AANTEKENEN. Artemis Groep B.V. Raad van bestuur Stationsstraat AW ZETTEN

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus DA Heerlen AANTEKENEN Artemis Groep B.V. Raad van bestuur Stationsstraat AW ZETTEN Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T Inlichtingen bij N.N. T ri.utrecht@igj.nl Ons kenmerk Betreft Aanwijzing ex artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg Geachte raad van bestuur, Per aangetekende brief en van 13 september 2018 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspectie) u geïnformeerd over haar voornemen tot het geven van een aanwijzing ex artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Met deze brief geeft de inspectie uitvoering aan haar voornemen en geeft u een aanwijzing, waarmee u wordt verplicht om binnen vier maanden maatregelen te treffen, zodat wordt voldaan aan de in deze aanwijzing geformuleerde punten. Zienswijze aanwijzing U heeft in de door u gegeven zienswijze het volgende aangevoerd. U geeft aan dat u het geconstateerde punt vrijheidsbeperkende maatregelen ervaart als moeilijk. U geeft aan dat een aantal bewoners soms wegloopt en dat u van de inspectie de poort open moet zetten. U geeft aan dat u niet wilt dat u daarna de familie moet bellen dat er een ongeluk gebeurd is. Daarnaast geeft u aan dat u het op aantal punten niet met de inspectie eens bent en dat er stappen gezet zijn naar verbetering. U geeft aan dat u het reageren met welke punten u het niet eens bent zonde van de tijd van de inspectie vindt. U verzoekt voorts om uitstel voor het realiseren van de in het voornemen genoemde punten tot 20 maart De door u aangevoerde argumenten hebben mij geen aanleiding gegeven van de door mij voorgenomen aanwijzing af te zien. Ik heb hierbij het volgende overwogen. De inspectie heeft niet aangegeven dat u de poort open zou moeten zetten zodat bewoners zouden kunnen weglopen. Wel heeft de inspectie aangegeven dat wat betreft de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen er individuele afwegingen gemaakt moeten worden. Zowel de wilsbekwaamheid als de vrijheidsbeperkende maatregelen moeten individueel getoetst en volgens de juiste procedure ingezet worden met daarbij de afweging van het inzetten van het minst belastende middel en het betrekken van de juiste betrokkenen en behandelaren. Ten slotte dient de afweging en het besluit vastgelegd te worden in het cliëntdossier. Pagina 1 van 9

2 U geeft in uw telefonische zienswijze aan het op een aantal punten niet eens te zijn met de inspectie en geeft aan dat er stappen gezet zijn naar verbetering. Hiervoor heeft u echter geen onderbouwing aangeleverd. De situatie zoals weergegeven in het inspectierapport over het bezoek van 21 augustus 2018 dient daarom nog steeds als uitgangspunt voor deze aanwijzing. Wat betreft de termijn waarop u aan de aanwijzing dient te voldoen. In uw telefonische zienswijze heeft u telefonisch aangegeven dat u in binnen de gestelde termijn van vier maanden zou kunnen voldoen aan de aanwijzing. U sprak zelfs over een termijn van drie maanden waarbinnen u de verbeteringen zou kunnen doorvoeren. Ook onderbouwt u in uw schriftelijke zienswijze niet waarom u een termijn van zes maanden, een termijn tot 20 maart 2019, nodig heeft om de punten uit de aanwijzing te realiseren. Bij de bepaling van de termijn waarbinnen een instelling dient te voldoen aan een aanwijzing baseert de inspectie zich op een aantal factoren, zoals omvang van de aanwijzing en de aard en omvang van de weg te nemen tekortkomingen. De inspectie is van oordeel dat een aantal onderdelen van de aanwijzing in ieder geval binnen vier maanden nageleefd kunnen worden: - het opstellen van een scholingsplan; - het zorgen voor een actueel en compleet cliëntdossier; - het op systematische wijze verzamelen en registreren van gegevens betreffende de kwaliteit; - het aantoonbaar en systematisch analyseren van MIC-meldingen; - verbeteringen treffen op basis daarvan en het vormgeven van een procedure rondom veilige en verantwoorde medicatiezorg. Het laatste onderdeel van de aanwijzing betreft de balans tussen de aanwezige deskundige zorgverleners en het aantal cliënten in combinatie met de complexiteit van hun zorgvraag. De tijd die nodig is om de tekortkomingen op dit punt weg te nemen is meer afhankelijk van de omvang van een instelling. Gezien het aantal aanwezige cliënten en personeelsleden van Het Witte Huis acht de inspectie dit punt ook te realiseren zijn binnen een termijn van vier maanden. Bijvoorbeeld door aanname van personeel en scholing. Gelet op voorgaande overwegingen acht de inspectie de termijn van vier maanden voor de aanwijzing dan ook proportioneel en haalbaar. De inspectie acht het opleggen van een aanwijzing, gelet op de ernst van de bevindingen in samenhang met eerdere bevindingen, afgewogen tegen de noodzaak om de kwaliteit van zorg te verbeteren in verband met de cliëntveiligheid, dan ook proportioneel. Zij acht het noodzakelijk een maatregel op te leggen die u bestuursrechtelijk dwingt tot geïmplementeerde verbeteringen te komen. Voor de onderbouwing voor het geven van deze aanwijzing verwijs ik verder naar de hieronder opgenomen beoordeling van de zorgverlening. Volledigheidshalve merk ik nog op dat de inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. De instrumenten die de inspectie daarvoor gebruikt zijn slechts een middel om deze toetsing uit te voeren. Bij Het Witte Huis is de zorg getoetst aan de Wkkgz, omdat u Wlz- geïndiceerde zorg levert. Daarnaast is de zorg getoetst aan professionele standaarden en veldnormen die op Het Witte Huis van toepassing zijn. Pagina 2 van 9

3 Aanleiding Op 18 maart 2015 en 16 juni 2017 bracht de inspectie bezoeken aan Het Witte Huis. Het eerste bezoek was in het kader van het toezicht op de aanwezigheid van randvoorwaarden voor goede zorg bij nieuwe zorgaanbieders en het tweede in het kader van toezicht op hygiëne en infectiepreventie. Bij beide onderzoeken voldeed Het Witte Huis in eerste instantie niet aan de normen waaraan getoetst werd. De onderzoeken werden afgesloten nadat Het Witte Huis aanvullende informatie aan de inspectie verstrekte en aangaf dat er verbetermaatregelen waren getroffen. De inspectie bracht op 27 november 2017 opnieuw een inspectiebezoek aan Het Witte Huis. Dit was, anders dan het bezoek van 18 maart 2015, toen de inspectie de randvoorwaarden voor goede zorg toetste, bedoeld om de kwaliteit van de geleverde zorg diepgaand te toetsen. Het Witte Huis voldeed niet (of grotendeels niet) aan 22 van de 30 getoetste normen. Met name het methodisch werken en de thema s medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking beoordeelde de inspectie als risicovol. De inspectie verzocht de organisatie verbetermaatregelen te nemen op de thema s die niet voldeden en haar over de voortgang te informeren. Het eerste resultaatsverslag ontving de inspectie op 13 april Omdat Het Witte Huis zelf aangaf nog niet te voldoen aan de gestelde normen, gaf de inspectie een verlengde verbetertermijn. Het Witte Huis stuurde de inspectie daarop op 15 juni 2018 een tweede resultaatsverslag. In dit verslag stelde Het Witte Huis dat de zorg aan de gestelde normen voldeed. Op 21 augustus 2018 bracht de inspectie een vervolgbezoek aan Het Witte Huis om te onderzoeken of Het Witte Huis daadwerkelijk aan de geldende wet- en regelgeving voldeed en of de gestelde verbetermaatregelen ook in de praktijk doorgevoerd en geborgd waren. Bevindingen van het inspectiebezoek van 21 augustus 2018 aan Het Witte Huis Het inspectieonderzoek heeft geleid tot de volgende bevindingen: Deskundige hulpverlener, omgaan met onbegrepen gedrag en multidisciplinair werken De inspectie constateert dat de kennis bij Het Witte Huis onvoldoende is afgestemd op de zorgzwaarte en doelgroep. Zo blijkt dat de kennis over en het omgaan met onbegrepen gedrag en vrijheidsbeperkende maatregelen in alle geledingen van de organisatie onvoldoende aanwezig is. Het Witte Huis heeft daarnaast geen duidelijke afspraken vastgelegd over wie welke verantwoordelijkheid in het zorgproces heeft. In geen van de getoetste cliëntdossiers ziet de inspectie betrokkenheid van een gedragswetenschapper, waardoor er een gebrek is aan multidisciplinaire samenwerking. Cliëntdossier, methodisch werken en inzet vrijheidsbeperkende middelen Het Witte Huis werkt onvoldoende methodisch in het cliëntdossier. De inspectie constateert dat zorgverleners niet voor iedere cliënt in kaart brengen wat de zorgvragen en de risico s zijn. De getoetste dossiers bevatten nagenoeg gelijke doelen en bijbehorende acties. De zorgplannen zijn vrijwel identiek en niet afgestemd op de persoonlijke wensen, beperkingen en mogelijkheden van cliënten. De inspectie constateert verder dat de cliëntdossiers onvolledig zijn. Zo ontbreken essentiële onderdelen zoals risicoinventarisaties en Pagina 3 van 9

4 levensgeschiedenissen in het cliëntdossier. Uit de dossiers blijkt onvoldoende of de cliënt wils(on)bekwaam is, onder meer ter zake van de inzet van vrijheidsbeperkende middelen. Er wordt voor de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregelen geen gedragsanalyse uitgevoerd, of in ieder geval niet aantoonbaar, en het is niet voldoende zichtbaar dat gedragsinterventies overwogen zijn. Sturen op kwaliteit en veiligheid De inspectie constateert dat Het Witte Huis in onvoldoende mate kwaliteitsinformatie gebruikt om systematisch te werken aan het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Zo zijn verbeteringen en projecten die Het Witte Huis naar aanleiding van de eerdere bezoeken in gang zette onvoldoende consequent doorgevoerd en geborgd. Ditzelfde geldt voor verbeteringen naar aanleiding van MIC-analyses. De organisatie past hierbij onvoldoende de PDCAcyclus toe. De inspectie constateert dat het bestuur van Het Witte Huis in een periode dat de kwaliteit van de zorg nog op vele normen verbeterd moet worden, toch de keuze maakt een nieuwe locatie te openen. Medicatieveiligheid Op het gebied van de medicatieveiligheid ziet de inspectie dat Het Witte Huis geen vastgesteld beleid heeft dat voldoet aan de vereisten uit de Veilige principes in de medicatieketen. Zorgverleners maken geen individuele afspraken over het eigen beheer van medicatie met de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger. In het cliëntdossier ziet de inspectie niet aantoonbaar welke acties er volgen uit de medicatiereviews en of er een jaarlijkse medicatiereview plaatsvindt door behandelaar en apotheker. Zorgverleners hebben onvoldoende kennis van de gebruikte medicatie. Beoordeling van de zorgverlening Op basis van de bevindingen die voortkomen uit het bezoek van 21 augustus 2018 aan Het Witte Huis, beoordeelt de inspectie dat Het Witte Huis niet (of grotendeels niet) voldoet aan de 26 getoetste normen waaraan de inspectie de zorg heeft getoetst op de thema s persoonsgerichte zorg, de deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit, medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking. De inspectie is van oordeel dat, om tot goede zorg te komen, de cultuur en de houding van Het Witte Huis gericht moeten zijn op het leren en verbeteren. De inspectie constateert echter dat er in de periode dat zij onderzoek doet naar de kwaliteit van de geleverde zorg, onvoldoende aansturing heeft plaatsgevonden om te komen tot een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit en de veiligheid van zorg binnen Het Witte Huis. Daarnaast bestaat er binnen Het Witte Huis een gebrek aan kennis over de zorgverlening aan deze complexe doelgroep. Op basis van de bevindingen uit het bezoek is de inspectie van oordeel dat Het Witte Huis de artikelen 2, 3 en 7 van de Wkkgz niet of onvoldoende naleeft. Pagina 4 van 9

5 De inspectie komt tot de conclusie dat, gelet op de ernst van de tekortkomingen op de thema s deskundigheid/inzet van personeel, cliëntdossier, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid sprake is van een risicovolle situatie waarbij de veiligheid van cliënten in het geding is. De inspectie acht het in het belang van de cliëntveiligheid noodzakelijk dat bereikt wordt dat de noodzakelijke verbetermaatregelen worden getroffen en op de structurele naleving daarvan adequaat wordt gestuurd. De inspectie constateert dat de raad van bestuur van Het Witte Huis onvoldoende daadkracht toont om verbeteringen op de locatie door te voeren. Het bestuur van Het Witte Huis is al sinds begin 2015 door de inspectie gewezen op tekortkomingen in de (randvoorwaarden voor goede) zorgverlening. En hoewel er reeds een verbetertraject met resultaatsverslagen heeft plaatsgevonden, is Het Witte Huis er niet in geslaagd om zodanig te sturen dat alle verbetermaatregelen, waarvan Het Witte Huis aangaf ze te hebben doorgevoerd, ook volledig te implementeren en borgen. Hierdoor heeft de inspectie geen vertrouwen dat de raad van bestuur de verbetermaatregelen die zij zegt door te gaan voeren ook daadwerkelijk doorvoert en borgt. Daarnaast blijkt uit het feit dat het bestuur van Het Witte Huis een nieuwe locatie opent in een periode dat de zorg naar het oordeel van de inspectie nog niet goed en veilig is, een beperkt urgentiebesef. Dit leidt ertoe dat de inspectie er onvoldoende vertrouwen in heeft dat de noodzakelijke verbeteringen, zonder het geven van een bestuursrechtelijke maatregel door de inspectie, gerealiseerd en geborgd worden. Aanwijzing Gelet op het vorenstaande geef ik, thans Artemis Groep B.V. voor de locatie Résidence Het Witte Huis B.V., krachtens artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg een aanwijzing met de volgende inhoud: U moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 maanden na dagtekening van de aanwijzing, op de locatie Het Witte Huis voldoen aan de volgende normen: Deskundige zorgverlener; artikel 2 en 3 van de Wkkgz Er is aantoonbaar sprake van inzet van zorgverleners passend bij de zorgvraag van de cliënten. De zorgaanbieder beschikt over een scholingsplan afgestemd op de zorg en ondersteuningsbehoefte van de doelgroep en het deskundigheidsniveau van de zorgverleners. Clientdossier; artikel 2 van de Wkkgz Iedere cliënt beschikt over een actueel en compleet cliëntdossier dat voldoet aan de beschrijving uit de Richtlijn Verpleegkundige en Verzorgende Verslaglegging, Dit houdt in dat in het cliëntdossier naast de levensgeschiedenis van de cliënt indien van toepassing aantoonbaar is dat er een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse voorafgaand aan de toepassing van interventies bij onbegrepen gedrag heeft plaatsgevonden en dat de zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Pagina 5 van 9

6 Sturen op kwaliteit en veiligheid; artikel 3 en 7 van de Wkkgz De zorgaanbieder verzamelt en registreert op systematische wijze gegevens betreffende de kwaliteit van zorg en toetst aan de hand van deze gegevens op systematische wijze of de wijze waarop de zorgaanbieder uitvoering geeft aan artikel 3 en 7 van de Wkkgz leidt tot goede zorg; De zorgaanbieder analyseert aantoonbaar en systematisch alle MICmeldingen. De zorgaanbieder maakt aantoonbaar welke verbetermaatregelen zij treft op basis van die analyse. De zorgaanbieder laat zien volgens welk systeem zij het resultaat van verbeteringen evalueert. Medicatieveiligheid; Artikel 2 van de Wkkgz, veldnorm: Veilige principes in de medicatieketen. De zorgaanbieder heeft een procedure rondom veilige en verantwoorde medicatiezorg beschreven. Deze procedure voldoet aan de Veilige principes in de medicatieketen Uiterlijk op 24 januari 2019 dient aan de aanwijzing gevolg te zijn gegeven. Indien u binnen deze termijn geen gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing, kan ik een last onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom opleggen teneinde de naleving van de aanwijzing af te dwingen. Openbaarmaking Over het voornemen van de inspectie de aanwijzing actief openbaar te maken, heeft u het volgende naar voren gebracht. U geeft in uw zienswijze aan dat u bezwaar heeft tegen openbaarmaking. Overwegingen openbaarmaking Het door u aangevoerde argument, heeft mij geen aanleiding gegeven van de openbaarmaking van de aanwijzing af te zien. Ik heb hierbij het volgende overwogen. De inspectie streeft met actieve openbaarmaking verschillende doelen na, waaronder het informeren van patiënten, cliënten en zorgverzekeraars over de zorgkwaliteit. Dit kan cliënten helpen bij het kiezen van goede zorg. De openbaarmaking heeft daarmee een informatief karakter voor cliënten in de zorg en heeft geen punitief karakter. De openbaarmaking van deze aanwijzing valt onder het informatieve karakter dat de inspectie met haar openbaarmakingbeleid tot doel heeft. Daarnaast draagt de inspectie hiermee bij aan transparantie van de overheid over de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de zorg. Voorts verhoogt het actief publiceren van de aanwijzing het nalevingsniveau van zorgaanbieders. Bij de afweging van het algemene belang, u kunt hierbij denken aan cliënten, maar ook aan soortgelijke zorgaanbieders die zijn gediend bij openbaarmaking van de aanwijzing enerzijds, versus het belang van u als zorgaanbieder om geen onevenredig nadeel te lijden als gevolg van die openbaarmaking anderzijds, is de inspectie van oordeel dat aan het algemene belang een grotere waarde moet worden toegekend. Dat is de reden waarom de inspectie overgaat tot openbaarmaking. Dit houdt in dat de aanwijzing het onderliggende inspectierapport en een begeleidend persbericht integraal worden gepubliceerd op de inspectiewebsite. Pagina 6 van 9

7 In het kader van bovengenoemde belangenafweging vind ik het van belang dat de neutrale lezer het complete beeld krijgt. Dus niet alleen de visie van de inspectie ten aanzien van de situatie bij uw instelling ten tijde van de bezoeken en gesprekken, maar ook uw kant van het verhaal. Ik stel u daarom hierbij in de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na dagtekening van dit besluit een schriftelijke reactie in te dienen die tegelijkertijd met de aanwijzing zal worden gepubliceerd. Voor de leesbaarheid wil ik u daarbij verzoeken uw zienswijze te beperken tot een (zakelijke) reactie van maximaal 300 woorden. Deze aanwijzing geldt per direct. Om de plaatsing van de aanwijzing op de website van de inspectie tegen te houden, moet u twee dingen doen. Allereerst is het nodig om bezwaar te maken tegen dit besluit bij het Ministerie van VWS (zie hieronder voor een toelichting). Daarnaast is het nodig om een verzoek doen bij de rechter om de aanwijzing niet te publiceren. Zo n verzoek wordt een verzoek om voorlopige voorziening genoemd (zie hieronder voor een toelichting). Om u hiervoor de tijd te geven zal de inspectie de aanwijzing niet eerder dan 1 oktober 2018 om (12:00 uur) op haar website plaatsen. Ik ga ervan uit u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u een toelichting op dit besluit wenst dan kunt u contact opnemen met N.N. onder De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Drs. K. Louwes Hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg Pagina 7 van 9

8 Reactie Het Witte Huis mee laten publiceren Wanneer u gebruik wilt maken van de gelegenheid om uw reactie op de aanwijzing mee te publiceren, dan kunt u uw reactie richten aan ri.utrecht@igj.nl. Ik wijs u erop dat uw reactie uiterlijk 5 werkdagen na dagtekening van dit besluit ontvangen dient te zijn. Graag wijs ik u erop dat een reactie bestemd voor publicatie niet wordt gezien als een bezwaarschrift gericht tegen de publicatie. Hieronder leest u hoe u een voorlopige voorziening kunt indienen, dan wel bezwaar kunt maken. Bezwaar Heeft u vragen over deze beslissing of bent u het er niet mee eens? Kijk dan op Daar wordt uitgelegd wat u kunt doen als u het niet eens bent met de beslissing en misschien bezwaar wilt maken. Er staan voorbeelden waarmee u de kans op een succesvol bezwaar kunt inschatten. Wilt u een bezwaarschrift sturen, dan moet dit binnen zes weken na de datum die bovenaan deze brief staat. Let op: doe dit op tijd, anders kan uw bezwaar niet worden behandeld. Het bezwaarschrift t u naar: WJZ.bezwaarenberoep@minvws.nl, bij voorkeur met een ingescande handtekening. Indien u het bezwaarschrift per e- mail indient zonder ondertekening, bestaat de mogelijkheid dat u op een later moment verzocht wordt om bewijs te leveren dat u bevoegd bent tot het indienen van het bezwaar. Indien u niet kunt of wilt en, kunt u uw bezwaarschrift ook versturen per post naar: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, T.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag. U kunt uw bezwaarschrift ook faxen naar: (070) Noem in het bezwaarschrift: uw naam en adres de datum het kenmerk van deze brief (deze gegevens vindt u in de rechterkantlijn) geef aan waarom u het niet eens bent met de beslissing Vergeet niet om uw bezwaarschrift te ondertekenen en van een datum te voorzien. Wilt u zo vriendelijk zijn om een kopie van deze brief mee te sturen met het bezwaarschrift? Voorlopige voorziening Het indienen van een bezwaarschrift heft de werking van dit besluit niet op. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u daarnaast ook een voorlopige voorziening aanvragen waarmee mogelijk de werking van dit besluit, betreffende de aanwijzing en de openbaarmaking, kan worden opgeschort. Pagina 8 van 9

9 Indien dit, gelet op de betrokken belangen, onverwijlde spoed vereist dan kunt u de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank Rotterdam verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Voor het actuele adres verwijs ik naar de volgende website: Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Rotterdam. Mocht u naast een eventueel bezwaar een verzoek om een voorlopige voorziening doen, dan verzoek ik u mij middels bekend adres daarvan vóór 1 oktober 2018 om uur in kennis te stellen onder gelijktijdige verzending van het verzoekschrift. Bij het verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Pagina 9 van 9