Zienswijze last onder dwangsom U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uw zienswijze op mijn voornemen te geven.

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus DA Heerlen Zorg+Geluk / Kuijer Zorgverlening Raad van bestuur Postbus DD ZWOLLE Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T Inlichtingen bij T ri.utrecht@igj.nl Ons kenmerk Betreft Last onder dwangsom ex artikel 29, eerste lid van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, in verbinding met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht Geachte bestuurder, Per aangetekende brief en van 19 december 2018 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspectie) u geïnformeerd over haar voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom ex artikel 29, eerste lid van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: Wkkgz), in verbinding met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), wegens het niet voldoen aan de aanwijzing van 3 december Met deze brief geeft de inspectie gevolg aan haar voornemen en legt u een last onder dwangsom op, om de naleving van de op 3 december 2018 gegeven aanwijzing bestuursrechtelijk af te dwingen. Zienswijze last onder dwangsom U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uw zienswijze op mijn voornemen te geven. Feitelijke onjuistheden U heeft daarnaast de mogelijkheid gehad om te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden ten aanzien van de bevindingen die zijn gedaan tijdens het inspectieonderzoek van 14, 17 en 18 december U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uw reactie op eventuele feitelijke onjuistheden te geven. De in het voornemen geconstateerde feiten zijn dan ook bij deze vastgesteld. Bevindingen Het inspectieonderzoek van 14, 17 en 18 december 2018 heeft geleid tot de volgende bevindingen: Vrijdag 14 december 2018 Op 14 december 2018 ontving de inspectie van u op haar verzoek een met daarin de stand van zaken van de overdracht van de zorgverlening voor alle zes de cliënten. In dit overzicht gaf u aan dat: Twee van de zes cliënten worden ondergebracht bij een andere zorgaanbieder; Een cliënt (uzelf) geen zorg meer krijgt omdat dit niet meer nodig is; Pagina 1 van 6

2 Drie cliënten overbruggingszorg krijgen van een per 27 november 2018 nieuw opgestart bedrijf: Kuijer Zorgverlening (KvK XXX). Kuijer Zorgverlening Hierin heeft de inspectie gezien dat Kuijer Zorgverlening als een eenmanszaak geregistreerd is, per 27 november 2018 is opgericht en dat N.N de eigenaar is. Tevens zag de inspectie in het handelsregister van de KvK dat het XXX van deze eenmanszaak overeenkomt met XXX van N.N., bestuurder van Zorg+Geluk. Ook is het doel van de eenmanszaak identiek aan die van Zorg+Geluk, namelijk: thuiszorg, alleen nu als zzp-er in de zorg. De inspectie stelt vast dat de rechtspersoon Kuijer Zorgverlening en de rechtspersoon Zorg+Geluk, feitelijk nauwelijks onder andere omstandigheden (werkomgeving, bestuur, type zorg en cliënten) zorg aanbieden. Om die reden dient Kuijer Zorgverlening eveneens de aanwijzing van 3 december 2018 na te leven. Deze last onder dwangsom is daarom ook gericht aan Kuijer Zorgverlening. Op 14 december 2018 had de inspectie telefonisch contact met u naar aanleiding van het door u verstrekte overzicht over de overdracht van cliënten. De inspectie gaf hierbij aan dat u niet aan punt 1 van de aanwijzing zou voldoen als de feitelijke situatie op 17 december 2018, de uiterlijke termijn van de aanwijzing, niet zou wijzigen ten opzichte van die in het door u verstrekte overzicht. De inspectie gaf aan dat niet aan punt 1 van de tweede aanwijzing zou worden voldaan met de overdracht van drie cliënten naar Kuijer Zorgverlening. De reden hiervan is dat de zorgverlening dan nog steeds daar uitgevoerd wordt, waar niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. Van overdracht aan een zorgaanbieder die naar het oordeel van de inspectie goede zorg verleent is dan ook geen sprake. U vertelde de inspectie in genoemd gesprek dat u geprobeerd heeft cliënten over te dragen, maar dat dit niet is gelukt. U gaf hierbij aan dat andere zorgaanbieders geen ruimte hadden voor het aannemen van nieuwe cliënten. U vertelde nog geen contact opgenomen te hebben met de zorgverzekeraar van deze cliënten. Maandag 17 december Op 17 december 2018 nam de inspectie telefonisch contact met u op om te onderzoeken of u aan punt 1 van de tweede aanwijzing van 3 december 2018 voldaan heeft. U gaf aan dat er geen wijzigingen, in de door u aangeleverde informatie van 14 december 2018, hebben plaatsgevonden. U gaf aan de overdacht per direct te gaan regelen. De inspectie adviseerde u nogmaals contact op te nemen met de zorgverzekeraar van deze cliënten voor de overdracht van zorg. Dinsdag 18 december 2018 Op 18 december nam de inspectie telefonisch contact met u op over de stand van zaken van de overdracht. U vertelde contact opgenomen te hebben met een andere zorgaanbieder voor de overdracht van twee van uw cliënten. U kon echter nog niet aangeven of dit was gelukt. Voor de derde cliënt vertelde u samen met de cliënt en de familie bezig te zijn met een PGB-aanvraag. De cliënt kan dan zelf bepalen van wie deze de zorg wil krijgen. Deze PGBaanvraag loopt nog. Pagina 2 van 6

3 Op 18 december heeft de inspectie telefonisch contact gehad met de door u genoemde nieuwe zorgaanbieder voor twee van uw cliënten. De inspectie onderzocht of de desbetreffende cliënten aan de door u genoemde zorgaanbieder zijn overgedragen. De inspectie hoorde van deze zorgaanbieder dat zij tot nu toe slechts één cliënt van u heeft overgenomen. Deze cliënt was volgens deze zorgaanbieder tevreden over de overdracht en de tot nu toe geboden zorg. De andere cliënt bleek nog niet te zijn overgedragen. De nieuwe zorgaanbieder gaf daarbij aan geen verzoek van u te hebben gehad voor de overname van de andere drie cliënten. Conclusie De inspectie heeft voor het opleggen van de tweede aanwijzing van 3 december 2018 geconstateerd dat u als bestuurder niet in staat bent gebleken verbeteringen aan te brengen in de kwaliteit van zorg. Derhalve acht de inspectie het zorgelijk dat de onwenselijke situatie ongewijzigd is gebleven. Feitelijk blijft de situatie hetzelfde. Gelet op de feiten dat Zorg+Geluk en Kuijer Zorgverlening dezelfde bestuurder hebben, dat Zorg+Geluk en Kuijer Zorgverlening XXX hebben, dat sprake is van voor zover niet overgedragen dezelfde cliënten, dat geen sprake is van ander personeel en de doelen van Zorg+Geluk en Kuijer Zorgverlening overeen komen (thuiszorg), komt de inspectie tot de conclusie dat de onwenselijke situatie ongewijzigd is gebleven. De bevindingen over de kwaliteit van de zorg zoals opgenomen in de tweede aanwijzing, zijn dus onverkort aanwezig. Een overdracht aan een zorgaanbieder die naar het oordeel van de inspectie goede zorg verleent, heeft dan ook niet plaats gehad. Er is niet voldaan aan punt 1 uit de tweede aanwijzing. De inspectie concludeert op basis van het voorgaande dat u op 18 december 2018 niet heeft voldaan aan punt 1 van de tweede aanwijzing van 3 december Om ervoor te zorgen dat u alsnog aan dit onderdeel van de aanwijzing zal voldoen legt de inspectie een last onder dwangsom op. Last onder dwangsom Ter handhaving van punt 1 van de gegeven aanwijzing, leg ik Zorg+Geluk en Kuijer Zorgverlening op grond van artikel 29, eerste lid van de Wkkgz, in samenhang met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), een last onder dwangsom op. Een last onder dwangsom biedt u de mogelijkheid alsnog binnen een door mij bepaalde (begunstigings)termijn aan de aanwijzing te voldoen. Als Zorg+Geluk en of Kuijer Zorgverlening na verloop van deze termijn nog niet voldoet aan punt 1 van de aanwijzing, wordt een dwangsom verbeurd. De last onder dwangsom heeft de volgende inhoud: Zorg+Geluk en/of Kuijer Zorgverlening dienen alsnog volledig te voldoen aan punt 1 van de aanwijzing van 3 december 2018: Zorg+Geluk dient de zorgverlening aan alle Zorgverzekeringswetcliënten op zorgvuldige wijze over te dragen aan een zorgaanbieder die naar het oordeel van de inspectie goede zorg verleent. Pagina 3 van 6

4 Ik verbind aan deze last een dwangsom van 1.000,- euro voor iedere dag waarin u niet volledig aan de genoemde last heeft voldaan, met een maximum van 20 dagen. Het maximumbedrag aan mogelijk te verbeuren dwangsommen is dus in totaal ,-. Voor deze last geldt een begunstigingstermijn van 5 (vijf) werkdagen, die aanvangt op de eerste dag na dagtekening van het definitieve besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom. Dit betekent dat u gedurende vijf werkdagen aan de last kunt voldoen zonder dat daadwerkelijk een dwangsom wordt verbeurd. Openbaarmaking U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid uw bedenkingen te uiten over het voornemen van de inspectie de last onder dwangsom actief openbaar te maken. De inspectie streeft met actieve openbaarmaking verschillende doelen na, waaronder het informeren van patiënten, cliënten en zorgverzekeraars over de zorgkwaliteit. Dit kan cliënten helpen bij het kiezen van goede zorg. De openbaarmaking heeft daarmee een informatief karakter voor cliënten in de zorg en heeft geen punitief karakter. De openbaarmaking van deze last onder dwangsom valt onder het informatieve karakter dat de inspectie met haar openbaarmakingbeleid tot doel heeft. Daarnaast draagt de inspectie hiermee bij aan transparantie van de overheid over de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de zorg. Voorts verhoogt het actief publiceren van de last onder dwangsom het nalevingsniveau van zorgaanbieders. Bij de afweging van het algemene belang, u kunt hierbij denken aan cliënten, maar ook aan soortgelijke zorgaanbieders die zijn gediend bij openbaarmaking van de last onder dwangsom enerzijds, versus het belang van u als zorgaanbieder om geen onevenredig nadeel te lijden als gevolg van die openbaarmaking anderzijds, is de inspectie van oordeel dat aan het algemene belang een grotere waarde moet worden toegekend. Dat is de reden waarom de inspectie overgaat tot openbaarmaking. Dit houdt in dat de last onder dwangsom en een begeleidend persbericht integraal worden gepubliceerd op de inspectiewebsite. Deze last onder dwangsom geldt per direct. Om de plaatsing van de last onder dwangsom op de website van de inspectie tegen te houden, moet u twee dingen doen. Allereerst is het nodig om bezwaar te maken tegen dit besluit bij het Ministerie van VWS (zie hieronder voor een toelichting). Daarnaast is het nodig om een verzoek doen bij de rechter om de last onder dwangsom niet te publiceren. Zo n verzoek wordt een verzoek om voorlopige voorziening genoemd (zie hieronder voor een toelichting). Om u hiervoor de tijd te geven zal de inspectie de last onder dwangsom niet eerder dan 2 januari 2019 om uur op haar website plaatsen. In het kader van de openbaarmaking vind ik het van belang dat de neutrale lezer het complete beeld krijgt. Dus niet alleen de visie van de inspectie over de situatie bij uw instelling tijdens de bezoeken en gesprekken, maar ook uw kant van het verhaal. Ik stel u daarom hierbij ook in de gelegenheid om voor 28 december 2018 en voor uur een schriftelijke reactie in te dienen die tegelijkertijd met deze brief en het persbericht zal worden gepubliceerd. Pagina 4 van 6

5 Voor de leesbaarheid wil ik u daarbij verzoeken uw zienswijze te beperken tot een (zakelijke) reactie van maximaal 200 woorden. Ik ga ervan uit u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u een toelichting op dit besluit wenst dan kunt u tot 31 december 2018 contact opnemen met N.N en vanaf 2 januari 2019 met N.N. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, Mevrouw drs. K. Louwes Hoofdinspecteur Bezwaar Heeft u vragen over deze beslissing of bent u het er niet mee eens? Kijk dan op Daar wordt uitgelegd wat u kunt doen als u het niet eens bent met de beslissing en misschien bezwaar wilt maken. Er staan voorbeelden waarmee u de kans op een succesvol bezwaar kunt inschatten. Wilt u een bezwaarschrift sturen, dan moet dit binnen zes weken na de datum die bovenaan deze brief staat. Let op: doe dit op tijd, anders kan uw bezwaar niet worden behandeld. Het bezwaarschrift t u naar: WJZ.bezwaarenberoep@minvws.nl, bij voorkeur met een ingescande handtekening. Indien u het bezwaarschrift per e- mail indient zonder ondertekening, bestaat de mogelijkheid dat u op een later moment verzocht wordt om bewijs te leveren dat u bevoegd bent tot het indienen van het bezwaar. Indien u niet kunt of wilt en, kunt u uw bezwaarschrift ook versturen per post naar: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag. U kunt uw bezwaarschrift ook faxen naar: (070) Noem in het bezwaarschrift: uw naam en adres de datum het kenmerk van deze brief Pagina 5 van 6

6 (deze gegevens vindt u in de rechterkantlijn) geef aan waarom u het niet eens bent met de beslissing Vergeet niet om uw bezwaarschrift te ondertekenen en van een datum te voorzien. Wilt u zo vriendelijk zijn om een kopie van deze brief mee te sturen met het bezwaarschrift? Voorlopige voorziening Het indienen van een bezwaarschrift, heft de werking van het besluit niet op. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u ook een voorlopige voorziening aanvragen waarmee mogelijk de werking van het besluit en/of de openbaarmaking kan worden opgeschort. Indien dit, gelet op de betrokken belangen, onverwijlde spoed vereist dan kunt u de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank Rotterdam verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Voor het actuele adres verwijs ik naar de volgende website: Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Rotterdam Mocht u naast een eventueel bezwaar een verzoek om een voorlopige voorziening doen, dan verzoek ik u mij middels bekend adres daarvan vóór 28 december 2018 en voor 12 uur in kennis te stellen onder gelijktijdige verzending van het verzoekschrift. Bij het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Voor de regio-indeling en de adressen van de rechtbanken verwijs ik naar de volgende website: Pagina 6 van 6