Rapport van het inspectiebezoek aan team Zwolle van Stichting Zorg+Geluk, in Zwolle op 8 november 2017

Transcriptie

1 Rapport van het inspectiebezoek aan team Zwolle van Stichting Zorg+Geluk, in Zwolle op 8 november 2017 Utrecht, februari 2018 V

2 Inhoud 1 Inleiding Taak IGZ Doelstelling bezoek Onderzoeksmethode Schets thuiszorgorganisatie 3 2 Samenvattend oordeel en maatregelen Samenvattend oordeel Maatregelen 5 3 Resultaten Cliënt centraal Integrale zorg Veiligheid Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige Sturen op kwaliteit 10 Pagina 2 van 11

3 1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ i.o.) heeft op 8 november 2017 een bezoek gebracht aan Zorg+Geluk te Zwolle. In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en haar oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen zij van Zorg+Geluk verwacht naar aanleiding van de bevindingen. 1.1 Taak IGZ De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. We zien erop toe dat zorgaanbieders en -besturen professioneel handelen binnen de wet- en regelgeving, hun eigen normen respecteren en zich blijven inspannen voor verdere verbetering van de zorg. De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen. 1.2 Doelstelling bezoek Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Zorg+Geluk levert aan cliënten thuis. 1.3 Onderzoeksmethode Tijdens het toezichtbezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument, gebaseerd op het toetsingskader Toezicht op de zorg thuis 1. Het toetsingskader bevat de volgende thema s: 1. Cliënt centraal 2. Integrale zorg 3. Veiligheid 4. Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. Sturen op kwaliteit Het toezichtbezoek was van tevoren aangekondigd en bestond uit de volgende onderdelen: - gesprekken met de twee bestuurders; - gesprek met een zorgverlener niveau twee; - telefonisch gesprek met een verpleegkundige niveau vier; - inzage in drie cliëntdossiers. De volgende onderdelen vonden ondanks het verzoek van de inspectie niet plaats. - presentatie over de organisatie door de bestuurders; - afzonderlijke gesprekken met twee cliënten; - meelopen met zorgverleners bij de ochtend- en avondroute. 1.4 Schets thuiszorgorganisatie Zorg+Geluk is een kleine thuiszorgorganisatie, die zorg biedt in de provincies Overijssel en Gelderland, van Harderwijk tot Hardenberg. Tijdens het inspectiebezoek biedt Zorg+Geluk alleen zorg in Zwolle. Zorg+Geluk heeft via de Wet toelating zorginstellingen toestemming om zorg te verlenen op het gebied van verpleging, verzorging, begeleiding en huishouding. Tijdens het inspectiebezoek verleent Zorg+Geluk alleen zorg via de zorgverzekeringswet (Zvw). De organisatie heeft sinds september 2017 geen contract meer voor het bieden van 1 Het toezichtkader staat op Pagina 3 van 11

4 zorg via de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in Zwolle. Dit zou nog wel mogelijk zijn in de gemeente Kampen. Zorg+Geluk heeft twee directeuren, vader en zoon. Eén directeur (vader) is een verpleegkundige niveau vijf en verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing. De andere directeur (zoon) is verantwoordelijk voor de adminstratie en de financiën. Zorg+Geluk werkt vanuit de eigen woning van beide directeuren. Tijdens het bezoek heeft Zorg+Geluk drie cliënten in zorg. Zij krijgen dagelijks zorg in de ochtend en avond. De zorg voor twee van deze cliënten stopt in december Drie cliënten hebben de zorg vlak voor het inspectiebezoek gestopt en zijn overgegaan naar een andere zorgaanbieder. In december 2017 komen twee nieuwe cliënten in zorg. Zorg+Geluk heeft vijf medewerkers in dienst. Dit zijn een verpleegkundige niveau vier, een verzorgende individuele gezondheidszorg (VIG) niveau drie en drie zorgverleners niveau twee. Een zorgverlener niveau twee is in opleiding tot VIG. De bestuurder is zelf een verpleegkundige niveau vijf en werkt zonodig mee in de zorg. Zorg+Geluk is voor personele zaken aangesloten bij Arbonet en voor de klachtenbehandeling bij Quasier. Bij ziekte van zorgverleners kan Zorg+Geluk een beroep doen op een bevriende organisatie. Zorg+Geluk wil 'zorg plus' leveren. Uitgangspunt in de organisatie is dat de cliënt tevreden en gelukkig is. Zorg+Geluk zegt daarom altijd de afgesproken tijd te garanderen. Zorgverleners krijgen een tussenuur uitbetaald. Pagina 4 van 11

5 2 Samenvattend oordeel en maatregelen 2.1 Samenvattend oordeel De inspectie stelt vast dat Zorg+Geluk grotendeels niet voldoet aan de getoetste normen. Een van de redenen is dat Zorg+Geluk te weinig kennis heeft van de wet-en regelgeving en veld- en beroepsnormen en deze niet goed toepast. Een voorbeeld is de Veilige Principes in de medicatieketen. De veiligheid van de cliënten is daardoor onvoldoende geborgd. De inspectie heeft tijdens het bezoek aangegeven dat zij verwacht dat Zorg+Geluk zorgt dat zorgverleners voortaan werken met toedienlijsten van de apotheek als zij een rol hebben in het medicatieproces. Ook moeten zij dan beschikken over een Actueel Medicatie Overzicht en zijn handmatige toevoegingen op de toedienlijsten niet toegestaan. De inspectie constateert verder dat het bij Zorg+Geluk ontbreekt aan een aantal randvoorwaarden voor goede zorg. Het gaat hierbij onder andere om een goede dossiervoering, actuele protocollen en zicht op de aanwezige en benodigde kennis en kunde van de medewerkers. De inspectie maakt zich zorgen over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Zorg+Geluk levert. Temeer omdat de inspectie door gebrek aan informatie een aantal normen niet kon beoordelen. Gelet op haar bevindingen heeft de inspectie vraagtekens bij het lerend vermogen en de verbeterkracht van Zorg+Geluk. De bestuurder zal aan moeten tonen dat Zorg+Geluk in staat is om goede en veilige zorg te leveren. 2.2 Maatregelen Als zorgaanbieder moet u voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat u maatregelen treft waarmee Zorg+Geluk vóór 8 mei 2018 voldoet aan de normen bij de thema s in dit inspectierapport. De inspectie verzoekt u een resultaatsverslag op te stellen en dit verslag uiterlijk 15 mei 2018 aan haar toe te sturen. In dit resultaatsverslag staat per norm: - welke aanpak en acties u heeft ingezet om aan de norm te voldoen; - hoe u heeft gemeten dat Zorg+Geluk aan de norm voldoet; - als Zorg+Geluk per de datum van het resultaatsverslag nog niet aan de norm voldoet, wanneer Zorg+Geluk wel zal voldoen aan de norm. De inspectie zal na ontvangst van het resultaatsverslag Zorg+Geluk opnieuw bezoeken. Pagina 5 van 11

6 3 Resultaten Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd. Legenda: Voldoet niet aan de norm; de instelling heeft nog helemaal niets gedaan of geregeld; verbetering is noodzakelijk. Voldoet grotendeels niet aan de norm; de instelling heeft een start gemaakt maar is nog niet op het gewenste niveau; verbetering is noodzakelijk. Voldoet grotendeels aan de norm; de instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk. Voldoet aan de norm. Cliënt centraal 1.1 De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn zorgbehoeften. 1.2 De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven. 1.3 De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de zorg sluit daar op aan. 1.1 De inspectie ziet in de geraadpleegde cliëntdossiers dat deze onvoldoende duidelijkheid bieden of de door Zorg+Geluk geboden zorg aansluit bij de zorgbehoeften van cliënten. Uit de dossiers is niet op te maken welke zorg de cliënten precies krijgen. De dossiers bevatten meerdere formulieren met informatie over de geboden zorg; een zorgplan verpleging thuis, een zorgplan en een werkbrief. Het zorgplan verpleging thuis bestaat uit een inventarisatie van problemen en zorgvragen. Doelen, acties en evaluaties ontbreken. Het andere zorgplan is een door de verpleegkundige opgestelde aanvulling op het eerste zorgplan. In dit aanvullende zorgplan staan zorgproblemen met een doel, een actie en een (tussen)evaluatie. Op de werkbrief staan de activiteiten die de zorgmedewerkers moeten uitvoeren. De inspectie constateert dat de inhoud van de zorg op de drie verschillende formulieren niet met elkaar overeenkomt. De problemen in het zorgplan komen niet overeen met de problemen in het aanvullende zorgplan. Ook zijn niet alle relevante items ingevuld. Zo staat bij een cliënt in het aanvullende zorgplan dat een aantal observaties nodig zijn: of de cliënt moe, kortademig of duizelig is. Het is Pagina 6 van 11

7 niet duidelijk of zorgverleners bekend zijn met deze observatiepunten. De observatiepunten zijn niet verwerkt in de werkbrief. De inspectie ziet dat evaluaties ontbreken of summier zijn ingevuld. Zo staat er bij de evaluatie van de zorg bij een cliënt alleen: doorgaan met de zorg. De inspectie hoort van zorgverleners dat risico-inventarisaties niet plaatsvinden. Zo is er geen zorgdoel voor een cliënt met risico op huidproblemen. In rapportages over deze cliënt ziet de inspectie dat zorgverleners regelmatig opschrijven dat ze rode plekken of wondjes heeft in haar liezen. Uit het dossier blijkt niet dat dit leidt tot zorg die aansluit bij de behoefte van de cliënt. Een andere cliënt heeft volgens het dossier last van duizeligheid. Hierdoor heeft ze een risico om te vallen. Risicoinventarisaties voor deze cliënt zijn niet aanwezig in het dossier. Een zorgdoel over het risico op vallen ontbreekt. 1.2 De inspectie heeft te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. 1.3 Het is voor de inspectie onduidelijk in hoeverre Zorg+Geluk er actief aan bijdraagt dat cliënten zo lang mogelijk de eigen regie kunnen voeren. De inspectie constateert wel dat hiervoor in de drie geraadpleegde cliëntdossiers geen aandacht is. Zo blijkt niet uit de dossiers dat cliënten betrokken zijn bij de vaststelling van de zorgafspraken. Cliënten beschikken niet over alle informatie die nodig is om eigen regie te kunnen voeren. Zo zijn de zorgafspraken niet actueel. Een van de zorgplannen is het laatst vastgesteld in januari 2017, een ander in maart Dit terwijl de zorg aanpassingen vraagt, zoals de inspectie ziet in de rapportages over beide cliënten. De inspectie ziet ook dat de informatie in de zorgplannen, op de formulieren met aanvullende zorgdoelen en de werkinstructies, niet met elkaar overeenkomen. Hierdoor is het voor cliënten niet duidelijk wat de precieze afspraken zijn over de zorg. De bestuurder vertelt bij de zorgverlening zoveel als mogelijk rekening te houden met de eigen regie van cliënten. Dit zodat ze het leven kunnen leiden zoals ze het zelf graag willen. De inspectie hoort dit ook terug van de helpende en de verpleegkundige. Zij houden rekening met de gewenste tijden. Ook krijgen cliënten vrijwel altijd vaste zorgverleners als ze dit graag willen. Cliënten hebben volgens de bestuurder toegang tot hun eigen zorgdossier. Het zorgdossier ligt bij de cliënt thuis. Volgens de bestuurder nemen zorgverleners het dossier regelmatig met de cliënt door. Hierbij vragen ze wat de wensen van de cliënt zijn. Wat deze wensen zijn ziet de inspectie niet terug in de geraadpleegde cliëntdossiers. Integrale zorg 2.1 De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt. 2.2 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt in de zorg. 2.3 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties. Pagina 7 van 11

8 2.1 De inspectie heeft te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. 2.2 De inspectie ziet en hoort dat de voorwaarden voor een goede samenwerking tussen zorgverleners onvoldoende aanwezig zijn. Een van de redenen hiervoor is dat de cliëntdossiers niet actueel zijn (zie norm 1.1 en 1.3 van dit rapport). Ook ziet de inspectie dat dossiers instructies missen over hoe de zorg precies uit te voeren. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij het zorgdoel observeren van de huid. Er staat niet omschreven wat geobserveerd moet worden en waarom. Een ander punt is dat de rapportages onvoldoende informatie bevatten voor een goede afstemming over de zorg. De inspectie ziet dat zorgverleners met regelmaat rapporteren over de cliënt. Het gaat dan vooral om algemene bevindingen, zoals de cliënt heeft goed geslapen. Zorgverleners rapporteren niet op doelen. Op een uitzondering na staan er geen doelen in de zorgplannen. In de gesprekken komt naar voren dat overleg en afstemming over cliënten en casuistiekbesprekingen in beperkte mate plaatsvinden. De bestuurder en de helpende vertellen dat het team één keer in de zes weken bij elkaar komt voor overleg. Het gaat dan om praktische zaken over het werk. De verpleegkundige vertelt dat zorgverleners elkaar bellen als er bijzonderheden zijn bij de cliënten. Zij is hiervoor het aanspreekpunt voor haar collega s. 2.3 De inspectie hoort en ziet dat de afstemming met de apotheek niet in alle gevallen goed verloopt. Zo ontbreken actuele medicatieoverzichten en toedienlijsten van de apotheker bij cliënten die hulp krijgen bij het toedienen van medicatie. Volgens de zorgverleners en de bestuurder komt dit omdat de apotheek deze weigert te verstrekken. De bestuurder vertelt dat Zorg+Geluk hier geen actie op ondernomen heeft. Zorg+Geluk kiest er voor om te werken met zelfgemaakte toedienlijsten. De inspectie ziet en hoort dat de afspraken die Zorg+Geluk heeft met een huisarts, onvoldoende duidelijkheid bieden over de zorg. Bij een cliënt die zonodig insuline moet gebruiken, ontbreken afspraken over welk type insuline en over wanneer contact op te nemen met de huisarts. Veiligheid 3.1 Risico s in de woonomgeving van de cliënt worden tijdig gesignaleerd door de wijkverpleging en besproken met de cliënt. 3.2 De uitvoering van voorbehouden en risicovolle handelingen en de toepassing van medische technologie gebeurt veilig. 3.3 De medicatieveiligheid van de cliënt is geborgd. 3.4 De cliënt heeft een veilige zorgrelatie met zijn formele of informele zorgverleners. 3.1 De inspectie heeft te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. Pagina 8 van 11

9 3.2 Zorg+Geluk heeft geen overzicht met bevoegd- en bekwaamheidsverklaringen van zorgverleners voor risicovolle en voorbehouden handelingen. Zorgverleners houden dit volgens de bestuurder zelf bij. Als bij een cliënt een bepaalde risicovolle of voorbehouden handeling nodig is, beoordeelt de bestuurder wie de zorg bij een cliënt kan verlenen. Zorgverleners moeten dan zelf aangeven of zij zich bevoegd en bekwaam voelen. Zo nodig voert de bestuurder zelf een verpleegtechnische handeling uit. Informatie over zijn bevoegd- en bekwaamheid ontbreekt. De bestuurder vertelt soms zelf scholing te geven aan zorgverleners. Zo vertelt hij dat zorgverleners het afgelopen jaar scholing van hem kregen over het toedienen van oogzalf, het inbrengen van een katheter en het verzorgen van een stoma. Zij krijgen hierna een certificaat. Het is voor de inspectie niet duidelijk of de bestuurder tijdens deze scholingen de juiste en meest actuele kennis overdraagt. Zo bevat een dossier een protocol aanbrengen oogzalfgel. Een bronvermelding en een evaluatiedatum ontbreken. Zorgverleners krijgen soms ook een link naar een bepaalde e-learning toegestuurd. Deze kunnen zij dan thuis volgen. De bestuurder controleert niet of zorgverleners deze scholing ook volgen. De verantwoordelijkheid ligt volgens de bestuurder bij de zorgverleners zelf. De bestuurder vertelt dat hij zelf zijn kennis up-to-date houdt door vier keer per jaar een scholing te volgen en door de vakliteratuur bij te houden. Een overzicht hiervan is niet beschikbaar. Ook voor de toepassing van medische technologie borgt Zorg+Geluk de veiligheid onvoldoende. Werkinstructies of protocollen voor de toepassing van medische apparatuur zijn niet beschikbaar voor zorgverleners. Zo heeft een cliënt een apneuapparaat. Zorgverleners moeten dit schoonmaken en klaarzetten. Een protocol of werkinstructies hierover zijn niet aanwezig in het cliëntdossier. De bestuurder vertelt dat protocollen van Vilans beschikbaar zijn in de Cloud van Zorg+Geluk. Zorgverleners kunnen zelf geen informatie halen uit de Cloud. 3.3 De inspectie constateert dat Zorg+Geluk niet werkt met medicatieoverzichten en toedienlijsten van de apotheek. Dit terwijl zorgverleners bij twee cliënten hulp bieden bij het toedienen van medicatie. Eén van deze cliënten gebruikt(e) een ooggel en oogdruppels. De bestuurder heeft hiervoor zelf toedienlijsten gemaakt. De inspectie ziet ook dat zorgverleners op de toedienlijst schrijven. Zo hebben zij handmatig de naam van de zalf en druppels toegevoegd, evenals informatie over het gebruik. Op de toedienlijst staat dat de arts de ooggel heeft voorgeschreven met als startdatum 17 april Handmatig is 'stop' op het formulier gezet. Het is niet duidelijk wie deze opdracht heeft gegeven en wanneer. Het (stop)recept zit niet in het dossier. In september 2017 kreeg de cliënt een aantal dagen oogdruppels toegediend. Daarna is handmatig 'gestopt' op het formulier toegevoegd. Een andere cliënt gebruikt een hoofdcrème met een medicinale werking. Zorgverleners dienen deze crème toe. Dit ziet de inspectie in de rapportage. Er is voor deze crème geen toedienlijst en medicatieoverzicht van de apotheek. Dezelfde cliënt gebruikt ook incidenteel insuline als zij een prednisonkuur krijgt. Het is niet bekend welke insuline zij moet gebruiken en bij welke bloedglucosewaarde insuline dit nodig is. 3.4 De leidraad veilige zorgrelatie is niet bekend in de organisatie. Wel noemt de bestuuurder twee situaties waarin een veilige zorgrelatie aan de orde was (diefstal en onheuse bejegening van een cliënt). Hij heeft toen meteen actie ondernomen. De zorgverlener werd op non actief gesteld en er vond een gesprek met de cliënt plaats. De bestuurder heeft gehoord van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hij is niet bekend met de inhoud. Tot nu toe zijn volgens hem dergelijke situaties niet aan de orde geweest in de organisatie. Pagina 9 van 11

10 De zorgverleners kennen beide procedures niet. Hier is volgens hen geen actieve aandacht voor vanuit de organisatie. Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie. 4.2 De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar. 4.1 De bestuurder vertelt dat hij zelf de (her)indicaties uitvoert. Hij is de enige verpleegkundige niveau 5 in de organisatie. Hij kan zonodig een beroep doen op een verpleegkundige niveau 5 van een andere zorgorganisatie. Uit de dossiers blijkt niet dat de indicaties zijn vertaald naar doelen en acties in het zorgplan. Het Zorgplan verpleging thuis bestaat voornamelijk uit een inventarisatie van problemen en zorgvragen. Doelen en acties ontbreken en niet alle relevante items zijn ingevuld. Bijvoorbeeld voor welke zorg de cliënt een indicatie heeft. 4.2 De inspectie heeft te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. Sturen op kwaliteit 5.1 De zorgaanbieder organiseert zorg zo, dat dit leidt tot goede zorg. 5.2 De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en materieel met toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het verlenen van goede zorg. 5.3 De zorgaanbieder draagt zorg voor het bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg. 5.1 De bestuurder biedt zijn zorgverleners nauwelijks tot geen mogelijkheden om te reflecteren op het eigen functioneren. Het werkoverleg dat er is, gaat voornamelijk over praktische zaken. Reflectie of intervisie over de geboden zorg vindt niet plaats. De bestuurder steunt zijn medewerkers niet of nauwelijks bij de communicatie met andere zorgpartijen. Een voorbeeld hiervan is het ontbreken van afstemming met apothekers over het gebruik van medicatieoverzichten en toedienlijsten. De inspectie ziet in onvoldoende mate terug dat de bestuurder de landelijke ontwikkelingen voor de wijkverpleging volgt en op basis hiervan keuzes maakt voor de eigen organisatie. Zo ontbreekt beleid in de organisatie over preventieve zorg en over de invulling van de verschillende rollen van de wijkverpleegkundige, als kwaliteitsbevorderaar en spil in de wijk. De bestuurder is verantwoordelijk voor het beleid in de organisatie. Dit beleid is volgens hem vooral gericht op het bevorderen Pagina 10 van 11

11 van het welzijn van cliënten door het bieden van zorg op maat. De inspectie hoort in de gesprekken met de bestuurder en de zorgverleners dat dit beleid ook in de praktijk tot uiting komt. 5.2 Uit de bevindingen van onder andere de normen 3.2, 3.3 en 4.1 blijkt dat Zorg+Geluk onvoldoende borgt dat zorgverleners met de juiste competenties zorg leveren. Bevoegd- en bekwaamheidsverklaringen van risicovolle en voorbehouden handelingen ontbreken en structurele scholing van zorgverleners ontbreekt. In de geraadpleegde cliëntdossiers is bovendien te zien dat Zorg+Geluk onvoldoende borgt dat de bestuurder in zijn rol als wijkverpleegkundige indicaties vertaalt naar individuele zorgplannen en de zorg organiseert. De faciliteiten die Zorg+Geluk biedt aan haar zorgverleners ter ondersteuning van de communicatie, zijn beperkt. Zorgverleners hebben geen computer tot hun beschikking. Zorgverleners communiceren met elkaar over cliënten en de zorgverlening via de eigen telefoon. 5.3 De inspectie constateert dat Zorg+Geluk onvoldoende zorgt dat de organisatie voortdurend leert. Zorg+Geluk werkt niet met een kwaliteitsysteem om de kwaliteit van zorg voortdurend te bewaken en zonodig te verbeteren. De door de inspectie gesignaleerde tekortkomingen zijn niet bij de organisatie zelf in beeld. Een voorbeeld hiervan is dat de cliëntdossiers niet op orde zijn. Volgens de bestuurder houdt de verpleegkundige niveau vier de dossiers bij volgens de afspraken. Tijdens de inspectie blijkt echter dat de drie dossiers niet voldoen aan de veldnormen. Ook de gebruikte aftekenlijsten wijken af van de veldnormen. Dit is niet bekend bij zowel de bestuurder als bij zijn zorgverleners. Zorg+Geluk heeft een procedure voor het indienen van meldingen na een incident (MIC). Deze procedure is overgenomen van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen en niet volledig van toepassing voor zorgverleners van Zorg+Geluk. Zo staat er in de procedure dat zorgverleners zich in bepaalde gevallen moeten melden bij de afdeling Beveiliging. Deze afdeling is niet aanwezig bij Zorg+Geluk. Volgens de bestuurder is tot nu toe één MIC-melding gedaan door een zorgverlener. De inspectie heeft deze niet kunnen inzien tijdens haar bezoek. Informatie over verbetermaatregelen is niet aanwezig. Bij Zorg+Geluk is geen sprake van een voortdurende dialoog met de interne toezichthouder, cliëntenraad en ondernemingsraad. De reden hiervoor is dat deze niet aanwezig zijn. Ook hoort de inspectie dat een dialoog met zorgverleners over de kwaliteit van zorg in onvoldoende mate plaatsvindt. Pagina 11 van 11