Rapport toetsing Last onder Dwangsom aan DM Exploitatie B.V. op 18 januari en 21 januari 2019 Utrecht, februari 2019 BB2002018 In relatie tot: Locatiebezoek Holland V2010867 Locatiebezoek Hildebrand V2010896 Locatiebezoek Villa Walgaerde V2010897
Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving DM Exploitatie B.V. 3 1.2 Aanleiding 4 1.2.1 Toets naleving aanwijzing 4 1.3 Opleggen last onder dwangsom en begunstigingstermijn 4 1.4 Tijdlijn na het opleggen van de last onder dwangsom 5 2 Conclusie 6 2.1 Conclusie: tekortkomingen voldoende weggenomen op het thema cliëntdossier 6 3 Vervolgacties 8 3.1 Vervolgacties van de inspectie 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8 4 Bevindingen 18 januari 2019 en 21 januari 2019 9 4.1 Bevindingen locatiebezoek Holland 9 4.1.1 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz 9 4.2 Bevindingen locatiebezoek Hildebrand 11 4.3 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz 11 4.4 Bevindingen locatiebezoek Villa Walgaerde 13 4.4.1 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz 13 Pagina 2 van 15
1 Inleiding Op 18 en 21 januari 2019 bracht de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd onaangekondigde vervolgbezoeken aan drie locaties van DM Exploitatie B.V. (hierna: Domus Magnus). De inspectie legde op 24 april 2018 een aanwijzing op grond van artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: Wkkgz) op aan Domus Magnus. De organisatie moest de geconstateerde tekortkomingen op 24 oktober 2018 weggenomen hebben. De inspectie toetste in de periode van 29 oktober 2018 tot en met 1 november 2018 de organisatiebrede naleving van de aanwijzing. Omdat Domus Magnus de aanwijzing, tijdens de toetsing van 29 oktober 2018 tot en met 1 november 2018, nog niet volledig naleefde heeft de inspectie aan Domus Magnus een last onder dwangsom op grond van artikel 29, eerste lid, van de Wkkgz opgelegd. De drie vervolgbezoeken afgelegd op 18 en 21 januari 2019 vonden plaats om de naleving van de last te toetsen. In dit rapport beschrijft de inspectie in hoofdstuk 1 de aanleiding van het bezoek. Vervolgens is in hoofdstuk 2 de conclusie geformuleerd van het onderzoek naar de naleving van de last. De inspectie geeft in hoofdstuk 3 aan wat dit betekent voor het vervolgtoezicht. De bevindingen in de beoordelingsmomenten op 19 januari 2019 en 21 januari 2019 worden beschreven in hoofdstuk 4. Waar dat kan, schrijft de inspectie haar rapporten in de tegenwoordige tijd. Dit doet zij om de leesbaarheid te verhogen. 1.1 Beschrijving DM Exploitatie B.V. Domus Magnus is een landelijk opererende ouderenzorgorganisatie. De organisatie biedt zorg in kleinschalige woonomgevingen. Deze zijn gehuisvest in karakteristieke panden. De zorgaanbieder bestaat momenteel uit vijftien locaties. Twee locaties zijn in ontwikkeling, en worden naar verwachting in 2019 opgeleverd. Domus Magnus voert het concept van gescheiden wonen/zorg uit. Cliënten huren een appartement en kopen dienstverlening in. Daarnaast nemen de cliënten zorg af bij Domus Magnus. Domus Magnus levert zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw), de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz), of vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo). Ook kunnen cliënten zorg inkopen met eigen financiële middelen. Domus Magnus heeft een toelating op grond van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: Wtzi) en is aangesloten bij de brancheorganisatie ActiZ. Geen van de locaties van Domus Magnus heeft een aanmerking in het kader van de Wet Bijzondere opnamen psychiatrische ziekenhuizen, een zogenoemde Bopz-aanmerking. De bestuursstructuur van Domus Magnus bestaat uit een eenhoofdige raad van bestuur, een interim operationeel directeur en een financieel directeur. Daarnaast heeft Domus Magnus een toezichthoudende raad van commissarissen en een centrale cliëntenraad. Pagina 3 van 15
1.2 Aanleiding 1.2.1 Toets naleving aanwijzing Domus Magnus kreeg op 24 april 2018 een aanwijzing voor de duur van zes maanden. Op 30 oktober 2018, 31 oktober 2018 en 1 november 2018 toetste de inspectie of Domus Magnus de aanwijzing organisatie breed heeft nageleefd. De inspectie beoordeelde of Domus Magnus daadwerkelijk alle tekortkomingen die de grondslag vormden voor deze aanwijzing had weggenomen. Tijdens deze inspectiebezoeken bleek dat Domus Magnus hard had gewerkt om tekortkomingen in de zorg weg te nemen. Tegelijkertijd bleek dat de realisatie van passende verbetermaatregelen op verschillende locaties nog gaande was. De inspectie gaf Domus Magnus een aanwijzing op twee thema s te weten cliëntdossier en sturen op kwaliteit en veiligheid. Domus Magnus had de tekortkomingen in het thema sturen op kwaliteit en veiligheid voldoende weggenomen, maar de tekortkomingen in het thema cliëntdossier had Domus Magnus nog onvoldoende weggenomen. Hierbij ging het met name om drie aspecten. Allereerst was de frequentie, inhoud en opvolging van de rapportages op zorgdoelen van de cliënten nog niet altijd voldoende. Daarnaast bood de huidige werkwijze bij Domus Magnus nog onvoldoende duidelijkheid om tot een zorgvuldige dossiervoering te komen. Daarbij ging het om zorgvuldig vaststellen van, en handelen naar, de wils(on)bekwaamheid ter zake van cliënten en ging het tot slot om een zorgvuldige verslaglegging en navolgbare volledige multidiscipliniare besluitvorming bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Hieruit concludeerde de inspectie dat het methodisch werken in de zorg, en in het zorgplan nog onvoldoende was ingebed in de organisatie. Dit bracht risico s voor de veiligheid van cliënten met zich mee. 1.3 Opleggen last onder dwangsom en begunstigingstermijn De inspectie concludeerde daarom dat Domus Magnus niet volledig voldeed aan de op 24 april 2018 gegeven aanwijzing. Daarom legde de inspectie op 13 december 2018 een last onder dwangsom op aan Domus Magnus. De last had de volgende inhoud: Cliëntdossier; artikel 2 van de Wkkgz Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. Dit houdt tevens in dat in het cliëntdossier indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. De inspectie verbond aan deze last een dwangsom van 2.000,- voor iedere volledige week waarin Domus Magnus niet volledig aan de genoemde last zou voldoen, waarbij het maximumbedrag aan mogelijk te verbeuren dwangsommen ten aanzien van de last in totaal 20.000,- zou zijn. Voor de last die de inspectie oplegde kreeg Domus Magnus een begunstigingstermijn van vier weken. Dit hield in dat Domus Magnus de mogelijkheid kreeg om in deze vier weken alsnog aan de last te voldoen, zonder dat daadwerkelijk een dwangsom zou worden verbeurd. Pagina 4 van 15
1.4 Tijdlijn na het opleggen van de last onder dwangsom Op 10 januari 2019 liep de begunstigingstermijn voor de last onder dwangsom af. Op die dag gaf Domus Magnus telefonisch en schriftelijk bij de inspectie aan nog niet aan de gestelde normen te voldoen, maar verwachtte dat dit op korte termijn wel het geval was. Op 17 januari 2019 gaf Domus Magnus schriftelijk bij de inspectie aan te verwachten dat zij aan de gestelde norm zoals geformuleerd in de last, te voldoen. Domus Magnus stuurde de inspectie daarbij twee nieuwe werkinstructies voor medewerkers toe. De werkinstructies hebben betrekking op de procedure voor de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen en het vaststellen van (ter zake) wilsbekwaamheid van cliënten. De inspectie gebruikte deze toegestuurde informatie in de voorbereiding op haar bezoeken. Op 18 januari 2019 en 21 januari 2019 toetste de inspectie of en in welke mate Domus Magnus erin slaagde om de eerder geconstateerde tekortkomingen op het thema cliëntdossier, weg te nemen. Dit rapport geeft de resultaten van deze bezoeken weer. De inspectie bracht daartoe bezoeken aan locatie Holland in Baarn, Villa Walgaerde in Hilversum en locatie Hildebrand in Haarlem. Pagina 5 van 15
2 Conclusie Dit hoofdstuk betreft de conclusie van de inspectie over naleving van de normen genoemd in de last onder dwangsom d.d. 13 december 2018. Voor het naleven van de norm genoemd in de last moet Domus Magnus de verbetermaatregelen organisatiebreed geïmplementeerd hebben en moeten de verbetermaatregelen hebben geleid tot het wegnemen van de tekortkomingen in de zorgverlening. Daarom past de inspectie bij haar beoordelingen een tweepuntschaal toe. De bevindingen in hoofdstuk 4 liggen ten grondslag aan deze conclusie. 2.1 Conclusie: tekortkomingen voldoende weggenomen op het thema cliëntdossier Norm: Cliëntdossier; artikel 2 van de Wkkgz Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. Dit houdt tevens in dat in het cliëntdossier indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen De inspectie concludeert dat Domus Magnus de tekortkomingen in het cliëntdossier, die aanleiding zijn geweest voor het geven van de aanwijzing d.d. 24 april 2018 voldoende heeft weggenomen. De inspectie concludeert het volgende: Op de bezochte locaties van Domus Magnus beschikken cliënten over een compleet en actueel dossier ter ondersteuning van goede zorg en behandeling. In de cliëntdossiers zijn de rapportages en opvolging daarvan merendeels verbeterd. Op de bezochte locaties van Domus Magnus hebben cliënten inspraak in het zorgplan, tenzij de cliënt door een arts wilsonbekwaam ter zake is verklaard. Op de bezochte locaties van Domus Magnus blijkt uit het cliëntdossier dat multidisciplinaire besluitvorming over de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvindt en is dit aantoonbaar vastgelegd. De inspectie concludeert daarnaast dat er aandachtspunten zijn die verdere ontwikkeling behoeven: De reikwijdte van de (ter zake) wilsonbekwaamheid van cliënten is nog niet altijd duidelijk voor zorgverleners. In de praktijk hebben cliënten die wilsonbekwaam zijn verklaard voor het tekenen van een zorgplan daardoor soms te weinig inspraak over de invulling van de dagelijkse zorg. De wensen en behoeften van cliënten verdienen in die gevallen meer aandacht. De inrichting van het ECD geeft in sommige gevallen praktische problemen. Pagina 6 van 15
Daardoor is het niet navolgbaar wie nu precies de ondertekenaar van een zorgplan is, en wie er daarmee inspraak heeft in de zorg- en behandelafspraken. Ondanks de aandachtspunten voldoet Domus Magnus aan de randvoorwaarden voor een voldoende actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. De organisatie heeft nieuw beleid gemaakt en is volop bezig dit te implementeren. De organisatie kan zich echter nog verder verbeteren in haar dossiervoering door de ingeslagen weg verder uit te werken. De inspectie gaat ervan uit dat de geconstateerde aandachtspunten daarin worden meegenomen. Tijd, aandacht en begeleiding zijn noodzakelijk voor het doorleven en ten volle omvatten van het uitgewerkte beleid. Pagina 7 van 15
3 Vervolgacties 3.1 Vervolgacties van de inspectie Domus Magnus moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat Domus Magnus de ingezette verbeteracties verder in de organisatie doorvoert en waar nodig bijstelt om tot verdere verbetering en borging van de kwaliteit van zorg te komen. De inspectie gaat ervan uit dat de bevindingen zoals omschreven in het rapport naleving aanwijzing van 29 november 2019 en de bevindingen zoals omschreven in hoofdstuk vier van deze rapportage voldoende handvatten bieden om hier toe te komen. Daarnaast beschreef de inspectie in de rapporten van de bezoeken aan De Magistraat, Uylenburgh en Villa Walgaerde meerdere aspecten die, naast de verbeteringen genoemd in de aanwijzing, als tekortkoming worden gezien. Dit omdat zij niet in lijn zijn met de huidige wet- en regelgeving en/of veldnormen. Domus Magnus moest ook deze tekortkomingen in verbeteracties omzetten om te komen tot goede zorg. Hoewel Domus Magnus de inspectie op 24 oktober 2018 reeds met een resultaatverslag informeerde over de voortgang hiervan, gaat de inspectie ervan uit dat Domus Magnus ook verdere verbeteringen treft op deze aspecten om zo, wanneer dat nog niet het geval is, te voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. 3.2 Vervolgacties van de inspectie De inspectie sluit hiermee het traject van de Last onder Dwangsom af. Domus Magnus wordt separaat geïnformeerd over de invordering van de te verbeuren dwangsom. De inspectie zal de ontwikkelingen bij Domus Magnus blijven volgen. Daartoe zal de inspectie in de loop van 2020 de voortgang van de verdere verbeteringen in een algemeen toezichtbezoek op een van de locaties van Domus Magnus toetsen. Pagina 8 van 15
4 Bevindingen 18 januari 2019 en 21 januari 2019 Om te toetsen of Domus Magnus de last organisatiebreed heeft nageleefd bezocht de inspectie een aantal locaties van Domus Magnus. De inspectie heeft zich bij deze bezoeken uitsluitend gericht op de tekortkomingen zoals geformuleerd in de last onder dwangsom van 13 december 2018. De inspectie gebruikte de door Domus Magnus toegestuurde werkinstructies over wils(on)bekwaamheid en de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen ter voorbereiding op deze bezoeken. De inspectie heeft op twee dagen onaangekondigde bezoeken aan drie locaties van Domus Magnus gebracht. De inspectie bezocht de volgende locaties: - Holland in Baarn, 18 januari 2019 - Hildebrand in Haarlem, 21 januari 2019 - Villa Walgaerde in Hilversum, 21 januari 2019 Hierna beschrijft de inspectie haar bevindingen bij de betreffende locatiebezoeken, steeds voorzien van een korte locatiebeschrijving. 4.1 Bevindingen locatiebezoek Holland Op 18 januari 2019 heeft de inspectie locatie Holland bezocht. Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt: - gesprek met de locatiemanager en kwaliteitsverpleegkundige; - gesprekken met twee zorgverleners; - inzage in vijf cliëntdossiers. Locatieomschrijving Holland Locatie Holland bestaat uit twee aaneengesloten villa s met in tot totaal 33 appartementen. De huidige cliënten hebben een somatische of psychogeriatrische zorgvraag. De twee aaneengesloten panden van locatie Holland worden door zorgverleners Holland 1 en Holland 3 genoemd. Holland 1 en Holland 3 staan met elkaar in verbinding met een lift. Alle appartementen hebben een eigen badkamer met toilet. Sommige appartementen hebben een kitchenette. De locatie heeft twee gemeenschappelijke huiskamers, in beide gebouwdelen één. 4.1.1 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz Norm: Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. Dit houdt tevens in dat in het cliëntdossier indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Rapportage en opvolging van rapportage zichtbaar verbeterd. De inspectie ziet dat rapportages merendeels aan een zorgdoel gekoppeld zijn. Vaak hanteren zorgverleners daarbij de SOAP-methode. Zorgverleners rapporteren over zorgdoelen, over observatiepunten vanuit de behandeldienst en over benaderingsadviezen. De inspectie ziet bijvoorbeeld het advies van de huisarts in over de buikklachten van een cliënt. Zorgverleners zijn hier alert op en rapporteren hierover. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners regelmatig rapporteren over de reactie van cliënten bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Pagina 9 van 15
De inspectie ziet in de rapportage bijvoorbeeld dat zorgverleners werken aan de afbouw van vrijheidsbeperkende maatregelen en dat zij zoeken naar alternatieven. Zo proberen zorgverleners bij een cliënt een bedsteun uit als alternatief voor een bedhek. Regelmatig rapporteren zij over de ervaringen van deze cliënt. Cliënten hebben inspraak in het zorgplan, tenzij de cliënt door een arts wilsonbekwaam ter zake is verklaard. Domus Magnus heeft de wils(on)bekwaamheden van cliënten in beeld gebracht en vastgelegd. Daarbij heeft Domus Magnus het uitgangspunt dat de cliënt zelf instemt met het zorgplan of de zorgafspraken. Wanneer een cliënt hiertoe niet meer in staat is, is door de Specialist Ouderengeneeskunde (hierna: SO) beoordeeld dat de cliënt wilsonbekwaam ter zake is. In de meeste cliëntdossiers heeft de SO vastgelegd dat cliënten wilsonbekwaam zijn wat betreft het ondertekenen van een zorgplan. In de gevallen waarbij een cliëntvertegenwoordiger instemt met het zorgplan is de procedure van Domus Magnus voor het vaststellen en vastleggen van wilsbekwaamheid gevolgd. In de getoetste cliëntdossiers staat vastgelegd dat een cliënt wilsonbekwaam is en waarvoor (ter zake). Bij deze cliënten staat in een document zaakwaarneming vastgelegd wie in het geval van zorgafspraken optreedt als (wettelijk) vertegenwoordiger van de cliënt. In een enkel dossier ziet de inspectie ook dat dit in een notarieel document staat vastgelegd. In dit geval heeft de cliënt een volmacht aangewezen. Gesprekspartners geven aan dat locatie Holland de praktische consequenties van het vastleggen van de wilsbekwaamheid ter zake nog niet in alle gevallen is opgelost. Dit resulteert er in dat in een enkel dossier niet navolgbaar is wie er daadwerkelijk instemt met het zorgplan. De inspectie ziet bijvoorbeeld een zorgplan waarbij de cliënt wilsonbekwaam is verklaard voor het ondertekenen van het zorgplan, maar waar de naam van de cliënt toch onder het zorgplan staat. Gesprekspartners geven aan dat de handtekening wel van de cliëntvertegenwoordiger van de cliënt is. Zij geven aan dat dit een tekortkoming betreft in het Elektronisch Cliëntendossier dat Domus Magnus gebruikt. Multidisciplinaire besluitvorming over de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen aantoonbaar vastgelegd. De inspectie ziet dat er een aantal vrijheidsbeperkende maatregelen zoals het gebruik van bedhekken en bewegingssensoren bij cliënten op locatie Holland toegepast worden. In die cliëntdossiers ziet de inspectie dat in alle getoetste gevallen multidisciplinaire besluitvorming heeft plaatsgevonden. De afwegingen en uiteindelijke besluitvorming ten aanzien van de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregel ziet de inspectie terug in het dossier. Ook blijkt uit het dossier wie met de ingezette maatregel instemt en ziet de inspectie de toelichting van de arts over het doel van de maatregel en de overwegingen. Zorgverleners weten de relevante informatie te vinden. Zo laten zij zien dat in de rapportages de evaluaties en overwegingen van de cliënt staan. Wat in het merendeel van de ingezette maatregelen echter ontbreekt is de evaluatiedatum van de maatregel. Toch ziet de inspectie dat bij locatie Holland nog altijd verwarring bestaat over de reikwijdte van de (ter zake) wilsonbekwaamheid van cliënten. Het komt bijvoorbeeld voor dat er in het geval van wilsonbekwaamheid ter zake het ondertekenen van het zorgplan, afspraken over cliënten worden gemaakt. In de praktijk heeft de cliënt daarbij vervolgens geen inspraak meer in zijn wensen en behoeften. Zo ziet de inspectie een cliëntdossier in waarbij de cliënt wilsonbekwaam is verklaard ter zake het ondertekenen van een zorgplan. De cliëntvertegenwoordiger is daarom voor de zorgverleners gesprekspartner geweest bij het vaststellen en accorderen van het zorgplan. Pagina 10 van 15
De cliënt kan volgens gesprekspartners wel aangeven wat hij of zij graag wenst en bijvoorbeeld, waarvan hij of zij geniet en wat als prettig wordt ervaren. Volgens het zorgplan mag de cliënt (onder andere) niet zonder mes en vork te gebruiken eten, en is het eten van taart of andere extra s niet toegestaan. In de rapportage leest de inspectie echter dat de cliënt niet goed meer met mes en vork kan eten en graag met zijn handen wil eten. Ook laat de cliënt volgens de rapportage aan zorgverleners duidelijk merken graag een stukje taart te willen. Gesprekspartners geven aan een spanningsveld te ervaren wanneer het gaat tussen de voorkeuren en wensen van cliënten en de afspraken zoals in het zorgplan afgestemd met de vertegenwoordiger van de cliënt. 4.2 Bevindingen locatiebezoek Hildebrand Op 21 januari 2019 heeft de inspectie locatie Hildebrand bezocht. Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt: - gesprek met de locatiemanager en hoofd zorg; - rondgang door de locatie; - gesprekken met twee zorgverleners; - inzage in vijf cliëntdossiers. Locatieomschrijving Hildebrand Hildebrand bestaat uit twee aaneengesloten villa s met in totaal 28 appartementen. De huidige cliënten hebben een psychogeriatrische zorgvraag. Alle appartementen betreffen een zit-slaapkamer met een eigen badkamer met toilet. Een enkel appartement heeft een zitkamer met aparte slaapkamer. De locatie heeft een gemeenschappelijke huiskamer die is onderverdeeld in drie ruimtes zodat cliënten kunnen kiezen waar zij willen zitten. 4.3 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz Norm: Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. Dit houdt tevens in dat in het cliëntdossier indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen Rapportage en opvolging van rapportage zichtbaar verbeterd. De inspectie ziet dat rapportages merendeels aan een zorgdoel gekoppeld zijn. Vaak hanteren zorgverleners daarbij de SOAP-methode. Zorgverleners rapporteren over zorgdoelen, over observatievragen, observatiepunten en over benaderingsadviezen. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners regelmatig rapporteren over de reactie van cliënten bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. In het geval van een verandering in zorgvraag ziet de inspectie dat de rapportages elkaar logisch opvolgen. In een enkel geval ziet de inspectie dat in het zorgplan staat benoemd dat de cliënt een benaderingsadvies heeft. Zorgverleners vertellen dit ook, en vertellen het benaderingsadvies te kennen. Het benaderingsadvies is echter niet in alle gevallen te vinden in het dossier. Ook ziet de inspectie in de rapportage niet altijd dat zorgverleners alert zijn op gedrag, of opvolging geven aan het benaderingsadvies. De rapportage gaat met name over of de cliënt goed heeft geslapen. In andere dossiers ziet de inspectie dat de opvolging beter gaat. Bij een cliënt met een wond, en bij een cliënt met onbegrepen gedrag ziet de inspectie dat zorgverleners hier regelmatig op rapporteren en dat de rapportages elkaar duidelijk opvolgen. Pagina 11 van 15
Cliënten hebben inspraak in het zorgplan, tenzij de cliënt door een arts wilsonbekwaam ter zake is verklaard. Domus Magnus heeft de (ter zake) wils(on)bekwaamheden van cliënten in beeld gebracht en vastgelegd. Daarbij heeft Domus Magnus het uitgangspunt dat de cliënt zelf instemt met het zorgplan of de zorgafspraken. Wanneer een cliënt hiertoe niet meer in staat is, is door de SO beoordeeld dat de cliënt wilsonbekwaam ter zake is. In de meeste cliëntdossiers heeft de SO vastgelegd dat cliënten wilsonbekwaam zijn wat betreft het ondertekenen van een zorgplan. In de gevallen waarbij een cliëntvertegenwoordiger instemt met het zorgplan is de procedure van Domus Magnus voor het vaststellen en vastleggen van wilsbekwaamheid gevolgd. In de getoetste cliëntdossiers staat vastgelegd dat een cliënt wilsonbekwaam is en waarvoor (ter zake). Bij deze cliënten staat in een document zaakwaarneming vastgelegd wie in het geval van zorgafspraken optreedt als (wettelijk) vertegenwoordiger van de cliënt. De inspectie ziet nog wel dat in een cliëntdossier de zoon door de cliënt is aangewezen als zaakwaarnemer wanneer het gaat om zorgafspraken. De zorgverleners stemmen de afspraken in het zorgplan echter af met de eerste contactpersoon van de cliënt. Deze contactpersoon is niet de vastgelegde vertegenwoordiger. Gesprekspartners geven aan dat er nog onduidelijkheid bestaat tussen het begrip eerste contactpersoon en een cliëntvertegenwoordiger. Ook is op locatie Hildebrand in een enkel dossier niet navolgbaar wie er daadwerkelijk instemt met het zorgplan. De inspectie ziet bijvoorbeeld een zorgplan waarbij de cliënt wilsonbekwaam is verklaard voor het ondertekenen van het zorgplan maar waar de naam van de cliënt toch onder het zorgplan staat. Gesprekspartners geven aan dat de handtekening wel van de cliëntvertegenwoordiger van de cliënt is maar dat zij in het systeem niet aan kunnen geven wie het zorgplan ondertekend. Hierdoor komt automatisch de naam van de cliënt onder het zorgplan te staan. Multidisciplinaire besluitvorming over de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen aantoonbaar vastgelegd. De inspectie ziet dat er een aantal vrijheidsbeperkende maatregelen zoals het gebruik van bedhekken, bewegingssensoren en psychofarmaca bij cliënten toegepast worden. In die cliëntdossiers ziet de inspectie dat in alle getoetste gevallen multidisciplinaire besluitvorming heeft plaatsgevonden. De afwegingen en uiteindelijke besluitvorming ten aanzien van de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregel ziet de inspectie in principe terug in het dossier. Ook blijkt uit het dossier wie met de ingezette maatregel instemt en ziet de inspectie de toelichting van de arts over het doel van de maatregel en de overwegingen. Zorgverleners weten de relevante informatie te vinden. Zo laten zij zien dat in de rapportages de evaluaties en overwegingen van de cliënt staan. Wat in het merendeel van de ingezette maatregelen echter ontbreekt is de evaluatiedatum van de maatregel. In een enkel geval ontstaat bij zorgverleners onduidelijkheid over de mate waarin het gebruik van psychofarmaca onderdeel is van de behandeling van de cliënt of wanneer het daadwerkelijk een vrijheidsbeperkende maatregel is. De inspectie ziet en hoort dat betrokken hierover met elkaar in gesprek zijn en elkaar toetsen op het doel en de context waarin bepaalde handelingen ingezet worden. Toch ziet de inspectie dat bij locatie Hildebrand nog verwarring bestaat over de reikwijdte van de (ter zake) wilsonbekwaamheid van cliënten in relatie tot vrijheidsbeperkingen. Het komt bijvoorbeeld voor dat er in het geval van wilsonbekwaamheid ter zake het ondertekenen van het zorgplan, afspraken over Pagina 12 van 15
cliënten worden gemaakt. In de praktijk heeft de cliënt vervolgens geen inspraak meer in zijn wensen en behoeften. Zo vertelt een zorgverlener dat een cliënt met een bedhek nog zelf in staat zou zijn om hier toestemming voor te geven als de zorgverleners de vraagstelling aanpassen naar het begrip van deze cliënt. Toch gebeurt dat nu nog niet en worden afspraken enkel gemaakt met de vertegenwoordiger. 4.4 Bevindingen locatiebezoek Villa Walgaerde Op 21 januari 2019 heeft de inspectie Villa Walgaerde bezocht. Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt: - gesprek met twee locatiemanagers 1 ; - gesprekken met een zorgverlener en kwaliteitsverpleegkundige; - inzage in twee cliëntdossiers. Locatieomschrijving Villa Walgaerde Villa Walgaerde heeft 15 appartementen. Ten tijde van het inspectiebezoek verblijven 12 cliënten op de locatie met verschillende zorgindicaties. De appartementen variëren in grootte. De appartementen bestaan uit een zitslaapkamer met eigen sanitaire voorzieningen. Een aantal appartementen hebben een woonkamer met keukenblok en een aparte slaapkamer. Daarnaast zijn er gemeenschappelijke ruimtes, zoals een huiskamer en een gezamenlijke keuken. 4.4.1 Cliëntdossier: artikel 2 van de Wkkgz Norm: Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging, 2011. Dit houdt tevens in dat in het cliëntdossier indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Rapportage en opvolging van rapportage behoeft nog verdere aandacht. De inspectie ziet dat rapportages nog niet altijd aan een zorgdoel gekoppeld zijn. Zorgverleners gaan nog wisselend om met de SOAP-methode. Zorgverleners rapporteren nog veelal over algemeenheden. Belangrijke signalen bijvoorbeeld over het uitspugen van medicatie (zie het voorbeeld bij vrijheidsbeperkende maatregelen) worden niet consequent vastgelegd en gedocumenteerd. In een ander cliëntdossier ziet de inspectie ook dat er wisselend met de rapportage wordt omgegaan. Soms staat er alleen dat een cliënt niet meewerkte met de verzorging. Er wordt dan geen gedrag van cliënt of reactie van zorgverlener beschreven. Ook staat er dan geen analyse van de situatie beschreven. In andere gevallen gaat het wat beter. Het rapporteren en opvolgen daarvan is wisselend van kwaliteit bij locatie Walgaerde. Ondanks deze tekortkomingen ziet de inspectie ook de vooruitgang. De inspectie constateert dat de rapportages al wel van betere kwaliteit zijn dan voorheen. 1 Ten tijde van het inspectiebezoek stuurde een interim locatiemanager de locatie aan. Op 1 januari 2019 startte de nieuwe locatiemanager van Villa Walgaerde. De maand januari gebruiken zij om de taken en verantwoordelijkheden over te dragen, en om ingewerkt te raken. Pagina 13 van 15
Cliënten hebben inspraak in het zorgplan, tenzij de cliënt door een arts wilsonbekwaam ter zake is verklaart. Domus Magnus heeft de wils(on)bekwaamheden van cliënten in beeld gebracht en vastgelegd. Daarbij heeft Domus Magnus het uitgangspunt dat de cliënt zelf instemt met het zorgplan of de zorgafspraken. Wanneer een cliënt hiertoe niet meer in staat is, is door de SO beoordeeld dat de cliënt wilsonbekwaam ter zake is. In de meeste cliëntdossiers heeft de SO vastgelegd dat cliënten wilsonbekwaam zijn wat betreft het ondertekenen van een zorgplan. In de getoetste cliëntdossiers staat vastgelegd dat een cliënt wilsonbekwaam is en waarvoor (ter zake). Bij een van de cliënten is de cliënt wilsonbekwaam verklaard door een arts. Er staat niet vastgelegd wie als de (wettelijk) vertegenwoordiger instemt met de zorgafspraken. Een zorgverlener vertelt dat er voor deze cliënt geen zaakwaarnemingsformulier is opgenomen in het dossier omdat zij met een van de dochters van de cliënt afstemmen. Zij staan in het dossier als contactpersoon vermeld. Toch ziet de inspectie dat ook bij locatie Walgaerde nog verwarring bestaat over de reikwijdte van de (ter zake) wilsonbekwaamheid van cliënten in relatie tot vrijheidsbeperkingen. Het komt bijvoorbeeld voor dat er in het geval van wilsonbekwaamheid ter zake het ondertekenen van het zorgplan, afspraken over cliënten worden gemaakt. In de praktijk heeft de cliënt vervolgens geen inspraak meer in zijn wensen en behoeften. Zo vertelt een zorgverlener dat een cliënt van de wettelijk vertegenwoordiger wekelijks gewogen moet worden en bepaalde producten niet mag eten vanwege licht overgewicht. De zorgverlener ziet dat de cliënt wel graag deze producten zou willen eten. Toch gebeurt dat nu niet en worden afspraken enkel gemaakt met de vertegenwoordiger en heeft deze cliënt hierin geen inspraak. Multidisciplinaire besluitvorming over de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen aantoonbaar vastgelegd, overwegingen niet altijd voldoende navolgbaar. De inspectie ziet dat er een aantal vrijheidsbeperkende maatregelen zoals sensoren, bedhekken en het verdekt toedienen van medicatie worden toegepast. In de cliëntdossiers ziet de inspectie dat multidisciplinaire besluitvorming heeft plaatsgevonden. De afwegingen en uiteindelijke besluitvorming ten aanzien van de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregel ziet de inspectie terug in het dossier maar de informatie blijkt niet altijd volledig. Bij een van de cliënten dienen zorgverleners al geruime periode de medicatie verdekt toe. Deze afspraak staat ook als vrijheidsberkende maatregel genoteerd in het zorgplan, maar niet alle relevante informatie blijkt te zijn opgenomen en vastgelegd. Zo staat er in de maatregel dat zorgverleners medicatie mogen malen en verdekt mogen toedienen als de cliënt de medicatie weigert. De maatregel wordt volgens de overweging ingezet vanwege achterdocht en vergiftigingswaan. In het zorgplan, en overige formulieren in het dossier leest de inspectie echter niet dat de cliënt achterdochtig is, dan wel wanen voor vergiftiging heeft. Een zorgverlener licht mondeling toe dat de cliënt ook eten met stukjes regelmatig uitspuugt. Zij maalt de medicatie wel, maar biedt deze zichtbaar aan. In de rapportage leest de inspectie deze informatie eveneens niet. De inspectie leest ook niet over een benaderingswijze en andere zorgvragen. De rapportage gaat veelal over medicatie uitgespuugd, gemalen en verdekt aangeboden. Verdere (context)informatie ontbreekt. Bij de andere ingezette vrijheidsbeperkende maatregelen ziet de inspectie dat multidisciplinaire besluitvorming heeft plaatsgevonden. Pagina 14 van 15
De afwegingen en uiteindelijke besluitvorming ten aanzien van de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregel ziet de inspectie daarbij terug in het dossier. Ook blijkt uit het dossier wie met de ingezette maatregel instemt en ziet de inspectie de toelichting van de arts over het doel van de maatregel en de overwegingen. Pagina 15 van 15