Werkproces 3.1 Werken aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering behorend bij Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Fase Opdracht 1 121 Kwaliteitseisen, waar vind ik die? 1 122 Van evalueren kun je leren Boek HZW, thema s 5 en 36 1 123 Begeleidingsgesprekken Boek HZW, thema s 30, 31 en 36 2 124 Evalueren, daar leer ik van Boek HZW, thema s 30 en 36 2 125 Deskundigheid wat doe ik eraan? 2 126 Functioneringsgesprekken Boek HZW, thema 30 Eindopdracht kerntaak 3 10

11

Fase 1 Opdracht 1 Wat gebeurt hier? Wat is de Loop een dag mee met een helpende zorg en welzijn bij een bpvinstelling. Wat leer je door Een dagindeling van de helpende kennen. de Waar voer je de Bij een bpv-instelling (dit kan in het begin van je stageperiode). opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Maak een afspraak bij een instelling of volg gedurende één van de eerste dagen van je stage een collega. Uitvoeren: Loop mee en help waar mogelijk je bij de werkzaamheden. Noteer alle werkzaamheden die je die dag uitvoert. Noteer de tijd die daarvoor nodig is.. Verwerken: Maak een dagboek/logboek. Noteer de vragen die je hebt en/of bespreek deze vragen met de betreffende collega. Noteer/bespreek bijzonderheden. Wat lijkt je makkelijk en moeilijk aan het werk? Heb je contact gezocht/gemaakt met cliënten? Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: het dagverslag jouw vragen het gespreksverslag het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 1, 7 en 8 BPV-zorgplan Je bpv-begeleider en/of de betreffende collega. Je hebt een beeld gekregen van een dagindeling en de planning die daar bij komt kijken 12

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 1 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je helpt waar mogelijk mee. 2 Je maakt een correct dagoverzicht. Je maakt een correct en volledig verslag van die dag en/of van het 3 gesprek hierover. Je hebt met je collega het werk, het cliëntcontact en de planning 4 besproken. 13

Fase 1 Opdracht 2 Zorg kun je plannen: in het huishouden Wat is de Maak een overzicht van allerlei voorkomende werkzaamheden met betrekking tot het huishouden. Wat leer je door de Bewust kijken naar het werk dat gedaan wordt en de logische volgorde van de werkzaamheden leren ontdekken. Waar voer je de Op school, thuissituatie of tijdens de bpv. opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Bespreek met je docent of de uitvoering individueel of in een groepje gedaan wordt. Bedenk wie je kan vragen om te helpen bij het maken van het overzicht. Uitvoeren: Achter de opdracht staat een schema van huishoudelijke werkzaamheden, vul dit schema zo compleet mogelijk in. Verwerken: Bewaar je schema en bepreek dit schema met je docent en/of klas. Indien nodig vul je het schema verder aan. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: het schema het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 5, 6 en 7 Je docent en/of klasgenoten. Je hebt inzicht gekregen in de voorkomende werkzaamheden in het huishouden. 14

Schema huishoudelijke werkzaamheden opdracht 2 Werk In de huiskamer Dagelijks, wekelijks maandelijks Hoe lang duurt het? Wat moet eerst? Bijzonderheden Stof afnemen/ nat afnemen Planten water geven Dagelijks 20 minuten Voor stofzuigen Hangt van de planten af 10 minuten Voor het dweilen Stofzuigen Dagelijks 20 minuten Als de rest klaar is. Van boven naar beneden werken Enzovoorts (Vul zelf aan) Let op hoeveelheid en hoe vaak per plant In de slaapkamer In de keuken BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 2 Werkproces Competentie 1.1 Werkplanning maken J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je hebt een compleet schema van de huishoudelijke werkzaamheden gemaakt. 2 Je hebt een logische volgorde gemaakt. 3 Je hebt een correcte tijdsplanning gemaakt. 15

Fase 1 Opdracht 3 Zorg kun je plannen: de persoonlijke verzorging van top tot teen Wat is de Maak een boodschappenlijstje voor de persoonlijke verzorging van mensen. Het gaat niet alleen om verzorgingsproducten zoals shampoo, zeep, parfum, make up, maar ook om materialen zoals kam, wattenstaafjes, washandjes. Je maakt dit lijstje voor: - baby s - peuters - kleuters - jongeren - volwassenen - ouderen. Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Variatie: In plaats van een boodschappenlijstje maak je een collage met alle verzorgingsproducten die op het lijstje staan. Maak de collage per leeftijdsgroep. Bewust kijken naar de verzorgingsbehoefte van mensen. Op school, thuis, tijdens de bpv. Voorbereiden: Bespreek met je docent of de uitvoering individueel of in een groepje is. Maak eventueel een taakverdeling per doelgroep. Bedenk wie je kunt vragen om te helpen bij het maken van het overzicht. Bepreek je aanpak en ga bijvoorbeeld naar de winkel of bezoek mensen thuis en vraag of je hun badkamer en hun spullen mag zien. Uitvoeren: Achter de opdracht staat een schema voor het boodschappenlijstje en de aandachtspunten, vul dit aan. Voer de opdracht uit zoals afgesproken. Maak per leeftijdsgroep een lijstje. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Verwerken: Bewaar je boodschappenlijstjes en bepreek deze met je docent en/of klas. Indien nodig vul je de lijstjes verder aan. Bewaren: De boodschappenlijstjes of de collage die gemaakt is Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 12 en 15 Je docent en/of klasgenoten. 16

Gewenst resultaat Je hebt inzicht gekregen in de voorkomende producten bij de verzorging van mensen zonder bijzonderheden of beperkingen. Boodschappenlijst opdracht 3 Je kunt ervoor kiezen om ook een prijs toe te voegen. Artikel Kam Borstel Shampoo Nagelvijl Schaartje nagelknipper grof deodorant Vul aan. hoofd, haren, oren, ogen, gebit, mond X X X boven lichaam X schaamstreek onder lichaam handen X X tenen X BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 3 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je hebt een compleet boodschappenlijstje of collage gemaakt. 2 Je hebt correct rekening gehouden met de leeftijdsgroep. 3 Indien van toepassing: prijzen van de artikelen zijn correct opgenomen. 17

Fase 1 Opdracht 4 Zorg kun je plannen: het organiseren van activiteiten Wat is de Organiseer een eenvoudige activiteit voor een doelgroep uit het werk. Deze organisatie kun je droog oefenen (met je klas) of echt uitvoeren. Houd het simpel: het gaat om het oefenen met de planning. De opdracht bestaat uit het maken van een draaiboek. Je kunt denken aan: een feestje, een uitstapje, een creatieve activiteit, enzovoorts. Het is een moeilijke opdracht: werk met een groepje en vraag de docent om uitleg en hulp. Wat leer je door Plannen: wat er komt kijken bij de organisatie van activiteiten. de Waar voer je de Op school of tijdens de bpv. opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit Voorbereiden: Bespreek met je docent of bpv-begeleider: (stappen)? Het soort activiteit De doelgroep en de groepsgrootte (niet meer dan 10) De tijdsduur van de activiteit (maximaal 2 uur) De plaats van de activiteit Wat je gaat doen Wat in het draaiboek hoort Taakverdeling van de begeleiding bij de activiteit. Uitvoeren: Je maakt een draaiboek volgens de richtlijnen op de volgende pagina. Als je de activiteit echt uitvoert, bespreek je de activiteit na met de docent of bpv-begeleider. Kijk hierbij vooral naar de planning en wat daarin goed en fout ging. Verwerken: Bespreek het draaiboek met je docent/begeleider en stel het bij. Bij een echte uitvoering doe je dit door de activiteit te evalueren aan de hand van de punten uit het draaiboek. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: Het bijgestelde draaiboek Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 23 en 24 Je docent en/of bpv-begeleider, je klasgenoten. Je hebt inzicht gekregen in het opnemen van planning in een draaiboek. 18

Draaiboek: opdracht 4 Stap 1: Beschrijf in het kort: de deelnemers wat je gaat doen waar wanneer de begeleiding die nodig is. Stap 2: De leiding en hun taken: voorbeeld: Naam Taken Afspraken Maureen Folder maken Inkopen Kinderen schminken Folder ophangen in gang op 1 mei Inkopen klaar op 30 april Stap 3: De ruimte: Beschrijf de ruimte waar de activiteit wordt gehouden. Maak eventueel een plattegrond en/of foto s Stap 4: Het programma en tijdsplanning: Wat Tijdsduur Wie Kinderen ophalen en binnen 14.00 tot 14.15 uur Els, Shirley, Bart laten Feestmuts knutselen 14.15 tot 14.30 Els, Shirley, Bart Traktatie uitdelen en eten/ drinken 14.30 tot 14.50 Ineke, Mina, Bob Stap 5: De materialen: Wat Ophalen/kopen Wie zorgt ervoor? Stap 6: Inkomsten/uitgaven: Inkomsten Uitgaven Eigen bijdrage klas 10 x 2 euro 20, 00 Consumptie terras 2 euro x 20,00 10 Totaal 20, 00 Totaal 20,00 19

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 4 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Het draaiboek is compleet. 2 Je hebt het draaiboek nabesproken en de wijzigingen correct verwerkt. 20

Fase 1 Opdracht 5 In de juiste volgorde en op tijd Wat is de Je gaat meehelpen bij een creatieve, verzorgende of huishoudelijke activiteit. Het is jouw taak om alles wat nodig is, op de juiste volgorde klaar te leggen. Ook moet je ervoor zorgen dat er niets ontbreekt. Je kiest hier voor een activiteit uit onderstaande mogelijkheden: eetsituatie opstaan en aankleden naar bed brengen creatieve activiteit. Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Daarnaast observeer je je collega die de cliënt helpt tijdens de activiteit. Bewust kijken naar het werk dat gedaan wordt en de logische volgorde van de werkzaamheden leren ontdekken Op school, tijdens de bpv Voorbereiden: Bespreek met je bpv-begeleider of docent bij welke activiteit en met welke cliënt je meehelpt. Bedenk welke spullen je klaar moet zetten en maak hier een lijstje van. Uitvoeren: Leg alles klaar in de juiste volgorde. Terwijl je collega bezig is met de cliënt, observeer je de werkzaamheden die hij/zij verricht. Maak een lijstje van deze handelingen en noteer hoelang elke activiteit duurt. Verwerken: Bespreek met de collega onderstaande punten: Heb je de juiste spullen klaargelegd? Welke handelingen heeft hij/zij verricht? Waarom heeft hij/zij, volgens jou, voor een bepaalde volgorde gekozen? Stel zo nodig je lijst van spullen en de lijst van handelingen bij. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst Bewaren: De bijgestelde lijstjes Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 7, 12, 13, 17 en 24 Jouw bpv-begeleider of jouw collega. Je hebt inzicht gekregen in de voorkomende werkzaamheden en het 21

resultaat belang van planmatig te werk gaan. BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 5 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je hebt de spullen compleet en correct klaargelegd. 2 Je hebt de werkzaamheden volledig weergegeven. Je hebt de activiteit nabesproken en de opmerkingen correct verwerkt in 3 de lijstjes van de spullen en handelingen. 22

Fase 1 Opdracht 6 Het werk van mijn collega s Wat is de Je spreek met je begeleider af wie je gaat interviewen. Dat kan bijvoorbeeld je bpv-begeleider zijn. Je maakt een vragenlijst en je noteert gesprekspunten aan de hand waarvan je het interview houdt. Het interview gaat over de collega s die op jouw afdeling werken en over de taken die zij hebben. Een bpv-instelling kan heel groot zijn. Beperk je tot de eigen afdeling en de mensen waar jij veel mee te maken krijgt. Wat leer je door de Inzicht krijgen in het werk, de taken en de verantwoordelijkheden van je collega s. Waar voer je de Tijdens de bpv. opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Je spreekt af met wie, waar en wanneer je het interview gaat houden. Je maakt interviewvragen en die geef je van te voren aan de persoon die je gaat interviewen. Onder de opdracht staat een lijstje met gesprekspunten. Je kunt dit lijstje gebruiken om vragen te maken. Uitvoeren: Houd het interview. Uiteraard ben je beleefd en bedank je de geïnterviewde. Van het interview maak je een verslag dat je laat lezen aan de geïnterviewde. Je spreekt meteen af wanneer je het verslag laat lezen. Indien nodig vraag je hulp bij het nakijken van het verslag op correct Nederlands. Verwerken: Het verslag van het interview. Voordat je het verslag bewaart, verwerk je de opmerkingen van de geïnterviewde in een bijgesteld verslag. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Bewaren: De vragen Het verslag Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW, thema 1, 29 en 30 De bpv-begeleider en je collega. 23

Richtlijnen interview opdracht 6 Persoonlijke vragen voor de geïnterviewde: Hoe bent u in het werk terecht gekomen? Wat vindt u boeiend aan uw beroep in de zorg en welzijn? Welke werkzaamheden en taken vindt u het leukste in het werk? Wat vindt u minder leuk, maar noodzakelijk? Over het personeel en de afdeling/instelling: Met welke collega s hebben de cliënten op je afdeling/bpv-instelling te zeer regelmatig te maken? Stel aan deze personeelsleden vragen over: De taken die ze hebben. Werk met cliënten. Werk met familie en naasten. Werk in en om het gebouw. Administratieve taken. Werk voor de organisatie. Met wie hebben ze overleg en waar dat overleg over gaat? Naar wie verwijzen ze bij bijzonderheden? Aan wie leggen ze verantwoording af (wie is hun meerdere)? Bij wie kunnen ze terecht bij problemen? BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 6 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je vragen gaan over de gesprekspunten zoals hieronder beschreven. 2 Je hebt de geïnterviewde beleefd en correct te woord gestaan. Indien nodig heb je doorgevraagd om voldoende informatie te krijgen 3 over het werk, de taken en de verantwoordelijkheden van het personeel op je afdeling/bpv-instelling. 4 Het verslag is een correcte weergave van het interview. 5 Het verslag is in correct Nederlands gemaakt. 24

Fase 1 Opdracht 7 Wensen van cliënten en mijn taak Wat is de Kies een activiteit uit op het gebied van persoonlijke verzorging, huishoudelijke verzorging of recreatie. Je gaat een collega observeren die met een cliënt aan het werk is. Je noteert alle momenten tijdens de werkzaamheden, waarop de cliënt laat merken of hij/zij iets prettig of vervelend vindt. Gebruik hiervoor het observatieschema. Wat leer je door Goed kijken naar wensen van cliënten. de Waar voer je de Tijdens de bpv opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Je spreekt af met wie, waar en wanneer je de observatie gaat houden. Met je collega neem je van te voren het observatieschema door. Je vraagt hulp bij het maken van het schema. Vraag je collega een cliënt te kiezen die zij/hij goed kent. Dit maakt het makkelijker om de lijst te maken en na te bespreken. Uitvoeren: Voor je observatie uit en vul de lijst in. Verwerken: Bespreek je observatie met je collega. Vraag je collega eventueel de observatie aan te vullen. Bespreek onderstaande punten: - Herkent je collega de observatie? - Op welke momenten zei of deed je collega bewust dingen die de cliënt prettig vindt? - Hoe gaat je collega om met dingen die de cliënt niet prettig vindt? - Wanneer mag je afwijken van het werk, omdat de cliënt dat wil? - Wanneer kun je niet afwijken van het werk, ook als de cliënt dat niet prettig vindt? - Zijn jouw observaties objectie of subjectief? Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: De observatielijst Kort verslag van de nabespreking Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW thema 5, 25, 26, 30 en 36 Je bpv-begeleider en/of collega. Je mag hulp vragen bij het corrigeren van je observatie en gespreksverslag in correct Nederlands. Je hebt inzicht gekregen in de werkzaamheden en taken van de collega s en meerderen op de afdeling/bpv-instelling. 25

Observatieschema opdracht 7 Je hoeft niet alles op te schrijven. Let vooral op de momenten waarop de cliënt laat merken of hij/zij iets prettig vindt of juist niet. Handeling Reactie cliënt Reactie van je collega Mogelijke reacties: - De cliënt lacht. - De cliënt zegt iets over het prettig vinden. - De cliënt kijkt boos. - De cliënt kijkt neutraal. - De cliënt zegt iets over het niet prettig vinden. Een kort voorbeeld: Helpen bij het opstaan: Observatieschema Handeling Reactie cliënt Reactie van je collega Mevrouw wekken Gaapt Goedemorgen (vriendelijk) Mevrouw helpen omhoog komen Het gezicht wordt gewassen Enzovoorts Zucht, laat me toch liggen Mevrouw spat met water en lacht Niet goed geslapen; ik help u opstaan. Dadelijk gaan we ontbijten Krijg ik een douche van u? ook lachend 26

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 7 Werkproces Competentie 1.1 Werkplanning maken J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G Je hebt de prettige momenten en niet prettige momenten gezien en 1 opgeschreven. 2 Je hebt de reacties van de collega correct gezien en weergegeven. 3 Je hebt in correct Nederlands de observatie ingevuld. 4 Het verslag is een correcte weergave van de nabespreking. 5 Het verslag is in correct Nederlands gemaakt. 27

Fase 2 Opdracht 8 Het zorgplan Wat is de Je gaat een zorgplan van een cliënt lezen en dit plan bespreken met je begeleider. Je probeert te bedenken welke taken uit het zorgplan door jou kunnen worden gedaan en welke taken door een andere collega worden uitgevoerd. Wat leer je door Je leert om te gaan met zorgplannen van cliënten de Waar voer je de In de bpv opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Voorbereiden: Vraag toestemming. Vaak krijg je als stagiaire geen inzage in zorgplannen. Vraag in dat geval aan je begeleider of hij/zij je informeert over een cliënt. Vraag informatie uit het plan dat voor jou relevant is. Kies een zorgplan in overleg met je begeleider. Spreek met je praktijkbegeleider een evaluatiemoment af waarop je deze opdracht kunt nabespreken. Uitvoeren: Lees het plan. Beschrijf de indeling/opzet van de zorgplannen uit de instelling. Welke taken zou jij als helpende zelfstandig kunnen doen? Welke collega s zijn hierbij betrokken? Verwerken: Noteer de belangrijkste zaken uit het plan. Bespreek met je begeleider wat je hebt genoteerd. Noteer wat je nog wilt weten over de cliënt. Bespreek of je je werk goed inschat. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: Je notities Het verslag van de nabespreking Het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Zorgplannen van de instelling. Boek HZW thema s 6 en 7 Je bpv-begeleider. Je werkt aan de hand van een zorgplan. 28

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 8 Competentie J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en Organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je hebt correct de belangrijkste punten uit het zorgplan samengevat. 2 Je hebt je eigen taken correct beschreven. 3 Je hebt het werk van je collega s correct ingeschat. 4 Je hebt een actieve bijdrage geleverd bij de nabespreking. 5 Je verslag is bondig en in correct Nederlands geschreven. 29

Fase 2 Opdracht 9 Wie doet wat? Wat is de Je gaat kijken naar het werk van je collega s en meerderen. Wie heeft welke functie en welke taken hebben zij? Wat leer je door de Je leert samen te werken. Je leert je eigen werk en dat van de collega s en meerderen kennen. Waar voer je de In de bpv (bij zorg en/of welzijn). opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Kies met je praktijkbegeleider een dag uit op je stage en spreek af dat je die dag gaat kijken en opschrijven wie wat doet. Waar nodig help je een handje mee terwijl je kijkt en vragen stelt. Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt, zodat je kunt noteren wie wat doet. Uitvoeren: Noteer alle taken die uitgevoerd worden. Noteer wie de taak uitvoert. Noteer vervolgens wat voor functie diegene heeft. Is het een helpende, een sociaalpedagogisch werker, een verpleegkundige of iemand met een andere functie? Als je niet weet wat de functie van iemand is, vraag het dan aan die persoon. Verwerken: Maak een overzicht met daarop de uitgevoerde taken en schrijf achter de taak door wie deze taak uitgevoerd werd en welke functie deze persoon heeft. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: Het overzicht van de taken. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW, thema s 1 Je collega, je stagebegeleider, je docent. Je weet wie wat doet binnen de instelling waar je stage loopt. 30

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 9 Werkproces Competentie 1.1 Werkplanning maken J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en Organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen 1 2 3 Prestatie-indicatoren O V G Je kunt volledig, in goed Nederlands beschrijven wie welke taak uitvoert. Je kunt beschrijven welke functie iemand heeft die een bepaalde taak heeft. Je hebt een overzicht van welke dagtaken er uitgevoerd dienen te worden op je stage. 31

Fase 2 Opdracht 10 Mijn werkplan Wat is de Je gaat aan de hand van een stagedag schatten hoeveel tijd je kwijt bent per activiteit. Wat leer je door Weten hoeveel tijd je nodig hebt voor een taak. de Waar voer je de In de bpv, in de klas of thuissituatie. opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Neem een willekeurige dag op stage in gedachten. Uitvoeren: Zet alle taken die je op die dag uitvoert onder elkaar als volgt: - Koffie zetten - Cliënten van de afdeling ophalen. Op deze manier zet je alle taken die je uitvoert onder elkaar van begin tot einde van je dienst. Verwerken: Zet achter elke taak hoelang jij denkt ervoor nodig te hebben, hoelang jij nodig hebt om deze taak goed uit te voeren en noteer dit in het schema als volgt: - Koffie zetten 5 minuten - Twee cliënten van de afdeling ophalen 20 minuten. Bespreek vervolgens met je praktijkbegeleider en/of docent of de door jou geschatte tijd realistisch is. Als dit niet het geval is, stel je de tijd bij door de tijd bij te houden tijdens het uitvoeren van een taak. Waar word je op beoordeeld? Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Bewaren: Het schema met daarin de door jou geschatte tijden. Zie beoordelingsprotocol. Boek HZW, thema 7 Je collega, je stagebegeleider, je docent. Je kunt de door jou uit te voeren taken goed inschatten qua tijd en daarop jouw handelen afstemmen. 32

BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 10 Werkproces Competentie 1.1 Werkplanning maken J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en Organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je kunt al je taken van een werkdag noteren. 2 Je hebt een realistisch beeld van tijd en kunt dit inschatten. 3 Je bent, eventueel, in staat de door jou geschatte tijd bij te stellen. 33

Fase 2 Opdracht 11 Overleg met collega s, cliënten en mantelzorgers Wat is de Je gaat een overleg over knelpunten in je werk plannen en uitvoeren. Wat leer je door Een overleg plannen en uitvoeren. de Waar voer je de In de bpv. opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit (stappen)? Kies een knelpunt uit waar jij tegen aanloopt tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Schrijf het knelpunt op (hoe, wat, waarom, wie). Kies een moment uit waarop je hierover een overleg wilt voeren met je collega. Uitvoeren: Vraag aan je collega of je een gesprek met hem of haar kunt plannen over een door jou uitgekozen knelpunt. In het gesprek moet je rekening houden met de volgende belangrijke punten: 1 Stel dat je kritiek geeft op het werk van de ander: - Geef aan wat je wilt zeggen. - Vertel waar je het niet mee eens bent. - Luister naar de reactie van de ander - Vraag na en overleg wat er aan het probleem gedaan kan worden. 2 Stel dat je kritiek krijgt over het werk dat jij doet: - Luister goed en blijf rustig. - Stel vragen als je iets niet begrijpt. - Zeg wat je zelf herkent, waar je het mee eens bent. - Vertel wat je eraan gaat doen. - Zeg wat je niet herkent, waar je het niet mee eens bent. 3 Als je kwaad of verdrietig bent over iets: - Zeg dat je kwaad of verdrietig bent. - Probeer rustig te blijven. - Vertel waarom je je zo voelt. - Let op de reactie van de ander. Verwerken: Maak een gespreksverslag van het gesprek. In dat verslag staat: - wie er aanwezig was bij het overleg - de dag - de datum - het tijdstip - het onderwerp waarover gesproken is - wat er gezegd is. Waar word je op beoordeeld? Bewaren: Het gespreksverslag. Zie beoordelingsprotocol. 34

Waar kun je informatie vinden? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat Boek HZW, thema s 29, 30, 31, 35 en 36 Je collega, je stagebegeleider, je docent. Je kunt overleggen. BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 11 Werkproces Competentie 1.1 Werkplanning maken J. Formuleren en rapporteren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen Componenten J. Correct formuleren, vlot en bondig formuleren Q. Doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen R. Aansluiten bij behoeften en verwachtingen T. Instructies opvolgen Prestatie-indicatoren O V G 1 Je hebt een overleg gepland. Je hebt het overleg uitgevoerd en je gehouden aan de regels die 2 genoemd zijn bij uitvoeren. Je hebt een gespreksverslag gemaakt dat op zijn minst de volgende punten bevat: wie er aanwezig was bij het overleg de dag 3 datum het tijdstip het onderwerp waarover gesproken is wat er gezegd is. 35