Aan Provinciale Staten 2 1 FEB. 2012 2012-07485/8/A.17, OMB/PB 371230 A. van Bolhuis (050)316 4399 A.van.bolhuis@provinciegroningen.nl Agenda voor de Veenkoloniën - Definitieve vaststelling Beslisdocument doorstart Agenda voor de Veenkoloniën 2012-2014 Geachte dames en heren. l/l cc UJ Hierbij zenden wij u ter kennisname het Beslisdocument met begeleidende brief, dat basis vormt voor de Doorstart Agenda voor de Veenkoloniën 2012-2014. 1. Voortzetting samenwerking De Agenda voor de Veenkoloniën is een samenwerkingsverband van de beide provincies, acht gemeenten en de beide waterschappen uit het gebied. De samenwerkende partners zijn vanaf 2002 verenigd in de Stuurgroep van de Agenda voor de Veenkoloniën. De stuurgroep heeft aangegeven,de samenwerking in het gebied te willen continueren. Belangrijkste reden voor de doorstart is dat nog steeds de noodzaak wordt erkend om op een aantal essentiële punten de krachten in de Veenkoloniën te bundelen en daarmee de komende tijd kansen te benutten voor de sociaal-economische versterking van het gebied. Er is voor gekozen de samenwerking in eerste instantie met twee jaar te verlengen (2012 en 2013). In de stuurgroep van 1 november 2011 heeft de wethouder van de gemeente Menterwolde, mevrouw de Winter, laten weten dat de gemeente uit oogpunt van bezuiniging wil stoppen met regionale samenwerkingsverbanden, waaronder de Agenda voor de Veenkoloniën. Dit standpunt is bevestigd in de brief van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Menterwolde waarin wordt aangegeven dat de gemeente per 1 januari 2012 de deelname beëindigd. I.06-HB-SG-001 LU O o 2. Focus op de thema's landbouw, energie en water. Gelet op de resultaten van de afgelopen jaren en de beleidsmatige en maatschappelijke ontwikkelingen op noordelijke, nationale en ook Europese schaal wil de stuurgroep de komende periode prioriteit geven aan het thema landbouw in nauwe samenhang met de thema's water en energie. De landbouw is met de verwerkende industrie sterk (beeld)bepalend voor de inrichting en economie in het gebied. Het veranderende Europese landbouwbeleid verhoogt de noodzaak om samen met relevante partners uit het gebied ideeën te ontwikkelen en initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan een economisch sterke en maatschappelijk verantwoorde landbouw in het gebied. Water is een belangrijke productiefactor De provincie Groningen werkt volgens normen die zfjn vastgelegd \n een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onz^. websitü of kunt u opvragen bij ds? afdeiing Communjcatie en Kabinet, PubÜeksvoodichïing: 050 3164160
voor de landbouw. De gevolgen van het veranderende klimaat zullen in de nabije toekomst steeds duidelijker merkbaar zijn, ook in de Veenkoloniën. Daarom is het van groot belang te werken aan het opstellen en uitvoeren van een strategie op het gebied van water, waarbij de ambitie geldt hiervoor een zelfvoorzienend systeem in het gebied te ontwikkelen en te realiseren voor alle grondgebruik. Voor wat betreft de kansen die er liggen op het gebied van energie wil de stuurgroep uitvoering geven aan de meest kansrijke ontwikkelingen die zijn gelokaliseerd binnen het project Hotspot Veenkoloniën. Ze zoekt wat dat betreft aansluiting bij beleid en uitwerking ervan op landelijk en regionaal niveau, zoals Energy Valley. 3. Bouwen aan Biobased Valley De stuurgroep is overtuigd van de meerwaarde, die ervoor de Veenkoloniën ligt in een nadrukkelijke regionale 'branding' op de eerdergenoemde focus-thema's De combinatie hiervan kan als referentiebeeld voor de regio dienen en daarmee basis zijn voor een gerichte specifieke lobby en richtpunt vormen voor het bouwen van een gezamenlijk netwerk in de Veenkoloniën. Het referentiebeeld wordt als volgt aangeduid: Het profileren en positioneren van de Veenkoloniën als innovatief landbouwgebied met kansen voor water en energie als onderdeel van de biobased economy in Noord-Nederland. Voor het realiseren van deze ambitie is het belangrijk hierbij de (belangrijke) stakeholders in het gebied nauw te betrekken (landbouw, overig bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties). Ook de Kenniswerkplaats Veenkoloniën kan hierbij een belangrijke ondersteunende rol spelen (onderwijs, overheid en ondernemers werken hierin samen aan onderzoeksvraagstukken uit het gebied). Wij ondersteunen de mening van de Stuurgroep en hebben dan ook besloten ons in ieder geval voor de komende twee jaar volop te blijven inzetten voor de Veenkoloniën. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter. Bijlagen:, secretaris. Nr. Titel Bijgevoegd Ter inzage in de Statenkast 1. Brief van de voorzitter Stuurgroep Agenda ja voor de Veenkoloniën aan leden stuurgroep 2. Beslisdocument Doorstart Agenda voor de Veenkoloniën 2012-2014 ja
Agenda voor de len Aan de leden van de stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën Adres Raadhuisplein 1 9501 SZ Stadskanaal Postbus 140 9500,AC Stadskanaal T (0599) 631 793 F (0599) 620 744 Datum 19 december 2011 Onderwerp Definitieve vaststéllingbeslisdpcurnent doorstart Agenda voorde Veenkoloniën PB/TK/AvB/2011-186 ' Geachte.leden van dc:stuurgroep, Tot mijn genoegen kan ik U mededelen, dat ik van alle Stuurgroeppartners bericht van instemming heb ontvangen met het concept-beslisdocument, dat is bedoeld als formeel basisdocument voor de Doorstart Agenda voor de Veenkoloniën 2012-2014 Wel ontving ik van de provincie Groningen en de gemeente Veendam enkele voorstellen tot aanvulling en/of wijziging van hét document, gericht op nadere precisering en verduidelijking op onderdelen Voor zover nodig heb ik deze voorstellen in het definitieve document verwerkt Ik ga er van uit dat, nu deze aanpassingen niet betrekking hebben op de kernpunten van de Doorslarl, u ook daarmee kan instemmen Als voorzitter van de Stuurgroep stel ik vast, dat de Stuurgroep nu definitief heeft ingestenid met het beslisdocument én dat de'doorstart daarmee een feit is. Eén exemplaar van het definitieve beslisdocument héb ik.als bijlage bijgevoegd. Ik ben 2éer verheugd dat wij, weliswaar met uitzondering van de gemeente Menterwolde, als samenwerkende overheden in het gebied bereid zijn opnieuw en met nieuw elan de schouders ónder de verdere ontwikkeling van de Veenkoloniën te zetten, nu vanuit een gerichte focus op landbouw, water en energie en m nauwe samenwerking met de stakeholders in het gebied Het Dagelijks Bestuur zal in januari afspraken maken over de verdere gang van zaken, waarover u uiteraard wordt geïnformeerd Verder merk ik op dat, nu besluitvorming vlade scluiftelijkeinsternminpronde^te^^ plaatsgevonden, de yóor 22 december a.s. geplande Stiiurgroèp Ik spreek de wens uit dat hét nieuwe jaar tot een vruchtbare continuering van ónze samenwerking mag leiden en wens u alvast fijne feestdagen. Hoogachtend, Tanja Klip-Martin Voorzitter Stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën
Beslisdocument Doorstart Agenda voor de Veenkoloniën 2012-2014 Definitief vastgesteld op 19 december 2011 door de Stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën op basis van een schriftelijke instemmingsronde. Dit document is gebaseerd op de besluitvorming van de Stuurgroep van 1 november 2011 en de uitkomst van het bestuurlijk overleg op 8 december 2011. 1. Aanleiding De Agenda voor de Veenkoloniën is een samenwerkingsverband van de provincies Groningen en Drenthe, de gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde, Stadskanaal, Pekela, Veendam, Vlagtwedde en de waterschappen Hunze en Aa's en Velt en Vecht. De samenwerking komt voort uit het advies van de Commissie Hoekstra van 2001 en is gericht op de sociaal-economische versterking van de Veenkoloniën. De samenwerkende partners zijn verenigd in een Stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën.. Het huidige gebiedsprogramma loopt per 1 januari 2012 af. Een belangrijk deel van de projecten uit dit programma zijn gerealiseerd en afgerond. 2. Kiezen voor doorstart De Stuurgroep heeft, uitgezonderd de gemeente Menterwolde, aangegeven de samenwerking in het gebied te willen continueren. Belangrijkste reden hiervoor is dat nog steeds de noodzaak wordt erkend om op een aantal essentiële punten de krachten in de Veenkoloniën te bundelen en daarmee de komende tijd kansen te benutten voor de sociaal-economische versterking van het gebied. Alleen gezamenlijk kan massa en schaal worden gecreëerd om het gebied voor een aantal essentiële thema's op de kaart te zetten. De Stuurgroep is doordrongen van het feit dat meer dan in het verleden de aandacht uitgaat naar onderwerpen die een regionaal karakter kennen en daarmee de gemeente-en provinciegrens overstijgen. Naast deze tendens spelen bezuinigingen en een terugtredende overheid een rol bij de invulling van de nieuwe samenwerkingsperiode. Gelet op de resultaten van de afgelopen jaren en de beleidsmatige en maatschappelijke ontwikkelingen op noordelijke, nationale en ook Europese schaal wil de Stuurgroep de komende periode prioriteit geven aan het thema landbouw in nauwe samenhang met de thema's water en energie. Met name op het snijvlak van deze thema's zien wij kansen voor vernieuwing en innovatie. Het veranderende Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) biedt mogelijkheden om concrete projecten met een innovatief gehalte te initiëren/stimuleren. Zo liggen er op het snijvlak van natuur en landbouw bijvoorbeeld duidelijk kansen. Bij deze ambitie is onze aanpak gericht op: - de ontwikkeling van een sterk netwerk; - het boeken van aansprekende projectresultaten in nauw overleg en samenwerking met andere gebiedspaftners. De Stuurgroep kiest in eerste instantie voor een samenwerkingsperiode van 2 jaar (2012-2014) om aan deze ambities (die hierna verder worden omschreven) inhoud en vorm te geven. Essentieel is dat de belangrijkste stakeholders in het gebied na 2 jaar de meerwaarde zien van het functioneren van de Agenda. Het evalueren van de. stand van zaken na 2 jaar is dan ook een belangrijk moment om naar toe te werken
3. Focus op Landbouw in samenhang met water en energie Landbouw In eerdere samenwerkingsperiodes van de Agenda voor de Veenkoloniën stond,het thema landbouw ook al hoog op de 'agenda'. Reden: de landbouw is de belangrijkste gebruiker van grond in het gebied en met de verwerkende industrie erg (beeld)bepalend voor de inrichting en economie daarvan. Het veranderende Europese landbouwbeleid verhoogt de urgentie om samen met relevante partners uit het gebied na te denken en initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan een economisch sterke en maatschappelijk verantwoorde landbouw in het gebied. Daarbij blijft de ambitie uit het gebiedsprogramma 2008-2012 gelden: het stimuleren van innovatieve methoden en producten ter versterking van de landbouw vanuit de mogelijkheden die het veenkoloniale landschap biedt. Een duurzame en veilige sector met een uitstekend economisch perspectief. Waarom landbouw als speerpunt? > Beleidsmatige urgentie: het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) in combinatie met internationale concurrentiepositie vraagt om vergroting van efficiency door schaalvergroting en innovatie (nieuwe agrarische producten met grote toegevoegde economische waarde = Bio Based Products); ^ Schaal: in de Veenkoloniën is voor Nederlandse begrippen nog aanzienlijk areaal beschikbaar voor productie van groene grondstoffen; > Kennis: mede vanwege een rijke traditie in de regio met betrekking tot het agro-industriële complex is er agrokennis op hoog niveau aanwezig (AVEBE, Proefboerderij 't Kompas, agro-ondersteunende bedrijvigheid, maar ook in de vorm van kennisclusters bijvoorbeeld rond agro-polymeren); > Agro-industrie: lokale en regionale aanwezigheid van verwerkende industrie (AVEBE, Ten Kate vetten. Chemie Emmen) voor verticale ketenontwikkeling. Water Water is een belangrijke productiefactor voor de landbouw. De gevolgen van het veranderende klimaat zullen in de nabije toekomst steeds duidelijker merkbaar zijn, ook in de Veenkoloniën. Daarom is het van groot belang om te werken aan het opstellen en uitvoeren van een strategie op het gebied van water, waarbij de ambitie is om hiervoor een zelfvoorzienend systeem in het gebied te ontwikkelen en te realiseren voor alle grondgebruik. Bij de verdere uitwerking van dit thema kunnen de resultaten van de Hotspot Veenkoloniën, zoals neergelegd in het eindrapport 'Veenenergiek', als één van de bouwstenen worden benut. Energie Voor wat betreft de kansen die er liggen op het gebied van energie ziet de Stuurgroep een tweetal richtingen: 1. aansluiting zoeken bij beleid en uitwerking daarvan op nationaal, noordelijk, provinciaal en regionaal niveau, zoals Topsectorenbeleid, Energy Valley, provinciale programma's, etc. 2. uitvoering geven aan de meest kansrijke ontwikkelingen die zijn gelokaliseerd binnen de Hotspot Veenkoloniën. 4. Bouwen aan Biobased Valley De Stuurgroep wil ontwikkelingen en projecten stimuleren en faciliteren, waarmee de Veenkoloniën in noordelijk (SNN) en (inter)nationaal verband een meer eigen plaats op de Economische Agenda's kan verwerven. Omdat de beïnvloeding hiervan meer en meer ook via
het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties gaat, is het belangrijk hierbij de (belangrijke) stakeholders in het gebied nauw te betrekken. De Stuurgroep vindt netwerkvorming daarom essentieel en daarmee wezenlijk onderdeel van de focus. De Stuurgroep is overtuigd van de meerwaarde, die er voor de Veenkoloniën ligt in een nadrukkelijk regionale 'branding' op basis van de eerdergenoemde focus-thema's. De combinatie hiervan kan als referentiebeeld voor de regio dienen en daarmee de basis zijn voor een gerichte specifieke lobby en richtpunt vormen voor het bouwen van een gezamenlijk netwerk in de Veenkoloniën. Het referentiebeeld wordt als volgt aangeduid: Het profileren en positioneren van de Veenkoloniën als innovatief landbouwgebied met kansen voor water en energie als onderdeel van de biobased economy in Noord- Nederland Om de Veenkoloniën herkenbaar te maken en te kunnen benutten als Biobased Valley zijn er volgens de Stuurgroep twee zaken belangrijk: 1. het voeren van een lobby en 2. het bouwen van een netwerk binnen en buiten het gebied. Naast en in combinatie met netwerkvorming wil de Stuurgroep de komende maanden, op basis van een economische analyse en samen met stakeholders, concrete ontwikkelingskansen voor het gebied nader verkennen en van daaruit verbindingen leggen.naar b.v. arbeidsmarkt, energie, water, landbouw en natuur- en landschapsontwikkeling. Dit als basis voor concrete projecten (bij voorkeur thema-overstijgend). Inzet van de Stuurgroep is om projecten, die zich de komende samenwerkingsperiode aandienen en die prima in de focus passen, te faciliteren. 5. Kenniswerkplaats Gedurende het gebiedsprogramma 2008-2012 is de Kenniswerkplaats Veenkoloniën verder ontwikkeld. Kennis vormt naar de mening van de Stuurgroep ook voor de komende jaren een belangrijke innovatieve kracht ter versterking van de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. De Stuurgroep wil de samenwerking met de Werkplaats Veenkoloniën in ieder geval voor de komende twee jaar continueren. Uitgangspunt daarbij is dat de Kenniswerkplaats dienstbaar moet zijn aan en volgend op de aktiviteiten en onderzoeksvragen van de Stuurgroep in het licht van de gekozen focus. Hierover zullen begin 2012 nadere werkafspraken worden gemaakt.. 6. Activiteitenprogramma De Stuurgroep stelt elk halfjaar een activiteitenprogramma vast. Daarin is aangegeven welke initiatieven vanuit de Agenda voor de Veenkoloniën worden genomen en uitgevoerd dan wel door de Agenda worden ondersteund. Het programma voor het 1^ halfjaar 2012 zal begin 2012 ter vaststelling aan de Stuurgroep worden voorgelegd. In het activiteitenprogramma l'' hal^aar 2012 zullen in ieder geval de volgende activiteiten worden opgenomen: > Commissie Rabbinge: komt begin 2012 met advies over de kansen voor de Veenkoloniën op korte en middellange termijn in het licht van het veranderend landbouwbeleid (GLB); Het DB zal komen met een voorstel richting Stuurgroep voor uitwerking van het advies;
> Ontwikkeling van een verbindend thema voor de Agenda Veenkoloniën op basis van een economische analyse, daarbij gebruik makend van reeds beschikbare informatie : uitvoering samen met stakeholders, start in januari/februari 2012;; > Ontwikkeling Strategisch Waterkader; hiervoor zal in eerste instantie een uitvoeringsplan door Alterra worden opgesteld (januari-april 2012); > EO Wijersprijsvraag: afhankelijk van de uitkomsten zal in april 2012 worden begonnen met het initiëren van projecten, die een antwoord proberen te zijn op gevolgen van de demografische verandering in de regio; > Uitvoering Plan van Aanpak Kenniswerkplaats; > Het concretiseren van en focus aanbrengen binnen het advies van het project Hotspot Veenkoloniën. 7. Voorstel organisatie en personeel per 1 januari 2012 Bestuurlijk - Stuurgroep: bepaalt en bewaakt op hoofdlijnen de inhoudelijke koers en de aanpak van de Agenda voor de Veenkoloniën en stelt het halfjaarlijks aktiviteitenprogramma vast; komt daartoe 2 keer per jaar bijeen, waarvan eenmaal te koppelen aan bijeenkomst met stakeholders; stuurgroepleden nemen op basis van nadere afspraken namens de stuurgroep primaire verantwoordelijkheid voor een of meer onderwerpen of projecten. - Dagelijks Bestuur (DB): belast met de bestuurlijke regie op ontwikkeling en uitvoering van het aktiviteitenprogramma in nauw samenspel met de stakeholders. Samenstelling DB: vertegenwoordiger van beide provincies (roulerend voorzitterschap), 2 vertegenwoordigers van gemeenten (1 Groningse, 1 Drentse, waarvan 1 plv. voorzitter) en 1 vertegenwoordiger van de waterschappen; het DB komt eens per 2 maand bijeen. De programmamanager is secretaris van het DB. De voorzitter zorgt voor de voorbereiding van DB-vergaderingen en het uitwerken van door het DB genomen beslissingen. Ambtelijk - Ambtelijke ondersteuning: conform de afspraken tot dusverre wordt per partner uitgegaan van een ambtelijke basisinzet van 2 dagen per maand. Deze capaciteit heeft betrekking op inzet projectgroeplid en eventueel andere bijdragen vanuit de partners en wordt afhankelijk van onderwerp en benodigd specialisme flexibel ingevuld. - Projectgroep: een projectgroeplid draagt zorg voor de schakelfunctie tussen Agenda voor de Veenkoloniën en de eigen organisatie; - Kernteam (programmabureau nieuwe stijl): werkt pro-actief aan de uitvoering van het activiteitenprogramma en bouwen van het netwerk; het kernteam opereert primair vanuit het gebied (standplaats gemeentehuis Stadskanaal). Het kernteam heeft de volgende formatieve inzet: - 0,5 programmamanager; - 1,0 senior-projectleider; - 0,8 administratieve en secretariële ondersteuning. Daarnaast stellen beide provincies ieder 0,5 fte senior-projectleider beschikbaar voor het kernteam, zodat de vaste bezetting van het kernteam voor 2012 en 2013 uitkomt op 3,3, fp. 8. Financiën De begroting is gebaseerd is op de jaarlijkse begroting die gold gedurende het programma 2008-2012. We gaan daarom voor de uitvoering van het nieuwe programma uit van een
bedrag van 525.000 per jaar voor organisatie (kernteam, communicatie en locatie) en innovatieve projecten. Voorgesteld wordt om: 1) De begroting voor 2012 als volgt vast te stel en: Personeelskosten 174.000 Kantoorkosten 25.000 Communicatiekosten 35.000 projecten 291.000 Totaal 525.000 2) de resterende middelen van de periode 2008-2012 (tenminste 400.000) te benutten voor de periode van 2 jaar (2012-2014); 3) de kosten als volgt te verdelen: 1/3 provincie Groningen, 1/3 provincie Drenthe, 1/3 gemeenten en waterschappen. Concreet betekent dit dat voor 2012 en 2013 een jaarlijkse bijdrage wordt gevraagd van 10.000 euro per gemeente, 10.000 euro per waterschap en 100.000 euro per provincie; 4) per gemeente en waterschap jaarlijks 10.000 euro te begroten voor cofmanciering van projecten.