Een onderzoek naar Functioneel Aanvankelijk Lezen. Sonja Bijenhof



Vergelijkbare documenten
Overzicht resultaten SLO-kerndoelanalyses Nederlandse taal en rekenen ( )

Overzicht resultaten SLO-kerndoelanalyses Nederlandse taal en rekenen ( )

Optimaal zicht op spelling

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

JENAPLAN BASISONDERWIJS NEDERLAND. Ieder kind is uniek!

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep.

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel veilig leren Stickers en stramienbladen Vier verschillende ringboekjes

De kinderen gebruiken het woorddoeboek op twee manieren: om woorden te lezen (ze plakken het juiste plaatje naast het woord);

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008

1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

Juf, er staat geen leuk boek in de kast!

Hoofdstuk 5 Condities voor de ontwikkeling van leesvaardigheid: kenmerken van het leesonderwijs

Online puzzels als middel tot ontwikkelen en leren

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Schooljaar : Spelletjes in je taal- en rekenles

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek

My name is Tom is een methode Engels voor alle groepen van de basisschool.

Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein. in groep 3?

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Artikel - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek'

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Visie leesbevordering

Mindmappen met kleuters

Taaljournaal, tweede versie

Welkom op de informatie-avond voor groepen 1-2: -Vierde kleutergroep -Onderbouwd -Enkele praktische zaken

Jenaplanschool Lindekring. brengt de wereld dichterbij. Liesmortel 19, 5435 XH St.Agatha

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Kinderen leren schrijven.

1. Effectiviteittest lesmateriaal. Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen

Aanschuifmodule Een goede leesstart.

Dit is de individuele leeslijn die op onze school wordt nagestreefd.

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Bij rekenen werken we met de met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster.

Zijn zithouding heeft de volgende kenmerken: - te dicht op papier - schouders/ hoofd scheef - rechterelleboog niet op tafel - zit onderuitgezakt

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Team Basisschool De Brök Stein

Stap 1 Doelen vaststellen

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

werkwoordspelling brochure

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Het meesterstuk binnen de Jenaplan opleiding

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid

Een geslaagde activiteit

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Analyse Ouderenquête Freinetschool O.B.S. de Piramide

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

ARRANGEMENTKAART REKENEN DEFINITIEF VSO- AFDELING Versie April 2013

Traditioneel leren kinderen kloklezen door het aantal minuten in relatie te brengen tot een ander tijdstip. Voorbeelden: - het is vijf (minuten) voor

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Jaarplan o.b.s. De Boomhut

Zorg voor onze kinderen

Een aanpak om de kwaliteit van Jenaplan in de scholen met elkaar te ontwikkelen en te borgen

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Recepten tegen zomerdip

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

Jaarplan o.b.s. De Boomhut

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015

Flexibel naar groep 3? Ja, dat kan!

Schoolportret. Lotte Oosterhof. HAVT3a

Evalueren Inleiding projectdoelstelling Evalueren is geen doel op zich TIPS! vakgroep leerlijn leerlingen en ouder(s)

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Theoretische verantwoording

Lopend Vuurtje Nieuwsbrief September 2015

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Groepshandelingsplan voor kleuters ( Gebaseerd op het ontwikkelingsvolgmodel)

Inhoudsopgave. c.b.s. De Zaaier TAALBELEIDSPLAN 2

JAARPLAN GROEP 7 SCHOOLJAAR

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Uitgegeven: 3 februari , no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Nieuwe schooltijden schooljaar

Transcriptie:

Een onderzoek naar Functioneel Aanvankelijk Lezen Sonja Bijenhof Een perspectief op een doorgaande leesontwikkeling impliceert dat het lees- en schrijfonderwijs ook in de latere leerjaren op betekenisvolle wijze de noodzakelijke kennis en vaardigheden verder stimuleert. Jan Neuvel (1992) Binnen het Jenaplanonderwijs heeft men lange tijd gezocht naar een manier om aanvankelijk leesonderwijs aan te laten sluiten bij, of voort te laten komen uit wereldoriënterende thema s. De leesaanpak van de Engelse Doris Nash heeft in de jaren zeventig en tachtig als inspiratiebron gediend voor een Nederlandse FAL-werkwijze voor het Jenaplanonderwijs. Het uitgangspunt van Nash werkwijze was het schrijven van teksten door leerlingen, waarbij de kinderen leren lezen aan de hand van deze zelfgeschreven teksten. De zeer individuele werkwijze was gericht op vijfjarigen die les krijgen in homogene groepen. Deze werkwijze werd vervolgens aan de Nederlandse Jenaplansituatie - meerdere jaargroepen in één stamgroep, wereldoriëntatie als uitgangspunt - aangepast met als gevolg dat er in de praktijk uiteenlopende aanpakken zijn ontstaan. Er zijn twee stromingen in werkwijzen te onderscheiden, waarbij het verschil zit in de aanleiding voor het schrijven van de teksten en vervolgens in het gebruik ervan. Bij de ene stroming laat men leerlingen teksten schrijven aan de hand van stelopdrachten over wereldoriënterende thema s. Deze teksten worden vervolgens gebruikt voor het lees- en schrijfonderwijs. Bij de andere werkwijze is het onderwerp van de te schrijven teksten voor leerlingen vrij; er worden vrije teksten over eigen ervaringen geschreven. Ook bij deze werkwijze worden de teksten gebruikt voor lees- en schrijfonderwijs, maar de inhoud van de teksten dient ook als uitgangspunt voor onderwijs in wereldoriëntatie. Deze laatste manier van werken met teksten is vergelijkbaar met die van de natuurlijke leesmethode van Freinet. Ook binnen het Freinetonderwijs worden door de leerlingen vrije teksten geschreven die het vertrekpunt vormen voor het (taal)onderwijs. Het uitgangspunt van deze werkwijze is dat kinderen vanuit een behoefte om in contact te treden met anderen, tot lezen en schrijven worden gebracht. Bij de natuurlijke leesmethode wordt er een cyclus van vier activiteiten met de teksten van leerlingen uitgevoerd: teksten tekenen / schrijven, teksten lezen, teksten kiezen en teksten bespreken. Het gebruik van een aantal aanvullende concrete werkvormen (technieken zoals het dagboek en correspondentie) maakt het mogelijk dat de teksten van leerlingen ook door anderen kunnen worden gelezen. 1. Inleiding Vorig jaar (2001) hebben veertien Nederlandse Freinet- en Jenaplanscholen meegewerkt aan een door mij opgezet en uitgevoerd onderzoek naar Functioneel Aanvankelijk Lezen (FAL). Ik gebruik in dit artikel FAL in plaats van levend lezen, ontdekkend lezen of natuurlijk leren lezen, omdat deze term ook wordt gebruikt in het enige grote onderzoek dat naar dit type (aanvankelijk) leesonderwijs is uitgevoerd: Functioneel Aanvankelijk Lezen, een beschrijving en een evaluatie, van Neuvel, Otter & Bos (1988). Het doel van mijn onderzoek was inzicht te bieden in de variatie aan achtergronden, uitgangspunten en werkwijzen met betrekking tot Functioneel Aanvankelijk Lezen. Ik wilde weten: wat de kenmerken zijn van scholen waar met FAL wordt gewerkt; in hoeverre de oorspronkelijke uitgangspunten en doelstellingen van FAL verwezenlijkt worden in de praktijk; wat de overeenkomsten en de verschillen zijn tussen de FAL-werkwijzen; in hoeverre de variatie in FAL-werkwijzen samenhangt met schoolkenmerken. 1

Om deze vragen te beantwoorden heb ik drie deelonderzoeken uitgevoerd: een enquête, observaties in de klas en een documentanalyse. In dit artikel geef ik een overzicht van de aangetroffen variatie in werkwijzen. NB: Ik noem scholen die aangesloten zijn bij de Freinetbeweging Freinetschool, ook wanneer scholen deze signatuur niet hebben opgenomen in de naam van hun school. In de in deze samenvatting opgenomen tabellen maak ik bij het weergeven van de signatuur van een school het onderscheid F ( officiële Freinetschool) en f (school die is aangesloten bij de Freinetbeweging). Ik noem de groepen waar met FAL wordt gewerkt, groep 3, ook wanneer een dergelijke groep uit meerdere jaarklassen bestaat. 2. De onderzochte scholen Op slechts een klein aantal Nederlandse (Jenaplan- en Freinet)scholen wordt met FAL gewerkt. Binnen het Jenaplanonderwijs - de website van de vereniging meldt een aantal van 172 scholen die bij de NJPV zijn aangesloten - wordt het aanvankelijk lezen veelal vormgegeven aan de hand van kant-en-klare methodes. Op deze website vermelden 104 scholen gegevens over hun aanvankelijk leesonderwijs. Twintig scholen gebruiken (een vorm van) Functioneel Aanvankelijk Lezen en vier scholen hanteren een eigen methode. De overige scholen gebruiken een kant-en-klare methode, waarvan 41 de methode Leeslijn. Methode voor aanvankelijk lezen Aantal scholen Leeslijn 41 Leeslijn + teksten van kinderen 1 Veilig Leren Lezen 23 Veilig Leren Lezen + de natuurlijke leesmethode 1 Functioneel Aanvankelijk Lezen 11 Functioneel Aanvankelijk Lezen + Leeslijn 1 Aanvankelijk lezen voor PGO (GCO-fryslân) 5 De Leessleutel 5 Eigen methode 4 Het Zwaluwproject 3 De Leeshoek (Het Zwaluwproject) 1 Alle kinderen leren lezen 2 Zelf leren Lezen 1 Opstap 1 Balans 1 Balans + waterfietsmethode 1 Idee 1 De Leesbus 1 Figuur 1. Overzicht van de methodes voor aanvankelijk leesonderwijs op 104 Nederlandse Jenaplanscholen. Bron: www.jenaplan.nl (12/04/01) Bij de Freinetbeweging zijn vijftien scholen aangesloten (waaronder twee Jenaplanscholen) en waarschijnlijk wordt er op veertien van deze scholen met (een of andere vorm van) FAL gewerkt. Gezien dit relatief kleine aantal - er zijn ongeveer 7800 basisscholen in Nederland - is het misschien niet zo verwonderlijk dat FAL buiten deze onderwijstypen weinig bekendheid kent. Voor het onderzoek zijn drieëndertig scholen geselecteerd; twintig Jenaplanscholen en dertien Freinetscholen. Drie van deze scholen (twee Jenaplanscholen en één Freinetschool) bleken 2

niet volgens FAL te werken. Veertien van de overige dertig scholen (negen Jenaplanscholen en vijf Freinetscholen) hebben in april / mei 2001 een enquête over FAL ingevuld en teruggestuurd. Op vier van deze scholen heeft vervolgens (najaar 2001) een observatie plaatsgevonden. De grootte van de scholen varieert sterk: het aantal leerlingen loopt uiteen van 43 tot 360. De scholen hebben gemiddeld 12,5 jaar ervaring met FAL. Verder hebben slechts twee scholen een bijzondere schoolbevolking: op één school zijn de leerlingen voornamelijk afkomstig uit een hoog sociaal-economisch milieu en op één school is vijftig procent van de leerlingen afkomstig uit een laag sociaal-economisch milieu. Tot slot blijken de groepen waarin met FAL wordt gewerkt (op één groep na) allemaal samengesteld uit meerdere jaarklassen. 3. De oorspronkelijke uitgangspunten en doelstellingen van FAL Het onderwijs laten aansluiten bij de belevingswereld van kinderen en ervaringen van kinderen als uitgangspunt nemen voor het leren lezen, zijn belangrijke uitgangspunten en doelstellingen van FAL. Een ander uitgangspunt van FAL is dat lezen vanaf het begin als een complexe, betekenisgerichte vaardigheid aangeleerd dient te worden. Bijna alle leerkrachten van de onderzochte scholen zijn tevreden over de gehanteerde werkwijze. Als redenen voor deze tevredenheid worden genoemd: de grote betrokkenheid van de leerlingen bij het onderwijs in aanvankelijk lezen en het feit dat de tekeningen / teksten / woorden waarmee wordt gewerkt, dicht bij de belevingswereld van de kinderen staan. Vooral de leerkrachten van de Jenaplanscholen ervaren het als positief dat het aanvankelijk leesonderwijs en wereldoriëntatie bij FAL geïntegreerd zijn. 4. Het gebruik van methodes De meerderheid van de scholen maakt gebruik van een combinatie van een methode voor aanvankelijk lezen en FAL. Deze methodes fungeren overigens niet als leidraad voor het aanvankelijk leesonderwijs; materiaal uit deze methodes wordt ingezet om leerlingen individueel klank-tekenkoppelingen te laten verwerken. Men maakt bovendien wel gebruik van functionele methodes: de methode Leeslijn wordt het meest gebruikt. Op één Freinetschool gebruikt men echter als methode naast FAL de meer structuurbiedende variant van deze methode; De Leesweg. Verder maakt men op de volgende aantallen scholen gebruik van de volgende methodes voor spelling, begrijpend lezen, taal en woordenschatontwikkeling: Spellingmethodes: 11 scholen: 8 Jenaplan 3 Freinet Spelling in de lift (als bron, uitgangspunt) 6 Taalleesland 1 Woordbouw 1 Taaltijd 1 Montessori-materiaal 1 Woordspel 1 Methodes voor begrijpend lezen: 9 scholen: 5 Jenaplan 4 Freinet Leesstrategieën van GCO-fryslân 3 Goed gelezen (vanaf groep 4) 2 Goed gelezen (groep 3) 1 Lees je wijzer, Taalleesland (op proef, nog niet gekozen) 1 Leesspoor 1 Niet opgegeven 1 3

Taalmethodes: 6 scholen: 3 Jenaplan 3 Freinet Leeslijn / Woordbouw 1 Taaljournaal (vanaf groep 4) 1 Taaljournaal, Plustaak, Slagwerk en Stenvert 1 Taaltijd 1 Eigen methode 1 Taalactief (incidenteel) 1 Woordenschatontwikkeling: 3 scholen: 2 Jenaplan 1 Freinet Taalleesland (groep 4) 1 Leergang Ajododakt 'Woordenschat' 1 Boekjes Malmberg (groep 3) en Zin in taal (groep 4) 1 Figuur 2. Overzicht van gebruik van methodes. 5. Het gebruik van (globaal)woorden Op veel scholen ligt de nadruk in het begin van het schooljaar op geselecteerde (globaal)woorden, in plaats van op betekenisvolle taaleenheden als zinnen en korte teksten. Deze woorden zijn veelal niet afkomstig uit teksten van leerlingen, maar uit mondeling taalgebruik, bijvoorbeeld uit kringgesprekken. De gebruikte woorden sluiten dus wel aan bij de ervaringen van de leerlingen. Wanneer men deze woorden vergelijkt met woorden afkomstig uit een methode voor aanvankelijk lezen, valt op dat de woorden afkomstig van de leerlingen, een veel grotere variatie qua inhoud en moeilijkheidsgraad kennen, ook als ze al in het begin van het schooljaar zijn geselecteerd. Observatie op school 9 Er wordt gewerkt met globaalwoorden die ontstaan uit een kringgesprek, vragen of belevenissen van leerlingen. Op één van de twee prikborden achter in het lokaal hangen op A4-formaat de reeds behandelde woorden; in grote drukletters met een afbeelding erboven. De vijftien woorden die tot 16 oktober (negen schoolweken) aan bod zijn geweest: los - rat - aap - bij boom - boek oog jip ei dief teen vin schoen mouw zak. Er wordt met globaalwoorden gewerkt totdat alle letters / klanken aan bod zijn geweest. Daarna wordt gewerkt met bordteksten (drie per week), die worden bedacht door de groep en de leerkracht en die uit een kringgesprek ontstaan. Deze teksten bestaan meestal uit vier regels. Aan deze teksten worden oefeningen gekoppeld, bijvoorbeeld: rijmen, korte / lange klanken en fouten zoeken. Observatie op school 1 Tot 6 november waren de volgende zinnen aan de orde geweest (ik heb steeds het woord dat voor groep 3 uit deze zin is gekozen, cursief weergegeven en de letter hieruit die centraal stond vet weergegeven). De leerkracht vertelde dat na de kerstvakantie de twee(teken)klanken aan de orde kwamen. De aap zit in de boom en is erg slim. De gorilla is de grootste aap en lijkt veel op een mens. Het kamp gaat over een kaars en een spook. Kamp gaat over goed en kwaad in sprookjes. Als de kaars aangaat komt er een nieuwe school. Er zijn veel stukjes klaar voor de weekopening. Op dierendag mag je een knuffel mee. In de herfst zie je veel paddestoelen. In de herfst zie je mooie elfenbankjes. 4

In flats kunnen veel mensen wonen. slim mens kamp goed school week dier paddestoel herfst flat 6. Het werken met teksten van leerlingen In bijna alle groepen 3 worden teksten getekend /geschreven, teksten gelezen en teksten besproken. De cyclus van het werken met teksten volgens vier hoofdactiviteiten, zoals die in de natuurlijke leesmethode van Freinet wordt beschreven, wordt op slechts één school (een Freinetschool) in alle groepen van de school uitgevoerd. Op acht scholen - vier Jenaplanscholen en vier Freinetscholen - wordt deze cyclus in groep 3 uitgevoerd. Met name het kiezen van teksten gebeurt niet op alle scholen in groep 3. In de volgende tabel staat een overzicht van de uitgevoerde activiteiten per jaargroep gespecificeerd per school. School Type J = Jenaplan F = Freinet Teksten tekenen / schrijven Teksten lezen / voorlezen Teksten kiezen Teksten bespreken 1 J 3-8 1-8 6-8 3-8 2 J 1-8 3-8 3-8 3 J 1-8 1-8 3-4 3-4 4 F 1-8 1-8 1-8 1-8 5 J 1-8 1-8 (2) 3-8 (2) 3-8 6 f 1-8 3-8 3-8 3-8 7 J 1-8 3-8 3-8 1-8 8 J 1-8 3-8 3-8 9 F 1-8 3-8 4-8 4-8 10 J 1-8 1-8 1-8 11 F 1-8 1-8 3-8 3-8 12 J (f) 1-8 1-8 3-8 3-8 13 f 1-8 3-8 3-8 3-5 14 J 4-8 4-8 Tabel 1. De vier hoofdactiviteiten van het werken met teksten op de scholen per jaargroep. De gegevens van de scholen die alle vier de activiteiten in groep 3 uitvoeren, zijn vet weergegeven. 7. De herkomst van globaalwoorden Alle scholen blijken individuele en / of klassikale (globaal)woorden te gebruiken waarmee allerlei oefeningen worden gedaan. Op zeven scholen werken de kinderen met individuele woorden, op vijf scholen wordt met klassikale woorden gewerkt en op twee scholen wordt zowel met individuele, als met klassikale woorden gewerkt. De individuele woorden zijn altijd afkomstig uit de eigen teksten van leerlingen. De herkomst van de klassikale woorden varieert; ze zijn afkomstig uit een zin van een leerling (drie scholen), uit kringgesprekken (twee scholen) en uit tekstbesprekingen (één school). Overal wordt dus aanvullende structuur geboden op basis van aandacht voor analyse en synthese. De mate waarin structuur wordt geboden verschilt overigens en er worden zowel klassikale als individuele oefeningen gedaan. Over het algemeen worden de klassikale oefeningen in de kring uitgevoerd en gaat het hierbij om mondelinge analyse- en syntheseoefeningen. Individueel oefenen de leerlingen op uiteenlopende manieren. Dat betekent overigens wel dat het idee dat kinderen zich de woordstructuur vanzelf, op een natuurlijke wijze gaandeweg wel eigen maken, in de praktijk niet terug te vinden is. In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen: School Type Individuele globaalwoorden Klassikale globaalwoorden Klassikale globaalwoorden afkomstig uit: 5

uit eigen teksten 1 J x zinnen van leerlingen 2 J x thema 3 J x 4 F x 5 J x 6 f x 7 J x 8 J x x kringgesprekken 9 F x kringgesprekken 10 J x zinnen van leerlingen 11 F x 12 J (f) x x tekstbesprekingen 13 f x 14 J x zinnen van leerlingen Tabel 2. Herkomst van de gebruikte globaalwoorden per school. 8. De aangetroffen variatie Op Freinetscholen wordt op een andere wijze gewerkt dan op Jenaplanscholen, en tevens kennen de beide typen een andere variatie in de werkwijzen. Ik maak de volgende indeling in typen werkwijzen, waarbij het onderscheid zit in de taaluiting die als uitgangspunt dient voor het leren lezen: woorden, zinnen en / of teksten. Jenaplanscholen 1 Werkwijzen waarbij woorden van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt. 2 Werkwijzen waarbij zinnen van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt. 3 Werkwijzen waarbij teksten van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt. Freinetscholen 1 Werkwijzen waarbij woorden en zinnen van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt. 2 Werkwijzen waarbij teksten van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt. Zie de aparte bijlage voor een uitgewerkt overzicht. 9. Aanbevelingen Een belangrijk uitgangspunt van FAL is dat kinderen vanuit een behoefte om in contact te treden met anderen, tot lezen en schrijven worden gebracht. Het gebruik van de taal en ervaringen van kinderen en met name eigen teksten, staan hierbij centraal. Bij de onderzochte FAL-werkwijzen blijken de teksten van kinderen een bescheiden plaats in te nemen; de gebruikte globaalwoorden staan centraler. Men leert men leerlingen nieuwe klanktekenkoppelingen zoals dat ook in traditionele methodes voor aanvankelijk lezen gebeurt. Uit globaalwoorden worden (nieuwe) klanken / letters geanalyseerd. Het verschil met de werkwijze in methodes is dat deze woorden gekozen zijn uit ervaringen van kinderen. Het gevaar bestaat dat leerkrachten een werkwijze reeds als functioneel beschouwen wanneer er met dergelijke woorden wordt gewerkt en dat er verder alleen aandacht aan technische aspecten wordt besteed. Zo zou het gebruik van teksten van kinderen op de achtergrond kunnen raken of pas aan de orde komen wanneer de lees- en schrijftechniek 6

enigszins wordt beheerst. En dat zou jammer zijn. Bezinning op de eigen werkwijze wat betreft de functionaliteit ervan, wat betreft het gebruik van teksten, lijkt me dan ook terecht. De aangetroffen variatie lijkt veelal het gevolg van het zelf ontwikkelen en aanpassen van een FAL-werkwijze op een school. Het zelf ontwikkelen van een werkwijze heeft voor- en nadelen. Een voordeel is bijvoorbeeld dat de school een werkwijze op maat kan ontwikkelen; een werkwijze die precies bij de school past. Een nadeel is bijvoorbeeld dat de manier van werken dan niet op papier staat. Het is echter wel aan te bevelen om de eigen werkwijze vast te leggen. Niet alleen wordt hiermee voldaan aan de eis van de onderwijsinspectie om aan te tonen op welke wijze het (taal)onderwijs wordt vormgegeven, een dergelijke beschrijving kan ook houvast bieden aan nieuwe leerkrachten en eventuele invallers op een school. Tevens kan het vastleggen van de eigen werkwijze een mogelijkheid bieden tot overleg tussen leerkrachten van verschillende scholen. Sommige FAL-leerkrachten hebben contact met collega s over FAL via de Freinetbeweging. Die contacten zijn echter nog heel beperkt. Veel leerkrachten weten eigenlijk nauwelijks hoe er op andere scholen wordt gewerkt; nog vaak wordt steeds opnieuw het wiel uitgevonden op een school. Inzage in elkaars werkwijzen zou echter een eerste stap kunnen zijn in een meer gestructureerde discussie omtrent de gewenste vormgeving van dit type leesonderwijs. Wellicht zou een website over FAL, een plek waar informatie te verkrijgen is en waar ideeën kunnen worden uitgewisseld, een mogelijkheid zijn. Een samenwerkingsverband tussen een PABO en de NJPV en de Freinetbeweging zou daarbij het initiatief kunnen nemen. 7

Overzicht van aangetroffen werkwijzen Jenaplanscholen 1 Werkwijzen waarbij woorden van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt: Klassikale globaalwoorden afkomstig uit wereldoriënterende thema s Op één school wordt vergelijkbaar met de methode Veilig Leren Lezen gewerkt, maar dan met eigen, wisselende klassikale globaalwoorden afkomstig uit wereldoriënterende thema s. Deze school beschouwt de eigen werkwijze niet als FAL. 2 Werkwijzen waarbij zinnen van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt: De zin van de dag Twee Jenaplanscholen werken met de methode Aanvankelijk lezen voor PGO die onder begeleiding van een schoolbegeleidingsdienst door een tiental vernieuwingsscholen in Friesland is samengesteld en uitgegeven. De zin van de dag en eigen teksten Eén school heeft de methode Aanvankelijk lezen voor PGO gebruikt als basis voor een eigen werkwijze (die op papier is gezet). Men werkt met een zin van de dag per week. Deze zin komt voort uit een kringgesprek (over het wereldoriënterende thema dat centraal staat) Uit deze zin wordt door de leerkracht een globaalwoord voor groep 3 gekozen. De leerlingen schrijven teksten aan de hand van een stelopdracht over het wereldoriënterende thema. Dit gebeurt eens in de drie weken. 3 Werkwijzen waarbij teksten van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt: Een aangepaste natuurlijke leesmethode Eén school heeft de natuurlijke leesmethode van Freinet als uitgangspunt genomen en deze op een verrassende manier aangepast. De cyclus van het werken met teksten volgens de vier hoofdactiviteiten met bijbehorende technieken wordt in zijn geheel uitgevoerd. Echter, met behulp van een individuele oefenkaart wordt in deze werkwijze per gekozen globaalwoord uit elke tekst van een leerling, door de leerling een reeks oefeningen met dit woord of letters van dit woord gedaan. Tevens kiest men bij deze werkwijze per tekstbespreking een klassikaal globaalwoord. Dit woord staat centraal bij mondelinge oefeningen en bij een verwerkingsblad dat naar aanleiding van elke tekstbespreking wordt gemaakt. De waterfietsmethode Op één school wordt gebruik gemaakt van de waterfietsmethode van Henny Lamme. Met individuele globaalwoorden uit eigen teksten wordt steeds een reeks vastgelegde oefeningen doorlopen. Globaalwoorden uit de eigen teksten Op drie scholen werken kinderen met hun eigen teksten waaruit ze ook globaalwoorden kiezen waarmee vervolgens allerlei oefeningen worden gedaan. Freinetscholen 1 Werkwijzen waarbij woorden en zinnen van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt: Klassikale globaalwoorden en klassikale bordteksten, tevens vrije teksten Eén school gebruikt klassikale bordteksten (drie per week) nadat alle klank-tekenkoppelingen aan de hand van klassikale globaalwoorden aan de orde zijn geweest. Tevens worden door de leerlingen teksten geschreven en gelezen. In de allereerste fase van het leren lezen speelt FAL dus nauwelijks een rol. 2 Werkwijzen waarbij teksten van kinderen als uitgangspunt voor het leren lezen worden gebruikt: De natuurlijke leesmethode Drie scholen hanteren de natuurlijke leesmethode. De kinderen schrijven, lezen, kiezen en bespreken teksten. Uit de eigen teksten worden globaalwoorden gekozen waarmee vervolgens allerlei oefeningen worden gedaan. 8